Common use of Arbeidsduurverkorting Clause in Contracts

Arbeidsduurverkorting. In het kader van de overeengekomen arbeidsduur voor de voltijdwerknemer in dagdienst, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepast, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen van 24 adv-dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen werkgever en werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 Per afdeling worden de adv-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen van de week beschikbaar zijn waarbij een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − door de werknemer daadwerkelijk worden genoten, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslag. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijn. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboekt.

Arbeidsduurverkorting. In a. De werknemer met een normale wekelijkse arbeidsduur van 40 uur heeft recht op arbeidsduur- verkorting van 156 roostervrije uren per kalenderjaar. b. De werknemer met een normale wekelijkse arbeidsduur van minder dan 40 uur, heeft naar rato van zijn wekelijkse arbeidsduur recht op een evenredig deel van het kader onder a. genoemde aantal roostervrije uren. c. De werknemer met wie het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt aangegaan dan wel beëindigd, heeft naar rato van de overeengekomen arbeidsduur lengte van het dienstverband in dat jaar recht op een evenredig deel van de onder a. genoemde en eventueel op grond van b aangepast aantal roostervrije uren. d. Roostervrije uren worden ofwel ingeroosterd, of worden aangewend voor tijdsparen, waarbij de voltijdwerknemer in dagdienst, tweeploegendienst en drieploegendienst is werknemer op grond van artikel 15 lid 2 van de werktijd per werknemer/per afdeling cao het recht behoudt om maximaal 50% van de roostervrije uren aan te mogen wenden voor tijdsparen. 2. De roostervrije uren worden in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepastondernemingsraad vastgesteld. Bij het ontbreken van een ondernemingsraad worden de roostervrije uren na overleg met de werknemers door de werkgever vastgesteld. De werkgever zal rekening houden met de wensen van de werknemers. Indien over de in de onderneming geldende regelingen geen duidelijkheid bestaat, zullen de roostervrije uren worden toegekend door ten minste: – een halve roostervrije dag per twee weken of – een hele roostervrije dag per vier weken. 3. De roostervrije uren zullen niet samenvallen met buitengewoon verlof, feestdagen of vakantieda- gen. a. Bij volledige arbeidsongeschiktheid worden de op te bouwen roostervrije uren geacht direct te zijn opgenomen. b. Bij zwangerschap en bevalling en arbeidsongeschiktheid als gevolg van zwangerschap of bevalling worden roostervrije uren opgebouwd. c. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid worden roostervrije uren naar evenredigheid opge- bouwd. Eerder opgebouwde roostervrije uren die volgens het rooster samenvallen met arbeidsongeschiktheid worden na afloop van de arbeidsongeschiktheid opnieuw ingeroosterd. 5. Indien de arbeidsduurverkorting is geregeld door een structurele verlaging van de dagelijkse arbeidstijd, worden geen vervangende uren gegeven bij arbeidsongeschiktheid en bij het samenvallen met buitengewoon verlof- en feestdagen. a. De roostervrije uren voor de werknemer kunnen worden uitbetaald door een toeslag van 8,1% op het loon. Voorwaarde is dat zowel de gemiddelde arbeidsduur 36 uur werkgever als de werknemer instemmen met uitbetaling. Deze afspraak kan worden herzien op basis van dezelfde voorwaarde. b. De roostervrije uren voor erbijbaners kunnen worden uitbetaald door middel van een toeslag van 8,1% op het loon. c. De toeslag van 8,1% wordt ook betaald over het loon dat tijdens vakantiedagen wordt doorbetaald. 7. In afwijking van lid 2 (en rekening houdend met lid 1 onder d) kunnen voor (assistent-) bedrijfslei- ders maximaal 52 roostervrije uren per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen jaar (uitgaande van 24 adv-dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig een dienstverband van 40 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen werkgever week) worden opgespaard en werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 Per afdeling worden de adv-dagen aangewend ten behoeve van bijvoorbeeld extra vakantie of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen educatief verlof dan wel naar keuze van de week beschikbaar zijn waarbij een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − door de werknemer daadwerkelijk worden genoten, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslag. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijn. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt iswerknemer, worden 8 adv-uren afgeboektbestemd ten behoeve van een aanvulling op de pensioenvoorziening. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, Afspraken hieromtrent worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboektschriftelijk vastgelegd.

Arbeidsduurverkorting. In Aan de werknemers in de in lid 1 onder a en b aangegeven diensten wordt een verdergaande arbeidsduurverkorting (ADV) toegekend in de vorm van 17 roostervrije dagen. De gemiddelde arbeidsduur per week bedraagt daardoor voor deze diensten 35,51 uur. Per 1 januari 2022 wordt aan nieuwe werknemers en aan huidige werknemers met een dienstverband voor bepaalde tijd in lid 1 onder a en b aangegeven diensten 6 roostervrije dagen toegekend. Tenzij ingeroosterd, zullen er van deze dagen ten hoogste 11 door de werkgever worden aangewezen. De aanwijzing dient voor het kader einde van de overeengekomen arbeidsduur voor werkdag, voorafgaande aan de voltijdwerknemer vrije dag, te geschieden. De overige 6 dagen zullen, in dagdienstde periode 1-9 t/m 31-5, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepast, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen van 24 adv-dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen de werkgever en de werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 dagen worden genoten. Per afdeling worden 1 januari 2022 zijn de adv-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle roostervrije dagen van de week beschikbaar zijn waarbij nieuwe werknemers en huidige werknemers met een kwalitatieve minimale bezetting leidraad isdienstverband voor bepaalde tijd, vrij opneembaar. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het advEventueel kunnen deze dagen ingezet worden in een nog te ontwikkelen individueel spaarsysteem als aanvulling op hun inkomen voorafgaande aan hun pensionering/ AOW-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − door gerechtigde leeftijd. Indien de werknemer daadwerkelijk worden genotenziek is op zijn ADV-dag, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake geldt het volgende: is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per advADV-dag van tevoren afgesproken (ingeroosterd), dan vervalt deze. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de afspraak of het maandinkomen*)inroosteren in kalendermaand voorafgaand aan deze dag heeft moeten plaatsvinden; aan werknemers die langer dan twee maanden ziek zijn worden de ADV-dagen pro rato toegekend. De werknemer geeft deze keuze Aanwijsbare ADV dagen die niet in het betreffende jaar worden benut, zullen per 1 april van het opvolgende kalenderjaar worden toegevoegd aan het einde vakantiedagen saldo van de betreffende medewerker. Uitgaande van de tewerkstellingsvormen zoals deze onder lid 1 van dit artikel zijn weergegeven, zullen de werknemers volgens een vast schema worden ingedeeld voor de duur van ten minste zes maanden. Voor het voorafgaande kalenderjaar door aan eind van elk tijdvak stelt de werkgever, zoveel mogelijk rekening houdend met de belangen van de werknemers, de schema’s vast voor het volgende tijdvak. B – Xxxxxxx xxx xxxxxxxxx van schema dient de wijziging een maand van te voren te worden medegedeeld. Bij plaatsing in een schema met een lagere toeslag geldt de afbouwregeling zoals genoemd in artikel B6, lid 4. In een periode van een kalenderjaar kan het schema waarin een werknemer is tewerkgesteld, eenmaal worden gewijzigd. Werknemers van 50 jaar of het verkopen van ouder kunnen niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaarmeer worden verplicht over te gaan naar de volcontinudienst. De afrekening vindt plaats Zij, die reeds werkzaam zijn in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslag. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door volcontinudienst, kunnen echter slechts indien de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijndaarmee instemt over naar een ander schema. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboekt.

