Common use of Deeltijdpensioen Clause in Contracts

Deeltijdpensioen. 1. De deelnemer heeft de mogelijkheid om gedeeltelijk met pensioen te gaan. Hierbij worden de geldende fiscale grenzen in acht genomen. 2. Indien de ingangsdatum van het deeltijdpensioen meer dan vijf jaar vóór de AOW-leeftijd ligt, dient de deelnemer aan het fonds te verklaren dat hij zijn arbeidzame leven beëindigt in dezelfde mate als waarin hij vervroegd met pensioen gaat en dat hij niet van plan is die arbeid weer te hervatten. 3. Voor het gedeelte dat de deelnemer blijft deelnemen in de pensioenregeling vindt pensioenopbouw plaats volgens de bepalingen in dit reglement, waaronder het bepaalde in artikel 11 (deeltijd). Voor het gedeelte dat de deelnemer een pensioenuitkering ontvangt, stopt de pensioenopbouw. 4. Deeltijdpensioen is toegestaan vanaf de eerste dag van de maand waarin de leeftijd van tien jaar vóór de AOW-leeftijd wordt bereikt. 5. De hoogte van het deeltijdpensioen wordt vastgesteld volgens het bepaalde in artikel 17 (pensionering). 6. Deeltijdpensioen is uitsluitend toegestaan als de deelnemer dit minimaal drie maanden voor de beoogde feitelijke pensioenleeftijd schriftelijk meldt aan het fonds. 7. Een gewezen deelnemer heeft ook recht op deeltijdpensioen. Indien de ingangsdatum van het deeltijdpensioen van de gewezen deelnemer meer dan vijf jaar vóór de AOW-leeftijd ligt, dient de deelnemer aan het fonds te verklaren dat hij zijn arbeidzame leven beëindigt in dezelfde mate als waarin hij vervroegd met pensioen gaat en dat hij niet van plan is die arbeid weer te hervatten. 8. De keuze voor deeltijdpensioen is eenmalig en onherroepelijk. Het deeltijdpensioen mag na ingang niet lager zijn dan het in artikel 66 van de Pensioenwet bedoelde bedrag (€ 520,35 in 2022). 9. Het fonds doet de (gewezen) deelnemer schriftelijk opgave van de voorwaarden waaronder een en ander mogelijk is. 10. Het bepaalde in artikel 21 (variatie in de pensioenuitkeringen) is niet van toepassing op deeltijdpensioen.

Deeltijdpensioen. 1. Op verzoek van de (gewezen) deelnemer kan het pensioen ook gedeeltelijk ingaan, en wel binnen een periode van vijf jaar voorafgaand aan het bereiken van de voor hem geldende AOW-gerechtigde leeftijd. Deze gedeeltelijke ingang kan uitsluitend in eenheden van 20, 40 of 50% plaatsvinden, uitgaande van de ingevolge de CAO voor de betreffende deelnemer geldende werktijd. De (gewezen) deelnemer heeft dient hierbij schriftelijk te verklaren dat de mogelijkheid werkzaamheden naar rato worden beëindigd. Een eenmaal gemaakte keuze kan, behoudens het bepaalde in het derde lid, niet ongedaan worden gemaakt. Het verzoek om gedeeltelijk met gedeeltelijke ingang van het pensioen te gaan. Hierbij moet drie maanden vóór de gewenste ingangsdatum van het pensioen worden de geldende fiscale grenzen in acht genomeningediend bij het fonds. 2. Indien de ingangsdatum Het gedeelte van het deeltijdpensioen meer dan vijf jaar opgebouwde pensioen dat ingaat vóór de AOW-leeftijd ligtpensioendatum wordt herrekend volgens het bepaalde in artikel 19, dient lid 1. Het gedeelte van het opgebouwde pensioen dat ingaat na de deelnemer aan pensioendatum wordt eveneens herrekend volgens het fonds te verklaren dat hij zijn arbeidzame leven beëindigt bepaalde in dezelfde mate als waarin hij vervroegd met pensioen gaat en dat hij niet van plan is die arbeid weer te hervattenartikel 19, lid 1. 