Beoordeling ten gronde Voorbeeldclausules

Beoordeling ten gronde. 1. De beoordeling van het contractuele (wan)gedrag van A. UK en het buitencontractuele (wan)gedrag van de bvba A.G. valt in wezen samen, nu de omvang en inhoud van de contractuele verbintenissen niet werd vastgelegd – dat wordt in ieder geval niet aangevoerd of aangetoond – en de standaard voor beide neerkomt op de beoordeling van de vraag of beide instanties in het licht van de concrete omstandigheden zich hebben gedragen als een normale en zorgvuldige (ex-
Beoordeling ten gronde. De Geschillencommissie houdt er daarnaast aan de aandacht te vestigen op het gegeven dat zij, bij de beoordeling van dit geschil, net zoals bij elke andere beoordeling in het kader van haar opdracht, gehouden is door de regels, welke zijn voorgeschreven door de Schikkingsovereenkomst en door het Reglement van de Geschillencommissie.
Beoordeling ten gronde. 5.1. discriminatie op basis van leeftijd De heer P. maakt aanspraak op een schadevergoeding wegens discriminatie bij het solliciteren. Met name verwijt de heer P. het bureau D. W. & C. BV het discriminatieverbod, zoals voorzien in de Wet van 10 mei 2007, te hebben geschonden. De Wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie (hierna: de Antidiscriminatiewet) voorziet in haar artikel 4, lid 4, "leeftijd" inderdaad als één van de beschermde criteria voor de toepassing van deze wet. De rechtbank gaat eerst na wie de bewijslast draagt en of dit bewijs geleverd wordt. 5.1.1. bewijslast In toepassing van artikel 28, § 1 van de Antidiscriminatiewet draagt de heer P. de bewijslast van de feiten die het bestaan van een discriminatie doen vermoeden. Een vermoeden heeft als vertrekpunt een bekend feit, dit is een bewezen feit en niet een feit dat enkel wordt aangevoerd. (Arbh. Brussel (4e k.) nr. 2018/AB/578, 25 mei 2021, JTT 2022, afl. 1416, 22) Uit de tekst van voornoemd artikel 28, § 1, blijkt dus dat een persoon die zich slachtoffer acht van een discriminatie, feiten moet aanvoeren die het bestaan van een discriminatie op grond van een van de beschermde criteria kunnen doen vermoeden, de zogenaamde 'prima facie test', waarbij in § 2 een aantal niet-limitatieve voorbeelden worden gegeven van feiten die het bestaan van een discriminatie kunnen doen vermoeden. De rechtbank verwijst naar de voorbereidende werken, waarin werd gesteld dat "de bewijslast derhalve in de eerste plaats bij het slachtoffer ligt." (Pari. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2720/009, p. 72) Het komt dus de heer P. toe om eerst feiten aan te voeren die het bestaan van een discriminatie op grond van één van de beschermde criteria doen vermoeden. Partijen zijn het erover eens dat de heer P. voldoende feiten aantoont die het bestaan van een discriminatie op grond van zijn leeftijd kunnen doen vermoeden. De heer P. verwijst hiervoor naar het e-mailbericht van 7 oktober 2020 dat hij ontving van mevrouw J. V. B. , werkzaam bij D. W. & C. BV naar aanleiding van zijn sollicitatie, als volgt: Xxx X. (...) De doorslag ligt vooral in het feit dat ik naar iemand op zoek ben die zonder discriminerend te zijn jonger is. Liefst ook een stuk jonger dan ons/mij. lk mis op dat vlak vaak intern nog iemand die helemaal mee is met de huidige social media en het dagelijks zeer intensief gebruikt. En ik vrees dat ik daarvoor stilaan bij de jongere garde moet zijn. Qua kwalificaties en ervaring o...
Beoordeling ten gronde. 1. Zoals bij aanvang reeds aangehaald, betreft de betwisting in het voorliggende dossier in essentie de vraag of de kredietovereenkomsten die tussen partijen werd afgesloten al dan niet dienen te worden gekwalificeerd als een lening op Intrest. Geïntimeerden menen dat de overeenkomsten dienen te worden gekwalificeerd als een le- ning op intrest, terwijl appellante meent dat dit niet het geval is. Dit principe wordt niet betwist door partijen. Het Hof van Xxxxxxxx heeft in twee recente arresten (27.04.2020 en dd. 18.06.2020) van de gelegenheid gebruik gemaakt om de begrippen nogmaals te definiëren. Een geldlening is een overeenkomst waarbij de uitlener aan de lener een bepaald geldbe- drag ter beschikking stalt onder de verplichting dit bedrag terug te geven, vermeerderd met interest indien die is bedongen. Het is een zakelijke overeenkomst die ontstaat door de af- gifte van het geldbedrag, waarna enkel nog een terugbetalingsverbintenis bestaat in hoofde van de ontlener, Een kredietopening daarentegen is een consensuele en wederkerige overeenkomst waarbij de kredietgever aan de kredietnemer