Uitkeringshoogte Voorbeeldclausules

Uitkeringshoogte a) Indien een gepensioneerde overlijdt, bedraagt het jaarlijkse wezenpensioen per kind 14% van het jaarlijkse ouderdomspensioen. b) Indien een deelnemer overlijdt, bedraagt het wezenpensioen per kind 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer tot en met de datum van overlijden opgebouwd heeft; plus het ouderdomspensioen dat de deelnemer nog opgebouwd zou hebben indien hij van het moment van overlijden tot het bereiken van de pensioenrichtdatum zou hebben deelgenomen op basis van zijn laatste pensioengrondslag. Indien de deelnemer arbeidsongeschikt was en recht had op een WAO- of WIA-uitkering, zal als pensioengrondslag genomen worden de pensioengrondslag die gold in het jaar direct voorafgaand aan de eerste ziektedag. c) Indien een gewezen deelnemer overlijdt, bedraagt het wezenpensioen per kind 14% van het ouderdomspensioen dat de gewezen deelnemer tot beëindiging van de deelneming heeft opgebouwd, eventueel vermeerderd met verleende toeslagen als bedoeld in artikel 25 van dit pensioenreglement.
Uitkeringshoogte. Het bijzonder partnerpensioen is gelijk aan de aanspraak op partnerpensioen op: - de dag van inschrijving in de registers van de burgerlijke stand van - het vonnis van echtscheiding of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed; óf - de verklaring dan wel de rechterlijke uitspraak van het met wederzijds goedvinden eindigen respectievelijk van de ontbinding van het geregistreerd partnerschap; dan wel op: - de dag van beëindiging van de gezamenlijke huishouding.
Uitkeringshoogte. Voor alle deelnemers die vervroegd uittreden op of voor 31 december 1996 bedraagt de uitke- ring 80% van de (gemaximeerde) uitkeringsgrondslag gedurende gehele looptijd van de uitke- ring. Het bepaalde in de vorige volzin geldt ook voor de onder punt 5.a. hierboven bedoelde per- sonen.
Uitkeringshoogte. 1. Indien de overgangsuitkering ingaat op de in artikel 6, eerste lid, vermelde leeftijd bedraagt de uitkering van de deelnemer in de overgangsregeling: a. bruto 70% van de uitkeringsgrondslag, minus: b. het voor de betrokken werknemer vastgestelde vervroegde ouderdomspensioen en de overige vervroegde pensioenen als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder e, op grond van pensioenre- glement A van het fonds dat vanaf 1 januari 2006 geldt en behorend bij de leeftijd vermeld in artikel 6, eerste lid, waarbij het ouderdomspensioen zodanig wordt herschikt dat het ouderdomspensioen vanaf de leeftijd van 65 jaar gelijk is aan het bereikbare ouderdomspen- sioen zoals dat is vastgesteld op basis van de per 31 december 2005 geldende pensioenrege- ling, rekening houdend met de toegekende indexaties aan actieve deelnemers vanaf 1 januari 2006 tot en met de in artikel 6, eerste lid, vermelde leeftijd, minus: c. de met het vervroegde ouderdomspensioen op grond van pensioenreglement A gelijk te stellen uitkeringen, pensioenen, vergoedingen of aanvullingen, dit ter beoordeling aan het bestuur, minus: d. de waarde van de rechten die in artikel 6, tweede lid, sub e, zijn bedoeld. Vergoedingen of aanvullingen door de werkgever gegeven, zijn toegestaan en worden niet in mindering gebracht bij de berekening van de overgangsuitkering. 2. Indien de overgangsuitkering later ingaat dan de voor de betreffende werknemer geldende minimum leeftijd volgens de staffel in artikel 6, eerste lid, dan geldt dat de overgangsuitkering wordt vastgesteld alsof de ingangsdatum onveranderd de leeftijd zou zijn volgens die staffel en vervolgens herrekend aan de hand van een tabel die door het bestuur, gehoord de actuaris, is vastgesteld met inachtneming van algemeen aanvaarde actuariële grondslagen en overeenkom- stig door het bestuur vast te stellen richtlijnen. De actuariële herrekening heeft uitsluitend betrekking op het tijdvak vanaf 1 januari 2006 (de ingangsdatum van de Wet VPL). 