Schorsing als ordemaatregel Voorbeeldclausules

Schorsing als ordemaatregel. 1. De werkgever kan de werknemer schorsen voor ten hoogste 4 weken, indien dit gelet op het belang van de instelling dringend noodzakelijk is. Voordat de werknemer wordt geschorst wordt deze in de gelegenheid gesteld zijn opvattingen omtrent de voorgenomen schorsing kenbaar te maken. De opvattingen van de werknemer omtrent de schorsing worden opgenomen in de brief, waarin de schorsing wordt bevestigd. 2. Naast het bepaalde in het eerste lid van dit artikel kan de werkgever de werknemer schorsen: a. voor de duur van de vervolging wanneer een strafrechtelijke vervolging wegens misdrijf tegen de werknemer is ingesteld; b. tot het moment dat er sprake is van een onherroepelijk vonnis wanneer de bevoegdheid tot het geven van onderwijs is ontnomen in een nog niet onherroepelijk vonnis; c. indien de werknemer krachtens een wettelijke maatregel van zijn vrijheid is beroofd; d. voor de duur van maximaal 6 maanden wanneer er sprake is van een voornemen tot opzegging als bedoeld in artikel 10.6. lid 2 onder d, e en h; e. voor de duur van de procedure tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst; f. in andere gevallen waarin het belang van de instelling dit vordert voor ten hoogste 3 maanden, daaronder begrepen de termijn genoemd in lid 1. Deze termijn van 3 maanden kan ten hoogste één keer met 3 maanden worden verlengd. 3. Tijdens de schorsing heeft de werknemer slechts toegang tot de school na verkregen toestemming van de werkgever. 4. De schorsing wordt onverwijld ingetrokken als de grond daartoe vervalt of handhaving niet langer noodzakelijk is. 5. Ingeval geen redenen aanwezig waren die de schorsing konden dragen, zal de werkgever na overleg de werknemer naar vermogen rehabiliteren.
Schorsing als ordemaatregel. Lid 1 Tijdens de schorsing ingevolge artikel 8:15:1, eerste lid, onder b of c , kunnen het salaris en toegekende salaristoelage(n) voor een derde gedeelte worden ingehouden; na verloop van een termijn van zes weken kan een verdere vermindering van het uit te keren bedrag, ook tot het volle bedrag , plaatsvinden, behoudens het bepaalde in het derde lid. Lid 2 Tijdens de schorsing ingevolge artikel 8:15:1, eerste lid, onder a , kan tot de in de strafaanzegging of - oplegging genoemde datum van ingang van het ontslag de doorbetaling geheel of gedeeltelijk worden gestaakt, behoudens het bepaalde in het derde lid. Met ingang van de datum van het ontslag wordt de doorbetaling geheel gestaakt. Lid 3 Het betaalbare gedeelte van het salaris en de toegekende salaristoelage(n) kan aan anderen dan de ambtenaar worden uitgekeerd. Gedurende de schorsingsperiode blijft de ambtenaar in ieder geval in het genot van een bedrag, gelijk aan het op hem verhaalbare gedeelte van de premies voor pensioen. Lid 4 Het ingevolge het eerste lid niet uitgekeerde salaris inclusief de toegekende salaristoelage(n) wordt alsnog uitbetaald, indien de schorsing niet door een door de strafrechter opgelegde straf wordt gevolgd of ook indien en in zoverre op andere gronden alsnog tot uitbetaling wordt besloten. Lid 5 De ingevolge het tweede lid niet uitgekeerde salaris en toegekende salaristoelage(n) wordt alsnog uitbetaald, indien op de schorsing bestraffing van de ambtenaar met onvoorwaardelijk ontslag niet volgt.
Schorsing als ordemaatregel. 1 De werkgever kan de werknemer xxxxxxxx als: a tegen hem een strafrechtelijke vervolging wegens misdrijf wordt ingesteld; b bedrijfs- of dienstbelangen dat noodzakelijk maken. 2 De werkgever meldt de werknemer schriftelijk waarom hij wordt geschorst en wanneer de schorsing begint en eindigt. 3 De werknemer krijgt tijdens de schorsing salaris en salaristoelage(n).
Schorsing als ordemaatregel. Lid 1 Onverminderd het bepaalde in artikel 16:1:2 kan de ambtenaar door het college worden geschorst: a. wanneer hem het voornemen tot bestraffing met onvoorwaardelijk ontslag is te kennen gegeven of hem van de oplegging van deze straf mededeling is gedaan; b. wanneer tegen hem volgens de xxxxxxx geldende bepalingen van het Wetboek van Strafvordering een bevel tot inverzekeringstelling of voorlopige hechtenis wordt ten uitvoer gelegd; c. wanneer tegen hem een strafrechtelijke vervolging wegens misdrijf wordt ingesteld; d. in andere gevallen waarin schorsing wordt gevorderd door het belang van de dienst. Lid 2 Het schorsingsbesluit bevat in ieder geval: a. een aanduiding van het tijdstip waarop de schorsing ingaat; b. een nauwkeurige aanduiding van de in het eerste lid bedoelde omstandigheid of omstandigheden welke tot de schorsing aanleiding heeft of hebben gegeven; c. een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van de duur van de schorsing.