Arbeidsduurverkorting. 1. De werknemer heeft bij een volledige dienstbetrekking, recht op 96 uur (12 dagen) arbeidsduurverkorting, hetgeen resulteert in een gemiddelde werkweek van 38,15 uur per week. 2. De voormalige DLF-NL werknemer heeft bij een volledige dienstbetrekking, recht op 48 uur (6 dagen) arbeidsduurverkorting, hetgeen voor deze werknemers resulteert in een gemiddelde werkweek van 39,08 uur per week. 3. Aan werknemers c.q. de voormalige werknemers van DLF-NL die op parttime basis werken, worden deze rechten naar rato toegekend. Bij een dienstverband van 16 uur of minder, kunnen werkgever en werknemer in overleg bepalen dat de ADV rechten worden verdisconteerd in het salaris. 4. In het kader van de overeengekomen arbeidsduur voor de voltijdwerknemer in dagdienst, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepastzullen 6 ADV dagen als collectieve ADV dagen worden ingeroosterd. Voor werknemers die geen ADV rechten hebben, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week zullen, indien zij op jaarbasis bedraagteen collectieve ADV dag zijn ingeroosterd, naar evenredigheid, verlofuren worden afgeschreven. 5. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen Het hiervoor genoemde aantal van 24 adv-6 collectief in te roosteren ADV dagen (48 uur), geldt voor medewerkers met een fulltime dienstverband. Voor medewerkers met een parttime dienstverband zal e.e.a. op pro rata basis worden berekend. 6. Indien het op grond van bijzondere bedrijfsomstandigheden, noodzakelijk is dat er op de hierboven genoemde collectief vastgestelde ADV dag(en) wordt gewerkt, zullen de collectieve ADV dag(en) worden ingetrokken en individueel worden ingepland op een andere dag(en). Indien het niet meer mogelijk is deze ADV dagen individueel in te plannen, zullen deze ADV dagen worden omgekat met eerder opgenomen verlofdagen. 7. De ADV dagen van het individuele tegoed, die resteren nadat ADV dagen collectief zijn ingeroosterd, zullen individueel worden ingeroosterd door de leiding van de afdeling waar medewerker werkzaam is. De in te roosteren ADV dagen zullen in afzonderlijke maanden en niet aaneengesloten worden ingeroosterd. 8. De afdelingsleiding zal op basis van de te verwachten hoeveelheid werkzaamheden, en rekening houdend met de seizoenen en vakantieperiodes, aangeven binnen welke maanden individuele ADV dagen kunnen worden ingeroosterd. 9. De medewerker kan op een inventarisatieformulier aangeven op welke dagen hij binnen de aangegeven maanden, zelf zijn individuele ADV dagen zou willen inplannen, in blokken van 2, 4 of 192 adv-8 aaneengesloten uren) op jaarbasis. 10. De afdelingsleiding plant vervolgens voor alle medewerkers van de afdeling, individueel de beschikbare ADV dagen in. Uitgangspunt is dat er elke dag een optimale bezetting aanwezig is. De afdelingsleiding zal zoveel mogelijk rekening houden met de voorkeuren van de medewerker, maar kan hiervan afwijken als dit noodzakelijk is in het kader van het bedrijfsbelang. 11. Een eenmaal vastgelegde ADV dag kan, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op advde bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen werkgever en werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 Per afdeling worden de adv-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen van de week beschikbaar zijn waarbij een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomeningetrokken en worden doorgeschoven naar een andere dag bij voorkeur binnen dezelfde maand. Met de medewerker zal hierover zo tijdig mogelijk overleg worden gevoerd. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − 12. Een eenmaal vastgestelde ADV dag kan door een medewerker niet worden verschoven naar een ander moment. Indien de werknemer daadwerkelijk worden vastgestelde ADV dag niet wordt genoten, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagenkomt deze te vervallen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslag. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijn. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboekt.

Arbeidsduurverkorting. In Aan de werknemers in de in lid 1 onder a en b aangegeven diensten wordt een verdergaande arbeidsduurverkorting (ADV) toegekend in de vorm van 17 roostervrije dagen. De gemiddelde arbeidsduur per week bedraagt daardoor voor deze diensten 35,95 uur. Per 1 januari 2022 wordt aan nieuwe werknemers en aan huidige werknemers met een dienstverband voor bepaalde tijd in lid 1 onder a en b aangegeven diensten 6 roostervrije dagen toegekend. Tenzij ingeroosterd, zullen er van deze dagen ten hoogste 11 door de werkgever worden aangewezen. De aanwijzing dient voor het kader einde van de overeengekomen arbeidsduur voor werkdag, voorafgaande aan de voltijdwerknemer vrije dag, te geschieden. De overige 6 dagen zullen, in dagdienstde periode 1-9 t/m 31-5, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepast, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen van 24 adv-dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen de werkgever en de werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 dagen worden genoten. Per afdeling worden 1 januari 2022 zijn de adv-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle roostervrije dagen van de week beschikbaar zijn waarbij nieuwe werknemers en huidige werknemers met een kwalitatieve minimale bezetting leidraad isdienstverband voor bepaalde tijd, vrij opneembaar. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het advEventueel kunnen deze dagen ingezet worden in een nog te ontwikkelen individueel spaarsysteem als aanvulling op hun inkomen voorafgaande aan hun pensionering/ AOW-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − door gerechtigde leeftijd. Indien de werknemer daadwerkelijk worden genotenziek is op zijn ADV-dag, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake geldt het volgende: is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per advADV-dag van tevoren afgesproken (ingeroosterd), dan vervalt deze. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de afspraak of het maandinkomen*)inroosteren in kalendermaand voorafgaand aan deze dag heeft moeten plaatsvinden; aan werknemers die langer dan twee maanden ziek zijn worden de ADV-dagen pro rato toegekend. De werknemer geeft deze keuze Aanwijsbare ADV dagen die niet in het betreffende jaar worden benut, zullen per 1ste van het opvolgende kalenderjaar worden toegevoegd aan het einde vakantiedagen saldo van de betreffende medewerker. Uitgaande van de tewerkstellingsvormen zoals deze onder lid 1 van dit artikel zijn weergegeven, zullen de werknemers volgens een vast schema worden ingedeeld voor de duur van ten minste zes maanden. Voor het voorafgaande kalenderjaar door aan eind van elk tijdvak stelt de werkgever, zoveel mogelijk rekening houdend met de belangen van de werknemers, de schema’s vast voor het volgende tijdvak. B – Xxxxxxx xxx xxxxxxxxx van schema dient de wijziging een maand van te voren te worden medegedeeld. Bij plaatsing in een schema met een lagere toeslag geldt de afbouwregeling zoals genoemd in artikel B6, lid 4. In een periode van een kalenderjaar kan het schema waarin een werknemer is tewerkgesteld, eenmaal worden gewijzigd. Werknemers van 50 jaar of het verkopen van ouder kunnen niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaarmeer worden verplicht over te gaan naar de volcontinudienst. De afrekening vindt plaats Zij, die reeds werkzaam zijn in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslag. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door volcontinudienst, kunnen echter slechts indien de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijndaarmee instemt over naar een ander schema. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboekt.

