Vergoeding dienstreizen Voorbeeldclausules

Vergoeding dienstreizen. 1. De werkgever treft met instemming van de OR of PVT (of bij het ontbreken hiervan het personeel) een ondernemingsregeling vergoeding reis- en verblijfkosten dienstreizen. 2. Indien geen ondernemingsregeling tot stand is gekomen, geldt de standaardregeling vergoeding dienstreizen zoals opgenomen in bijlage 6.
Vergoeding dienstreizen a. De werkgever moet samen met de OR of PVT afspraken maken over het betalen van de kosten voor dienstreizen. Deze afspraken leggen zij vast in een ondernemingsregeling. b. Dit zijn de uitgangspunten van de ondernemingsregeling: - Een dienstreis is een reis die de werknemer maakt in opdracht van de werkgever. De werknemer moet deze reis maken om zijn werk te kunnen doen. - De werkgever betaalt een reële vergoeding voor de dienstreis. De werknemer is wel verplicht om zo min mogelijk kilometers te maken. De werknemer moet zijn werkzaamheden dus zo efficiënt mogelijk inplannen. - Gebruikt de werknemer zijn eigen auto voor de dienstreis en heeft de werknemer hiervoor toestemming van de werkgever? Xxx ontvangt de werknemer minimaal € 0,29 netto per kilometer. - De werkgever biedt, zolang de fiscale wetgeving dit mogelijk maakt, de mogelijkheid om eventuele fiscale ruimte die overblijft bij de tegemoetkoming woon-werkverkeer te benutten in het kader van de vergoeding voor dienstreizen. - In de ondernemingsregeling moet een afspraak staan over indexatie. Kijk voor meer informatie in Bijlage 9 ‘Context indexatie kilometervergoeding dienstreizen’. Als de werknemer een dienstreis maakt en daarbij niet vertrekt van of terugkomt naar de plaats van tewerkstelling, kan de werkgever met instemming van de OR of PVT afspraken maken om te voorkomen dat de werknemer kilometers twee keer betaald krijgt. Ook kan in deze ondernemingsregeling vastgelegd worden hoe de kilometers voor deze dienstreis in één keer worden betaald. - In de ondernemingsregeling moeten ook afspraken staan over het betalen van de volgende vergoedingen voor: - tolgeld en parkeergeld; - kosten voor het openbaar vervoer, minimaal laagste klasse; - kosten van een ander vervoermiddel, bijvoorbeeld fiets of bromfiets; - premie voor een WA-verzekering; premie voor een inzittendenverzekering; - als de werknemer geen toestemming van de werkgever heeft om de eigen auto te gebruiken voor dienstreizen.
Vergoeding dienstreizen. De aios die tijdens de stage in verpleeghuis of ggz-instelling in opdracht van de opleider of opleidingsinstelling dienstreizen maakt, kan op basis van de namens de instelling voor accoord getekend declaratieformulier een vergoeding voor dienstreizen declareren bij de SBOH, zoals vermeld in bijlage C-2, waarvan het fiscaal vrijgestelde bedrag netto wordt uitbetaald. Onder dienstreizen wordt onder andere begrepen de gereden km in het kader van de bereikbaarheidsdiensten. Indien het noodzakelijk is tijdens andere stages dienstreizen te maken geldt hiervoor het vergoedingsbedrag per kilometer dat fiscaal is vrijgesteld, zoals vermeld in bijlage C-2.
Vergoeding dienstreizen. 1. Indien een medewerker incidenteel op verzoek of met toestemming van de werkgever een reis moet maken in het kader van zijn werkzaamheden, woon-werkverkeer buiten beschouwing gelaten, dan wordt deze reis aangemerkt als een dienstreis. 2. Voor dienstreizen wordt, vanuit duurzaamheidsoogpunt, zoveel mogelijk gebruik gemaakt van openbaar vervoer, tweede klasse. Indien daarmee belangrijke tijdwinst of kostenbesparing is te behalen, kan de privé-auto van de medewerker, dan wel een auto die reeds ter beschikking is gesteld door de werkgever, worden gebruikt. 3. Bij gebruikmaking van openbaar vervoer worden de kosten van dat openbaar vervoer, na overleg van nota’s, volledig vergoed. 4. Het aantal voor vergoeding in aanmerking komende kilometers wordt per dienstreis berekend en is gelijk aan het aantal werkelijk gereden kilometers met als maximum het aantal kilometers volgens de kortste en meest gebruikelijke route van de stand/woonplaats naar de plaats(en) van bestemming en terug. Op het aantal kilometers worden de volgens de fiscale definitie verreden kilometers woon-werkverkeer (voor zover van toepassing) in mindering gebracht. 5. De vergoeding voor zakelijke kilometers en voor extra opkomst bedraagt 19 Eurocent netto plus 9 Eurocent bruto per gereden kilometer. 6. Algemeen geldt dat het gebruik van een privé-auto bij dienstreizen geheel voor rekening en risico van de medewerker geschiedt. Het vergoeden van autokosten door de werkgever betekent nimmer de aanvaarding door de werkgever van enig risico of enige aansprakelijkheid. 7. Boetes door overtreding van de verkeersregels, bij gebruik van privé- of zakelijke auto, worden niet vergoed.
