Werktijdentoeslag Voorbeeldclausules

Werktijdentoeslag. Buiten het dagdienstvenster geldt de werktijdentoeslag 1. De werknemer van wie de werktijden geheel of gedeeltelijk vallen buiten de in artikel 5.1 van deze cao als dagdienstvenster aangemerkte werktijden, ontvangt voor de uren die worden gewerkt buiten het dagdienstvenster een toeslag op zijn schaalsalaris (werktijdentoeslag) van 25%, tenzij afspraken gelden die zijn gemaakt op basis van artikel 5.2 van de cao (Het Nieuwe Werken). 2. In overleg met de vakorganisaties, tenzij met de vakorganisaties wordt afgesproken dat de bespreking wordt overgelaten aan de medezeggenschap, kan een werktijdentoeslag ter grootte van een ander percentage dan 25% worden overeengekomen.
Werktijdentoeslag. 1 Je kunt in aanmerking komen voor een werktijdentoeslag als: a. je bent ingedeeld in één van de salarisschalen 1 t/m 8 en b. je op verzoek van je manager werkt op tijden die in lid 3 van deze bepaling staan. 2 KPN Contact betaalt deze toeslag maandelijks achteraf aan je. 3 Deze toeslag bedraagt: 00.00-06.00 uur 00.00-07.00 uur (*) 06.00-14.00 uur 14.00-22.00 uur 22.00-00.00 uur Ma-vrij 50% 50% 0% 0% 50% Zaterdag 50% 50% 0% 30% 50% Zondag 100% 100% 100% 100% 100% Feestdag (**) 100% 100% 100% 100% 100% (*) Geldt alleen voor werknemers werkzaam in de nachtdienst. (**) Feestdagentoeslag en andere vormen van werktijdentoeslag cumuleren niet. In voorkomende situaties geldt alleen de feestdagentoeslag.
Werktijdentoeslag. Werknemers gaan per datum overgang vallen onder de KPN Contact-regeling werktijdentoeslag. Deze regeling komt in de plaats van de regeling Toelage voor het werken op ongebruikelijke tijdstippen (Tot.). Indien de Tot regeling uit de KPN CAO 2006/2008 tot een hoger bedrag zou hebben geleid dan de medewerker heeft ontvangen op basis van de regeling Werktijdentoeslag in 2006 respectievelijk 2007, wordt dit verschil voor de jaren 2006 en 2007 gecompenseerd. Deze compensatie wordt verstrekt in de vorm van een nabetaling aan het begin van het jaar 2007 respectievelijk 2008.
Werktijdentoeslag. Stand-by-diensten
Werktijdentoeslag. Buiten het dagdienstvenster geldt de werktijdentoeslag 1. De werknemer van wie de werktijden geheel of gedeeltelijk vallen buiten de in artikel 5.1 van deze cao als dagdienstvenster aangemerkte werktijden, ontvangt voor de uren die worden gewerkt buiten het dagdienstvenster een toeslag op zijn schaalsalaris (werktijdentoeslag) van 25%, tenzij afspraken gelden die zijn gemaakt op basis van artikel 5.2 van de cao (Het Nieuwe Werken).
Werktijdentoeslag. 1. De werknemer die is ingeschaald in een van de functiegroepen 1 tot en met 7 en die op verzoek van de werkgever arbeid verricht op de tijdstippen genoemd in lid 3, ontvangt een toeslag die bestaat uit een percentage van het voor de werknemer geldende uurloon, afhankelijk van het tijdstip waarop arbeid wordt verricht. 2. De toeslag wordt maandelijks achteraf uitbetaald. 3. Deze toeslag bedraagt: Dagvenster 08.00 - 22.00 uur Toeslag Maandag t/m vrijdag 08.00 - 22.00 uur 0 % 22.00 - 08.00 uur 50 % Zaterdag 00.00 - 08.00 uur 50 % 08.00 - 22.00 uur 0 % 22.00 - 24.00 uur 50 % Zondag 00.00 - 24.00 uur 50 % Feestdag ¹ 00.00 - 24.00 uur 100% ¹ Feestdagentoeslag en andere vormen van werktijdentoeslag cumuleren niet. In voorkomende situaties prevaleert de feestdagentoeslag.
Werktijdentoeslag. Buiten het dagdienstvenster geldt de werktijdentoeslag 1. Werknemer ontvangt voor de volgende gewerkte uren een toeslag op zijn schaalsalaris: 07:00 – 19:00 geen 19:00 – 07:00 25% Dit artikellid geldt niet voor ondernemingen waar in decentraal overleg afspraken zijn gemaakt over flexibilisering van werktijden bij hybride werken. 2. Werkgever en vakorganisaties kunnen een ander percentage aan werktijdentoeslag vaststellen. Deze partijen kunnen afspreken het overleg over te laten aan het decentraal overleg.
Werktijdentoeslag. Voor wie geldt de werktijdentoeslag?

