Borgtocht Voorbeeldclausules

Borgtocht. De borgtocht bedraagt 5 % van het totaalbedrag, excl. BTW, van de opdracht. Het aldus bekomen bedrag wordt afgerond naar het hoger gelegen tiental EURO. Overeenkomstig de wets- en reglementsbepalingen ter zake kan de borgtocht hetzij in speciën of publieke fondsen, hetzij onder de vorm van een gezamenlijke borgtochtstelling worden gesteld. De borgtocht kan eveneens worden gesteld via een waarborg toegestaan door een kredietinstelling die voldoet aan de voorschriften van de wetgeving op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen of door een verzekeringsonderneming die voldoet aan de voorschriften van de wetgeving betreffende de controle der verzekeringsondernemingen en die toegelaten is tot tak 15 (borgtocht). De opdrachtnemer moet, binnen de dertig kalenderdagen volgend op de dag van het sluiten van de opdracht, het bewijs leveren dat hij of een derde de borgtocht op een van de volgende wijzen heeft gesteld: 1° de borgstelling via de Deposito- en Consignatiekas gebeurt thans uitsluitend door gebruik te maken van de online toepassing E-DEPO, voor meer informatie xxx.xxxxxxxxxxx.xx; 2° wanneer de borgtocht uit publieke fondsen bestaat, door neerlegging van deze voor rekening van de Deposito-en Consignatiekas in handen van de Rijkskassier op de zetel van de Nationale Bank te Brussel of bij een van haar provinciale agentschappen of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult; 3° wanneer de borgtocht gedekt wordt door een gezamenlijke borgtochtmaatschappij, door neerlegging via een instelling die deze activiteit wettelijk uitoefent, van een akte van solidaire borg bij de Deposito- en Consignatiekas of bij een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult; 4° wanneer de borgtocht gesteld wordt door middel van een waarborg, door de verbintenisakte van de kredietinstelling of van de verzekeringsonderneming. Dit bewijs wordt geleverd, naargelang van het geval, door overlegging aan de aanbestedende overheid van: 1° hetzij het ontvangstbewijs van de Deposito- en Consignatiekas of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult; 2° hetzij het debet bericht van de kredietinstelling of van de verzekeringsonderneming; 3° hetzij het deposito-attest van de Rijkskassier of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult; 4° hetzij de originele akte van solidaire borg, geviseerd door de Deposito- en Consignatiekas of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult; 5° hetzi...
Borgtocht. Wanneer ten gevolge van een gedekt schadegeval de verzekerde in voorlopige hechtenis genomen werd, schieten wij tot 12.500 EUR per schadegeval op de strafborgtocht voor die door de buitenlandse overheden geëist wordt voor de invrijheidstelling van de verzekerde. De verzekerde vervult alle formaliteiten die van hem geëist zouden worden voor het vrijmaken van de fondsen. Zodra de borgsom vrijgegeven wordt door de bevoegde instantie en in de mate dat deze niet aan de kosten besteed wordt die ten onze laste zijn krachtens huidig contract, betaalt de verzekerde ons onmiddellijk de voorgeschoten som terug.
Borgtocht. Overeenkomstig artikel 25, §2 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten wordt het bedrag van de borgtocht bepaald op vijf procent van het oorspronkelijke opdrachtbedrag exclusief BTW. Het aldus bekomen bedrag wordt naar het hoger tiental in euro afgerond.
Borgtocht. Overeenkomstig artikel 25, §1 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten wordt voor deze opdracht geen borgtocht geëist.
Borgtocht. In toepassing van artikel 9, paragraaf 4 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken wordt de aandacht van de inschrijvers gevestigd op het feit dat in dit bestek wordt afgeweken van artikel 25 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 betreffende de borgtocht en meer in het bijzonder voor wat de aanpassing van het bedrag van de borgtocht betreft op basis van een forfaitair bedrag, omwille van het meerjarige karakter van de opdracht, van de mogelijkheid om deze elk jaar te beëindigen en van de abnormale meerkost die de opdrachtnemer zou moeten dragen indien het bedrag dat in overweging moet worden genomen, het totaalbedrag van de opdracht berekend voor de looptijd van 4 jaar zou zijn. Voor perceel 1 wordt de borgtocht vastgesteld op 75.000 euro. Voor perceel 2 wordt de borgtocht vastgesteld op 25.000 euro.
Borgtocht. Er wordt geen borgtocht gevraagd.
Borgtocht. Volgende borgtocht wordt gevraagd: 5% van het oorspronkelijk bedrag van de opdracht (excl. btw), afgerond naar het hogere tiental. De borgtocht wordt volledig vrijgegeven na de oplevering. De borgtocht moet gesteld worden binnen 30 kalenderdagen volgend op de dag van de sluiting van de opdracht. Het bewijs van borgstelling moet verstuurd worden aan het adres van de aanbestedende overheid. Wanneer de opdrachtnemer de borgtocht niet stelt binnen de vermelde termijn, kan gehandeld worden overeenkomstig de mogelijkheden vermeld in artikel 29 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013. Het verzoek van de opdrachtnemer om over te gaan tot de oplevering geldt als verzoek tot vrijgave van de borgtocht.
Borgtocht. Behalve voor leveringen en diensten waarvan de uitvoeringstermijn 45 kalenderdagen niet overschrijdt, wordt voor opdrachten vanaf 50.000 € exclusief BTW, en voor zover het bestek niet anders beschikt, een borgtocht van 5 % op het totaalbedrag van de opdracht geëist
Borgtocht. Voor deze opdracht is geen borgtocht vereist.