3. Voor Het is de (gewezen) deelnemer toegestaan eenmalig te kiezen om het gedeelte pensioen volledig in te laten gaan, met dien verstande dat de (gewezen) deelnemer blijft deelnemen zijn pensioen uiterlijk volledig dient te laten ingaan op het tijdstip waarop de (gewezen) deelnemer de leeftijd bereikt die vijf jaar hoger is dan de voor hem geldende AOW-gerechtigde leeftijd. Een verzoek hiertoe moet drie maanden vóór de gewenste datum waarop het pensioen volledig in de pensioenregeling vindt pensioenopbouw plaats volgens de bepalingen in dit reglement, waaronder moet gaan worden ingediend bij het bepaalde in artikel 11 (deeltijd). Voor het gedeelte dat de deelnemer een pensioenuitkering ontvangt, stopt de pensioenopbouwfonds. 4. Deeltijdpensioen is toegestaan vanaf Indien de (gewezen) deelnemer geen keuze maakt, dan gaat het pensioen volledig in op de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer de leeftijd van tien bereikt die vijf jaar vóór hoger is dan de voor hem geldende AOW-leeftijd wordt bereiktgerechtigde leeftijd. 5. De hoogte van het deeltijdpensioen wordt vastgesteld volgens het bepaalde in artikel 17 (pensionering). 6. Deeltijdpensioen is uitsluitend toegestaan als de deelnemer dit minimaal drie maanden voor de beoogde feitelijke pensioenleeftijd schriftelijk meldt aan het fonds. 7. Een gewezen deelnemer heeft ook recht op deeltijdpensioen. Indien de ingangsdatum van het deeltijdpensioen van de gewezen deelnemer meer dan vijf jaar vóór de AOW-leeftijd ligt, dient de deelnemer aan het fonds te verklaren dat hij zijn arbeidzame leven beëindigt in dezelfde mate als waarin hij vervroegd met pensioen gaat en dat hij niet van plan is die arbeid weer te hervatten. 8. De keuze voor deeltijdpensioen is eenmalig en onherroepelijk. Het deeltijdpensioen mag na ingang niet lager zijn dan het in artikel 66 van de Pensioenwet bedoelde bedrag (€ 520,35 in 2022). 9. Het fonds doet de (gewezen) deelnemer schriftelijk opgave kan op diens verzoek voor ieder deel van het opgebouwde pensioen dat ingaat, na de herrekening als bedoeld in het tweede lid, gebruik maken van de voorwaarden waaronder een en ander mogelijk is. 10. Het bepaalde in artikel 21 (variatie flexibiliseringsmogelijkheden als bedoeld in de pensioenuitkeringen) is niet van toepassing op deeltijdpensioenartikelen 20 tot en met 22.

Deeltijdpensioen. 1. De deelnemer heeft de mogelijkheid om in overleg met de werkgever, met inachtneming van de dan geldende fiscale grenzen, gedeeltelijk met pensioen te gaan. Hierbij worden de geldende fiscale grenzen in acht genomen. 2. Indien de ingangsdatum van het deeltijdpensioen meer dan vijf jaar vóór de AOW-leeftijd ligt, De dienstbetrekking dient de deelnemer aan het fonds ten minste voor dit gedeelte te verklaren dat hij zijn arbeidzame leven beëindigt in dezelfde mate als waarin hij vervroegd met pensioen gaat en dat hij niet van plan is die arbeid weer te hervatten. 3beëindigd. Voor het gedeelte dat de deelnemer in dienst blijft van de werkgever, blijft de deelnemer deelnemen in aan de pensioenregeling pensioenregeling. Voor dit gedeelte vindt pensioenopbouw plaats volgens de bepalingen in dit reglement, waaronder het bepaalde in het artikel 11 (deeltijd). Voor het gedeelte dat de deelnemer een pensioenuitkering ontvangt, stopt de pensioenopbouw'Deeltijdarbeid'. 42. Deeltijdpensioen is toegestaan vanaf de eerste dag van de maand waarin de leeftijd van tien jaar vóór de AOW55-jarige leeftijd wordt bereikt. 53. De hoogte van het deeltijdpensioen wordt vastgesteld volgens het bepaalde in het artikel 17 (pensionering)'Pensioeningangsdatum'. 64. Deeltijdpensioen is uitsluitend toegestaan als de deelnemer dit minimaal drie maanden zes weken voor de beoogde feitelijke pensioenleeftijd pensioeningangsdatum schriftelijk meldt aan het fondsde werkgever en de verzekeraar. 75. Een gewezen deelnemer heeft ook recht op deeltijdpensioen, daarbij is overleg met en melding aan de werkgever niet van toepassing. 