DRIEFASENMODEL Voorbeeldclausules

DRIEFASENMODEL. 1. De werknemer valt altijd onder één van de fasen zoals beschreven in bijlage 3 (Leidraad bij organisatieverandering) van deze cao. 2. De werkgever informeert de werknemer met een bericht als de werknemer van fase verandert en verklaart wat dit betekent. 3. De werknemer valt onder fase I (regulier beleid) als hij niet onder fase II (pre-mobiliteit) of fase III (van werk naar werk) valt. 4. Fase II geldt niet eerder dan vanaf het moment dat de werkgever de ondernemingsraad en de vakbonden die in het decentraal overleg zijn vertegenwoordigd hierover heeft geïnformeerd. 5. De informatie aan de ondernemingsraad en de vakbonden die in het decentraal overleg zijn vertegenwoordigd over fase II bevat de volgende informatie: a. welke concrete ontwikkeling (in- en/of extern) de werkgever verwacht die een reorganisatie of organisatiewijziging tot gevolg kunnen hebben en op welke termijn de werkgever deze verwacht; b. op welke (groepen) werknemers deze ontwikkeling betrekking heeft. 6. De werkgever kan fase II ook van toepassing verklaren op de werknemer wanneer voorzienbaar is dat zonder extra inspanningen de arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd op grond van artikel 7:669 lid 3 sub b BW (langdurige arbeidsongeschiktheid). 7. Fase III gaat in op het moment dat een werknemer boventallig wordt verklaard.
DRIEFASENMODEL. Cao-partijen onderscheiden drie fasen van organisatieverandering waarin de werknemer zich kan bevinden als het gaat om werkzekerheid bij de werkgever. De werkgever bepaalt en geeft duidelijk aan in welke van de drie fasen de werknemer zich bevindt. De doelstelling van het driefasenmodel is om duurzame inzetbaarheid te bevorderen en onvrijwillige werkloosheid te voorkomen. FASE I (REGULIER BELEID) Fase I is de fase die op de meeste werknemers van toepassing is. Als de werknemer zich in deze fase bevindt, zijn er geen concrete aanwijzingen dat op (korte) termijn grote veranderingen te wachten staan die gevolgen kunnen hebben voor de functie van de werknemer. Ook in deze fase is het belangrijk dat de werknemer aandacht heeft voor zijn/haar loopbaan. Het PBDI helpt de werknemer in fase I zijn optimale waarde op de arbeidsmarkt te bereiken en te behouden. FASE II (PRE-MOBILITEIT) Fase II is aan de orde als de werkgever concrete organisatieontwikkelingen verwacht die tot gevolg kunnen hebben dat de arbeidsplaats van de werknemer vervalt of het werk dusdanig verandert dat extra inspanningen nodig zijn om de werknemer zijn/haar functie uit te kunnen laten oefenen. Deze situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen als taken verdwijnen als gevolg van kabinetsmaatregelen, naar aanleiding van afspraken in een provinciaal coalitieakkoord of door technologische veranderingen. In deze situatie zal de werkgever de verwachtingen delen met de ondernemingsraad (OR) en de betrokken werknemers en vakbonden hierover informeren of met hen overleggen (zie het aanhangsel bij deze Leidraad. Dit staat los van een eventueel benodigd adviestraject bij de OR. Of en wanneer advies moet worden gevraagd wordt bepaald door artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Van belang daarbij is dat het advies tijdig wordt gevraagd zodat het advies nog van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. De werkgever deelt schriftelijk mee wanneer fase II in gaat. Deze Leidraad is dan van toepassing. Deze Leidraad heeft tot doel partijen inzicht te verschaffen in het proces en informatie te geven over de inhoud en mogelijke aanvullende afspraken vanaf fase II.
DRIEFASENMODEL. 1. Een ambtenaar valt altijd onder één van de fasen zoals beschreven in bijlage 3 Procedures en uitleg driefasenmodel, die behoort bij en onderdeel uitmaakt van deze Regeling. 2. De ambtenaar valt onder fase I (regulier beleid) als hij niet onder fase II (dreiging) of fase III van werk naar werk) valt. 3. Gedeputeerde Staten informeren de ambtenaar met een besluit als hij van fase verandert en wat dit voor hem betekent. 4. Fase II geldt vanaf het moment dat Gedeputeerde Staten de ondernemingsraad en het decentraal overleg hierover hebben geïnformeerd. 5. De informatie aan de ondernemingsraad en het decentraal overleg over fase II bevat de volgende informatie: a. welke concrete ontwikkeling (in- en/of extern) Gedeputeerde Staten verwachten die een reorganisatie of organisatiewijziging tot gevolg kunnen hebben en op welke termijn Gedeputeerde Staten deze verwachten; b. op welke (groepen) ambtenaren deze ontwikkeling betrekking heeft. 6. Fase III gaat in op het moment dat een (groep) ambtenaren boventallig wordt verklaard en er dus sprake is van een formele reorganisatie. 7. Gedeputeerde Staten kunnen fase II ook van toepassing verklaren op ambtenaren waarvoor ontslag in verband met arbeidsongeschiktheid dreigt. 1. De ambtenaar heeft per jaar recht op minimaal één gesprek met zijn leidinggevende. 2. Zowel de ambtenaar als zijn leidinggevende kunnen het initiatief nemen voor een gesprek. 3. De persoonlijke ontwikkelagenda van de ambtenaar en de strategische personeelsplanning van de provincie vormen de basis voor dit gesprek. 4. De ambtenaar heeft recht op feedback en feedforward. 5. De ambtenaar en zijn leidinggevende leggen samen de gemaakte afspraken vast in het personeelsdossier inclusief eventuele verschillen van inzicht.
DRIEFASENMODEL. Een ambtenaar valt altijd onder één van de fasen zoals beschreven in bijlage 3 Procedures en uitleg driefasenmodel, die behoort bij en onderdeel uitmaakt van deze Regeling. 1. De ambtenaar valt altijd onder één van de fasen zoals beschreven in bijlage 3 (Procedures en uitleg driefasenmodel) van deze cao.

Related to DRIEFASENMODEL

  • Technieken Raamovereenkomst: Geen raamovereenkomst

  • Beoordeling 1. Over de wijze waarop de werknemer zijn functie heeft uitgeoefend en over zijn gedragingen tijdens de uitoefening van die functie wordt periodiek een beoordeling opgemaakt. 2. De werkgever stelt regels vast voor beoordelingen. 3. De werknemer is verplicht de beoordeling voor gezien te ondertekenen.