Aanvullingsregeling Voorbeeldclausules

Aanvullingsregeling. Voor werknemers uit de hiervoor genoemde groep die in aanmerking komen voor de prepensioenregeling, zoals verder uitgewerkt in bijlage VII, geldt gedurende de looptijd van deze cao (1 januari 2015 tot en met 30 juni 2016) de onderstaande aanvullingsregeling (a, b, c). Cao-partijen hebben zich verbonden ernaar te streven deze aanvullingsregeling bij het aangaan van volgende cao’s telkens voor de overeen te komen looptijd te herbevestigen, waarbij alsdan tevens wordt vastgesteld voor wie de aanvullingsregeling zal gelden.
Aanvullingsregeling. Voor de werknemer die op 31 december 2000 als werknemer in dienst is van een werkgever en tot het bereiken van de uittredingsrichtdatum onafgebroken in dienst is gebleven van een werkgever geldt de navolgende aanvullingsregeling.
Aanvullingsregeling. 1. Voor de werknemer die op 31 december 2000 als werknemer in dienst is van een werkgever en tot het bereiken van de 61-jarige leeftijd onafgebroken in dienst is gebleven van een werkgever geldt de navolgende aanvullingsregeling. 2. De aanvullingsuitkering bestaat voor de in het eerste lid bedoelde werknemer uit: een bruto uitkering van 70% van de uitkeringsgrondslag zoals bedoeld in artikel 12, minus de basisuitkering en minus de prepensioenuitkering op grond van de prepensioenregeling met inachtneming van het bepaalde in artikel 12a. 3. De in het tweede lid bedoelde uitkering is gebaseerd op basis van fulltime werk- zaamheid. Indien een werknemer in de laatste vijf jaar voor uittreden op enig tijdstip een arbeidsovereenkomst voor minder dan de normaal bij de werkgever geldende wekelijkse arbeidsduur heeft gehad, wordt de in het tweede lid genoemde basisuitkering vermenigvuldigd met het deeltijdpercentage. Het deeltijdpercentage wordt vastgesteld naar de verhouding tussen de overeenge- komen en de normale wekelijkse arbeidsduur, waarbij de teller wordt gevormd door het gewogen gemiddelde van het aantal overeengekomen wekelijkse uren in de laatste vijf jaar en de noemer door de normale wekelijkse uren. 4. Indien de werknemer vervroegd uittreedt met toepassing van artikel 16, tweede lid, zal de uitkering evenredig worden verlaagd. De in de vorige volzin bedoel- de evenredige verlaging vindt als volgt plaats: het bedrag van de uitkering dat zonder de vervroeging van de uittreding zou hebben gegolden, wordt verme- nigvuldigd met een breuk waarvan de teller wordt gevormd door het aantal maanden dat zonder de vervroeging van de uittreding een uitkering zou zijn genoten en de noemer door het aantal maanden dat door de vervroeging een uit- kering zal worden genoten. 5. Indien de vervroegde uittreding later plaatsvindt dan het reglementair vroegst mogelijke tijdstip vindt géén verhoging van de aanvullingsuitkering plaats. 6. Indien de deelnemer direct vóór uittreden onder de CAO viel en de salarissen op grond daarvan worden verhoogd, wordt de uitkering van die deelnemer ver- hoogd met hetzelfde percentage. Indien de deelnemer direct vóór uittreden niet onder de CAO viel, wordt de uitkering verhoogd met hetzelfde percentage als 7. Onder “werknemer” wordt in het eerste lid ook verstaan de werkloze werkne- mer op wie artikel 8 toepassing heeft gevonden. 1. Onder uitkeringsgrondslag van de aanvullingsuitkering van de deelnemer wordt verstaan: zijn op de laatste peilda...
Aanvullingsregeling. Om aan de Aanvullingsregeling te kunnen deelnemen, diende de betrokken werknemer, conform het gestelde in artikel 10.1 van Bijlage IX-A bij deze CAO, op 31 december 2000 in dienst te zijn van een werkgever in de zin van de CAO. Aanspraak op de aanvullingsregeling vervalt, wanneer de werknemer voor het bereiken van de VUT-gerechtigde leeftijd de bedrijfstak heeft verlaten.
Aanvullingsregeling. Voor de werknemer die op 31 december 2000 als werknemer in dienst is van een werkgever en tot het bereiken van de 61-jarige leeftijd onafgebroken in dienst is gebleven van een werkgever geldt de navolgende aanvullingsregeling.
Aanvullingsregeling. Voor werknemers uit de hiervoor genoemde groep die in aanmerking komen voor de prepensioenregeling, zoals verder uitgewerkt in bijlage VII, geldt gedurende de looptijd van deze CAO (juni 2007 – december 2009) de onderstaande aanvullingsregeling (a, b, c). CAO-partijen hebben zich verbonden ernaar te streven deze aanvullingsregeling bij het aangaan van volgende CAO’s telkens voor de overeen te komen looptijd te herbeves- tigen, waarbij alsdan tevens wordt vastgesteld voor wie de aanvullings- regeling zal gelden.
Aanvullingsregeling. 1. De hoogte van de aanvulling is als volgt: aanvulling vindt plaats tot 95% van het door de werknemer laatst verdiende nettosalaris, met dien verstande, dat de aanvulling nooit meer zal bedragen dan 20% van het nettosalaris. 2. Bij de berekening van de netto aanvulling wordt uitgegaan van wettelijke uitkeringen en de belasting- en premieheffing, zoals die gelden op het moment van beëindiging van het dienstverband respectievelijk van het nieuwe lagere salaris. Het netto aanvullingsbedrag wordt eenmalig vastgesteld op het moment van beëindiging van het dienstverband respectievelijk met ingang van het nieuwe lagere salaris. De aanvulling gaat in op de dag, volgende op de laatste dag van het dienstverband. Voor de bepaling van het laatst verdiende nettosalaris cq. van het netto nieuwe lagere salaris wordt uitgegaan van het brutosalaris, waarnaar de WW-uitkering is berekend. 3. De bedoelde aanvulling vindt plaats, voor zover deze niet geheel of gedeeltelijk samenvalt met een wettelijke loonsuppletie- regeling. 4. De duur van de periode waarover de aanvulling wordt verleend, is als volgt: – voor werknemers tot en met 39 jaar: 13 weken, verlengd met vier weken per vol dienstjaar voor de eerste 10 dienstjaren en twee weken per vol dienstjaar voor de volgende 20 dienstja- ren; – voor werknemers van 40 tot en met 49 jaar: 26 weken, ver- lengd met vier weken per vol dienstjaar voor de eerste 10 dienstjaren en twee weken per vol dienstjaar voor de vol- gende 20 dienstjaren; – voor werknemers van 50 tot en met 57,5 jaar: 58 weken, ver- lengd met vier weken per vol dienstjaar voor de eerste 10 dienstjaren en twee weken per vol dienstjaar voor de vol- gende 20 dienstjaren, doch totaal maximaal een periode van 130 weken. De periode van de aanvulling zal nooit langer zijn dan de duur van de loongerelateerde uitkeringsperiode waarop de betreffende werknemer recht heeft in het kader van de Werkloosheidswet.