6. Indien de ingangsdatum Een ingegaan deeltijdpensioen is onherroepelijk. Het percentage waarmee het deeltijdpensioen ingaat kan na ingang nog slechts worden verhoogd. Dit percentage geldt voor een periode van zes maanden of een veelvoud daarvan. Voor wijzigen van het deeltijdpensioen percentage is lid 4 van de gewezen deelnemer meer dan vijf jaar vóór de AOW-leeftijd ligt, dient de deelnemer aan het fonds te verklaren dat hij zijn arbeidzame leven beëindigt in dezelfde mate als waarin hij vervroegd met pensioen gaat en dat hij niet van plan is die arbeid weer te hervatten. 8. De keuze voor deeltijdpensioen is eenmalig en onherroepelijkovereenkomstige toepassing. Het deeltijdpensioen mag na ingang niet lager zijn dan het in artikel 66 van de Pensioenwet bedoelde bedrag (€ 520,35 420,69 in 20222010). 9. Het fonds doet de (gewezen) deelnemer schriftelijk opgave van de voorwaarden waaronder een en ander mogelijk is. 107. Het bepaalde in het artikel 21 (variatie 'Variatie in de pensioenuitkeringen) ' is niet van toepassing op het ingegane deeltijdpensioen. 8. Voor deeltijdpensioen is toestemming van de partner vereist.

Deeltijdpensioen. 1. Op verzoek van de deelnemer gaat het ouderdomspensioen op de pensioeningangsdatum gedeeltelijk in. De dienstbetrekking dient voor dit gedeelte aantoonbaar te zijn beëindigd. Voor het gedeelte van de arbeidsduur dat de deelnemer heeft in dienst blijft van de mogelijkheid om gedeeltelijk met pensioen te gaanwerkgever, blijft hij deelnemer in de regeling. Hierbij worden de geldende fiscale grenzen Voor dit gedeelte vindt pensioenopbouw plaats conform deeltijdwerk zoals bedoeld in acht genomen. 2artikel 1.4. Indien Een verzoek tot deeltijdpensioen dient uiterlijk drie maanden voor de ingangsdatum van het deeltijdpensioen meer dan vijf jaar vóór de AOW-leeftijd ligt, dient de deelnemer aan bij het fonds te verklaren dat hij worden ingediend. 2. Deeltijdpensioen gaat niet eerder in dan na het bereiken van de 55-jarige leeftijd. De ingangsdatum kan niet later zijn arbeidzame leven beëindigt dan de datum waarop het totale pensioen het fiscale maximum bereikt. In dit kader wordt verwezen naar het bepaalde in dezelfde mate als waarin hij vervroegd met pensioen gaat en dat hij niet van plan is die arbeid weer te hervattenartikel 4.4, vijfde lid. 3. Voor De gedeeltelijke ingang kan uitsluitend plaatsvinden in eenheden van 20%. Wanneer het gedeelte dat pensioen gedeeltelijk is ingegaan, kan één maal per jaar voor een hoger percentage worden gekozen. Het aantal uren in de arbeidsovereenkomst van de deelnemer blijft deelnemen in de pensioenregeling vindt pensioenopbouw plaats volgens de bepalingen in dit reglement, waaronder dient met hetzelfde percentage te worden verminderd als het bepaalde in artikel 11 (deeltijd). Voor het gedeelte dat percentage waarvoor de deelnemer een pensioenuitkering ontvangt, stopt de pensioenopbouwmet pensioen gaat. 4. Deeltijdpensioen is toegestaan vanaf de eerste dag Afhankelijk van de maand waarin de leeftijd gekozen ingangsdata wordt het deeltijdpensioen verlaagd of verhoogd. Dit gebeurt op dezelfde wijze als bij vervroeging en uitstel van tien jaar vóór de AOW-leeftijd wordt bereikthet volledige pensioen als bedoeld in artikel 4.4, tweede lid. 5ARTIKEL 4.2‌ Inruil partnerpensioen voor extra ouderdomspensioen en inruil ouderdomspensioen voor extra partnerpensioen‌ 1. De hoogte (gewezen) deelnemer heeft het recht (een deel van) zijn aanspraken op partnerpensioen op de pensioeningangsdatum van het deeltijdpensioen ouderdomspensioen in te ruilen voor extra aanspraken op ouderdomspensioen. In dat geval wordt de aanspraak op jaarlijks ouderdomspensioen verhoogd aan de hand van een door het bestuur, gehoord de actuaris, vastgestelde tabel (bijlage A). Deze tabel is van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2018 vastgesteld volgens het met inachtneming van de algemeen aanvaardbare actuariële grondslagen. De tabel is zodanig vastgesteld dat voor deelnemers en gewezen deelnemers dezelfde ruilvoet geldt en sprake is van collectieve actuariële gelijkwaardigheid. Het bepaalde in artikel 17 (pensionering)18d, tweede lid van de Wet op de Loonbelasting 1964 is hierbij van overeenkomstige toepassing. 