Pensioengevend salaris en pensioengrondslag Voorbeeldclausules

Pensioengevend salaris en pensioengrondslag. Artikel 6: Ouderdomspensioen
Pensioengevend salaris en pensioengrondslag. 1. Voor de toepassing van het bepaalde in dit Pensioenreglement wordt per de datum van aanvang van het deelnemerschap en vervolgens op iedere Peildatum het Pensioengevend salaris en het Pensioengevend salaris voor de risicodekking vastgesteld. Het Pensioengevend salaris en het Pensioengevend salaris voor de risicodekking is gemaximeerd. op het ICK grensbedrag II op de Peildatum. Het Pensioengevend salaris zal tevens niet meer bedragen dan het Maximumsalaris. 2. Het Pensioengevend salaris is gelijk aan; a. Het vaste jaarsalaris, bestaande uit het totaal van 12,96 maal het bruto vaste maandsalaris op de Peildatum, inclusief vakantietoeslag zoals vastgelegd in de arbeidsovereenkomst (te weten 12 maandsalarissen + 8% vakantietoeslag); en b. Het Variabel deel OTE: dat in het voorafgaande kalenderjaar is uitbetaald, tot maximaal het Variabel deel OTE dat geldt bij realisatie van alle doelstellingen. Het Variabel deel OTE wordt jaarlijks door de Werkgever per de Peildatum vastgesteld. De definitie van Variabel deel OTE is gelijk aan de definitie in de personeelsgids van Werkgever en geldt alleen voor sales medewerkers waarop de Global Sales Compensation Policy van de Werkgever van toepassing is. Onder "Variabel deel OTE dat geldt bij realisatie van alle doelstellingen" wordt verstaan het Variabel deel OTE op de Peildatum van het huidige kalenderjaar. 3. Het Pensioengevend salaris voor de risicodekking wordt op de Peildatum vastgesteld en is gemaximeerd op: a. het salaris zoals opgenomen in lid 2 sub a; b. het Variabel deel OTE voor de risicodekking op de Peildatum, te weten het gemiddelde van het in de voorafgaande 3 kalenderjaren door de Werkgever aan te wijzen uitbetaalde deel van het Variabel deel OTE. Indien het deelnemerschap op de Peildatum minder dan 3 volle kalenderjaren heeft geduurd, wordt het gemiddelde genomen over het verstreken deel van de deelnemerstijd als bedoeld in artikel 4. 4. Het Variabel deel OTE voor de risicodekking als genoemd in lid 3 sub b kan niet groter zijn dan.het Variabel deel OTE dat geldt bij realisatie van de doelstellingen. Indien de Deelnemer in de periode waarover de middeling wordt uitgevoerd minder dan de bij de Werkgever geldende volledige werktijd werkzaam is geweest, worden de variabele salarisbestanddelen herleid naar bedragen op fulltime basis. 5. Deze Pensioenregeling kent twee pensioengrondslagen: a. De pensioengrondslag is gelijk aan het volgens lid 2 vastgestelde Pensioengevend salaris verminderd met de in lid 6 om...
Pensioengevend salaris en pensioengrondslag. 1. Voor de toepassing van het bepaalde in dit pensioenreglement wordt per de datum van aanvang van het deelnemerschap en vervolgens op iedere peildatum het Pensioengevend salaris vastgesteld. Het pensioengevend salaris als bedoeld in lid 2 is met ingang van 1 januari 2015 gemaximeerd op het maximumsalaris. Tevens wordt rekening gehouden met het maximumsalaris bij de vaststelling van de overige pensioengevende salarisbestanddelen als bedoeld in dit artikel en bij wijziging hiervan gedurende het jaar. 2. Het pensioengevend salaris is gelijk aan; a. het pensioensalaris te weten: 1. Het vaste jaarsalaris, bestaande uit het totaal van 12,96 maal het bruto vaste maandsalaris op de peildatum, inclusief vakantietoeslag zoals vastgelegd in de arbeidsvoorwaarden (te weten 12 maandsalarissen + 8% vakantietoeslag); of 2. Voor HP werknemers waarvan de arbeidsovereenkomst is opgesteld voor 1 augustus 2010 en die niet hebben gekozen voor harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden bij HP per 1 januari 2012, bestaat het vaste jaarsalaris uit het totaal van 13 maal het vaste bruto maandsalaris op de peildatum (te weten 12 maandsalarissen + 8,33% vakantietoeslag), of 3. Voor EDS werknemers die niet hebben gekozen voor harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden bij Hewlett Packard per 1 januari 2012, bestaat het vaste jaarsalaris het totaal van 13,8 maal het vaste bruto maandsalaris op de peildatum (te weten 12 maandsalarissen + 8% vakantietoeslag + 7% eindejaarsuitkering) b. het Variabel deel OTE (On Target Earnings): Het variabel deel van de OTE wordt jaarlijks (voor het eerst in 2015) door de werkgever per de peildatum vastgesteld. De definitie van OTE is gelijk aan de definitie in de personeelsgids van de werkgever en geldt alleen voor sales medewerkers waarop de Hewlett-Packard Global Sales Compensation Policy van toepassing is. Tot het pensioengevend salaris behoort het Variabel deel OTE dat in het voorafgaande kalenderjaar is uitbetaald. Het uitbetaalde Variabel deel OTE is pensioengevend in het daarop volgende jaar, tot maximaal het Variabel deel OTE op de peildatum van het huidige kalenderjaar. 3. Het variabel deel OTE voor de risicodekking wordt op de peildatum vastgesteld en is het gemiddelde van de door de werkgever aan te wijzen uitbetaalde deel van het variabele deel OTE uit de voorafgaande 3 kalenderjaren, waarover de deelnemer aanspraken op partner- en wezenpensioen worden toegekend, voor zover dit meer is dan het volgens lid 2 sub b vastgestelde variabel deel OTE. In...