tijdelijk en tot beloop van een bepaald bedrag hetzij geld hetzij kredietwaardigheid ter beschikking stelt. De kredietnemer kan van het krediet gebruik maken door een of meerdere geldopnemingen. De kredietnemer is niet verplicht om van het krediet gebruik te maken. Het onderscheid tussen beiden blijft een feitenkwestie, waarover de rechter soeverein oor- deelt. De kwalificatie die partijen aan de overeenkomst hebben gegeven is niet bepalend, wel de werkelijke wil van partijen, die door de rechter dient te worden achterhaald. Wanneer uit de bepalingen van de overeenkomst en de wijze waarop deze werd uitgevoerd blijkt dat de kwalificatie die partijen eraan gegeven hebben dient te worden uitgesloten kan de overeenkomst worden geherkwalificeerd. 2. In de voorliggende betwisting dient vastgesteld dat: De akte verleden voor notaris Xxxxx op 12 november 2008 wordt door de partijen zelf ge- kwalificeerd als een akte van kredietopening. De overeenkomst CR549890 van dezelfde datum wordt bestempeld als de "verwezenlijking van kredietopening" onder de vorm van een voorschottenkrediet, met uitdrukkelijk behoud van alle bepalingen van de akte van kredietopening, verleden diezelfde dag voor notaris Xxxxx en met behoud van alle aan de kredietopening gehechte waarborgen en zonder schuldvernieuwing. Door de wijze waarop geïntimeerden als oorspronkelijk eisende partijen de vordering heb- b...
Beoordeling ten gronde. 68. De Geschillencommissie houdt er verder aan de aandacht te vestigen op het gegeven dat zij, bij de beoordeling van dit bezwaar, net zoals bij elke andere beoordeling in het kader van haar opdracht, gehouden is door de regels, welke zijn voorgeschreven door de Schikkingsovereenkomst en door het Reglement van de Geschillencommissie. 69. De Geschillencommissie stelt eerst en vooral vast dat het Claimformulier dat de Claimant op 13 januari 2019 heeft ingediend, onder het luik I “Identificatie van de Claimant” zowel de naam van de natuurlijke persoon van de Xxxxxxxx vermeldt als de naam van de vennootschap
Beoordeling ten gronde. In hun conclusie zetten Dr. D. B. en Dokterspraktijk D. B. uiteen dat: - Er geen sprake is van een wilsovereenstemming over de beëindiging van de samenwerking op 31 mei 2020; - Er geen toepasselijke of rechtmatige contractuele bepaling is die dit verantwoordt; - Zelfs indien er een dergelijk beding van toepassing zou zijn, de toepassing ervan in casu onregelmatig en onrechtmatig gebeurde; - Het beëindigen van de samenwerking onrechtmatig is wegens de schending van de Antidiscriminatiewet. Door de weigering van de verdere activiteit van Dr. D. B. en Dokterspraktijk D. B. na 31 mei 2020 maakte AZ zich schuldig aan een contractuele fout, en wel de meest ernstige die men als contractspartij kan begaan, met name de samenwerking beëindigen zonder wettelijke grond en zonder de correcte procedure te respecteren. Deze fout verantwoordt de gerechtelijke ontbinding van de tussen de partijen bestaande samenwerking. De fout is ook een buitencontractuele fout nu AZ zich niet heeft gedragen als een normaal en zorgvuldig beheerder geplaatst in dezelfde omstandigheden. Volgens AZ is er geen sprake van een verboden verplichte oppensioenstelling, wel een rechtmatige mogelijkheid tot verlenging conform de algemene regeling van het AZ . Deze algemene regeling werd door Dr. D. B. aanvaard via een rechtsgeldig "kettingbeding'". De beleidsdoelstellingen die nagestreefd worden zijn duidelijk en legitiem conform de Antidiscriminatiewet. De maatregel is passend en noodzakelijk. Er is evenmin sprake van procedurele onregelmatigheden. Er is zodoende geen sprake van een onregelmatige beëindiging en er kunnen geen schadevergoedingen verschuldigd zijn. Beoordeling door het arbeidshof: 5.1 Art. 1184 Oud BW bepaalt: "In wederkerige contracten is de ontbindende voorwaarde altijd stilzwijgend inbegrepen, voor het geval dat een van beide partijen haar verbintenis niet nakomt. In dit geval is het contract niet van rechtswege ontbonden. De partij jegens wie de verbintenis niet is uitgevoerd, heeft de keus om ofwel de andere partij te noodzaken de overeenkomst uit te voeren, wanneer de uitvoering mogelijk is, ofwel de ontbinding van de overeenkomst te vorderen, met schadevergoeding. De ontbinding moet in rechte gevorderd worden, en aan de verweerder kan, naar gelang van de omstandigheden uitstel verleend worden.1 De rechter kan de vordering tot ontbinding van de overeenkomst ten laste van een partij slechts inwilligen wanneer hij vaststelt dat de contractuele wanprestaties die haar worden verwet...

