Arbitragecommissie. Indien toepassing van lid 1 en 2 in een individueel geval tot een onbillijke situatie en/of onevenwichtig rooster leidt kan de werknemer een beroep doen op een paritair samengestelde arbitragecommissie. De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.
Arbitragecommissie. 1. Alle geschillen worden in eerste aanleg beslecht door een Arbitragecommissie bestaande uit:
a) één voorzitter-arbiter, indien de vordering en eventuele tegenvordering in hoofdsom €10.000,- of minder bedragen, alsmede geen der partijen noch de in de betreffende arbitrage benoemde voorzitter-arbiter het Arbitragebureau tijdens de schriftelijke procedure schriftelijk behandeling door drie arbiters heeft verzocht;
b) één voorzitter-arbiter alsmede twee arbiters in alle andere gevallen.
2. Alle geschillen worden in hoger beroep beslecht door een Arbitragecommissie bestaande uit één voorzitter-arbiter alsmede twee arbiters, die niet betrokken mogen zijn geweest bij de behandeling in eerste aanleg.
Arbitragecommissie. Indien toepassing van lid 1 en 2 in een individueel geval tot een onbillijke situatie en/of onevenwichtig rooster leidt kan de werknemer een beroep doen op een paritair samengestelde arbitragecommissie. De commissie stelt haar eigen werkwijze vast. Uiterlijk 1 januari 2008 wordt de functie van deze commissie geëvalueerd en zal beoordeeld worden of het voortbestaan van de commissie nodig is.
Artikel 36 B (overuren voor niet technisch personeel)
1. Overuren zijn uren die een werknemer werkt in afwijking van het voor hem geldend dienstrooster die onder meer het gevolg zijn van:
a. een roulering die uitkomt op een langere dienst dan 8 uur per dag gemiddeld
b. gewerkte uren als gevolg van extra (rij)werkzaamheden.
2. Vergoeding overuren:
a Indien een werknemer overuren maakt, ontvangt hij zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval in de betalingsperiode volgend op die waarin de overuren zijn gemaakt, eenzelfde hoeveelheid vrije tijd terug en een toelage van 35% van het uurloon voor de gemaakte overuren.
b Indien overuren niet in de volgende betalingsperiode in vrije tijd kunnen worden vergoed, vindt vergoeding in geld plaats, waarbij voor elk overuur een uurloon wordt betaald, vermeerderd met een toelage van 35%.
c In overleg met de werknemer of volgens een regeling, die de instemming behoeft van de ondernemingsraad kan de toelage van 35% behalve in geld ook in vrije tijd worden toegekend.
3. Beperking overwerk
a Er zal alleen worden overgewerkt indien het dienstbelang dit vordert en de werknemer daarmee behoudens in situaties die niet aan de werkgever kunnen worden verweten of niet door hem waren te voorzien na overleg heeft ingestemd.
b Wanneer in een bepaald bedrijfsonderdeel overwerk van belangrijke omvang hetzij naar het aantal daarbij betrokken personen, hetzij naar de te verwachten tijdsduur noodzakelijk is, zal de werkgever hieromtrent overleg plegen met de ondernemingsraad.
4. Niet als overwerk ingevolge dit artikel wordt beschouwd het dienstdoen op een vrije dag, bedoeld in artikel 41.
Arbitragecommissie. 1. Alle geschillen tussen partijen bij deze overeenkomst, verband houdende met de uitleg en de toepassing of de inachtneming van de overeenkomst, worden onderworpen aan de uitspraak van een arbitragecommissie, die zal oordelen als goede mensen naar billijkheid.
2. De arbitragecommissie bestaat uit drie personen, waarvan door elk der partijen één wordt aangewezen, waarna de aangewezenen in onderling overleg het derde lid aanwijzen, xxxx lid tevens als voorzitter van de arbitragecommissie optreedt.
3. Zo spoedig als dit redelijkerwijs mogelijk is, zal de uitspraak in een geschil worden gedaan.
Arbitragecommissie. 1. De arbitragecommissie behoort tot de sectie civiele geschillen van het Instituut Sportrechtspraak.
2. De arbitragecommissie kent de navolgende kamers: kamer sportsponsoring, kamer arbeidszaken en kamer verenigingszaken.
3. De arbitragecommissie bestaat uit de arbiters die door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak als lid van de arbitragecommissie zijn benoemd. De arbiters worden benoemd voor de duur van drie jaren en kunnen telkens aansluitend voor eenzelfde periode worden herbenoemd. Het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak benoemt een arbiter niet eerder dan nadat hij zijn voorgenomen benoeming schriftelijk heeft aanvaard. De ambtelijk secretaris houdt een lijst van arbiters bij.