Related to Aanvullingsregeling

  • Verhuisregeling 1) De Schuldenaar kan de op enig moment van toepassing zijnde rentevoorwaarden van toepassing laten zijn op een nieuwe lening voor een andere woning die de Schuldenaar als hoofdverblijf gaat gebruiken op voorwaarde van de volledige aflossing van de Schuld, als de Schuldenaar dit minimaal één (1) maand voor volledige aflossing van de Schuld aan Tulp Hypotheken laat weten in overeenstemming met artikel 54. Verzoekt de Schuldenaar uiterlijk binnen drie (3) maanden na volledige aflossing van de Schuld als hiervoor bedoeld een Renteaanbod van Tulp Hypotheken, dan is voor de nieuwe lening het bepaalde in dit artikel van toepassing. 2) Een aanvraag van een Renteaanbod wordt behandeld als een leningaanvraag en wordt door Tulp Hypotheken beoordeeld aan de hand van de dan geldende acceptatiecriteria. 3) Als de door Tulp Hypotheken voor het aangaan van Soortgelijke geldleningen gehanteerde rente hoger is dan de rente van de afgeloste Lening, dan wordt voor maximaal de hoogte van het bedrag van de volledige aflossing van de Schuld als bedoeld in artikel 38.1 een apart leningdeel in de nieuwe lening ondergebracht en geldt voor dat leningdeel de rente van de afgeloste Lening voor de resterende Rentevastperiode van de afgeloste Lening, onder aanpassing van de rente van de afgeloste Lening in verband met de alsdan eventuele geldende op- en afslagen in verband met een gewijzigde Tariefklasse. 4) Als sprake is van meerdere Schuldenaren die niet gezamenlijk gebruikmaken van de verhuisregeling, bijvoorbeeld bij echtscheiding, geldt voor de verhuisregeling dat één (1) van deze Schuldenaren gebruik kan maken van de verhuisregeling tot maximaal het afgeloste bedrag, waarbij de andere Schuldena(a)r(en) afstand moet(en) doen van deze verhuisregeling. 5) Op de totale nieuwe lening zijn de dan geldende Algemene voorwaarden van Tulp Hypotheken van toepassing. 6) Voor de verhuisregeling kunnen kosten in rekening worden gebracht. Tulp Hypotheken zal de Schuldenaar tijdig informeren over de hoogte van deze kosten.

