Uitgifte van aandelen. 8.1 De algemene vergadering besluit, ingeval van uitgifte van cumulatief preferente aandelen – anders dan in de gevallen zoals bedoeld in artikel 9.1, tweede alinea – met inachtneming van artikel 22.5, tot uitgifte van aandelen op voorstel van de raad van bestuur en na goedkeuring door de raad van commissarissen; indien de raad van bestuur of de raad van commissarissen door de algemene vergadering als tot het tot uitgifte bevoegde orgaan is aangewezen, kan de algemene vergadering, zolang de aanwijzing van kracht is, niet tot uitgifte besluiten. Xxxxxxx van vermelde aanwijzing geschiedt uitgifte ingevolge een besluit van de raad van bestuur na goedkeuring door de raad van commissarissen, als bedoeld in artikel 17.1(a) of ingevolge een besluit van de raad van commissarissen, steeds onverminderd artikel 22.5. De algemene vergadering casu quo de raad van bestuur of de raad van commissarissen stelt de koers van uitgifte vast, alsook de verdere voorwaarden van uitgifte, de storting in vreemd geld op aandelen daaronder begrepen. Indien de raad van bestuur of de raad van commissarissen wordt aangewezen als bevoegd om tot uitgifte van aandelen te besluiten, wordt bij die aanwijzing bepaald hoeveel aandelen mogen worden uitgegeven. Bij een zodanige aanwijzing wordt tevens de duur van de aanwijzing, welke ten hoogste vijf jaren kan bedragen, vastgesteld. De aanwijzing kan telkens voor niet langer dan vijf jaren worden verlengd. Tenzij bij de aanwijzing anders is bepaald, kan zij niet worden ingetrokken.
8.2 Na elk besluit tot uitgifte deelt de raad van bestuur aan alle aandeelhouders mede:
(a) het aantal en de soort aandelen waarop het besluit betrekking heeft:
(b) de personalia van degene(n) aan wie aandelen worden uitgegeven, onder vermelding van het aantal en soort aandelen per persoon;
(c) de koers van uitgifte;
(d) de wijze van storting en de termijn waarbinnen de storting moet geschieden;
(e) of en in hoeverre het in Artikel 9 bedoelde voorkeursrecht van aandeelhouders is uitgeoefend, dan wel is beperkt of uitgesloten (ingeval van uitgifte van cumulatief preferente aandelen met inachtneming van artikel 22.5).
8.3 Het bepaalde in artikel 8.1 is van overeenkomstige toepassing op het verlenen van rechten tot het nemen van aandelen, maar is niet van toepassing op uitgifte van aandelen aan iemand die een voordien reeds verkregen recht tot het nemen van aandelen uitoefent.
8.4 Voor de uitgifte van aandelen is een notariële akte vereist, waarbij de vennootschap en ied...
Uitgifte van aandelen. 6.1 Uitgifte van aandelen geschiedt ingevolge een besluit van de algemene vergadering. De algemene vergadering kan haar bevoegdheid hiertoe overdragen aan een ander vennootschapsorgaan en kan deze overdracht herroepen.
6.2 Bij het besluit tot uitgifte van aandelen worden de uitgifteprijs en de verdere voorwaarden van uitgifte bepaald.
6.3 Voor uitgifte van een aandeel is voorts vereist een daartoe bestemde ten overstaan van een in Nederland standplaats hebbende notaris verleden akte waarbij de betrokkenen partij zijn.
6.4 Iedere aandeelhouder heeft bij uitgifte van aandelen een voorkeursrecht naar evenredigheid van het gezamenlijke nominale bedrag van zijn aandelen, behoudens de wettelijke beperkingen terzake en het bepaalde in artikel 6.5.
6.5 Het voorkeursrecht kan, telkens voor een enkele uitgifte, worden beperkt of uitgesloten bij besluit van het tot uitgifte bevoegde vennootschapsorgaan.
6.6 Het bestuur is bevoegd tot het aangaan van rechtshandelingen betreffende inbreng op aandelen anders dan in geld en van de andere rechtshandelingen genoemd in artikel 2:204 van het Burgerlijk Wetboek, zonder voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering.
Uitgifte van aandelen. Artikel 5.
Uitgifte van aandelen. Artikel 7.
Uitgifte van aandelen. 8.1 De Algemene Vergadering is bevoegd te besluiten tot uitgifte van Aandelen, daaronder begrepen het vaststellen van de koers van uitgifte en de verdere voorwaarden, waaronder de storting op Aandelen in vreemd geld kan zijn begrepen.
8.2 Het bepaalde in lid 1 van dit artikel is van overeenkomstige toepassing op het verlenen van rechten tot het nemen van Aan- delen, maar is niet van toepassing op uitgifte van Aandelen aan iemand die een voordien reeds verkregen recht tot het nemen van Aandelen uitoefent.
8.3 Voor de uitgifte van Aandelen is een daartoe voor een in Nederland gevestigde notaris verleden akte vereist, waarbij de Vennootschap en iedere persoon aan wie Aandelen worden uitgegeven partij zijn.