Related to Beoordeling ten gronde

  • Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd De werknemer treedt in dienst voor onbepaalde tijd tenzij artikel D-3 of artikel D-4 van toepassing is.

  • Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 1. Het begin en het einde van het dienstverband moeten bepaald zijn in de arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege op het moment dat de overeengekomen duur is verstreken, dus zonder dat voorafgaande opzegging vereist is. De aanzegplicht is vermeld in artikel 15 van deze cao. 2. Werkgever en werknemer kunnen een keten van maximaal 3 arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd sluiten, die samen niet langer duren dan 36 maanden. Om een nieuwe keten van tijdelijke arbeidsovereenkomsten te kunnen starten moet er een periode van langer dan 6 maanden tussen twee arbeidsovereenkomsten zijn gelegen. 3. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan tussentijds worden opgezegd als deze mogelijkheid in de arbeidsovereenkomst is overeengekomen. De bepalingen van het Burgerlijk Wetboek zijn op deze opzeggingsmogelijkheid van toepassing.

  • Wat als uw klacht niet naar tevredenheid wordt afgehandeld? Als uw klacht niet naar uw tevredenheid is afgehandeld, dan kunt u een geschil aanhangig maken op de wijze zoals beschreven onder 5.3 e.v. en op de website van de Geschillencommissie Verpleging Verzorging en Geboortezorg2.

  • Wat zijn de gevolgen als u de informatie niet (op tijd) doorgeeft? Als we de gevraagde informatie niet (op tijd) van u ontvangen, schorten we de vergoeding op. Dat betekent dat u geen vergoeding ontvangt voor de verzekerde op wie de gevraagde informatie betrekking heeft. We hervatten de vergoeding met terugwerkende kracht, zodra we de informatie hebben ontvangen en we het recht op de vergoeding en de hoogte ervan hebben vastgesteld.