3. Indien de overgangsuitkering tezamen met het vervroegde ouderdomspensioen door het bepaalde in het tweede lid hoger is dan 100% van de uitkeringsgrondslag, dan wordt het meerdere overgeheveld naar de aanspraken op ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen (dit is: het partnerpensioenen wezenpensioen) die voor de betreffende werknemer bij het Bedrijfstakpensi- oenfonds zijn verzekerd. Daarbij wordt rekening gehouden met het fiscale maximum voor ouderdomspensioen zoals aangegeven in artikel 18a, lid 7, van de Wet o...
Uitkeringshoogte. 1. Hoogte van de overgangsuitkering voor de geboortejaren 1939 of eerder Voor uittreders geboren in het jaar 1939 of eerder bedraagt de overgangsuitkering 80% van de uitkeringsgrondslag, als bedoeld in artikel 6, herleid tot een maandbedrag. 2. Hoogte van de overgangsuitkering voor de geboortejaren 1940 tot en met 1945 die voor 62 jaar zijn uitgetreden Voor uittreders geboren in de jaren 1940 tot en met 1945 bedraagt de overgangsuitkering bij aanvang van de deelneming tot het bereiken van de 62-jarige leeftijd 80% van de uitkeringsgrondslag, als bedoeld in artikel 6, herleid tot een maandbedrag. Met ingang van de eerste dag van de maand nadat de uittreder de 62-jarige leeftijd bereikt, bedraagt de overgangsuitkering voor de resterende deelnemingsperiode 80% van de uitkeringsgrond- slag, als bedoeld in artikel 6, herleid tot een maandbedrag verminderd met het bedrag waarop maandelijks recht zou bestaan, indien de werknemer van 1 januari 2000 tot de eerste van de maand nadat de 62-jarige leeftijd is bereikt onafgebroken in de vroeg- pensioenregeling van Pensioenfonds Horeca & Catering zou hebben deelgenomen. 3. Hoogte van de overgangsuitkering voor de geboortejaren 1940 tot en met 1945 die na het bereiken van de 62-jarige leeftijd uittreden en op 62 jaar voldoen aan het dienstjaren- criterium Voor uittreders geboren in de jaren 1940 tot en met 1945 die na het bereiken van de 62- jarige leeftijd zijn uitgetreden en op de eerste dag van de maand na het bereiken van de 62-jarige leeftijd aan het dienstjarencriterium als vermeld in artikel 3, eerste lid voldeden, bedraagt de overgangsuitkering 80% van de uitkeringsgrondslag, als bedoeld in artikel 6, herleid tot een maandbedrag verminderd met het bedrag waarop maandelijks recht zou bestaan, indien de werknemer van 1 januari 2000 tot de eerste van de maand nadat de 62- jarige leeftijd is bereikt onafgebroken in de vroegpensioenregeling van het Pensioenfonds Horeca & Catering zou hebben deelgenomen.
Uitkeringshoogte a. Het verzekerd bedrag wordt volledig uitgekeerd bij een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. b. Het verzekerd bedrag wordt gedeeltelijk uitgekeerd bij een mate van arbeidsongeschiktheid van 35% tot 80%, waarbij voor de berekening van het exact uit te keren verzekerd bedrag het op het polisblad vermelde verzekerd bedrag wordt vermenigvuldigd met het percentage in de hieronder vermelde tabel. c. Indien er sprake is van een mate van arbeidsongeschiktheid van minder dan 35%, wordt geen uitkering verstrekt. d. Indien door verzekerde gekozen is voor de variant waarbij 35%-volledig wordt uitgekeerd, dan wordt, in afwijking van hetgeen in lid 2.b. van dit artikel is bepaald, bij een mate van arbeidsongeschiktheid van 35% tot 80% een uitkering verstrekt van 100% van het verzekerd bedrag.