8.4 De Vennootschap kan bij uitgifte geen Aandelen nemen.
8.5 Bij het nemen van het Aandeel moet daarop het nominale bedrag worden gestort. Bedongen kan worden dat een deel, ten hoogste drie/vier¬den van het nominale bedrag, eerst behoeft te worden gestort nadat de Vennootschap het zal heb- ben opgevraagd. Een zodanig beding kan slechts voorafgaand aan het besluit tot uitgifte worden aangegaan en behoeft de goedkeuring van de Algemene Vergadering.
Uitgifte van aandelen. 6.1 Onder goedkeuring van de raad van commissarissen besluit de algemene vergadering van aandeelhouders dan wel de directie, indien deze daartoe door de algemene vergadering is aangewezen, tot uitgifte van aandelen; indien de directie daartoe is aangewezen, kan, zolang de aanwijzing van kracht is, de algemene vergadering niet tot uitgifte besluiten. Indien de directie wordt aangewezen als bevoegd om tot uitgifte van aandelen te besluiten, wordt bij die aanwijzing bepaald hoeveel aandelen mogen worden uitgegeven. Bij zodanige aanwijzing wordt tevens de duur van de aanwijzing, welke ten hoogste vijf jaren kan belopen, vastgesteld. De aanwijzing kan telkens voor niet langer dan vijf jaren worden verlengd. Tenzij bij de aanwijzing anders wordt bepaald, kan zij niet worden ingetrokken.
6.2 Onder goedkeuring van de raad van commissarissen stelt de algemene vergadering casu quo de directie de koers en de verdere voorwaarden van uitgifte van aandelen vast. Bij het nemen van het aandeel moet daarop het nominale bedrag worden gestort alsmede, indien het aandeel voor een hoger bedrag wordt genomen, het verschil tussen die bedragen. Storting moet in geld geschieden, voor zover niet een andere inbreng is overeengekomen. Op grond van de Drinkwaterwet (een juli tweeduizendelf in werking getreden) kan een uitgifte van aandelen slechts rechtsgevolg krijgen nadat die rechtshandeling is gemeld aan de in of bij die wet aangewezen minister (“de Minister”).
6.3 Bij uitgifte van aandelen heeft iedere aandeelhouder een voorkeursrecht naar evenredigheid van het gezamenlijke bedrag van zijn aandelen, onverminderd het in artikel 2:96a, lid 1, tweede en derde zin Burgerlijk Wetboek bepaalde. Het voorkeursrecht kan onder goedkeuring van de raad van commissarissen worden beperkt of uitgesloten bij besluit van de algemene vergadering. In het voorstel daartoe moeten de redenen voor het voorstel en de keuze van de voorgenomen koers van uitgifte schriftelijk worden toegelicht. Indien en voorzover het in artikel 2:96a Burgerlijk Wetboek bedoelde voorkeursrecht wordt uitgesloten, zal voor de vaststelling van het aan elke gemeente, die aandeelhouder is, uit te geven aantal aandelen de uitgifte geschieden overeenkomstig de volgende toename van het aantal aan de waterleiding aangesloten percelen (hierna te noemen: aansluitingen): voor iedere toename per aantal van meer dan tweehonderd aansluitingen ten opzichte van het aantal aansluitingen dat in de administratie van de vennootschap is opgenome...
Uitgifte van aandelen. 3.3.1 De Algemene Vergadering besluit tot uitgifte van aandelen en stelt de uitgifteprijs en de overige voorwaarden van de uitgifte vast.
3.3.2 Als rechten tot het nemen van aandelen worden verleend, is artikel 3.3.1 van overeenkomstige toepassing. Dit artikel is niet van toepassing als aandelen worden uitgegeven aan iemand die een recht tot het nemen van aandelen uitoefent.
Uitgifte van aandelen. Artikel 3.2.
Uitgifte van aandelen. Uitgifte van niet geplaatste aandelen (daaronder begrepen het verlenen van rechten tot het nemen van aandelen) kan slechts geschieden ingevolge een besluit van de algemene vergadering of van een ander vennootschapsorgaan dat daartoe bij besluit van de algemene vergadering voor een bepaalde duur van ten hoogste vijf jaren is aangewezen. Bij de aanwijzing moet zijn bepaald hoeveel aandelen mogen worden uitgegeven. De aanwijzing kan op elk gewenst moment worden ingetrokken door de algemene vergadering.
Uitgifte van aandelen. Na ontvangst van een schriftelijk voorstel van de Raad van Bestuur is de Algemene Vergadering bevoegd te besluiten tot uitgifte van Aandelen, daaronder begrepen het vaststellen van de koers van uitgifte en de verdere voorwaarden van uitgifte, waaronder de storting op Aandelen in vreemd geld kan zijn begrepen. Na ontvangst van een schriftelijk voorstel van de Raad van Bestuur kan de Algemene Vergadering haar bovengenoemde bevoegdheid voor een duur van ten hoogste vijf (5) jaren overdragen aan de Raad van Bestuur. Bij de aanwijzing moet zijn bepaald hoeveel Aandelen mogen worden uitgegeven. Eventueel wordt ook de mogelijke koers (of het koersbereik) van deze Aandelen bij uitgifte bepaald. De aanwijzing kan van tijd tot tijd, telkens voor niet langer dan vijf (5) jaren, worden verlengd. Tenzij bij de aanwijzing anders is bepaald, kan zij niet worden ingetrokken.