Keuzemoment Voorbeeldclausules

Keuzemoment. 1. De werknemer kan tot de maandelijkse sluitingsdatum van de salarisverwerking keuzes maken. 2. De werknemer kan zijn IKB voor meerdere doelen in 1 kalendermaand gebruiken, maar alleen als er voldoende budget is. 3. Maakt de werknemer geen keuze, dan wordt het niet gebruikte deel van zijn IKB automatisch gereserveerd. 4. De werknemer kan zijn IKB alleen inzetten voor keuzes in hetzelfde kalenderjaar. 5. IKB waarvoor de werknemer in de maand december geen keuzes heeft gemaakt, wordt automatisch uitbetaald.
Keuzemoment. De seniorenregeling geldt voor iedere werknemer die 5 jaar voor de AOW-leeftijd zit. Dit is het ‘Keuzemoment’. De regeling gaat in vanaf de eerste dag van de volgende maand waarin de werknemer vijf jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd zit. Dit is het ‘Ingangsmoment’.
Keuzemoment. De seniorenregeling geldt voor iedere werknemer die 5 jaar of korter voor de AOW-leeftijd zit.
Keuzemoment. 1. De werknemer kan zijn PBO Flex pakket eenmaal per jaar wijzigen, te weten per 1 januari. Hij dient hiertoe vóór 1 november een schriftelijk verzoek in bij de werkgever. 2. De werkgever stemt in met het verzoek van de werknemer, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Indien de werkgever geen instemming verleent, deelt hij dit schriftelijk en gemotiveerd aan de werknemer mee. 3. Uiterlijk één maand na ontvangst van het schriftelijk verzoek genoemd in het voorgaande lid, stuurt de werkgever aan de werknemer een bevestiging van het PBO Flex pakket waarvoor de werknemer gekozen heeft. 4. Indien vóór de in lid 1 genoemde momenten door de werknemer xxxx verzoek tot wijziging van zijn arbeidsvoorwaardenpakket wordt ingediend, wordt het eerder door hem gekozen pakket stilzwijgend verlengd. 5. Indien de werknemer in het kader van zijn PBO Flex pakket heeft gekozen voor de inzet van zijn overwerkvergoeding en/of toeslag als bron, vermeldt hij dit op het formulier waarmee hij het overwerk declareert. 6. In afwijking van lid 1 geldt dat de werknemer die in dienst treedt bij de werkgever op het moment van indiensttreding zijn PBO Flex pakket kan samenstellen.
Keuzemoment a. De duurzame Inzetbaarheidsregeling geldt voor iedere werknemer die respectievelijk 10 of 5 jaar voor de standaard pensioenrichtleeftijd die wordt gehanteerd door het BPL zit. b. Indien de werknemer op een later moment wenst deel te nemen aan de regeling, dan kan dat per de 1ste van de periode / maand van een kalenderjaar. c. Zes maanden voor deelname geeft de werknemer dit schriftelijk aan bij werkgever. d. Op het moment dat het instapmoment voor regeling B wordt bereikt, dan kan de regeling op verzoek van werknemer worden omgezet naar deze variant. Ook hiervoor geldt dat dit zes maanden van tevoren moet worden aangegeven. e. Een werknemer moet voorafgaand aan het keuzemoment minimaal 5 jaar onafgebroken in dienst zijn geweest bij de werkgever. f. De werkgever zorgt ervoor dat de werknemer inzicht krijgt in zijn toekomstige beloning en overige arbeidsvoorwaarden. Uiterlijk drie maanden voor de ingangsdatum dient de werk- nemer zijn definitieve keuze door te geven aan de werkgever. Hiervoor zal een rekenmodel beschikbaar worden gesteld g. De keuze voor de Duurzame Inzetbaarheidsregeling is definitief. h. Een medewerker die door bijzondere persoonlijke omstandigheden deelname aan de regeling niet kan volhouden kan in overleg met de werkgever zijn deelname beëindigen.
Keuzemoment. De werkneemster kan haar arbeidsvoorwaardenpakket samenstellen. Hiervoor is er jaarlijks een periode, te weten vóór 1 november, zodat het nieuwe arbeidsvoorwaardenpakket per 1 januari hierop volgende ingaat.
Keuzemoment. 1. De ambtenaar kan tot de maandelijkse sluitingsdatum van de salarisverwerking keuzen maken. 2. De ambtenaar kan het budget voor meerdere doelen in één kalendermaand aanwenden, echter alleen voor zover het budget toereikend is. 3. Maakt de ambtenaar geen keuze dan wordt het niet aangewende deel van het budget automatisch gereserveerd. 4. De keuze van de ambtenaar heeft uitsluitend betrekking op het kalenderjaar. De ambte- naar kan dus uitsluitend budget reserveren voor keuzes in hetzelfde kalenderjaar. 5. Budget waarvoor de ambtenaar in de maand december geen keuzes heeft gemaakt wordt automatisch uitbetaald. De ambtenaar mag over minimaal € 1,00 van het decem- ber budget geen keuze maken.
Keuzemoment. De medewerker kan op elk moment van het jaar een keuze maken. Om administratieve redenen moet deze keuze uiterlijk voor 1 december bekend zijn bij HR Services.
Keuzemoment. 3.1 De werknemer wordt éénmaal per jaar, uiterlijk vóór 1 november voor de aanvang van een keuzejaar, in de gelegenheid gesteld zijn keuze schriftelijk voor het desbetreffende keuzejaar bekend te maken, tenzij in deze regeling uitdrukkelijk anders is aangegeven. Enkele malen per jaar kan de keuzeregeling extra worden opengesteld voor de werknemer die onder de werkingssfeer valt. 3.2 De werknemer, die op of na 1 januari van het betreffende keuzejaar in dienst treedt, kan voor het eerst een ruilkeuze maken bij de eerstvolgende keuzeronde. Werknemers die tussen 1 november en 1 januari in dienst treden, mogen hun ruilkeuze bij aanname aangeven.
Keuzemoment. 1. Op elk moment kan, voor zover op dat moment nog mogelijk, een verzoek tot het maken van een keuze worden ingediend. De keuzes worden in de Personeelswijzer toegelicht. Een keuze wordt in principe gehonoreerd, tenzij dat op grond van bedrijfsbelangen niet van de werkgever kan worden gevergd. 2. Keuzes omtrent meer en minder werken en het (ver-)kopen van verlofuren, maakt de medewerker na overleg met collega’s en in overleg met de werkgever. 3. Indien sprake is van krimp of boventalligheid in (een deel van) de onderneming, kan de werkgever het bepaalde in dit hoofdstuk inzake vermeerdering van de arbeidstijd (zie ook artikel 4:5) en/of het verkopen van vakantie-uren niet van toepassing verklaren.