62. Deeltijdpensioen is uitsluitend toegestaan als Naast de deelnemer dit minimaal drie maanden voor de beoogde feitelijke pensioenleeftijd schriftelijk meldt aan in het fonds. 7. Een gewezen deelnemer eerste lid genoemde keuze heeft ook recht op deeltijdpensioen. Indien de ingangsdatum van het deeltijdpensioen van de gewezen deelnemer meer dan vijf jaar vóór de AOW-leeftijd ligt, dient de deelnemer aan het fonds te verklaren dat hij zijn arbeidzame leven beëindigt in dezelfde mate als waarin hij vervroegd met pensioen gaat en dat hij niet van plan is die arbeid weer te hervatten. 8. De keuze voor deeltijdpensioen is eenmalig en onherroepelijk. Het deeltijdpensioen mag na ingang niet lager zijn dan het in artikel 66 van de Pensioenwet bedoelde bedrag (€ 520,35 in 2022). 9. Het fonds doet de (gewezen) deelnemer schriftelijk opgave het recht (een deel van) zijn opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen op de pensioeningangsdatum van het ouderdomspensioen of bij beëindiging van de voorwaarden waaronder deelneming anders dan door overlijden of door pensionering in te ruilen voor extra aanspraken op partnerpensioen. In dat geval wordt de aanspraak op partnerpensioen verhoogd aan de hand van een door het bestuur, gehoord de actuaris, vastgestelde tabel, welke is gebaseerd op algemeen aanvaardbare actuariële principes. Deze tabel met uitruilfactoren is opgenomen in bijlage B bij dit reglement. De geldigheidsduur van de uitruilfactoren is van 1 januari 2014 tot en ander mogelijk is. 10met 31 december 2018. De tabel is zodanig vastgesteld dat voor deelnemer en gewezen deelnemers dezelfde ruilvoet geldt en sprake is van collectieve actuariële gelijkwaardigheid. Het bepaalde in artikel 21 18d, tweede lid van de Wet op de loonbelasting 1964 is hierbij van overeenkomstige toepassing. Een eenmaal toegepaste ruilfactor wijzigt ten aanzien van betrokkene niet, ook al wordt de ruilfactor na afloop van de periode voor nieuwe gevallen aangepast. Indien een deelnemer hiervoor heeft gekozen, vervallen de ingeruilde aanspraken op ouderdomspensioen. 3. De keuze als bedoeld in het eerste en tweede lid op de pensioeningangsdatum kan éénmalig worden gemaakt en is onherroepelijk. De (variatie gewezen) deelnemer dient deze keuze een half jaar vóór de pensioeningangsdatum van het ouderdomspensioen bekend te maken aan het fonds waarbij diens partner tegelijkertijd schriftelijk dient te verklaren in te stemmen met de pensioenuitkeringen) keuze. De gewezen deelnemer dient de keuze als bedoeld in het tweede lid bij beëindiging van de deelneming anders dan door overlijden of pensionering schriftelijk binnen twee maanden na beëindiging van de deelneming bij het fonds bekend te maken waarbij diens partner tegelijkertijd schriftelijk dient te verklaren in te stemmen met de keuze. De keuzemogelijkheid bij beëindiging van de deelneming is niet van toepassing, respectievelijk vervalt als de gewezen deelnemer een verzoek tot waardeoverdracht heeft ingediend. 4. De toepassing van dit artikel heeft geen invloed op deeltijdpensioende hoogte van het wezenpensioen. 5. Indien er op grond van artikel 5.2 aanspraken op bijzonder partnerpensioen moeten worden toegekend of zijn toegekend, blijven deze aanspraken buiten toepassing van dit artikel.