Arbeidsduurverkorting. In het kader 1. De arbeidsduur bedraagt voor de werknemer met een volledig dienst- verband 40 uren per week, dan wel 80 uur per twee weken, met dien verstande dat de totale arbeidsduur per jaar verminderd wordt met een arbeidsduurverkorting zoals in de navolgende leden is bepaald. 2. De in lid 1 bedoelde arbeidsduurverkorting bedraagt voor de werk- nemer met een volledig dienstverband 84 uren, met behoud van sala- ris, per kalenderjaar1). a. Voor de werknemer met een niet volledig dienstverband wordt de arbeidsduurverkorting als bedoeld in lid 2 vastgesteld naar rato van de overeengekomen arbeidsduur omvang van het dienstverband. b. De werknemer die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar in dienst is, heeft aanspraak op arbeidsduurverkorting in verhou- ding tot dat gedeelte van het jaar. c. De arbeidsduurverkorting waarop de werknemer met inachtne- ming van het bepaalde in dit artikel op jaarbasis aanspraak heeft, wordt afgerond op halve uren te zijnen gunste. a. De werkgever bepaalt of en zo ja in hoeverre de arbeidsduur- verkorting collectief dient te worden opgenomen. Indien de werk- gever besluit tot het collectief opnemen van de arbeidsduur- 1) Noot van CAO-partijen: ,,Zie artikel 91 voor het verkregen recht van de werknemer die op 31 december 1994 een arbeidsovereenkomst heeft waarop de XXX Xxxxxxxxx van toepassing is’’. verkorting, dient omtrent de wijze en de tijdstippen waarop deze uren zullen worden opgenomen tijdig overleg te worden gevoerd met de ondernemingsraad. Ook indien daarin niet reeds wettelijk is voorzien, behoeft het besluit van de werkgever de instemming van de ondernemingsraad, een en ander met inachtneming van artikel 27, leden 2 en 4 van de Wet op de Ondernemingsraden. b. Indien een collectieve regeling als bedoeld in sub a niet wordt getroffen, kan de werkgever bepalen dat de arbeidsduurverkorting slechts binnen bepaalde grenzen vrij opneembaar is voor de voltijdwerknemer indi- viduele werknemer. Omtrent het besluit tot vaststelling van zoda- nige grenzen dient tijdig overleg te worden gevoerd met de ondernemingsraad. Het besluit van de werkgever behoeft de instemming van de ondernemingsraad, een en ander met inacht- neming van het bepaalde in dagdienstartikel 27, tweeploegendienst leden 2 en drieploegendienst is 4 van de werktijd per werknemer/per afdeling Wet op de Ondernemingsraden. c. In alle overige gevallen dienen de tijdstippen van aanvang en einde van de in de leden 2 en 3 bedoelde arbeidsduurverkorting door de werkgever tijdig in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepast, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen van 24 adv-dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verrichtwerknemer te worden bepaald. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover a. De arbeidsduurverkorting als bedoeld in de leden 2 en 3 dient in het in overleg tussen werkgever en werknemer vast betreffende kalenderjaar te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijnworden opgenomen. 9.8.2 Per afdeling worden de adv-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen van de week beschikbaar zijn waarbij een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding b. Aan het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud eind van het overeengekomen maandinkomen − door de werknemer daadwerkelijk worden genoten, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslag. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door de werkgever aangewezen vrijkomende uren komen te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever werknemer op dat moment in verband met het werk en de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijnvoortgang van de normale werkzaamheden geen arbeidsduurverkorting is verleend. 9.8.6 6. Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt isin verband met ziekte de arbeidsduurverkorting niet heeft kunnen opnemen, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboektvervalt de aanspraak daarop.

Arbeidsduurverkorting. In 1. De werknemer heeft bij een normale wekelijkse arbeidstijd recht op 124 roostervrije uren per kalen- derjaar. Voor de werknemer die minder dan de normale wekelijkse arbeidstijd werkzaam is of die in de loop van het kader van de overeengekomen arbeidsduur voor de voltijdwerknemer kalenderjaar in dagdienstdienst treedt dan wel met wie het dienstverband beëindigd wordt, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling geldt deze bepaling naar evenredigheid. 2. De roostervrije uren worden in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepast, dat ondernemingsraad of bij het ontbreken daarvan na overleg met de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen van 24 adv-dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen werkgever en werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 Per afdeling worden de adv-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen van de week beschikbaar zijn waarbij een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − door de werknemer daadwerkelijk worden genoten, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslag. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus werknemers door de werkgever aangewezen vrijkomende vastgesteld. De werkgever zal hierbij rekening hou- den met de wensen van de werknemer. De roostervrije tijd wordt zo vroeg mogelijk bekend ge- maakt en in het rooster opgenomen. Indien over de bestaande regeling geen duidelijkheid bestaat zullen de roostervrije uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever worden toegekend door tenminste: - een halve roostervrije dag per twee weken; of - een hele roostervrije dag per vier weken. 3. In geval van arbeidsongeschiktheid van de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijnreeds vastgestelde roostervrije uren, vervalt de aanspraak op reeds vastgestelde uren. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt4. Bij arbeidsongeschiktheid worden alleen gedurende de eerste drie maanden normaal roostervrije uren opgebouwd. De in deze periode opgebouwde roostervrije uren worden na afloop van de ar- beidsongeschiktheid wederom ingeroosterd. 5. Roostervrije uren die samenvallen met buitengewone verlofdagen of feestdagen dienen op een onafgebroken arbeidsongeschiktheid later tijdstip, doch uiterlijk binnen twee maanden te worden opgenomen. 6. Ter voorbereiding op zijn pensionering geldt voor een werknemer van meer dan 20 werkdagen binnen 61 jaar en ouder een kalendermaandar- beidsduurverkorting, worden 2 advuitgedrukt in extra vakantiedagen. Voor een 61- en 62-jarige is de arbeids- duurverkorting vastgesteld op een kwart dag per maand (3 dagen op jaarbasis) en voor een 63- en 64-jarige op een halve dag per maand (of 16 uren) afgeboekt6 dagen op jaarbasis).

Arbeidsduurverkorting. In 1. De werknemer heeft bij een normale wekelijkse arbeidstijd recht op 124 roostervrije uren per ka- lenderjaar. Voor de werknemer die minder dan de normale wekelijkse arbeidstijd werkzaam is of die in de loop van het kader van de overeengekomen arbeidsduur voor de voltijdwerknemer kalenderjaar in dagdienstdienst treedt dan wel met wie het dienstverband beëindigd wordt, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling geldt deze bepaling naar evenredigheid. 2. De roostervrije uren worden in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepast, dat ondernemingsraad of bij het ontbreken daarvan na overleg met de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen van 24 adv-dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen werkgever en werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 Per afdeling worden de adv-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen van de week beschikbaar zijn waarbij een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − door de werknemer daadwerkelijk worden genoten, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslag. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus werknemers door de werkgever aangewezen vrijkomende vastgesteld. De werkgever zal hierbij rekening hou- den met de wensen van de werknemer. De roostervrije tijd wordt zo vroeg mogelijk bekend ge- maakt en in het rooster opgenomen. Indien over de bestaande regeling geen duidelijkheid bestaat zullen de roostervrije uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever worden toegekend door tenminste: - een halve roostervrije dag per twee weken; of - een hele roostervrije dag per vier weken. 3. In geval van arbeidsongeschiktheid van de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijnreeds vastgestelde roostervrije uren, vervalt de aanspraak op reeds vastgestelde uren. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt4. Bij arbeidsongeschiktheid worden alleen gedurende de eerste drie maanden normaal roostervrije uren opgebouwd. De in deze periode opgebouwde roostervrije uren worden na afloop van de ar- beidsongeschiktheid wederom ingeroosterd. 5. Roostervrije uren die samenvallen met buitengewone verlofdagen of feestdagen dienen op een onafgebroken arbeidsongeschiktheid later tijdstip, doch uiterlijk binnen twee maanden te worden opgenomen. 6. Ter voorbereiding op zijn pensionering geldt voor een werknemer van meer dan 20 werkdagen binnen 61 jaar en ouder een kalendermaandar- beidsduurverkorting, worden 2 advuitgedrukt in extra vakantiedagen. Voor een 61- en 62-jarige is de arbeids- duurverkorting vastgesteld op een kwart dag per maand (3 dagen op jaarbasis) en voor een 63- en 64-jarige op een halve dag per maand (of 16 uren) afgeboekt6 dagen op jaarbasis).

