Anciënniteitsverlof Voorbeeldclausules

Anciënniteitsverlof. In uitvoering van artikel 17 van het nationaal akkoord 2019-2020 van 26 juni 2019.
Anciënniteitsverlof. In uitvoering van artikel 19 van het nationaal akkoord 2021-2022 van 2 decem- ber 2021.
Anciënniteitsverlof. In de ondernemingen met gemiddeld 50 werknemers (of meer) hebben de werknemers bij elke vijfde ver- jaardag van hun arbeidsovereenkomst recht op één bijkomende (extra) verlofdag. • 5 tot 9 jaar anciënniteit: 1 bijkomende verlofdag • 10 tot 14 jaar anciënniteit: 2 bijkomende verlofdagen • 15 tot 19 jaar anciënniteit: 3 bijkomende verlofdagen enz. In de ondernemingen met gemiddeld minder dan 50 werknemers hebben de werknemers sinds 1 januari 2016 bij elke vijfde verjaardag van hun arbeidsover- eenkomst recht op één bijkomende (extra) verlofdag na 10 jaar anciënniteit. • 10 tot 14 jaar anciënniteit: 1 bijkomende verlofdag • 15 tot 19 jaar anciënniteit: 2 bijkomende verlofdagen enz. Voor de deeltijdse werknemers wordt deze bijko- mende verlofdag toegekend in verhouding tot hun contractuele arbeidsduur. De bijkomende verlofdagen worden betaald door de werkgever. Het loon voor deze bijkomende verlofd- agen wordt berekend volgens de wetgeving op de wettelijke feestdagen. Deze regeling is niet van toepassing in ondernemin- gen waar reeds een gelijkaardig voordeel toegekend wordt. ➜ (*) Anciënniteit is de periode van ononderbroken dienst van een werknemer in dezelfde onderne- ming.
Anciënniteitsverlof. C.A.O.: 27/01/22 K.B.: B.S.:
Anciënniteitsverlof. Artikel 5
Anciënniteitsverlof. Een arbeider in de sector metaalrecuperatie heeft recht op: • 1 dag anciënniteitsverlof na 15 jaar anciënniteit in de onderneming. • 2 dagen anciënniteitsverlof na 20 jaar anciënniteit in de onderneming • 3 dagen anciënniteitsverlof na 30 jaar anciënniteit in de onderneming. Bij overgang van de onderneming blijft de anciënniteit die de arbei- der heeft opgebouwd behouden. Gunstiger regelingen op onderne- mingsniveau blijven van toepassing.
Anciënniteitsverlof. Werknemers met 10 jaar dienst in de sector, hebben recht op 1 dag anciënniteitsverlof, met xxxxxx xxx xxxx, betaald door de werkgever. Werknemers met 20 jaar dienst in de sector, hebben recht op 2 dagen anciënniteitsverlof, met xxxxxx xxx xxxx, betaald door de werkgever. Werknemers met 25 jaar dienst in de sector, hebben recht op 3 dagen anciënniteitsverlof, met behoud van loon, betaald door de werkgever.
Anciënniteitsverlof. Jaarlijks wordt aan de arbeider of bediende met een anciënniteit van 20 jaar of meer in de onderneming 1 dag betaald anciënniteitsverlof toegekend. Onder anciënniteit wordt verstaan: een ononderbroken tewerkstelling bij dezelfde werkgever. Eventuele anciënniteit, verworven in een onderneming behorende tot dezelfde groep van ondernemingen waarbij de arbeider of bediende is tewerkgesteld, wordt volledig in rekening genomen. De periodes van tewerkstelling als uitzendkracht, voorafgaand aan een contract van onbepaalde duur, tellen mee voor het opbouwen van de anciënniteit.
Anciënniteitsverlof. Werknemers met 5 jaar dienst in de onderneming hebben recht op 1 dag bijkomende vakantie. Vanaf 15 jaar dienst in de onderneming hebben ze recht op 2 dagen bijkomende vakantie.