Gedragscompetenties. Verantwoordelijkheid nemen – niveau 1 Klantgerichtheid – niveau 1 Communiceren – niveau 2 Netwerken – niveau 1 Inleving – niveau 2 Analyseren – niveau 1
Gedragscompetenties. Verantwoordelijkheid nemen – niveau 1 Klantgerichtheid – niveau 1 Samenwerken – niveau 1 Zorgvuldigheid – niveau 2 Analyseren – niveau 1 Plannen en organiseren – niveau 1 Flexibiliteit - niveau 2 Coachen - niveau 1
Gedragscompetenties. Verantwoordelijkheid nemen = Handelen in overeenstemming met de belangen, waarden en normen van de organisatie. Neemt verantwoordelijkheid voor zijn werk Overtuigen = Instemming krijgen voor een mening, visie of aanpak Overtuigt door inhoud en aanpak
Gedragscompetenties. Verantwoordelijkheid nemen – niveau 1 Klantgerichtheid – niveau 1 Samenwerken – niveau 1 Zorgvuldigheid – niveau 1 Analyseren – niveau 1 …
Gedragscompetenties. Verantwoordelijkheid nemen – 2 Klantgerichtheid – 2 Communiceren – 2 Netwerken – 2 Inleving – 2 Analyseren – 2 Verantwoordelijkheid nemen – Handelen in overeenstemming met de belangen, waarden en normen van de organisatie Niveau 2 – Handelt in het belang van de organisatie • Draagt actief bij aan de doelen en warden van de organisatie • Overweegt de gevolgen van zijn voorstellen en acties voor de organisatie • Blijft consequent handelen, ook in lastige of onzekere situaties • Zegt wat hij doet, is open over de door hem gehanteerde waarden en normen • Wekt vertrouwen in zijn objectiviteit en integriteit
Gedragscompetenties. Omgaan met informatie Nauwgezetheid: Consistent en effectief omgaan met detailinformatie, met aandacht voor details opdrachten afwerken. Nauwkeurig voorbereiden, uitvoeren, afwerken, opvolgen en bijsturen van een taak.
Gedragscompetenties. 5.3.2.1 Persoonsgebonden waarden Betrouwbaarheid (integriteit, loyaliteit, zorgvuldigheid): je handelt integer in complexe situaties. - Je handelt op een correcte en integere manier in situaties waarvoor geen eenduidige regelgeving bestaat. - Je houdt het algemeen belang duidelijk voor ogen en gedraagt je er ook naar. - Je weet op een flexibele maar zorgvuldige, objectieve en correcte wijze om te gaan met regels, procedures als de situatie dat vereist.
Gedragscompetenties. Organiseren n1 Voortgangscontrole n1 Probleemanalyse n1 Flexibel gedrag n1 Nauwgezetheid n2 Resultaatgerichtheid n1 Voortdurend verbeteren n2
Gedragscompetenties. Verantwoordelijkheid nemen (niveau 1) • Samenwerken (niveau 2) • Visie (niveau 2) • Oordeelsvorming (niveau 2) • Klantgerichtheid (niveau 2) • Analyseren (niveau 2) • Inleving (niveau 2) • Netwerken (niveau 2) • Innoveren (niveau 1)
Gedragscompetenties. Samenwerken C Is in staat te werken aan een gezamenlijk doel en om effectieve bijdragen te leveren om dit doel te bereiken (ook wanneer dit niet van direct persoonlijk belang is). Dit alles met de bedoeling om te komen tot een (kwalitatief en/of kwantitatief) beter resultaat dan als men alleen werkt. Moedigt samenwerking aan, niet alleen in de eigen werkhouding maar nodigt anderen uit tot hetzelfde. Uit zich positief over prestaties van anderen, niet alleen in een individueel gesprek maar ook in groep. Xxxx actief op zoek naar samenwerkingsverbanden die het resultaat gunstig beïnvloeden. Past zich vlot aan de groep aan als het er om gaat tot een gezamenlijk resultaat te komen.