Basispensioenregeling Voorbeeldclausules

Basispensioenregeling. De pensioenregeling van het Fonds waarin de pensioenopbouw over het pensioengevend loon tot de aftoppingsgrens is geregeld.
Basispensioenregeling. 1. Partijen zijn met elkaar een middelloonregeling overeengekomen. Deze pensioenregeling vormt de basis van de pensioenafspraken zoals partijen die met elkaar hebben gemaakt. 2. Werkgevers hebben de mogelijkheid om, met instemming van de onderne- mingsraad in de zin van de Wet op de ondernemingsraden of van een andere formele zeggenschap binnen de organisatie, in plaats van de middelloonregeling te kiezen voor een: a. collectieve beschikbare premieregeling (Collective Defined Contribution; CDC); of, b. individuele beschikbare premieregeling (Individual Defined Contribution; IDC). Voor voormalig leden van de Federatie van Onderlinge Verzekeraars (FOV), welke door de fusie met het Verbond van Verzekeraars per 1 januari 2015 zijn gebonden aan de Cao, en die op basis van de destijds geboden uitzon- deringsmogelijkheid de middelloonregeling of een CDC-regeling op 16 februari 2018 nog niet hebben geïmplementeerd, geldt het volgende: deze werkgevers hebben de verplichting om uiterlijk met ingang van 1 januari 2019 de middelloonregeling te implementeren of te kiezen voor een CDC- of IDC-regeling, tenzij er op 1 januari 2019 sprake is van een lopende uitvoeringsovereenkomst met een ingangsdatum van vóór 16 februari 2018. In dat geval wordt die uitvoeringsovereenkomst geres- pecteerd tot aan de einddatum van de termijn van de eerstvolgende opzeggingsmogelijkheid die die uitvoeringsovereenkomst biedt. Vervolgens wordt aansluitend daaraan een pensioenregeling conform deze Cao geïmplementeerd. In de situatie dat deze voortijdige opzegging van de uitvoeringsovereenkomst naar het oordeel van de betreffende werkgever tot bezwarende omstandigheden leidt, heeft de werkgever de gelegenheid om bij de dispensatiecommissie een verzoek neer te leggen om te oordelen of deze bezwarende omstandigheden een grondslag kunnen bieden voor het (tijdelijk) niet van toepassing verklaren van de in dit lid opgenomen implementatieverplichting. 3. Werkgevers hebben de verplichting om, met inachtneming van de binnen hun organisatie geldende medezeggenschapssituatie, de uitvoering van de pensioenregeling onder te brengen bij een pensioenuitvoerder in de zin van de Pensioenwet. Indien de uitvoering van de pensioenregeling wordt ondergebracht bij een verzekeraar, bevelen partijen aan om een deelnemersvergadering in te stellen. 4. De kosten van de basispensioenregeling maken onderdeel uit van de totale arbeidskosten. Indien de kosten van de basispensioenregeling naar het oordeel van de Cao-partijen...
Basispensioenregeling. HP 2004 Pensioenreglement B –
Basispensioenregeling. HP 2006 Pensioenreglement A 55-plus –
Basispensioenregeling. De middelloonregeling van BP Group Netherlands. De overeenkomst tussen de werkgever en het fonds over de uitvoering van de pensioenregelingen van de werkgever.
Basispensioenregeling. Pensioenreglement 1997 van Zwitserleven
Basispensioenregeling. Pensioenreglement II van Stichting EDS Pensioenfonds
Basispensioenregeling. 1. De basispensioenregeling verleent iedere deelnemer aanspraken op levenslang ouderdomspensioen. 2. Voor het onderhavige kalenderjaar geldt voor het ouderdomspensioen een opbouw van het percentage van de in dat jaar geldende pensioengrondslag, zoals opgenomen in bijlage 1. Het ouderdomspensioen is bij ingang gelijk aan de som van de jaarlijks verkregen aanspraken op ouderdomspensioen, vermeerderd met de eventuele toeslagen als bedoeld in artikel 8 van dit reglement en verminderd met eventuele kortingen zoals bedoeld in artikel 13 lid 6 van dit reglement. Op basis van artikel 13 lid 4 en 5 van dit reglement, kan de stichting bij bestuursbesluit overgaan tot wijziging van het opbouwpercentage. 3. De opbouw van ouderdomspensioen wordt (pro rata) gestaakt gedurende de periode dat ouderschapsverlof, verlof uit hoofde van de levensloopregeling of andere vormen van onbetaald verlof wordt opgenomen. Het opnemen van onbetaald verlof is tot een maximum van 18 maanden niet van invloed op de dekking van het partnerpensioen. 4. Indien de pensioenrichtleeftijd op grond van artikel 6b lid 2 van dit reglement (gedurende enig jaar) wordt verhoogd, blijft het in dat jaar toegepaste opbouwpercentage ongewijzigd, tenzij het bestuur anderszins besluit. 5. Het ouderdomspensioen gaat in op de pensioendatum en wordt uitgekeerd in Euro’s op een bankrekeningnummer van een onder toezicht staande financiële instelling tot en met de maand van overlijden van de pensioengerechtigde. 6. Het ouderdomspensioen van een (gewezen) deelnemer kan eerder ingaan dan de pensioenrichtdatum. Indien de (gewezen) deelnemer het pensioen wil laten ingaan vóór de leeftijd van 5 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd, dient de (gewezen) deelnemer op de pensioeningangsdatum te verklaren dat de op dat moment aanwezige dienstbetrekking(en) is (zijn) beëindigd, dat de (gewezen) deelnemer niet van plan is activiteiten te gaan verrichten ter verwerving van inkomen én dat geen sprake is van een wettelijke verplichting om mee te werken aan het verkrijgen van arbeid (bijvoorbeeld een sollicitatieverplichting). Bij het vervroegen van de pensioenrichtdatum wordt de aanspraak op ouderdomspensioen actuarieel herrekend op basis van de factoren zoals vastgelegd in bijlage 2. Het partnerpensioen wordt vastgesteld op 70% van het actuarieel verlaagde ouderdomspensioen. Indien de (gewezen) deelnemer een partner heeft, is voor deze vervroeging de toestemming vereist van die partner. Voor de arbeidsongeschikte deelnemer geldt...
Basispensioenregeling. De basispensioenregeling die is aan te merken als een uitkeringsovereenkomst, dat wil zeggen een Pensioenovereenkomst inzake een vastgestelde pensioenuitkering. Onder de basispensioenregeling valt tevens de ploegentoeslag.
Basispensioenregeling. 1. De basispensioenregeling verleent iedere deelnemer aanspraken op levenslang ouderdomspensioen. 2. Voor het ouderdomspensioen geldt een opbouwpercentage van 1,6%. Het ouderdomspensioen is bij ingang gelijk aan de som van de jaarlijks verkregen aanspraken op ouderdomspensioen, vermeerderd met de eventuele toeslagen als bedoeld in artikel 8 van dit reglement en verminderd met eventuele kortingen zoals bedoeld in artikel 13 lid 3 van dit reglement. 3. Indien de pensioenrichtleeftijd op grond van artikel 6b lid 2 van dit reglement (gedurende enig jaar) wordt verhoogd, blijft het in dat jaar toegepaste opbouwpercentage ongewijzigd, tenzij het bestuur anderszins besluit. 4. Het ouderdomspensioen gaat in op de pensioendatum en wordt uitgekeerd in Euro’s op een bankrekeningnummer van een onder toezicht staande financiële instelling tot en met de maand van overlijden van de pensioengerechtigde.