Related to Werktijdentoeslag

  • Werktijdenregeling 1. De werkgever komt in overeenstemming met de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad een werktijdenregeling overeen. Daarbinnen worden afspraken gemaakt op basis van het bepaalde in hoofdstuk J. 2. De werkzaamheden worden evenwichtig over het jaar respectievelijk de contractsperiode gespreid. 3. De werkgever legt schriftelijk vast op welke dagen en dagdelen de werknemer werkzaam zal zijn. Bedoelde dagen of dagdelen kunnen in overleg worden gewijzigd. Van bedoelde wijziging ontvangt de werknemer een schriftelijke bevestiging. 4. Afspraken over taakbelastingsbeleid en wijzigingen daarvan worden ter instemming voorgelegd aan de personeelsgeleding van de MR op het niveau waarop het beleid is vastgesteld.

  • Overwerktoeslag Voor werknemers, werkzaam in de bedrijfscatering is de matrix overwerktoeslag van bijlage A2 van toepassing.

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. 2. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in de nacht (meer dan 1 uur tussen 00.00 en 06.00 uur). Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. Bestaande afspraken gemaakt met werknemers die voorheen onder de CAO Goederenvervoer Nederland vielen, worden gerespecteerd. 3. Teneinde bij te dragen aan de duurzame inzetbaarheid van werknemers en die werknemers meer inzicht te geven daarin zal het Sectorinstituut Transport en Logistiek het gebruik van employability- en loopbaanscans en een vitaliteitsprogramma nader promoten. Werknemers kunnen 1x per 3 jaar gebruik maken van deze instrumenten.

  • Werkwijze 1. De aanvragen voor financiering dienen schriftelijk bij het bestuur te worden ingediend, en wel - voor éénmalige subsidies: zo spoedig mogelijk; - voor periodieke subsidies: jaarlijks voor de eerste oktober voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft. Bij de aanvragen dient een begroting betreffende de besteding van de aangevraagde gelden te worden meegezonden. Deze begroting dient te zijn gespecificeerd overeenkomstig de in artikel 3A van de statuten genoemde bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten. De toewijzing van de gelden geschiedt telkens voor één jaar. 2. Jaarlijks zal door de gesubsidieerde instelling aan het bestuur van de stichting verantwoording omtrent de besteding van de ontvangen middelen worden afgelegd. De verantwoording omtrent de besteding van de ontvangen gelden dient vergezeld van een door een registeraccountant of accountant-administratieconsulent met gecertificeerde bevoegdheid gecontroleerde verklaring, schriftelijk bij het bestuur te worden ingediend, en wel - voor eenmalige subsidies: zo spoedig mogelijk na de besteding van deze gelden; - voor periodieke subsidies: jaarlijks voor de eerste april volgend op het jaar waarop de subsidie betrekking had. De verklaring moet zijn gespecificeerd overeenkomstig de in artikel 3A van de statuten genoemde bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten en maakt een integraal onderdeel uit van het in artikel 10, eerste lid van de statuten genoemde verslag. 3. Het bestuur is bevoegd nadere voorschriften te geven waaraan de bij de subsidieaanvraag mee te zenden begroting c.q. de schriftelijke verantwoording dient te voldoen.

  • Afwijking Individuele afwijkingen, met inbegrip van aanvullingen dan wel uitbreidingen van deze Algemene Voorwaarden, moeten schriftelijk tussen de ondernemer en de consument worden vastgelegd.