Related to Pensioengevend salaris en pensioengrondslag

  • Pensioengevend salaris Het vaste jaarsalaris van de Werknemer vermeerderd met de vakantietoeslag. Indien schriftelijk overeengekomen met de Werkgever zijn ook de volgende loonbestanddelen pensioengevend: • de vaste jaarlijkse uitkeringen zoals 13e maand, gegarandeerd tantième en dergelijke; • een percentage van het vaste jaarsalaris dat de Werknemer als oververdienste in de zin van de CAO ontvangt. Dit percentage wordt jaarlijks door de Werkgever vastgesteld; • provisie, zijnde de gemiddeld over het jaar ontvangen provisie. Wanneer de gemiddeld over het jaar ontvangen provisie niet is vast te stellen, wordt het gemiddelde van een vergelijkbare Werknemer gehanteerd; • variabele salarisbestanddelen met de eventueel daarover verleende vakantietoeslag; • ploegentoeslag; • toeslag afwijkende werktijden; • SAO-toeslag; • niet gegarandeerde tantième; • winstdeling; • bonus; • gratificatie. Als de Werkgever op de datum van vaststelling van de Pensioengrondslag wegens verzuim geen of niet het normale Pensioengevend salaris is verschuldigd, wordt uitgegaan van het Pensioengevend salaris dat zonder dat verzuim zou gelden. Voor de Deelnemer die gedurende het deelnemerschap in deeltijd werkt, wordt de vaststelling van de pensioenen als volgt bepaald: • de Pensioengrondslag wordt berekend op basis van het voltijd Pensioengevend salaris; • bij de berekening van het ouderdomspensioen wordt: - de opbouw per jaar vermenigvuldigd met de Deeltijdfactor; - voor het te bereiken pensioen, het aantal toekomstige Deelnemingsjaren vermenigvuldigd met de Deeltijdfactor. Deze deeltijdregeling werkt ook door in het partner- en wezenpensioen. Het Pensioengevend salaris is gemaximeerd op de Salarisgrens. Voor Deelnemers die in deeltijd werken wordt de Salarisgrens toegepast op het naar voltijd herleide Pensioengevend salaris.

  • Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat voor ieder pensioengerechtigd kind in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 21e verjaardag van het kind valt. Als het kind studeert of invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 27e verjaardag van het kind valt. Als het kind eerder overlijdt, ophoudt met studeren of niet meer invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de betreffende maand. Een studerend kind is een kind dat voor het grootste deel van de voor werkzaamheden beschikbare tijd onderwijs of een beroepsopleiding volgt. De toets of een kind invalide is, gebeurt tot de 21-jarige leeftijd van het kind volgens de normen van de Wajong en daarna volgens de normen van de WIA. 2. Pensioengerechtigde kinderen zijn: a. kinderen die tot de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde in familierechtelijke betrekking staan; b. kinderen die tot de partner in familierechtelijke betrekking staan, die behoren tot de gezamenlijke huishouding en voor wie de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde of de partner een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Kinderbijslagwet of die studeren of invalide zijn; c. pleegkinderen van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde (volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet). Niet pensioengerechtigd zijn kinderen die na de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum zijn geboren of geadopteerd, of kinderen die na deze datum de status van pleegkind hebben gekregen of tot het huishouden van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde zijn gaan behoren. Als er echter recht op partnerpensioen bestaat op grond van een partnerrelatie die al bestond vóór de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum en het kind na deze datum geboren wordt uit deze relatie, is het kind wel pensioengerechtigd. 3. Het wezenpensioen op jaarbasis bedraagt per pensioengerechtigd kind 14% van het volgens artikel 9 vastgestelde ouderdomspensioen (inclusief reeds verleende toeslagen). Het betreft uitsluitend het tijdens het deelnemerschap aan dit reglement opgebouwde ouderdomspensioen. 4. Bij overlijden van een deelnemer wordt het krachtens lid 3 vastgestelde wezenpensioen (14% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen op het tijdstip van overlijden) verhoogd met 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer fictief had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de datum van overlijden tot de standaard-pensioendatum (67 jaar) zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige (fictieve) pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 5. Bij overlijden van een aspirant-deelnemer is het wezenpensioen op jaarbasis gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen dat de aspirant-deelnemer had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de eerste dag van de maand waarin hij/zij de 21-jarige leeftijd zou bereiken tot de standaard-pensioendatum zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 6. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt zonder een partner na te laten of op de 1e van de maand waarin de partner overlijdt. Hierbij geldt het bepaalde in artikel 22, lid 6. 7. Het wezenpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat het vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Alle pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen worden in euro’s en bruto jaarbedragen vastgesteld. Op de pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen is een voorwaardelijke toeslagregeling van toepassing (zie artikel 13).

  • Pensioenopbouw De pensioenopbouw is gebaseerd op het volledige salaris bij de oorspronkelijke arbeidsduur. De pensioenopbouw wordt voortgezet onder de normale verdeling van werkgevers- en werknemerspremie. Het geldende pensioenreglement van ABP is bepalend.

  • Pensioengrondslag De pensioengrondslag is gelijk aan het pensioengevend inkomen minus de franchise. Peildatum voor de pensioengrondslag is 1 januari. Voor part- timers wordt de pensioengrondslag naar evenredigheid berekend.

  • Pensioenen Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 19, paragraaf 1, zijn pensioenen en andere soortgelijke beloningen, betaald aan een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat ter zake van een vroegere dienstbetrekking, slechts in die Staat belastbaar.