  • Woningborg garantie- en waarborgregeling nieuwbouw; Woningborg-certificaat De Ondernemer verklaart, dat de woning, die het onderwerp is van deze overeenkomst, deel uitmaakt van een door Woningborg geregistreerd project en door haar is ingeschreven onder planregistratienummer W-* en verbindt zich tegenover de Verkrijger ter zake van die woning de verplichtingen uit de Woningborg garantie- en waarborgregeling nieuwbouw te zullen nakomen.

  • De medeveiler aan wie het goed wordt toegewezen, heeft dezelfde verplichtingen als elke andere koper Hij is gehouden de gehele koopprijs te betalen zonder dat hij schuldvergelijking kan inroepen. Commandverklaring door de medeveiler is niet toegelaten.

  • Kunt u de overeenkomst opzeggen als wij de prijzen van de aanvullende zorgverlening wijzigen? Als wij de prijzen aanpassen van de aanvullende zorgverlening die u zelf betaalt, mag u dat deel van de overeenkomst, die de aanvullende zorgverlening regelt en waarvan de prijzen verhoogd zijn, opzeggen met ingang van de datum waarop de hogere prijzen gelden.

  • Wat gebeurt er als wij de overeenkomst opzeggen? Als wij de overeenkomst opzeggen om één (of meer) van de redenen als hiervóór vermeld onder 6.2, zullen wij ons best doen om u te helpen bij het zoeken naar een passend alternatief en u wijzen op de mogelijkheid een klacht in te dienen. U krijgt desgevraagd een kopie mee van het zorgdossier. Alleen met uw uitdrukkelijke toestemming geven wij informatie over u aan een zorgaanbieder die de zorg overneemt.

  • Geschillenregeling en de wettelijke klachtenregeling voor Kinderopvang 1. Geschillen tussen Ouder en Ondernemer over de totstandkoming of de uitvoering van de Overeenkomst kunnen zowel door de Ouder als door de Ondernemer aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, Bordewijklaan 46, Xxxxxxx 00 000, 0000 XX Xxx Xxxx, (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). 2. Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien de Ouder zijn klacht eerst bij de Ondernemer heeft ingediend. 3. Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil binnen 12 maanden na de datum waarop de Ouder de klacht bij de Ondernemer indiende, schriftelijk of in een andere door de Geschillencommissie te bepalen vorm bij deze commissie aanhangig worden gemaakt. 4. Wanneer de Ouder een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is de Ondernemer aan deze keuze gebonden. Indien de Ondernemer een geschil aanhangig wil maken bij de Geschillencommissie, moet hij de Ouder Schriftelijk vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. De Ondernemer dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken. 5. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. Het reglement van de Geschillencommissie is beschikbaar via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en wordt desgevraagd toegezonden. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. 6. Uitsluitend de rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.

  • Wat zijn de gevolgen als u de premie niet op tijd of niet volledig betaalt? Als u de premie en kosten niet op tijd of niet volledig betaalt, schorsen we de dekking van uw module. U ontvangt van ons bericht vanaf welke datum uw dekking geschorst is. Wordt de verzekerde tijdens de schorsing arbeidsongeschikt? Xxx heeft u geen recht op een vergoeding voor deze verzekerde. Dit geldt voor de gehele periode dat de verzekerde arbeidsongeschikt is, ook als u de premie en kosten later alsnog betaalt en de verzekerde nog steeds arbeidsongeschikt is. Moeten wij voor deze verzekerde de vergoeding op grond van de garantieverklaring aan UWV betalen, dan zullen wij deze vergoeding van u terugvorderen. Was de verzekerde al arbeidsongeschikt voordat de dekking werd geschorst? Xxx heeft u voor deze verzekerde wel recht op een vergoeding. Hebben we de dekking geschorst en betaalt u de premie en kosten nog steeds niet? Dan kunnen we de module beëindigen. U bent dan niet langer verzekerd. U wordt dan weer verplicht verzekerd bij UWV.