Arbeidsduurverkorting. In het kader Fulltime medewerkers krijgen een eenmalige keuzen tussen de regeling uit de VGT-cao 2008 regeling of de nieuwe VGT-cao 2017-2018 voor wat betreft de bepalingen rond arbeidsduurverkorting. Medewerkers die nu gebruik maken van de overeengekomen arbeidsduur regeling uit de VGT-cao 2008, maken hun keuze kenbaar aan de werkgever voor 1 april 2018. • Regeling VGT-cao 2008 Fulltime werknemers die 63 jaar en ouder zijn, hebben recht op een verkorting van de voltijdwerknemer in dagdienst, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling in overleg dagelijkse arbeidstijd met de Ondernemingsraad zodanig aangepast, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 behoud van loon. Deze verkorting bedraagt: • bij 63 jaar: 1 uur per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen tot een minimum arbeidsduur van 24 adv-dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 34 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adven • bij 64 jaar: 3 uur per week tot een minimum van 32 uur per week Op basis van medische of gerontologische gronden en/of bijzondere omstandigheden kan de werkgever toestaan dat een werknemer bovengenoemde arbeidstijdverkorting niet per dag, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweekmaar per week opneemt. Voor zover het De spreiding van de uren over de week vindt plaats in overleg tussen werkgever en werknemer. • Regeling nieuwe VGT-cao 2017-2018 Werkgevers passen op verzoek van werknemers met een leeftijd van 60 jaar en ouder de arbeidsduur aan. Heeft de werknemer vast een fulltime dienstverband, en heeft men de wens 7,6 uur minder te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 Per afdeling worden gaan werken, dan compenseert de adv-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen werkgever als volgt het verlies aan inkomsten: • De werknemer werkt 80% van de week beschikbaar zijn waarbij een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 initiële contracturen; • De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud werkgever betaalt 85% van het overeengekomen maandinkomen − door fulltime salaris; alle andere bepalingen van de werknemer daadwerkelijk worden genotencao gelden naar rato, wat impliceert dat die dagen niet dus voor het 80% dienstverband. De werkgever houdt op het salaris 100% werknemerspremie in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12en draagt 100% per adv-dag van werknemers- en werkgeverspremie aan het maandinkomen*)Bedrijfspensioenfonds af. De werknemer geeft deze keuze aan het einde levert de extra vakantiedagen vanwege leeftijd en lengte van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats dienstverband in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslagom voor deze regeling in aanmerking te komen. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijn. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboekt.

Arbeidsduurverkorting. In 1. De werknemer ontvangt vijf procent arbeidsduurverkorting op jaarbasis. 2. Naast de volgens lid 1 van dit artikel toepasselijke arbeidsduurverkorting, hebben werknemers in het kader jaar waarin zij: ■ 60 jaar of ouder worden, recht op zes dagen roostervrije tijd per jaar; ■ 55 jaar of ouder worden, recht op vier dagen roostervrije tijd per jaar; ■ 50 jaar of ouder worden, recht op twee dagen roostervrije tijd per jaar. Voor de periode van de overeengekomen arbeidsduur voor de voltijdwerknemer in dagdienst, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling 1 april 1997 tot het einde van deze overeenkomst geldt dat roostervrije tijd kan worden opgespaard conform lid 6 sub e. 3. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepastof Personeelsvertegen- woordiging het geheel of een deel van de arbeidsduurverkorting als bronelement inbrengen in het arbeidsvoorwaardenkeuzemodel zoals opgenomen in artikel 18 van deze CAO. Indien de werkgever hiertoe niet besluit, dat gelden de leden 4 en 5 sub b. van dit artikel. De bepaling van lid 5 sub a. geldt te allen tijde. 4. Voor voltijdmedewerkers zal de arbeidsduurverkorting op de navolgende wijze worden geëffectueerd: a. de helft van de totaal van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting dient te wor- den doorgevoerd in de vorm van roostervrije tijd door de vaststelling van 6,5 hele dagen of 13 halve dagen per jaar; b. voor wat betreft de doorvoering van de resterende helft van de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting kan de werkgever in overleg met de werknemers c.q. de Ondernemingsraad of Personeelsvertegenwoordiging, een keuze maken uit de volgende mogelijkheden: A. verkorten van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur 36 met ten minste één aaneengesloten uur tot 39 uur; B. vaststelling van roostervrije tijd per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen jaar van 24 adv-6,5 hele dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht13 halve dagen. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek5. Voor zover deeltijdwerknemers zal deze arbeidsduurverkorting op de navolgende wijze worden geëffectueerd: a. indien op grond van de individuele arbeidsovereenkomst de bedongen arbeids- duur minder dan 70 procent bedraagt van de arbeidsduur van een voltijdwerkne- mer, wordt de arbeidsduurverkorting verwerkt in het salaris van de werknemer; b. indien op grond van de individuele arbeidsovereenkomst de bedongen arbeids- duur 70 procent of meer (maar minder dan 100 procent) bedraagt van de arbeids- duur van een voltijdwerknemer, kan de werkgever in overleg met de werknemers c.q. Ondernemingsraad of Personeelsvertegenwoordiging een keuze maken tus- sen: A. verwerken van de arbeidsduurverkorting in het salaris van de werknemer; B. doorvoeren van de arbeidsduurverkorting door de vaststelling van rooster- vrije tijd (hele of halve dagen) per jaar. Werkgevers dienen aan partijen bij deze overeenkomst te melden voor welke van de hierboven aangegeven mogelijkheden is gekozen. 6. Indien gekozen wordt voor de mogelijkheid genoemd onder lid 4b.B. danwel lid 5b.B. gelden voor de vaststelling van de roostervrije tijd de volgende voorwaarden: a. de werkgever bepaalt in onderling overleg met de werknemer welke periodes als roostervrije tijd opgenomen kunnen worden, met dien verstande dat er periodes van minimaal een halve dag opgenomen zullen worden; b. de werkgever kan aangeven welke periodes in het geheel niet in aanmerking kunnen komen voor opname van roostervrije tijd, met dien verstande dat per jaar maximaal dertien weken als zodanig kunnen worden aangemerkt; c. werkgever en Ondernemingsraad danwel Personeelsvertegenwoordiging, kunnen ook in onderling overleg overeenkomen dat roostervrije tijd geheel of gedeelte- lijk wordt aangewend ten behoeve van opleidingsdoeleinden. De inhoud van de opleidingen moet niet gericht zijn op instructie ten behoeve van specifieke func- tie-uitoefening in het bedrijf; * d. indien door omstandigheden een reeds vastgestelde roostervrije (halve) dag niet kan worden opgenomen kan deze dag in onderling overleg tussen werkgever en werknemer vast met maximaal één maand worden verschoven; e. de werkgever kan in overleg met Ondernemingsraad danwel Personeelsvertegen- woordiging ook aangeven dat de roostervrije tijd onder nader door deze te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 Per afdeling bepa- len voorwaarden zal worden opgespaard tot hetzij een in overleg met de adv-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen werkge- ver aan te wijzen periode die op verzoek van de week beschikbaar zijn waarbij werknemer wordt benut voor educatieve doeleinden, hetzij tot een kwalitatieve minimale bezetting leidraad istijdstip voorafgaande aan de pensioenge- rechtigde leeftijd van 65 jaar (in welk geval de opgespaarde en geregistreerde tijd aaneengesloten zal worden opgenomen) danwel zal worden gebruikt in het kader van een pensioenregeling die voorziet in een eerdere pensionering dan op de leeftijd van 65 jaar. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud Bij een voortijdige beëindiging van het overeengekomen maandinkomen − door dienstverband zal wor- den overgegaan tot uitbetaling van de werknemer daadwerkelijk worden genotenopgespaarde tijd, wat impliceert dat voor zover deze nog niet is opgenomen of is ingebracht in het kader van een pensioenregeling die dagen niet voorziet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is een eerdere pensionering dan op de leeftijd van zgn65 jaar.* 7. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalenAfwijkingen van deze bepalingen kunnen omkleed met redenen aan partijen bij deze overeenkomst gemeld worden. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand Partijen kunnen vervolgens besluiten tot het verlenen van dispensatie. * Xxxxx voor 1 juli 2001 genomen beslissingen op basis van 5,12% per advde tekst van artikel 6 lid 7 onder c. en x. xxx xx XXX voor Vaste Medewerkers van Uitzendondernemingen 2000-dag van het maandinkomen*)2001 zullen echter worden gerespecteerd x.x. De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van xxxxxxxx niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslag. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus alsnog door de werkgever aangewezen vrijkomende uren besproken te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijnwor- den met het overlegorgaan. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboekt.