Vergoeding dienstreizen. De aios die tijdens de opleidingsperiode binnen de opleidingsinstelling of de stage in een ggz- instelling in opdracht van de (stage-)opleider dienstreizen maakt, kan op basis van een door de (stage-)opleider geaccordeerde declaratie een vergoeding voor dienstreizen declareren bij de SBOH, zoals vermeld in bijlage D-1, waarvan het fiscaal vrijgestelde bedrag netto wordt uitbetaald. Onder dienstreizen wordt onder andere begrepen de gereden km in het kader van de bereikbaarheidsdiensten. Indien het noodzakelijk is tijdens stages dienstreizen te maken geldt hiervoor het vergoedingsbedrag per kilometer dat fiscaal is vrijgesteld, zoals vermeld in bijlage D-1.
Vergoeding dienstreizen a) Van een dienstreis is sprake wanneer een werknemer buiten zijn standplaats moet werken. b) Voor dienstreizen dient de betreffende leidinggevende vooraf toestemming te geven. De leidinggevende is bovendien verantwoordelijk voor de controle. c) Dienstreizen vinden plaats onder werktijd. d) De vergoeding voor dienstreizen bedraagt € 0,32 bruto per kilometer. e) Indien de werknemer genoodzaakt is om per taxi te reizen en de leidinggevende daar toestemming voor geeft worden de taxikosten vergoed. Indien de werknemer gebruik maakt van de eigen auto, dient deze tenminste WA-verzekerd te zijn en dient een inzittenden verzekering te zijn afgesloten.
Vergoeding dienstreizen. Bij totstandkoming van een ondernemingsregeling conform artikel 29.7 geldt een overgangsafspraak, inhoudende dat, totdat een ondernemingsregeling met inachtneming van genoemde uitgangspunten tot stand is gekomen, de oude Uitvoeringsregeling G volgens de XXX Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 2002-2003 van toepassing is, met dien verstande dat de werknemer (na saldering) minimaal € 0,29 netto per afgelegde dienstreiskilometer ontvangt indien gebruik wordt gemaakt van de eigen auto.
Vergoeding dienstreizen. 1. Als je in opdracht van je werkgever incidenteel een dienstreis moet maken, bijvoorbeeld voor een regionale of landelijke bijeenkomst, ontvang je daarvoor een vergoeding die gelijk is aan de kosten van openbaar vervoer. Als je met je werkgever hebt afgesproken dat je met de auto reist, dan ontvang je een netto vergoeding van € 0,31 per kilometer. 2. Parkeerkosten, tolgelden, veergelden en noodzakelijk gemaakte verblijfskosten worden volledig vergoed. Als je werkgever daarom vraagt moet je daarvan bewijzen kunnen overleggen.
Vergoeding dienstreizen. De werkgever maakt samen met de OR of PVT afspraken in een ondernemingsregeling over de vergoeding van dienstreizen. Totdat deze ondernemingsregeling er is, geldt de oude Uitvoeringsregeling
Vergoeding dienstreizen. De vergoeding voor alle dienstreizen wordt per 1 maart 2024 vastgesteld op € 0,23 netto per kilometer, uitgezonderd de dienstreizen door aios forensische geneeskunde. Voor aios forensische geneeskunde geldt dat de vergoeding voor dienstreizen vanwege de specifieke omstandigheden waaronder zij werkzaam zijn op € 0,30 blijft vastgesteld (vanaf 1 januari 2024 € 0,23 netto en € 0,07 bruto). 1 Afhankelijk van het feit of deze vergoeding al dan niet tot het pensioengevend salaris gerekend moet worden.