Related to Uitkeringshoogte

  • Uitkeringstermijn De termijn waarover de bedrijfsschade wordt vergoed, neemt een aanvang op het tijdstip waarop de bedrijfsschade ontstaat en duurt (ook al mocht de verzekering inmiddels eindigen) onafgebroken voort, als nodig is: ■ voor de herbouw van het gebouw op dezelfde locatie - en naar bestemming, constructie en indeling gelijkwaardig - of herstel daarvan en voor vervanging of herstel van de bedrijfsuitrusting, inventaris of elektronica of goederen, voor zover vereist voor de uitoefening van het bedrijf, een en ander met inachtneming van de in de polis genoemde maximum uitkeringstermijn; ■ xxxxxx als daarna nog nodig mocht zijn voor herstel van productie en/of omzet op het peil dat bereikt zou zijn als de gedekte gebeurtenis niet plaats zou hebben gehad, een en ander met inachtneming van de in de polis genoemde maximum uitkeringstermijn. Vertragende omstandigheden (andere dan weersinvloeden), die geen direct of rechtstreeks gevolg zijn van een gedekte gebeurtenis, blijven buiten beschouwing. De uitkeringstermijn duurt echter ten hoogste tien weken, indien: ■ verzekerde het bedrijf opheft; ■ verzekerde reeds voor de schadedatum het voornemen had de bedrijfsactiviteiten te staken; ■ verzekerde in deze periode nog geen poging tot onverminderde voortzetting van het bedrijf in - naar productie en omzet- capaciteit - gelijkwaardige omvang heeft gedaan; ■ een ander bedrijf zich in het gebouw gaat vestigen. Indien verzekerde na een gedekte gebeurtenis ophoudt het bedrijf uit te oefenen en op grond van wettelijke verplichtingen tot doorbetaling van dag-, week-, of maandlonen en daarop drukkende sociale lasten is gehouden, wordt daarvoor een maximale uitkeringstermijn aangehouden van 26 weken, maar niet langer dan zonder bedrijfs-opheffing het geval zou zijn geweest.

  • Verzekeringstegemoetkoming Voor de manuele actief kinderrolstoel komen kinderen in aanmerking vanaf hun 2e verjaardag tot de 18e verjaardag op het moment van de levering. Voor de manuele actief kinderrolstoel (verstrekking 520251 - 520262) kan een verzekeringstegemoetkoming bekomen worden op voorwaarde dat de rolstoel is opgenomen op de lijst van voor vergoeding aangenomen producten. Voor de kinderen die voldoen aan de functionele indicaties van de kinderrolstoelen, maar waarvoor een rolstoel met een zitbreedte van meer dan 36 cm noodzakelijk is, kan een verzekeringstegemoetkoming bekomen worden, op voorwaarde dat de rolstoel opgenomen is op : — Lijst 520030 - 520041 – manuele modulaire rolstoel voor volwassenen 522351 - 522362 – Y 1610 — Lijst 520052 - 520063 – manuele verzorgingsrolstoel voor volwassenen 522373 - 522384 – Y 1610 — Lijst 520074 - 520085 – manuele actiefrolstoel voor volwassenen 522395 - 522406 – Y 1610 De specifieke voorwaarden voor hernieuwingstermijnen, toegelaten cumul en voortijdige hernieuwingen voor de kinderrolstoelen blijven evenwel geldig. Voor de kinderen die beantwoorden aan de voorwaarden van de manuele actief kinderrolstoel en die opteren voor een ander type rolstoel kan een forfaitaire verzekeringstegemoetkoming bekomen worden op voorwaarde dat de rolstoel is opgenomen op de lijsten van de elektronische kinderrolstoelen of de elektronische rolstoelen voor volwassenen. Daartoe moet de aanvraagprocedure beschreven in punt I., 3.3.7. gevolgd worden. — Forfaitaire verzekeringstegemoetkoming voor kinderen voor een elektronische rolstoel 522115 - 522126 – Y 1610

  • Uitkering De maatschappij betaalt de schade-uitkering aan de verzekeringnemer, tenzij deze een ander aanwijst of de polisvoorwaarden anders bepalen.

  • Uitkeringsplicht Wij doen ons best om zo snel mogelijk uit te keren. Wij zijn echter niet verplicht een bedrag uit te keren binnen vier weken nadat wij alle gegevens hebben ontvangen die nodig zijn om het recht op uitkering vast te stellen.

  • Verzekeringsovereenkomsten a. Overeenkomsten van schadeverzekering voor zover zij overeenkomstig het bepaalde in artikel 1:1 onder “staat waar het risico is gelegen” van de Wet op het financieel toezicht betrekking hebben op in Nederland gelegen risico’s. b. Overeenkomsten van levensverzekering voor zover gesloten met een verzekeringnemer met gewone verblijfplaats in Nederland, of, indien verzekeringnemer een rechtspersoon is, met de in Nederland gevestigde vestiging van de rechtspersoon waarop de verzekering betrekking heeft. c. Overeenkomsten van natura-uitvaartverzekering voor zover gesloten met een verzekeringnemer met een gewone verblijfplaats in Nederland, of, indien verzekeringnemer een rechtspersoon is, met de in Nederland gevestigde vestiging van de rechtspersoon waarop de verzekering betrekking heeft.