Arbeidsduurverkorting. In het kader 1. Door arbeidsduurverkorting heeft de werknemer die arbeid verricht op basis van de overeengekomen arbeidsduur voor de voltijdwerknemer in dagdienst, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepast, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week een fulltime contract recht op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen van 24 13 adv-dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verrichtjaar. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv2. Aan de werknemer die parttime werkt, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen werkgever en werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijnmoet de arbeidsduurverkorting naar evenredigheid worden toegewezen. 9.8.2 Per afdeling worden 3. De werknemer die arbeid verricht op basis van een afroepcontract heeft geen recht op arbeidsduurverkorting. In plaats daarvan ontvangt hij een toeslag van 5% over het basisuurloon. Deze toeslag maakt deel uit van de loontoeslag werknemer met een afroepcontract. 4. De werkgever stelt de adv-dagen of -uren vast, neemt ze in onderling overleg ingeroosterdhet rooster op en deelt dit mee aan de werknemer. - In de loonperioden 7, c.q8, 9 en 13 hoeven geen adv-dagen in het vaste rooster te worden opgenomen. opgenomen- De werkgever kan maximaal 3 adv-dagen per loonperiode vaststellen. - De werkgever kan in een kalenderjaar maximaal 5 adv-dagen vaststellen bij de donderdagse weekindeling, waarvoor in principe alle voorafgaand aan de week waarin de adv-dag wordt vastgesteld. De overige adv-dagen moet de werkgever langer van tevoren vaststellen: ten minste 28 dagen. 5. De werkgever kan slechts met instemming van de week beschikbaar zijn waarbij werknemer een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het eenmaal vastgestelde adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van dag verschuiven naar uiterlijk de volgende loonperiode. De nieuwe vaststelling kan eventueel plaats vinden naast een reeds eerder vastgestelde adv-dagen/-uren te voorkomendag. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − door de werknemer daadwerkelijk 6. Indien een vastgestelde adv-dag wegens arbeidsongeschiktheid of bijzonder verlof niet kan worden genoten, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer dan heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand werknemer geen recht op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslagvervangende vrije tijd. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijn. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboekt.

Arbeidsduurverkorting. In het kader van de overeengekomen arbeidsduur ADV-dagen voor de voltijdwerknemer werknemers in dagdienst, tweeploegendienst 2- en drieploegendienst 3-ploegendienst a. De werknemer die het gehele kalenderjaar werkzaam is in dagdienst, 2- of 3-ploegendienst, heeft over dat kalenderjaar aanspraak op 11 ADV-dagen. Voor werknemers in deeltijd vindt de werktijd toekenning pro rata plaats. De toekenning van ADV-uren vindt plaats in HR Online en is in het begin van het kalenderjaar zichtbaar. b. De werknemer die het gehele kalenderjaar werkzaam is in 2- of 3-ploegendienst heeft per werknemer/per afdeling jaar recht op twee extra vrije dagen te benutten voor vrijaf in overleg met middag en nachtdienst. c. Voor de Ondernemingsraad zodanig aangepastwerknemer die slechts een gedeelte van het kalenderjaar in dagdienst, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde 2- of 3- ploegendienst werkzaam is, wordt verkregen door het toekennen van 24 advaantal ADV-dagen (of 192 advresp. extra vrije dagen, zoals bedoeld onder a. resp. b., vastgesteld naar rato van de periode dat hij in die dienst werkzaam is. De verkregen uitkomst voor de dagen bedoeld onder a. wordt naar boven afgerond tot een volle ADV-dag; voor de dagen bedoeld onder b. wordt de verkregen uitkomst naar boven afgerond op hele uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek2. Voor zover ADV dient in het kalenderjaar waarin de aanspraken ontstaan in overleg tussen werkgever en werknemer vast tijd te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 Per afdeling worden opgenomen dan wel te worden gespaard via de adv-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.qVerlofspaarregeling dan wel te worden uitbetaald. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen van de week beschikbaar zijn waarbij een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − door de werknemer daadwerkelijk worden genoten, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze ADV aanspraken vervallen aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan waarin de werkgeveraanspraken zijn ontstaan. 3. B – of het verkopen Het uitbetalen van niet opgenomen advADV-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12tegen 0.5% per adv-dag van het maandinkomen*)Pensioenbasissalaris (PBS) van 1 januari van het jaar waarin de aanspraak is ontstaan. *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslagAls de medewerker in de loop van het jaar in dienst is getreden wordt de maand van de indiensttreding genomen voor de uitbetaling. 9.8.5 Indien 4. Bij beëindiging van de werknemer niet in staat is de aldus door dienstbetrekking zal de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genietenveel of te weinig, zullen deze uren vervallenin tijd of geld, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijn. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 advgenoten ADV-dagen (of 16 uren) afgeboektextra vrije dagen, met het salaris verrekenen. Per extra vrije dag bedraagt de verrekening 0.5% van het pensioenbasissalaris.

Arbeidsduurverkorting. In Met inachtname van het kader bepaalde in en bij deze overeenkomst, is per eerste dag van de overeengekomen arbeidsduur voor eerste loonperiode van 19971) bij een full-time contract een arbeidsduurverkorting van kracht van 52 uur per jaar toegekend in hele dagen (bij 8-urige roosters overeenkomend met 6,5 dag op jaarbasis). Per 1 januari 19981) wordt de voltijdwerknemer ADV vermeerderd met 3 dagen, derhalve totaal 9,5 dag. Per 1 januari 1999 wordt de ADV vermeerderd met 3,5 dag, derhalve totaal 13 dagen. In de perioden 7, 8, 9 en 13 behoeven geen ADV-dagen in dagdiensthet dienstroos- ter te worden opgenomen. Aan werknemers met een part-time contract zal de arbeidsduur- verkorting naar evenredigheid worden toegewezen. Aan werknemers met een afroepcontract zal vanwege het karakter van zijn overeenkomst geen arbeidsduurverkorting worden toegewe- zen, tweeploegendienst deze ontvangen plaatsvervangend hiervoor een toeslag van 2,5% over het basisloon; als element opgenomen in de loontoeslag werk- nemer met een afroepcontract. Aldus wordt deze loontoeslag per 1 januari 1998 3,5%1) en drieploegendienst is per 1 januari 1999 5%. Voor maximaal vijf ADV-dagen geldt dat deze worden vastgesteld en medegedeeld aan de werktijd werknemer bij de donderdagse weekindeling, voorafgaand aan de week waarin de ADV-dag wordt vastgesteld. Voor de overige ADV-dagen geldt dat deze tenminste 28 dagen tevo- ren worden vastgesteld en medegedeeld aan de medewerker. Onverminderd het bepaalde in de volgende alinea kan de werkgever per werknemer/loonperiode meerdere ADV-dagen inroosteren, tot een maximum van 3 ADV-dagen per afdeling loonperiode. De werkgever kan slechts met de instemming van de werknemer een ADV-dag intrekken. Deze ingetrokken ADV-dag zal in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepastwerknemer uiterlijk in de volgende loonperiode in tijd worden gecompenseerd, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen van 24 adveen vervangende ADV-dagen (of 192 advdag; naast een eventueel eerder toegekende ADV-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweekdag. Voor zover het in overleg tussen werkgever en werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 Per afdeling worden de adv-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen van de week beschikbaar zijn waarbij een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − door de werknemer daadwerkelijk worden genoten, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per advEen vastgestelde ADV-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van vervalt (wordt niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *gecompenseerd) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslagals 1) Avv heeft geen terugwerkende kracht. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijn. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboekt.