  • Pensioenregeling De Xxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxx is van toepassing met de volgende kenmerken: - De totale bijdrage aan de Aviko (CDC) pensioenregeling bedraagt 23% van het pensioengevend jaarsalaris (inclusief werknemersbijdrage) per jaar. Uit deze premie worden naast de reguliere pensioenaanspraken, ook de overgangsregeling bijzonder tijdelijk partnerpensioen, de overgangsregeling garantie partnerpensioen, de VPL¹-pensioeninkoop, de voorwaardelijke indexatie voor de actieve werknemers en de risicopremies over deze periode gefinancierd. - Werknemersbijdrage in de kosten van de pensioenregeling bedraagt 6,9% van de pensioengrondslag (pensioengevend jaarsalaris – franchise). - Jaarlijkse opbouw voor het ouderdomspensioen bedraagt 1,875% van de pensioengrondslag. De jaarlijkse opbouw van het Partnerpensioen bedraagt 35% hiervan. - Pensioenrichtleeftijd is 68 jaar. - Franchise bedraagt € 17.069 (niveau 2019) en wordt jaarlijks geïndexeerd met de Aviko loonindex. - De pensioenopbouw wordt toegepast tot maximaal € 107.593 pensioengevend salaris (niveau 2019). - Er is geen onvoorwaardelijke indexatie. Indexatie kan worden toegekend voor zover sprake is van een positieve premiemarge bij een vaste premie van 23% (2019 en 2020). De hoogte van de eventueel toe te kennen indexatie in enig jaar is afhankelijk van de beschikbare premiemarge ná financiering van de volledige jaarinkoop (inclusief overgangsregelingen en VPL) risicopremies en de opslagen. De voorwaardelijke indexatie wordt gemaximeerd op 2% per jaar. - CAO partijen hebben afgesproken positieve premiemarge (en de beschikbare middelen in het depot) nog niet aan te wenden voor indexatie, zodat de huidige pensioenregeling ingekocht kan (blijven) worden en ook de VPL-afspraken nagekomen en gefinancierd worden. Eventueel resterende positieve premiemarge in 2019 en 2020 kan wordt gereserveerd voor het toekennen van indexatie in toekomstige jaren. Met CAO partijen en PGB is hierover een procesafspraak gemaakt: Uiterlijk op 1 mei van het opvolgende kalenderjaar bepalen partijen op welke wijze het vastgestelde premiedepot wordt aangewend, op basis van een voorstel daartoe van PGB. In 2019 en 2020 wordt de Aviko pensioenregeling, behoudens actualiseringen specifiek voor 2019 en 2020, ongewijzigd voortgezet. In 2020 maken CAO partijen afspraken over verdere deelname aan de Aviko pensioenregeling vanaf 2021 in verband met de afloop van de overeenkomst van aansluiting bij de pensioenuitvoerder (2016-2020), die dan afloopt en o.a. de vrijval van het VPL-budget ¹VPL = Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling

  • Pensioenreglement Het pensioenreglement van het Fonds dat geldt vanaf 1 januari 2018 en dat betrekking heeft op de Anw-hiaat pensioenregeling die is ondergebracht in het Fonds en voor het laatst is gewijzigd per 1 januari 2022.

  • Pensioen Voor de werknemer die als overheidswerknemer in de Wet Privatisering ABP (Stb.1995, nr. 639) wordt aangemerkt, geldt met betrekking tot de pensioenvoorziening het bepaalde in het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP.

  • Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen is gebaseerd op een geïndexeerd middelloonsysteem. De opbouw per jaar bedraagt 1,75% van de pensioengrondslag van het betreffende jaar. Het pensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer de 68-jarige leeftijd bereikt.

  • Als arbeidsongeschiktheid van een medewerker te verwachten is Raakt een medewerker binnen zes maanden na de start van de module of van zijn dienstverband arbeidsongeschikt? En was zijn gezondheidstoestand bij de start van de module of van zijn dienstverband al zodanig dat u de arbeidsongeschiktheid had kunnen verwachten? Dan kunnen we de aanvulling tijdelijk of blijvend, geheel of gedeeltelijk weigeren. Had u direct voor de start van de module een soortgelijke verzekering, dan is bovenstaande bepaling bij de start van de module niet van toepassing. De bepaling is wel altijd van toepassing bij nieuwe medewerkers.