Deeltijdpensioen. 1. De deelnemer heeft de mogelijkheid om gedeeltelijk met pensioen te gaan. Hierbij worden de geldende fiscale grenzen in acht genomen. 2. Indien de ingangsdatum van het deeltijdpensioen meer dan vijf jaar vóór de AOW-leeftijd ligt, dient de deelnemer aan het fonds te verklaren dat hij zijn arbeidzame leven beëindigt in dezelfde mate als waarin hij vervroegd met pensioen gaat en dat hij niet van plan is die arbeid weer te hervatten. 3. Voor het gedeelte dat de deelnemer blijft deelnemen in de pensioenregeling vindt pensioenopbouw plaats volgens de bepalingen in dit reglement, waaronder het bepaalde in artikel 11 (deeltijd). Voor het gedeelte dat de deelnemer een pensioenuitkering ontvangt, stopt de pensioenopbouw. 4. Deeltijdpensioen is toegestaan vanaf de eerste dag van de maand waarin de leeftijd van tien jaar vóór de AOW-leeftijd wordt bereikt. 5. De hoogte van het deeltijdpensioen wordt vastgesteld volgens het bepaalde in artikel 17 (pensionering). 6. Deeltijdpensioen is uitsluitend toegestaan als de deelnemer dit minimaal drie maanden voor de beoogde feitelijke pensioenleeftijd schriftelijk meldt aan het fonds. 7. Een gewezen deelnemer heeft ook recht op deeltijdpensioen. Indien de ingangsdatum van het deeltijdpensioen van de gewezen deelnemer meer dan vijf jaar vóór de AOW-leeftijd ligt, dient de deelnemer aan het fonds te verklaren dat hij zijn arbeidzame leven beëindigt in dezelfde mate als waarin hij vervroegd met pensioen gaat en dat hij niet van plan is die arbeid weer te hervatten. 8. De keuze voor deeltijdpensioen is eenmalig en onherroepelijk. Het deeltijdpensioen mag na ingang niet lager zijn dan het in artikel 66 van de Pensioenwet bedoelde bedrag (€ 520,35 592,51 in 20222024). 9. Het fonds doet de (gewezen) deelnemer schriftelijk opgave van de voorwaarden waaronder een en ander mogelijk is. 10. Het bepaalde in artikel 21 (variatie in de pensioenuitkeringen) is niet van toepassing op deeltijdpensioen.

Deeltijdpensioen. 1. De deelnemer heeft (Gewezen) Deelnemer kan ervoor kiezen het opgebouwde ouderdomspensioen op de mogelijkheid om Pensioendatum gedeeltelijk met pensioen in te laten gaan. Hierbij worden Voor het gedeelte van de geldende fiscale grenzen arbeidsduur dat de Deelnemer in acht genomendienst blijft van de Werkgever, blijft hij uiterlijk tot de Pensioenrichtdatum Deelnemer in deze Pensioenregeling. Voor dit gedeelte vindt pensioenopbouw plaats conform de regels voor een Deeltijddienstverband. 2. Indien de ingangsdatum van het deeltijdpensioen meer gedeeltelijk ingegane ouderdomspensioen eerder dan vijf jaar vóór voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd ligt, in gaat dan dient de deelnemer dienstbetrekking in (ten minste) dezelfde mate aantoonbaar voor het Fonds te zijn beëindigd. De Deelnemer dient aan het fonds Fonds op de eerdere vervroegde Pensioendatum door een schriftelijke verklaring kenbaar te verklaren maken dat hij zijn arbeidzame leven beëindigt dienstbetrekking geëindigd is in (ten minste) dezelfde mate als waarin hij vervroegd met pensioen gaat en dat hij niet van plan is die arbeid weer activiteiten te hervatten. 3. Voor het gedeelte dat Het nog niet ingegane (deel van het) ouderdomspensioen gaat uiterlijk vijf jaar ná de deelnemer blijft deelnemen in voor de pensioenregeling vindt pensioenopbouw plaats volgens de bepalingen in dit reglementGepensioneerde geldende AOW- gerechtigde leeftijd in, waaronder het bepaalde zoals bepaald in artikel 11 (deeltijd). Voor het gedeelte dat de deelnemer een pensioenuitkering ontvangt, stopt de pensioenopbouw7.3. 4. Deeltijdpensioen is toegestaan vanaf de eerste dag van de maand waarin de leeftijd van tien jaar vóór de AOW-leeftijd wordt bereikt. 