Arbeidsduurverkorting. In 1. De werknemer ontvangt vijf procent arbeidsduurverkorting op jaarbasis. 2. Naast de volgens lid 1 van dit artikel toepasselijke arbeidsduurverkorting, hebben werknemers in het kader jaar waarin zij: ■ 60 jaar of ouder worden, recht op zes dagen roostervrije tijd per jaar; ■ 55 jaar of ouder worden, recht op vier dagen roostervrije tijd per jaar; ■ 50 jaar of ouder worden, recht op twee dagen roostervrije tijd per jaar. Voor de periode van de overeengekomen arbeidsduur voor de voltijdwerknemer in dagdienst, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling 1 april 1997 tot het einde van deze overeenkomst geldt dat roostervrije tijd kan worden opgespaard conform lid 6 sub e. 3. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepastof Personeelsvertegen- woordiging het geheel of een deel van de arbeidsduurverkorting als bronelement inbrengen in het arbeidsvoorwaardenkeuzemodel zoals opgenomen in artikel 18 van deze CAO. Indien de werkgever hiertoe niet besluit, dat gelden de leden 4 en 5 sub b. van dit artikel. De bepaling van lid 5 sub a. geldt te allen tijde. 4. Voor voltijdmedewerkers zal de arbeidsduurverkorting op de navolgende wijze worden geëffectueerd: a. de helft van de totaal van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting dient te wor- den doorgevoerd in de vorm van roostervrije tijd door de vaststelling van 6,5 hele dagen of 13 halve dagen per jaar; b. voor wat betreft de doorvoering van de resterende helft van de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting kan de werkgever in overleg met de werknemers c.q. de Ondernemingsraad of Personeelsvertegenwoordiging, een keuze maken uit de volgende mogelijkheden: A. verkorten van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur 36 met ten minste één aaneengesloten uur tot 39 uur; B. vaststelling van roostervrije tijd per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen jaar van 24 adv-6,5 hele dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht13 halve dagen. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek5. Voor zover deeltijdwerknemers zal deze arbeidsduurverkorting op de navolgende wijze worden geëffectueerd: a. indien op grond van de individuele arbeidsovereenkomst de bedongen arbeids- duur minder dan 70 procent bedraagt van de arbeidsduur van een voltijdwerkne- mer, wordt de arbeidsduurverkorting verwerkt in het salaris van de werknemer; b. indien op grond van de individuele arbeidsovereenkomst de bedongen arbeids- duur 70 procent of meer (maar minder dan 100 procent) bedraagt van de arbeids- duur van een voltijdwerknemer, kan de werkgever in overleg met de werknemers c.q. Ondernemingsraad of Personeelsvertegenwoordiging een keuze maken tus- sen: A. verwerken van de arbeidsduurverkorting in het salaris van de werknemer; B. doorvoeren van de arbeidsduurverkorting door de vaststelling van rooster- vrije tijd (hele of halve dagen) per jaar. Werkgevers dienen aan partijen bij deze overeenkomst te melden voor welke van de hierboven aangegeven mogelijkheden is gekozen. 6. Indien gekozen wordt voor de mogelijkheid genoemd onder lid 4b.B. danwel lid 5b.B. gelden voor de vaststelling van de roostervrije tijd de volgende voorwaarden: a. de werkgever bepaalt in onderling overleg met de werknemer welke periodes als roostervrije tijd opgenomen kunnen worden, met dien verstande dat er periodes van minimaal een halve dag opgenomen zullen worden; b. de werkgever kan aangeven welke periodes in het geheel niet in aanmerking kunnen komen voor opname van roostervrije tijd, met dien verstande dat per jaar maximaal dertien weken als zodanig kunnen worden aangemerkt; c. werkgever en Ondernemingsraad danwel Personeelsvertegenwoordiging, kunnen ook in onderling overleg overeenkomen dat roostervrije tijd geheel of gedeelte- lijk wordt aangewend ten behoeve van opleidingsdoeleinden. De inhoud van de opleidingen moet niet gericht zijn op instructie ten behoeve van specifieke func- tie-uitoefening in het bedrijf; * d. indien door omstandigheden een reeds vastgestelde roostervrije (halve) dag niet kan worden opgenomen kan deze dag in onderling overleg tussen werkgever en werknemer vast met maximaal één maand worden verschoven; e. de werkgever kan in overleg met Ondernemingsraad danwel Personeelsvertegen- woordiging ook aangeven dat de roostervrije tijd onder nader door deze te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 Per afdeling bepa- len voorwaarden zal worden opgespaard tot hetzij een in overleg met de adv-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen werkge- ver aan te wijzen periode die op verzoek van de week beschikbaar zijn waarbij werknemer wordt benut voor educatieve doeleinden, hetzij tot een kwalitatieve minimale bezetting leidraad istijdstip voorafgaande aan de pensioenge- rechtigde leeftijd van 65 jaar (in welk geval de opgespaarde en geregistreerde tijd aaneengesloten zal worden opgenomen) danwel zal worden gebruikt in het kader van een pensioenregeling die voorziet in een eerdere pensionering dan op de leeftijd van 65 jaar. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud Bij een voortijdige beëindiging van het overeengekomen maandinkomen − door dienstverband zal wor- den overgegaan tot uitbetaling van de werknemer daadwerkelijk worden genotenopgespaarde tijd, wat impliceert dat voor zover deze nog niet is opgenomen of is ingebracht in het kader van een pensioenregeling die dagen niet voorziet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is een eerdere pensionering dan op de leeftijd van zgn65 jaar.* 7. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalenAfwijkingen van deze bepalingen kunnen omkleed met redenen aan partijen bij deze overeenkomst gemeld worden. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand Partijen kunnen vervolgens besluiten tot het verlenen van dispensatie. * Xxxxx voor 1 juli 2001 genomen beslissingen op basis van 5,12% per advde tekst van artikel 6 lid 7 onder c. en e. van de CAO voor Vaste Medewerkers van Uitzendondernemingen 2000-dag van het maandinkomen*)2001 zullen echter worden gerespecteerd x.x. De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van xxxxxxxx niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslag. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus alsnog door de werkgever aangewezen vrijkomende uren besproken te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijnwor- den met het overlegorgaan. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboekt.

Arbeidsduurverkorting. In het kader a. De werknemer met een normale wekelijkse arbeidsduur van 40 uur heeft recht op 156 roostervrije uren per kalenderjaar. b. De werknemer met een normale wekelijkse arbeidsduur van min- der dan 40, heeft naar rato van zijn arbeidstijd recht op een even- redig deel van de overeengekomen arbeidsduur onder a. genoemde aantallen roostervrije uren. c. De werknemer met wie het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt aangegaan dan wel beëindigd, heeft naar rato van de lengte van het dienstverband in dat jaar recht op een even- redig deel van de onder a. en b. genoemde aantallen roostervrije uren. d. Arbeidsduurverkorting wordt ofwel ingeroosterd dan wel aange- wend voor tijdsparen conform artikel 17 van de voltijdwerknemer in dagdienst, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling CAO. 2. De roostervrije uren worden in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepastOR vastgesteld. Bij het ontbreken van een OR worden de roostervrije uren na overleg met de werknemers door de werkgever vastgesteld. De werkgever zal in dat geval rekening houden met de wensen van de OR dan wel bij het ontbreken daarvan met de wensen van de werknemers. Indien over bestaande regelingen geen duidelijkheid bestaat, dat zullen de gemiddelde arbeidsduur 36 uur roostervrije uren worden toegekend door ten minste: – een halve roostervrije dag per week twee weken of – een hele roostervrije dag per vier weken. 3. De roostervrije uren zullen niet samenvallen met buitengewoon ver- lof, feestdagen of vakantiedagen. 4. Bij volledige arbeidsongeschiktheid worden de op jaarbasis bedraagtte bouwen rooster- vrije uren geacht direct te zijn opgenomen Bij gedeeltelijke arbeids- ongeschiktheid worden roostervrije uren naar evenredigheid opge- bouwd. Dit gemiddelde wordt verkregen Eerder opgebouwde roostervrije uren die volgens het rooster samenvallen met arbeidsongeschiktheid worden na afloop van de arbeidsongeschiktheid opnieuw ingeroosterd. Bij arbeidsongeschikt- heid die haar oorzaak vindt in zwangerschap of bevalling geldt het voorgaande in dit lid niet. 5. Indien de arbeidstijdverkorting is geregeld door een structurele ver- laging van de dagelijkse arbeidstijd, worden geen vervangende uren gegeven bij arbeidsongeschiktheid en bij het toekennen samenvallen met bui- tengewoon verlof- en feestdagen. 6. Van het bepaalde in lid 5 kan bij de Vaste Commissie ontheffing wor- den verkregen. 7. De roostervrije uren voor hulpkrachten kunnen worden uitbetaald middels een toeslag van 24 adv-dagen 8,1% op het loon. 8. In afwijking van het in lid 2 bepaalde kunnen voor (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig assistent- )bedrijfsleiders maximaal 52 roostervrije uren per jaar (uitgaande van een dienstverband van 40 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen werkgever week) worden opgespaard en werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 Per afdeling worden de adv-dagen aangewend ten behoeve van bijvoorbeeld extra vakantie of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen educatief verlof dan wel naar keuze van de week beschikbaar zijn waarbij een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − door de werknemer daadwerkelijk worden genoten, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslag. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijn. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt iswerknemer, worden 8 adv-uren afgeboektbestemd ten behoeve van een aanvulling op de pensioenvoorziening. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, Afspraken hieromtrent worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboektschriftelijk vastgelegd.