  • Uitbetalingsregeling Overeenkomstig voornoemde wet van 1 april 2007, beslist het Comité of een gebeurtenis beantwoordt aan de definitie van terrorisme. Opdat het bedrag genoemd in de paragraaf “Lidmaatschap van TRIP” niet zou worden overschreden, bepaalt dit Comité, ten laatste zes maanden na de gebeurtenis, het percentage van de schadevergoeding dat door de verzekeringsondernemingen die lid zijn van de VZW ingevolge de gebeurtenis dient te worden vergoed. Het Comité kan dit percentage herzien. Ten laatste op 31 december van het derde jaar volgend op het jaar van de gebeurtenis, neemt het Comité een definitieve beslissing omtrent het uit te betalen percentage van schadevergoeding. De verzekerde of de begunstigde kan tegenover ons pas aanspraak maken op de schadevergoeding nadat het Comité het percentage heeft vastgesteld. Wij betalen het verzekerde bedrag uit overeenkomstig het percentage vastgesteld door het Comité. Indien het Comité het percentage verlaagt, zal de verlaging van de schadevergoeding niet gelden voor de reeds uitgekeerde schadevergoedingen, noch voor de nog uit te keren schadevergoedingen waarvoor wij reeds een beslissing aan de verzekerde of de begunstigde hebben meegedeeld. Indien het Comité het percentage verhoogt, geldt de verhoging van de schadevergoeding voor alle aangegeven schadegevallen voortvloeiend uit de gebeurtenis erkend als terrorisme. Indien het Comité vaststelt dat het bedrag genoemd in de paragraaf “Lidmaatschap van TRIP”, onvoldoende is voor het vergoeden van alle geleden schade of over onvoldoende elementen beschikt om te oordelen of dit bedrag voldoende is, wordt de schade aan personen bij voorrang vergoed. De morele schadevergoeding wordt na alle andere schadevergoedingen vergoed. Elke beperking, uitsluiting en/of spreiding in de tijd van de uitvoering van de verbintenissen van de verzekeringsonderneming, bepaald in een koninklijk besluit, zal van toepassing zijn overeenkomstig de modaliteiten voorzien in dat koninklijk besluit.

  • Overgangsregeling 1 Die werknemer die volledig gebruik heeft gemaakt van het recht ingevolge artikel M-2 van de cao-hbo 2012-2013 kan geen aanspraak maken op de regeling Werktijdvermindering Senioren. 2 De extra DI-uren conform artikel M-1-c zijn niet van toepassing op de werknemer die gebruik maakt van artikel M-2 van de cao- hbo 2012-2013. 3 Voor de werknemer die gebruik maakte van artikel M-2 van de cao-hbo 2012-2013 en is overgestapt op de regeling Werktijdvermindering Senioren, blijft minimaal het percentage intact, waarmee het dienstverband na afloop van de M-2 regeling van de cao-hbo 2012-2013 zou worden beëindigd.

  • Termijnen en betalingsregeling De termijnen van de aanneemsom zijn de volgende: 1 Grond, zie onlosmakelijke koopovereenkomst 2 Te declareren na het gereedkomen van de ruwe begane grondvloer van de woning (20%) @@,00 3 Te declareren na het gereedkomen van de ruwe eerste verdiepingsvloer van de woning (7,5%) @@,00 4 Te declareren na het gereedkomen van de ruwe tweede verdiepingsvloer van de woning (7,5%) @@,00 5 Te declareren na het gereedkomen van de ruwbouw gevels begane grond van de woning (7,5%) @@,00 6 Te declareren na het gereedkomen van de ruwbouw gevels verdiepingen van de woning (7,5%) @@,00 7 Te declareren na het waterdicht maken van het dak van de woning (15%) @@,00 8 Te declareren na het aanbrengen van de dekvloeren*) (10%) @@,00 9 Te declareren na het gereedkomen van het stuc-, spuit- en tegelwerk van de woning (15%) @@,00 10 Te declareren bij oplevering van de woning, te betalen vóór oplevering van de woning (10%) @@,00 -4- *) Indien geen dekvloeren worden aangebracht, dan dient in plaats de tekst “Te declareren na het aanbrengen van de dekvloeren”, de tekst “Te declareren na het gereedkomen van de binnenwanden” gelezen te worden.

  • Klachtenregeling Artikel 17 - Geschillen

  • Plaatsmakersregeling Uw werkgever kan de bepalingen van dit hoofdstuk ook toepassen op werknemers die daar om verzoeken maar geen VWNW-kandidaat zijn. Hierbij geldt dat daarmee een VWNW-kandidaat een functie moet krijgen of dat een bijdrage wordt geleverd aan het realiseren van een taakstelling.

  • Werktijdenregeling 1. De werkgever komt in overeenstemming met de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad een werktijdenregeling overeen. Daarbinnen worden afspraken gemaakt op basis van het bepaalde in hoofdstuk J. 2. De werkzaamheden worden evenwichtig over het jaar respectievelijk de contractsperiode gespreid. 3. De werkgever legt schriftelijk vast op welke dagen en dagdelen de werknemer werkzaam zal zijn. Bedoelde dagen of dagdelen kunnen in overleg worden gewijzigd. Van bedoelde wijziging ontvangt de werknemer een schriftelijke bevestiging. 4. Afspraken over taakbelastingsbeleid en wijzigingen daarvan worden ter instemming voorgelegd aan de personeelsgeleding van de MR op het niveau waarop het beleid is vastgesteld.