5mogelijk voor ten minste 10 procent of een veelvoud hiervan. De hoogte (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde kan maximaal eenmaal per jaar het percentage voor deeltijdpensioen verhogen. Verlagen van het deeltijdpensioen wordt vastgesteld volgens het bepaalde in artikel 17 (pensionering). 6. Deeltijdpensioen is uitsluitend toegestaan als de deelnemer dit minimaal drie maanden voor de beoogde feitelijke pensioenleeftijd schriftelijk meldt aan het fonds. 7. Een gewezen deelnemer heeft ook recht op deeltijdpensioen. Indien de ingangsdatum percentage van het deeltijdpensioen van de gewezen deelnemer meer dan vijf jaar vóór de AOW-leeftijd ligt, dient de deelnemer aan het fonds te verklaren dat hij zijn arbeidzame leven beëindigt in dezelfde mate als waarin hij vervroegd met pensioen gaat en dat hij niet van plan is die arbeid weer te hervatten. 8. De keuze voor deeltijdpensioen is eenmalig en onherroepelijk. Het deeltijdpensioen mag na ingang niet lager zijn dan het in artikel 66 van de Pensioenwet bedoelde bedrag (€ 520,35 in 2022)mogelijk. 9. Het fonds doet de (gewezen) deelnemer schriftelijk opgave van de voorwaarden waaronder een en ander mogelijk is. 10. Het bepaalde in artikel 21 (variatie in de pensioenuitkeringen) is niet van toepassing op deeltijdpensioen.

Deeltijdpensioen. 1. Op verzoek van de deelnemer gaat het ouderdomspensioen op de pensioeningangsdatum gedeeltelijk in. De dienstbetrekking dient voor dit gedeelte aantoonbaar te zijn beëindigd. Voor het gedeelte van de arbeidsduur dat de deelnemer heeft in dienst blijft van de mogelijkheid om gedeeltelijk met pensioen te gaanwerkgever, blijft hij deelnemer in de regeling. Hierbij worden de geldende fiscale grenzen Voor dit gedeelte vindt pensioenopbouw plaats conform deeltijdwerk zoals bedoeld in acht genomen. 2artikel 1.4. Indien Een verzoek tot deeltijdpensioen dient uiterlijk drie maanden voor de ingangsdatum van het deeltijdpensioen meer dan vijf jaar vóór de AOW-leeftijd ligt, dient de deelnemer aan bij het fonds te verklaren dat hij worden ingediend. 2. Deeltijdpensioen gaat niet eerder in dan na het bereiken van de 55-jarige leeftijd. De ingangsdatum kan niet later zijn arbeidzame leven beëindigt dan de datum waarop het totale pensioen het fiscale maximum bereikt. In dit kader wordt verwezen naar het bepaalde in dezelfde mate als waarin hij vervroegd met pensioen gaat en dat hij niet van plan is die arbeid weer te hervattenartikel 4.4, vijfde lid. 3. Voor De gedeeltelijke ingang kan uitsluitend plaatsvinden in eenheden van 20%. Wanneer het gedeelte dat pensioen gedeeltelijk is ingegaan, kan één maal per jaar voor een hoger percentage worden gekozen. Het aantal uren in de arbeidsovereenkomst van de deelnemer blijft deelnemen in de pensioenregeling vindt pensioenopbouw plaats volgens de bepalingen in dit reglement, waaronder dient met hetzelfde percentage te worden verminderd als het bepaalde in artikel 11 (deeltijd). Voor het gedeelte dat percentage waarvoor de deelnemer een pensioenuitkering ontvangt, stopt de pensioenopbouwmet pensioen gaat. 4. Deeltijdpensioen is toegestaan vanaf de eerste dag Afhankelijk van de maand waarin de leeftijd gekozen ingangsdata wordt het deeltijdpensioen verlaagd of verhoogd. Dit gebeurt op dezelfde wijze als bij vervroeging en uitstel van tien jaar vóór de AOW-leeftijd wordt bereikthet volledige pensioen als bedoeld in artikel 4.4, tweede lid. 5ARTIKEL 4.2‌ Inruil partnerpensioen voor extra ouderdomspensioen en inruil ouderdomspensioen voor extra partnerpensioen‌ 1. De hoogte (gewezen) deelnemer heeft het recht (een deel van) zijn aanspraken op partnerpensioen op de pensioeningangsdatum van het deeltijdpensioen ouderdomspensioen in te ruilen voor extra aanspraken op ouderdomspensioen. In dat geval wordt de aanspraak op jaarlijks ouderdomspensioen verhoogd aan de hand van een door het bestuur, gehoord de actuaris, vastgestelde tabel (bijlage A). Deze tabel is van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2017 vastgesteld volgens het met inachtneming van de algemeen aanvaardbare actuariële grondslagen. De tabel is zodanig vastgesteld dat voor deelnemers en gewezen deelnemers dezelfde ruilvoet geldt en sprake is van collectieve actuariële gelijkwaardigheid. Het bepaalde in artikel 17 (pensionering)18d, tweede lid van de Wet op de Loonbelasting 1964 is hierbij van overeenkomstige toepassing. 62. Deeltijdpensioen is uitsluitend toegestaan als Naast de deelnemer dit minimaal drie maanden voor de beoogde feitelijke pensioenleeftijd schriftelijk meldt aan in het fonds. 7. Een gewezen deelnemer eerste lid genoemde keuze heeft ook recht op deeltijdpensioen. Indien de ingangsdatum van het deeltijdpensioen van de gewezen deelnemer meer dan vijf jaar vóór de AOW-leeftijd ligt, dient de deelnemer aan het fonds te verklaren dat hij zijn arbeidzame leven beëindigt in dezelfde mate als waarin hij vervroegd met pensioen gaat en dat hij niet van plan is die arbeid weer te hervatten. 8. De keuze voor deeltijdpensioen is eenmalig en onherroepelijk. Het deeltijdpensioen mag na ingang niet lager zijn dan het in artikel 66 van de Pensioenwet bedoelde bedrag (€ 520,35 in 2022). 9. Het fonds doet de (gewezen) deelnemer schriftelijk opgave het recht (een deel van) zijn opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen op de pensioeningangsdatum van het ouderdomspensioen of bij beëindiging van de voorwaarden waaronder deelneming anders dan door overlijden of door pensionering in te ruilen voor extra aanspraken op partnerpensioen. In dat geval wordt de aanspraak op partnerpensioen verhoogd aan de hand van een door het bestuur, gehoord de actuaris, vastgestelde tabel, welke is gebaseerd op algemeen aanvaardbare actuariële principes. Deze tabel met uitruilfactoren is opgenomen in bijlage B bij dit reglement. De geldigheidsduur van de uitruilfactoren is van 1 januari 2013 tot en ander mogelijk is. 10met 31 december 2017. De tabel is zodanig vastgesteld dat voor deelnemer en gewezen deelnemers dezelfde ruilvoet geldt en sprake is van collectieve actuariële gelijkwaardigheid. Het bepaalde in artikel 21 18d, tweede lid van de Wet op de loonbelasting 1964 is hierbij van overeenkomstige toepassing. Een eenmaal toegepaste ruilfactor wijzigt ten aanzien van betrokkene niet, ook al wordt de ruilfactor na afloop van de periode voor nieuwe gevallen aangepast. Indien een deelnemer hiervoor heeft gekozen, vervallen de ingeruilde aanspraken op ouderdomspensioen. 3. De keuze als bedoeld in het eerste en tweede lid op de pensioeningangsdatum kan éénmalig worden gemaakt en is onherroepelijk. De (variatie gewezen) deelnemer dient deze keuze een half jaar vóór de pensioeningangsdatum van het ouderdomspensioen bekend te maken aan het fonds waarbij diens partner tegelijkertijd schriftelijk dient te verklaren in te stemmen met de pensioenuitkeringen) keuze. De gewezen deelnemer dient de keuze als bedoeld in het tweede lid bij beëindiging van de deelneming anders dan door overlijden of pensionering schriftelijk binnen twee maanden na beëindiging van de deelneming bij het fonds bekend te maken waarbij diens partner tegelijkertijd schriftelijk dient te verklaren in te stemmen met de keuze. De keuzemogelijkheid bij beëindiging van de deelneming is niet van toepassing, respectievelijk vervalt als de gewezen deelnemer een verzoek tot waardeoverdracht heeft ingediend. 4. De toepassing van dit artikel heeft geen invloed op deeltijdpensioende hoogte van het wezenpensioen. 5. Indien er op grond van artikel 5.2 aanspraken op bijzonder partnerpensioen moeten worden toegekend of zijn toegekend, blijven deze aanspraken buiten toepassing van dit artikel.