Arbeidsduurverkorting. In het kader 1. Door arbeidsduurverkorting heeft de werknemer die arbeid verricht op basis van de overeengekomen arbeidsduur voor de voltijdwerknemer in dagdienst, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepast, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week een fulltime contract recht op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen van 24 13 adv-dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verrichtjaar. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv2. Aan de werknemer die parttime werkt, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen werkgever en werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijnmoet de arbeidsduurverkorting naar evenredigheid worden toegewezen. 9.8.2 Per afdeling worden 3. De werknemer die arbeid verricht op basis van een afroepcontract heeft geen recht op arbeids- duurverkorting. In plaats daarvan ontvangt hij een toeslag van 5% over het basisuurloon. Deze toeslag maakt deel uit van de loontoeslag werknemer met een afroepcontract. 4. De werkgever stelt de adv-dagen of -uren vast, neemt ze in onderling overleg ingeroosterdhet rooster op en deelt dit mee aan de werknemer. – In de loonperioden 7, c.q8 en 9 hoeven geen adv-dagen in het vaste rooster te worden opgeno- men. opgenomen– De werkgever kan maximaal 3 adv-dagen per loonperiode vaststellen. – De werkgever kan in een kalenderjaar maximaal 5 adv-dagen vaststellen bij de donderdagse weekindeling, waarvoor in principe alle voorafgaand aan de week waarin de adv-dag wordt vastgesteld. De overige adv-dagen moet de werkgever langer van tevoren vaststellen: ten minste 28 dagen. 5. De werkgever kan slechts met instemming van de week beschikbaar zijn waarbij werknemer een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het eenmaal vastgestelde adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van dag verschuiven naar uiterlijk de volgende loonperiode. De nieuwe vaststelling kan eventueel plaats vinden naast een reeds eerder vastgestelde adv-dagen/-uren te voorkomendag. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − door de werknemer daadwerkelijk 6. Indien een vastgestelde adv-dag wegens arbeidsongeschiktheid of bijzonder verlof niet kan worden genoten, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer dan heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand werknemer geen recht op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslagvervangende vrije tijd. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijn. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboekt.

Arbeidsduurverkorting. In 1. De werknemer ontvangt vijf procent arbeidsduurverkorting op jaarbasis. 2. Naast de volgens lid 1 van dit artikel toepasselijke arbeidsduurverkorting, hebben werknemers in het kader jaar waarin zij: ▪ 60 jaar of ouder worden, recht op zes dagen roostervrije tijd per jaar; ▪ 55 jaar of ouder worden, recht op vier dagen roostervrije tijd per jaar; ▪ 50 jaar of ouder worden, recht op twee dagen roostervrije tijd per jaar. Voor de periode van de overeengekomen arbeidsduur voor de voltijdwerknemer in dagdienst, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling 1 april 1997 tot het einde van deze overeenkomst geldt dat roostervrije tijd kan worden opgespaard conform lid 6 sub e. 3. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepastof Personeelsvertegenwoordiging het geheel of een deel van de arbeidsduurverkorting als bronelement inbrengen in het arbeidsvoorwaardenkeuzemodel zoals opgenomen in artikel 17 van deze CAO. Indien de werkgever hiertoe niet besluit, dat gelden de leden 4 en 5 sub b. van dit artikel. De bepaling van lid 5 sub a. geldt te allen tijde. 4. Voor voltijdmedewerkers zal de arbeidsduurverkorting op de navolgende wijze worden geëffectueerd: a. de helft van de totaal van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting dient te worden doorgevoerd in de vorm van roostervrije tijd door de vaststelling van 6,5 hele dagen of 13 halve dagen per jaar; b. voor wat betreft de doorvoering van de resterende helft van de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting kan de werkgever in overleg met de werknemers c.q. de Ondernemingsraad of Personeelsvertegenwoordiging, een keuze maken uit de volgende mogelijkheden: A. verkorten van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur 36 met ten minste één aaneengesloten uur tot 39 uur; B. vaststelling van roostervrije tijd per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen jaar van 24 adv-6,5 hele dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht13 halve dagen. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek5. Voor zover deeltijdwerknemers zal deze arbeidsduurverkorting op de navolgende wijze worden geëffectueerd: a. indien op grond van de individuele arbeidsovereenkomst de bedongen arbeidsduur minder dan 70 procent bedraagt van de arbeidsduur van een voltijdwerknemer, wordt de arbeidsduurverkorting verwerkt in het salaris van de werknemer; b. indien op grond van de individuele arbeidsovereenkomst de bedongen arbeidsduur 70 procent of meer (maar minder dan 100 procent) bedraagt van de arbeidsduur van een voltijdwerknemer, kan de werkgever in overleg met de werknemers c.q. de Ondernemingsraad of Personeelsvertegenwoordiging een keuze maken tussen: A. verwerken van de arbeidsduurverkorting in het salaris van de werknemer; B. doorvoeren van de arbeidsduurverkorting door de vaststelling van roostervrije tijd (hele of halve dagen) per jaar. Werkgevers dienen aan partijen bij deze overeenkomst te melden voor welke van de hierboven aangegeven mogelijkheden is gekozen. 6. Indien gekozen wordt voor de mogelijkheid genoemd onder lid 4.b.B. danwel lid 5.b.B. gelden voor de vaststelling van de roostervrije tijd de volgende voorwaarden: a. de werkgever bepaalt in onderling overleg met de werknemer welke periodes als roostervrije tijd opgenomen kunnen worden, met dien verstande dat er periodes van minimaal een halve dag opgenomen zullen worden; b. de werkgever kan aangeven welke periodes in het geheel niet in aanmerking kunnen komen voor opname van roostervrije tijd, met dien verstande dat per jaar maximaal dertien weken als zodanig kunnen worden aangemerkt; c. werkgever en OR danwel personeelsvertegenwoordiging, kunnen ook in onderling overleg overeenkomen dat roostervrije tijd geheel of gedeeltelijk wordt aangewend ten behoeve van opleidingsdoeleinden. De inhoud van de opleidingen moet niet gericht zijn op instructie ten behoeve van specifieke functie-uitoefening in het bedrijf; * d. indien door omstandigheden een reeds vastgestelde roostervrije (halve) dag niet kan worden opgenomen kan deze dag in onderling overleg tussen werkgever en werknemer vast met maximaal één maand worden verschoven; e. de werkgever kan in overleg met OR danwel personeelsvertegenwoordiging ook aangeven dat de roostervrije tijd onder nader door deze te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 Per afdeling bepalen voorwaarden zal worden opgespaard tot hetzij een in overleg met de adv-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen werkgever aan te wijzen periode die op verzoek van de week beschikbaar zijn waarbij werknemer wordt benut voor educatieve doeleinden, hetzij tot een kwalitatieve minimale bezetting leidraad istijdstip voorafgaande aan de pensioengerechtigde leeftijd (in welk geval de opgespaarde en geregistreerde tijd aaneengesloten zal worden opgenomen) danwel zal worden gebruikt in het kader van een pensioenregeling die voorziet in een eerdere pensionering dan op de AOW-gerechtigde leeftijd. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud Bij een voortijdige beëindiging van het overeengekomen maandinkomen − door dienstverband zal worden overgegaan tot uitbetaling van de werknemer daadwerkelijk worden genotenopgespaarde tijd, wat impliceert dat voorzover deze nog niet is opgenomen of is ingebracht in het kader van een pensioenregeling die dagen niet voorziet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is een eerdere pensionering dan op de AOW-gerechtigde leeftijd.* 7. Afwijkingen van zgndeze bepalingen kunnen omkleed met redenen aan partijen bij deze overeenkomst gemeld worden. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalenPartijen kunnen vervolgens besluiten tot het verlenen van dispensatie. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand * Xxxxx voor 1 juli 2001 genomen beslissingen op basis van 5,12% per advde tekst van artikel 6 lid 7 onder c. en x. xxx xx XXX voor Vaste Medewerkers van Uitzendondernemingen 2000-dag van het maandinkomen*)2001 zullen echter worden gerespecteerd x.x. De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van xxxxxxxx niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslag. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus alsnog door de werkgever aangewezen vrijkomende uren besproken te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijnworden met het overlegorgaan. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboekt.