  • Uitkeringsperiode Securex is de arbeidsongeschiktheidsrenten - zonder re- troactiviteit - verschuldigd vanaf het verstrijken van de in het Persoonlijk Certificaat vermelde eigenrisicotermijn. De eigenrisicotermijn begint te lopen vanaf de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid. Er kan echter ook in een eigen- risicotermijn ‘met afkoop’ worden voorzien, in welk geval de betreffende renten - retroactief - vanaf de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid worden uitgekeerd of toegekend, op voorwaarde dat de verzekerde nog steeds arbeidsongeschikt is na afloop van die eigenrisicotermijn met afkoop. De arbeidsongeschiktheidsrenten worden uiterlijk uitgekeerd of toegekend tot het einde van de in het Persoonlijk Certificaat vermelde uitkeringsperiode of het ogenblik waarop de verzekeringnemer/aangeslotene zijn wettelijk pensioen opneemt of het eerder overlijden van de verzekerde. Als de uitkeringsperiode wordt uitgedrukt als het bereiken van een leeftijd(sgrens) en/of als een looptijd (in ja- ren), betekent dit het volgende: • Als de uitkeringsperiode wordt uitgedrukt als het berei- ken van een leeftijd(sgrens), loopt zij uiterlijk tot de eerste dag van de maand samenvallend met of volgend op het bereiken van de betreffende leeftijd(sgrens) in hoofde van de verzekerde; • Als de uitkeringsperiode wordt uitgedrukt als een looptijd, wordt die looptijd gerekend vanaf de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid (en dus niet vanaf het verstrijken van de eigenrisicotermijn) en verstrijkt die periode uiterlijk op de voorziene leeftijd(sgrens) in hoofde van de verzekerde. Indien in een (algemene) einddatum is voorzien, eindigt de uitkeringsperiode steeds uiterlijk op de einddatum of het ogenblik waarop de verzekeringnemer/aangeslotene zijn wettelijk pensioen opneemt.

  • Jubileumuitkering De werkgever zal aan de werknemer bij een respectievelijk 25- dan wel 40-jarig dienstverband een jubileumuitkering verstrekken. De uitkering bedraagt: - bij een 25-jarig dienstverband een bruto maandsalaris - bij een 40-jarig dienstverband twee bruto maandsalarissen

  • Verzekeringsnemer VAB nv met maatschappelijke zetel in België, Xxxxxxx Xxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxxxxxx, XX 0436.267.594 RPR Antwerpen, niet-verbonden agent, FSMA 030232 A. De verzekeringsnemer staat in voor de daadwerkelijke uitvoering en is je eerste aanspreekpunt voor vragen en eventuele klachten. Bijstandsproducten worden gewaarborgd door VAB nv.

  • Loondoorbetaling De werknemer die wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, behoudt in het eerste ziektejaar: a. gedurende de eerste zes maanden doorbetaling van het loon tot 95% en b. gedurende de tweede zes maanden tot 90% van het loon. In het tweede ziektejaar behoudt de werknemer: c. gedurende de eerste zes maanden doorbetaling van het loon tot 85% en d. gedurende de tweede zes maanden tot 80% van het loon.

  • Vakantie-uitkering 1. De werknemer heeft aanspraak op een vakantie-uitkering voor de tijd waarin hij salaris heeft ontvangen. 2. De vakantie-uitkering wordt vastgesteld via de matrix in bijlage A9 van deze cao, waarbij rekening wordt gehouden met het gestelde in: Berekeningswijze VU. 3. De vakantie-uitkering wordt in de maand mei uitbetaald over de periode van twaalf maanden die eindigt met de maand mei. 4. In afwijking van het derde lid vindt bij ontslag van de werknemer de uitbetaling plaats over het tijdvak, gelegen tussen het einde van de laatst verstreken periode waarover de vakantie-uitkering werd uitbetaald en de datum van ontslag. 5. Onverminderd het zesde lid bedraagt de vakantie-uitkering per kalendermaand 8% van het bedrag dat de werknemer in die maand aan salaris heeft ontvangen. 6. Voor de werknemer die in de van toepassing zijnde maand op grond van het eerste lid aanspraak heeft op een bedrag dat lager is dan het bedrag genoemd in bijlage A9, wordt de vakantie-uitkering vastgesteld op laatstbedoeld bedrag, met dien verstande dat dit bedrag naar evenredigheid wordt verminderd voor de werknemer die is aangesteld in een betrekking met een omvang van minder dan een normbetrekking.