Schorsing als ordemaatregel. 1. De werkgever kan de werknemer schorsen voor ten hoogste vier weken, indien dit gelet op het belang van de instelling dringend noodzakelijk is. Voordat de werknemer wordt geschorst wordt deze in de gelegenheid gesteld zijn opvattingen omtrent de voorgenomen schorsing kenbaar te maken. De opvattingen van de werknemer omtrent de schorsing worden opgenomen in de brief, waarin de schorsing wordt bevestigd. 2. Naast het bepaalde in het eerste lid van dit artikel kan de werkgever de werknemer schorsen: a. voor de duur van de vervolging wanneer een strafrechtelijke vervolging wegens misdrijf tegen de werknemer is ingesteld,
Schorsing als ordemaatregel. 1. Je werkgever kan je schorsen wanneer: a. je strafrechtelijk wordt vervolgd vanwege een misdrijf en van je werkgever in redelijkheid niet kan worden verwacht dat hij je in je functie handhaaft; b. het om een bijzondere reden ongewenst is je in jouw functie te handhaven, nadat de datum van het einde van je arbeidsovereenkomst definitief is vastgesteld; c. dit in het bedrijfsbelang noodzakelijk wordt geacht. 2. Een schorsing duurt ten hoogste één maand. Die periode kan zo nodig telkens met ten hoogste één maand worden verlengd. 3. Gedurende de periode van de schorsing kan je werkgever jou de toegang tot bedrijfsvestigingen, bedrijfssystemen, waaronder het intranet, en je e-mail account ontzeggen. 4. Voordat een schorsing wordt opgelegd vindt er hoor/wederhoor plaats. Je werkgever maakt hiervan een schriftelijk verslag en stuurt je dat binnen drie werkdagen toe. 5. Als je werkgever besluit je te schorsen deelt hij jou dat zo spoedig mogelijk mondeling mee. Vervolgens ontvang je een schriftelijke bevestiging met daarin de reden, de ingangsdatum en de duur van de schorsing. 6. Wanneer je bent geschorst blijven de rechten uit je arbeidsovereenkomst volledig in stand. Alleen als je bent geschorst omdat je strafrechtelijk wordt vervolgd, kan je werkgever besluiten maximaal een derde deel van je salaris (schaalsalaris plus vaste persoonlijke toelagen) in te houden. Deze inhouding wordt alsnog aan je uitbetaald, als de strafvervolging niet tot een veroordeling heeft geleid. 7. Als blijkt dat je schorsing onterecht is, dan heb je recht op schriftelijk - en op jouw verzoek ook openlijk - eerherstel.
Schorsing als ordemaatregel. 1 De werkgever kan de werknemer xxxxxxxxxxx: a tegen hem eenstrafrechtelijke vervolging wegens misdrijf wordt ingesteld;
Schorsing als ordemaatregel. 1. De werkgever kan de werknemer schorsen als: A. Tegen hem een strafrechtelijke vervolging wegens misdrijf wordt ingesteld; B. Bedrijfs- of dienstbelangen dat noodzakelijk maken. 2. De werkgever meldt de werknemer schriftelijk waarom hij wordt geschorst en wanneer de schorsing begint en eindigt. 3. De werknemer krijgt tijdens de schorsing salaris en salaristoelage(n).
Schorsing als ordemaatregel. 1. De werkgever kan de werknemer schorsen als bedrijfs- of dienstbelang dat noodzakelijk maken. 2. De werkgever meldt de werknemer schriftelijk waarom hij wordt geschorst en wanneer de schorsing begint en eindigt. 3. De werknemer krijgt tijdens de schorsing zijn salaris en salaristoelage(n) doorbetaald.
Schorsing als ordemaatregel. 1. Noorderpoort kan de student met opgave van redenen en met onmiddellijke ingang gedurende een periode van maximaal 5 schooldagen als ordemaatregel schorsen. Deze termijn kan nog eens met maximaal 5 schooldagen worden verlengd. 2. De mededeling tot schorsing kan mondeling of schriftelijk geschieden. De reden, de startdatum en de duur worden vermeld. Een mondelinge schorsing dient schriftelijk te worden bevestigd. 3. Xxxxxxxxx wordt schriftelijk bevestigd aan de student en indien deze minderjarig is aan diens ouder(s)/ verzorger(s), onder vermelding van de duur van de schorsing en de motieven ervoor. Tevens wordt beschreven aan welke voorwaarden de student moet voldoen om de opleiding succesvol te kunnen afronden.