Arbeidsduurverkorting. In a. De werknemer met een normale wekelijkse arbeidsduur van 40 uur heeft recht op arbeidsduurverkorting van 156 roostervrije uren per kalenderjaar. b. De werknemer met een normale wekelijkse arbeidsduur van minder dan 40 uur, heeft naar rato van zijn wekelijkse arbeidsduur recht op een evenredig deel van het kader onder a. genoemde aantal roostervrije uren. c. De werknemer met wie het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt aangegaan dan wel beëindigd, heeft naar rato van de overeengekomen arbeidsduur lengte van het dienstverband in dat jaar recht op een evenredig deel van de onder a. genoemde en eventueel op grond van b aangepaste aantal roostervrije uren. d. Roostervrije uren worden ofwel ingeroosterd, of worden aangewend voor tijdsparen, waarbij de voltijdwerknemer in dagdienst, tweeploegendienst en drieploegendienst is werknemer op grond van artikel 15 lid 2 van de werktijd per werknemer/per afdeling cao het recht behoudt om maximaal 50% van de roostervrije uren aan te mogen wenden voor tijdsparen. 2. De roostervrije uren worden in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepast, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week op jaarbasis bedraagtondernemingsraad vastgesteld. Dit gemiddelde wordt verkregen door Bij het toekennen ontbreken van 24 adv-dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen werkgever en werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 Per afdeling ondernemingsraad worden de adv-dagen of -uren in onderling roostervrije uren na overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen van met de week beschikbaar zijn waarbij een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − door de werknemer daadwerkelijk worden genoten, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslag. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus werknemers door de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genietenvastgesteld. De werkgever zal rekening houden met de wensen van de werknemers. Indien over de in de onderneming geldende regelingen geen duidelijkheid bestaat, zullen deze de roostervrije uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijnworden toegekend door ten minste: – een halve roostervrije dag per twee weken of – een hele roostervrije dag per vier weken. 9.8.6 Indien 3. De roostervrije uren zullen niet samenvallen met buitengewoon verlof, feestdagen of vakantiedagen. 4 a. Bij volledige arbeidsongeschiktheid worden de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-op te bouwen roostervrije uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboektgeacht direct te zijn opgenomen.

Arbeidsduurverkorting. In het kader van de overeengekomen arbeidsduur voor de voltijdwerknemer voltijd-werknemer in dagdienst, tweeploegendienst 2- ploegendienst en drieploegendienst 3-ploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepast, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen van 24 adv-ADV dagen (of 192 advADV-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 9.7.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op advADV, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen werkgever en werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 9.7.2 Per afdeling worden de advADV-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen van de week beschikbaar zijn waarbij een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het advADV-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van advADV-dagen/-uren dagen/uren te voorkomen. 9.8.3 9.7.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − - met behoud van het overeengekomen maandinkomen − - door de werknemer daadwerkelijk worden genoten, wat hetgeen impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft 9.7.4 Indien de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen advin artikel 9.7 vermelde ADV-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats kalenderjaar niet zijn opgenomen, worden deze tot een maximum van 11 dagen in januari daaraanvolgend daaraanvolgende afgerekend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris (schaalsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslagploegentoeslag) in december van het vorig jaar. Van deze 11 dagen mogen maximaal 8 dagen worden uitbetaald, de overige 3 dagen mogen uitsluitend in extra pensioenrechten worden omgezet via de module “pensioensparen”. 9.8.5 9.7.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijn. 9.8.6 9.7.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 advADV-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 advADV-dagen (of 16 uren) afgeboekt.

Arbeidsduurverkorting. In het kader van de overeengekomen arbeidsduur voor de voltijdwerknemer voltijd-werknemer in dagdienst, tweeploegendienst 2-ploegendienst en drieploegendienst 3-ploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepast, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen van 24 adv-ADV dagen (of 192 advADV-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 9.7.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op advADV, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen werkgever en werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 9.7.2 Per afdeling worden de advADV-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen van de week beschikbaar zijn waarbij een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het advADV-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van advADV-dagen/-uren dagen/uren te voorkomen. 9.8.3 9.7.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − - met behoud van het overeengekomen maandinkomen − - door de werknemer daadwerkelijk worden genoten, wat hetgeen impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft 9.7.4 Indien de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen advin artikel 9.7 vermelde ADV-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats kalenderjaar niet zijn opgenomen, worden deze tot een maximum van 11 dagen in januari daaraanvolgend daaraanvolgende afgerekend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris (schaalsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslagploegentoeslag) in december van het vorig jaar. Van deze 11 dagen mogen maximaal 8 dagen worden uitbetaald, de overige 3 dagen mogen uitsluitend in extra pensioenrechten worden omgezet via de module “pensioensparen”. 9.8.5 9.7.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijn. 9.8.6 9.7.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 advADV-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 advADV-dagen (of 16 uren) afgeboekt.

Arbeidsduurverkorting. In het kader 1. Door arbeidsduurverkorting heeft de werknemer die arbeid verricht op basis van de overeengekomen arbeidsduur voor de voltijdwerknemer in dagdienst, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepast, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week een fulltime contract recht op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen van 24 13 adv-dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verrichtjaar. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv2. Aan de werknemer die parttime werkt, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen werkgever en werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijnmoet de arbeidsduurverkorting naar evenredigheid worden toegewezen. 9.8.2 Per afdeling worden 3. De werknemer die arbeid verricht op basis van een afroepcontract heeft geen recht op arbeidsduurverkorting. In plaats daarvan ontvangt hij een toeslag van 5% over het basisuurloon. Deze toeslag maakt deel uit van de loontoeslag werknemer met een afroepcon ract. 4. De werkgever stelt de adv-dagen of -uren vast, neemt ze in onderling overleg ingeroosterdhet rooster op en deelt dit mee aan de werknemer. – In de loonperio en 7, c.q8, 9 en 13 hoeven geen adv-dagen in het vaste rooster te worden opgenomen. opgenomen– De werkgever kan maximaal 3 adv-dagen per loonperiode vaststellen. – De werkgever kan in een kalenderjaar maximaal 5 adv-dagen vaststellen bij de donderdagse weekindeling, waarvoor in principe alle voorafgaand aan de week waarin de adv-dag wordt vastgesteld. De overige adv-dagen moet de werkgever langer van tevoren vaststellen: ten minste 28 dagen. 5. De werkgever kan slechts met instemming van de week beschikbaar zijn waarbij werknemer een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het eenmaal vastgestelde adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van dag verschuiven naar uiterlijk de volgende loonperiode. De nieuwe vaststelling kan eventueel plaats vinden naast een reeds eerder vastgestelde adv-dagen/-uren te voorkomendag. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − door de werknemer daadwerkelijk 6. Indien een vastgestelde adv-dag wegens arbeidsongeschiktheid of bijzonder verlof niet kan worden genoten, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer dan heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand werknemer geen recht op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslagvervangende vrije tijd. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijn. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboekt.