Tijdstip van de vakantie Voorbeeldclausules

Tijdstip van de vakantie. 1. De vakantie wordt als regel gedurende 3 kalenderweken aaneengesloten en voor het overige in de vorm van snipperdagen genoten. De aaneengesloten vakantie mag in individuele gevallen een periode van maximaal 4 weken omvatten, indien en voor zover het bedrijfsbelang zich daartegen niet verzet. De aaneengesloten vakantie wordt in onderling overleg en aan de hand van een per afdeling op te maken schema voor iedere werknemer afzonderlijk vastgesteld. In de regel zal in de maanden juni, juli en augustus geen toestemming worden gegeven een periode van 4 weken aaneengesloten vakantie op te nemen. In deze maanden zal genoemde periode van kortere duur zijn. 2. Snipperdagen of -uren kunnen worden genoten op een datum naar keuze van de werknemer. De werkgever is echter bevoegd om, wanneer de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken, die keuze van de werknemer te weigeren.
Tijdstip van de vakantie a. De werkgever kan bepalen dat de werknemer behalve in een geval van overmacht de aanvraag voor vakantie- of snipperdagen binnen een bepaalde termijn voor een bepaalde datum moet indienen. b. De werknemer mag per kalenderjaar niet meer dan 5 diensten op een zaterdag, 5 diensten op een zondag en 2 diensten in de nacht van zondag op maandag als vakantie of snipperdag opnemen. c. Indien daarvoor gewichtige redenen aanwezig zijn, kan de werkgever in overleg met de werknemer het reeds vastgestelde tijdstip van de vakantie wijzigen. De schade, die de werknemer door deze wijziging lijdt, wordt door de werkgever vergoed. d. In overleg met de ondernemingsraad zal door de werkgever worden bepaald wanneer en hoelang de aaneengesloten vakantie binnen het tijdvak van 1 mei tot 1 oktober zal worden genoten en hoeveel en welke verspreide vakantiedagen als collectieve vakantiedagen zullen worden beschouwd. De snipperdagen worden op verzoek van de werknemer in onderling overleg afzonderlijk vastgesteld. Een eenmaal in onderling overleg vastgestelde snipperdag moet altijd worden toegekend. e. Indien een werknemer nog niet voldoende vakantiedagen heeft verworven voor een aaneengesloten vakantie, kan de werkgever bepalen dat deze werknemer: • zoveel snipperdagen opneemt als nodig zijn voor de aaneengesloten vakantie; • en/of de aaneengesloten vakantie opneemt en de dan te veel genoten vakantiedagen vóór 31 december van het betreffende jaar met niet betaalde overuren of op andere wijze inhaalt; • en/of in een andere afdeling dan waar hij toe behoort, werkzaamheden moet verrichten.
Tijdstip van de vakantie. 1. Opname vakantie en recht op aaneengesloten vakantie a. De werknemer heeft recht op 3 weken aaneengesloten zomervakantie. Deze periode kan op verzoek van werknemer in goed overleg met werkgever worden verlengd met 1 week, mits de bedrijfsomstandigheden dit toelaten. De periode van deze vakantie wordt in goed overleg tussen werkgever en werknemer vastgesteld. Voor zover mogelijk zal dit plaatsvinden vóór 1 december van het jaar, voorafgaande aan het vakantiejaar. Bij de vaststelling zal een eventuele regionale bedrijfssluiting worden betrokken. In gevallen waarin sprake is van een collectieve (regionale) bedrijfssluiting, kan de werknemer in goed overleg met de werkgever en voor zover de bedrijfsomstandigheden dit toelaten, in een andere periode de aaneengesloten vakantie opnemen. b. Ingeval een werknemer, indien het onder a) bepaalde van toepassing is, nog onvoldoende vakantierechten (en/of tijd voor-tijd-rechten) heeft, kan de werkgever bepalen dat de betrokken werknemer: - In een andere afdeling of locatie werkzaamheden moet verrichten en/of; - Zoveel vakantiedagen reserveert als nodig zijn om zijn vakantierechten aan te vullen en/of teveel genoten vakantiedagen inhaalt vóór het einde van het desbetreffende vakantiejaar (in dat geval worden deze inhaaluren uiteraard niet beloond en tellen niet als werkuren maar als compensatie van negatieve vakantie-uren); - Ingeval de werknemer direct aansluitend aan zijn schoolperiode in dienst is getreden, er sprake is van een collectieve sluiting van zijn locatie en er geen mogelijkheden zijn om op een andere locatie werkzaamheden te verrichten zal het tekort aan vakantie/tijd-voor-tijd op dat moment worden aangevuld. c. Voor een mogelijke collectieve sluiting aan het einde van het jaar wordt verwezen naar artikel 10 lid 4. d. Werkgever is bevoegd om naast de genoemde aaneengesloten perioden van collectieve (regionale) bedrijfssluiting 2 losse collectieve (regionale) vakantiedagen vast te stellen, na overleg met de Ondernemingsraad. e. De resterende losse vakantiedagen kunnen door de werkgever op verzoek van en in overleg met de werknemer worden vastgesteld. f. Indien de werknemer de hem toekomende (aaneengesloten) vakantiedagen niet heeft opgenomen vóór 30 april volgend op het vakantiejaar waarin zij zijn verworven, dan is de werkgever gerechtigd data vast te stellen waarop de werknemer deze zal genieten.
Tijdstip van de vakantie. Indien de werkgever het bedrijf of een gedeelte van het bedrijf stopzet, teneinde gedurende die stopzetting aan de werknemers de aaneengesloten vakantie te geven, zullen de werknemers gedu- rende het daarvoor door de werkgever na overleg met de Onder- nemingsraad aangewezen tijdvak van stopzetting met vakantie gaan. Het tijdvak van de aaneengesloten vakantie zal tijdig, zo mogelijk in de maand januari, doch uiterlijk voor 1 maart, worden vastgesteld.
Tijdstip van de vakantie. De aaneengesloten vakantiedagen worden als regel gegeven in de maanden juni tot en met september op het door de werknemer gewenste tijdstip, voor zover de eisen van het bedrijf zich hiertegen niet verzetten.
Tijdstip van de vakantie a. De aaneengesloten vakantie wordt zoveel mogelijk in overleg met de Ondernemingsraad vastgesteld en omvat een termijn van ten minste 2 kalenderweken. b. Indien de werkgever het bedrijf of een gedeelte van het bedrijf stopzet, teneinde gedurende die stopzetting aan de werknemers de aaneengesloten vakantie te geven, moeten de werknemers gedurende het daarvoor door de werkgever in overleg met de Ondernemingsraad aangewezen tijdvak van stopzetting met vakantie gaan. c. Ingeval een werknemer bij de werkgever nog niet een zodanig aantal vakantie-uren heeft verworven, dat deze voldoende zijn voor de sub b bedoelde aaneengesloten vakantie, kan in overleg worden bepaald dat de betrokken werknemer: 1. in een andere afdeling van de onderneming dan waartoe hij als regel zijn werkzaamheden verricht of moet verrichten en/of 2. zoveel snipperdagen reserveert als nodig zijn voor de aaneengesloten vakantie als bedoeld in sub b en/of 3. bij vorige werkgever(s) verworven doch niet in natura genoten rechten op vakantie reserveert en/of 4. xxxxxx xxxxxxx vakantie-uren inhaalt en wel tot uiterlijk 31 december van het lopende kalenderjaar, in welk geval de inhaaluren niet worden beloond. d. Indien de aaneengesloten vakantie samenvalt met een vrije feestdag met behoud van inkomen, zoals bedoeld in artikel 14 (zon- en feestdagen), zal de aaneengesloten vakantie dienovereenkomstig worden verlengd, tenzij de werkgever of de werknemer er de voorkeur aan geeft een overeenkomend aantal snipperdagen toe te kennen of op te nemen.
Tijdstip van de vakantie a. In afwijking van het bepaalde in artikel 7:638, lid 2 BW wordt de aaneengesloten vakantie als regel gegeven in de periode van 1 mei tot 1 oktober, op het door werknemer in overleg met de werkgever vast te stellen tijdstip. Werknemer dient zijn verzoek om vakantie tenminste 4 weken voor het gewenste tijdstip van opname in bij de werkgever. Werkgever zal de wens van de werknemer in principe honoreren tenzij naar de mening van de leidinggevende de minimale afdelings- /ploegbezetting dan wel anderszins bezettingscapaciteit dit niet toestaat. b. Eventuele vaste vakantiedagen (als regel niet meer dan 2) worden in het begin van elk jaar door de werkgever met instemming van de ondernemingsraad vastgesteld. Overblijvende vakantiedagen worden opgenomen op een tijdstip dat door de betrokken werknemer in overleg met de werkgever wordt vastgesteld.
Tijdstip van de vakantie. De aaneengesloten vakantiedagen worden als regel gegeven in de maanden mei tot en met september, op een door de werkgever met instemming van de Ondernemingsraad vast te stellen tijdstip.
Tijdstip van de vakantie. De vakantie zal alleen na tijdig overleg met de werkgever kunnen worden opgenomen.