Deeltijdpensioen. 1. De a. Indien een deelnemer daarover overeenstemming met de werkgever heeft bereikt, kan de mogelijkheid om gedeeltelijk met pensioen te gaan. Hierbij worden de geldende fiscale grenzen in acht genomen. 2. Indien de ingangsdatum deelnemer kiezen voor vervroegde ingang van een gedeelte van het deeltijdpensioen meer dan vijf jaar vóór de AOW-leeftijd ligt, dient de deelnemer aan het fonds te verklaren dat hij zijn arbeidzame leven beëindigt in dezelfde mate als waarin hij vervroegd met pensioen gaat en dat hij niet van plan is die arbeid weer te hervatten. 3. Voor het gedeelte dat de deelnemer blijft deelnemen in de pensioenregeling vindt pensioenopbouw plaats volgens de bepalingen in dit reglement, waaronder het bepaalde in artikel 11 (deeltijd). Voor het gedeelte dat de deelnemer een pensioenuitkering ontvangt, stopt de pensioenopbouw. 4. Deeltijdpensioen is toegestaan ouderdomspensioen vanaf de eerste dag van de maand waarin volgend op de leeftijd van 57 jaar. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: i) De deelnemer dient voor tenminste 50% van de oorspronkelijke arbeidsduur, zoals deze geldt direct voorafgaande aan de vervroegde ingang van een deel van het ouderdomspensioen, in dienst te blijven van de werkgever. ii) Indien het ouderdomspensioen gedeeltelijk wordt vervroegd naar een datum die is gelegen meer dan tien jaar vóór voor de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereiktvan de deelnemer, dan verklaart de deelnemer schriftelijk dat zijn arbeidzame leven in dezelfde mate is beëindigd. 5. De b. vervallen - c. Voor het berekenen van de hoogte van het pensioen tijdens deeltijdpensioen wordt vastgesteld volgens het bepaalde in artikel 17 (pensionering)opgebouwde ouderdomspensioen geldend op de pensioendatum vermenigvuldigd met het percentage van het reeds ingegane deeltijdpensioen. Vervolgens vindt vervroeging plaats van dit gedeelte van het ouderdomspensioen. 6. Deeltijdpensioen is uitsluitend toegestaan als d. Indien de werkgever instemt met de keuze van de deelnemer dit minimaal drie maanden voor deeltijdpensioen en de beoogde feitelijke pensioenleeftijd aanpassing van de arbeidsduur, stelt de werkgever het fonds hiervan schriftelijk meldt aan het fondsop de hoogte. 7. Een gewezen deelnemer heeft ook recht op deeltijdpensioen. Indien de ingangsdatum van e. Voor het deeltijdpensioen gedeelte van de gewezen deelnemer meer dan vijf jaar vóór de AOW-leeftijd ligt, dient arbeidsduur dat de deelnemer aan het fonds te verklaren dat in dienst blijft van de werkgever, blijft hij zijn arbeidzame leven beëindigt deelnemer in dezelfde mate als waarin hij vervroegd met pensioen gaat en dat hij niet van plan is die arbeid weer te hervatten. 8deze regeling. De keuze voor deeltijdpensioen is eenmalig en onherroepelijk. Het deeltijdpensioen mag na ingang opbouw van pensioenaanspraken ingevolge dit reglement vindt plaats met inachtneming van artikel 4 lid 2 sub a. De opbouw van pensioenaanspraken zal niet lager meer kunnen bedragen dan de opbouw, die bereikt zou zijn dan het in artikel 66 bij handhaving van de Pensioenwet bedoelde bedrag (€ 520,35 in 2022)volledige arbeidsduur tot de pensioendatum. 9. Het fonds doet de (gewezen) deelnemer schriftelijk opgave van de voorwaarden waaronder een en ander mogelijk is. 10. Het bepaalde in artikel 21 (variatie in de pensioenuitkeringen) is niet van toepassing op deeltijdpensioen.