4. De arbitragecommissie kent een algemeen voorzitter, één of meer plaatsvervangend algemeen voorzitter(s), kamervoorzitters en overige arbiters. De algemeen voorzitter en de plaatsvervangend algemeen voorzitters kunnen ook als kamervoorzitter en als arbiter optreden.
5. De algemeen voorzitter van de van de sectie civiele geschillen is tevens de algemeen voorzitter van de arbitragecommissie. Waar in dit reglement wordt gesproken van de algemeen voorzitter en van een plaatsvervangend algemeen voorzitter van de sectie civiele geschillen worden tevens de algemeen voorzitter en plaatsvervangend algemeen voorzitter van de arbitragecommissie bedoeld.
6. De algemeen voorzitter wordt bijgestaan door één of meer plaatsvervangend algemeen voorzitter(s). Het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak stelt een rangorde van plaatsvervangend algemeen voorzitters op. Een plaatsvervangend algemeen voorzitter heeft dezelfde bevoegdheden als de algemeen voorzitter. Bij verhindering of afwezigheid van de algemeen voorzitter wordt hij vervangen door de plaatsvervangend algemeen voorzitter volgens de door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde rangorde. De plaatsvervangend voorzitter treedt voor de duur van de vervanging in de rechten en verplichtingen van de algemeen voorzitter.
7. De algemeen voorzitter, de plaatsvervangend algemeen voorzitters en de kamervoorzitters zijn jurist met adequate ervaring in de procespraktijk. De overige arbiters worden benoemd op basis van hun specifieke deskundigheid met betrekking tot de takken van sport beoefend in de bij het Instituut Sportrechtspraak aangesloten sportbonden, op grond van hun juridische deskundigheid of op grond van hun kennis van sponsoring of andere in relatie tot sport relevante maatschappelijk aangelege...
Arbitragecommissie. 1. Naam organisatorische eenheid Arbitragecommissie
2. In welke regelingen is de organisatorische eenheid vermeld? Statuten Arbitragereglement (AR)
3. Plaats in de organisatie Onafhankelijk en onpartijdig kerkrechtsprekend college (AR art. 2.1)
4. Samenstelling organisatorische eenheid Drie leden, drie plv. leden (AR art. 2.2) Vereisten in art. 2.3 AR
5. Benoeming en ontslag Benoeming door UR (AR art. 2.3) Benoeming voorzitter en vicevoorzitter in functie (AR art. 2.5)
6. Taken en verantwoordelijkheden Behandeling van geschillen binnen de Unie (AR art. 1.1)
7. Termijnen Benoeming voor zes jaar, verlenging zes jaar mogelijk (AR art. 2.4)
8. Eventuele Bijzonderheden Jaarverslag naar AV (AR art. 2.6) Procedure is geregeld in AR art. 4 t/m 11
Arbitragecommissie. 1. Tenzij partijen besluiten 1 arbiter te benoemen, bestaat de arbitragecommissie uit drie arbiters, waarbij elke aandeelhouder een arbiter benoemt, waarna deze twee door de aandeelhouders
Arbitragecommissie. De Arbitragecommissie geeft aan de hand van het Reglement Arbitragecommissie (bindend) advies over geschillen die voortvloeien uit de toepassing, uitvoering en/of interpretatie van deze overeenkomst en/of de Wet op het Overleg huurders verhuurder van 2009. Xxxxxxx, die met instemming van de huurder en zonder bezwaar van de verhuurder zijn hoofdverblijf heeft in de gehuurde woongelegenheid van Haag Wonen en daar volgens de GBA ingeschreven staat en een leeftijd heeft van tenminste 18 jaar.
Arbitragecommissie. Geschillen tussen partijen: Geschillen tussen werkgever en een medewerker:
a. Indien een geschil ontstaat tussen werkgever en een medewerker met betrekking tot de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, kan dit geschil worden voorgelegd aan de burgerlijke rechter of, in overleg, aan een arbitragecommissie.
b. Samenstelling, werkwijze en de te volgen procedure voor de arbitragecommissie worden geregeld in een afzonderlijk door partijen vast te stellen reglement, dat geacht wordt deel uit te maken van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
c. Geschillen over de praktische toepassing van het Persoonlijk Ontwikkelings-Budget kunnen worden