Dekkingsgraad Voorbeeldclausules

Dekkingsgraad. De verhouding tussen enerzijds de aanwezige middelen van Pensioenfonds Croda en anderzijds de pensioenverplichtingen van Pensioenfonds Croda, welke door het bestuur wordt vastgesteld.
Dekkingsgraad. De dekkingsgraad is een maatstaf voor de financiële positie van het fonds. De dekkingsgraad is een percentage dat de verhouding uitdrukt tussen het aanwezige vermogen van het pensioenfonds enerzijds, en de contante waarde van alle opgebouwde pensioenaanspraken anderzijds. Bij een dekkingsgraad van 100% is er exact genoeg om de opgebouwde pensioenverplichtingen na te komen. De wettelijk benodigde dekkingsgraad bedraagt 105%. Omdat er ook nog een extra vermogen aanwezig moet zijn om risico’s te kunnen opvangen zoals, het risico van waardedaling van de aandelen en andere beleggingen, een daling van de rente of het risico dat mensen langer leven dan verwacht. Als er tekort zijn moet een herstelplan worden opgesteld. Elementen uit een dergelijk plan zijn onder andere het vragen van extra premies aan werkgever en/of werknemers en het (deels) achterwege laten van indexatie. Als op basis van het reguliere beleid niet tijdig uit herstel gekomen kan worden kan het fonds genoodzaakt zijn de pensioenen te korten. Een dergelijke kortingsmaatregel kan ook onderdeel zijn van het herstelplan
Dekkingsgraad. De nominale dekkingsgraad van SPE wordt berekend door op balansdatum het balanstotaal minus de kortlopende schulden te delen door de technische voorzieningen zoals opgenomen in de balans. Bij de berekening van de reële dekkingsgraad van SPE wordt ten behoeve van deze berekening de VPV herrekend, rekening houdend met de verwachte prijsinflatie conform de regels van het Toekomstig Bestendig Indexeren. De beleidsdekkingsgraad per einde van het jaar is het gemiddelde van de nominale dekkingsgraad van de maanden januari tot en met december van het lopende boekjaar. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Dekkingsgraad. Geeft een beeld van de financiële situatie van een pensioenfonds op een bepaald moment en wordt uitgedrukt in een percentage. Deze maatstaf geeft de verhouding aan tussen het voor de pensioenregeling aanwezige vermogen en de daarvoor getroffen technische voorzieningen, ofwel de verhouding tussen de waarde van de bezittingen van het pensioenfonds en de pensioenverplichtingen van het fonds.
Dekkingsgraad. De (actuele) waarde van de beleggingen gedeeld door de (contante) waarde van de pensioenverplichtingen.
Dekkingsgraad. De verhouding tussen het pensioenvermogen van het Pensioenfonds en de technische voorziening voor de Pensioenaanspraken en Pensioenrechten bij het Pensioenfonds. Onder technische voorzieningen vers taan wij de contante waarde van de toekomstige verplichtingen van het Pensioenfonds op basis van de actuariële grondslagen van het Pensioenfonds. De Dekkingsgraad wordt per het einde van de maand berekend volgens de voorschriften van de PW en het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen.
Dekkingsgraad. De verhouding tussen het kapitaal dat een pensioenfonds in kas heeft en het kapitaal dat nu en in de toekomst nodig is om alle pensioenen uit te kunnen betalen. Is er precies evenveel in kas als nodig is, dan is de dekkings- graad 100%. De overheid stelt eisen aan de dekkingsgraad van pensioenfondsen. De dekkingsgraad van PST moet minstens 104,1% zijn, liever nog 121,4%. Op de website xxx.xxxxxxxxxxx.xx zie je de actuele dekkingsgraad.
Dekkingsgraad. De verhouding tussen het vermogen en de technische voorzieningen van het pensioenfonds.
Dekkingsgraad. Item 2.1
Dekkingsgraad. De dekkingsgraad is een maatstaf voor de financiële positie van het fonds. De dekkingsgraad is een percentage dat de verhouding uitdrukt tussen het aanwezige vermogen van het pensioenfonds enerzijds, en de contante waarde van alle opgebouwde pensioenaanspraken anderzijds. Bij een dekkingsgraad van 100% is er exact genoeg om de opgebouwde pensioenverplichtingen na te komen. De wettelijk benodigde dekkingsgraad bedraagt 105%. Omdat er ook nog een extra vermogen ĂĂŶǁĞnjŝŐ ŵŽĞƚ xxxX Xx xxXxXX͛X xX XXXXXX ŽƉǀĂŶŐ aandelen en andere beleggingen, een daling van de rente of het risico dat mensen langer leven dan verwacht. Als er tekort zijn moet een herstelplan worden opgesteld. Elementen uit een dergelijk plan zijn onder andere het vragen van extra premies aan werkgever en/of werknemers en het (deels) achterwege laten van indexatie. Als op basis van het reguliere beleid niet tijdig uit herstel gekomen kan worden kan het fonds genoodzaakt zijn de pensioenen te korten. Een dergelijke kortingsmaatregel kan ook onderdeel zijn van het herstelplan