Vakantietoeslag. 1. De vakantietoeslag bedraagt 8 % van de in enig jaar geldende jaarbezoldiging, uit te betalen tegelijk met de bezoldiging over de maand mei, tenzij de werknemer op dat tijdstip korter dan twee maanden in dienst is. In dat geval en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging over de maand december, doch desgewenst vroeger, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemt. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij de maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Indien de werknemer ten gevolge hiervan een te hoog bedrag vakantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel van inhouding op de (laatste) bezoldiging. 3. Restitutie als bedoeld in het vorige lid blijft achterwege in geval: a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden van de werknemer; b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10, lid 2, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten). 4. De uitbetaling in mei als bedoeld in lid 1 heeft voor wat betreft de nog niet verstreken maanden van het lopende kalenderjaar het karakter van een voorschot. In de maand december vindt definitieve vaststelling van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvinden.
Appears in 7 contracts
Samples: Collective Labor Agreement, Collectieve Arbeids Overeenkomst, Collectieve Arbeids Overeenkomst
Vakantietoeslag. 1. De vakantietoeslag bedraagt 8 voor de werknemer die op 31 mei een vol jaar in dienst is geweest 8% van 52x het bruto individueel overeengekomen weekloon dat werd genoten in de periode van 1 juni tot en met 31 mei daaraan voorafgaand. Een en ander behoudens maatregelen van de overheid ter zake van de vakantietoeslag. Voor leidinggevend, toezichthoudend, hoger technisch en administratief personeel bedraagt de vakantietoeslag 8% van het bruto jaarsalaris dat werd genoten in enig jaar de periode van 1 juni tot en met 31 mei daaraan voorafgaand. Het totaal van het in de 12 voorafgaande maanden of 13 voorafgaande perioden betaalde loon en de vakantietoeslag moet op grond van artikel 16 lid 2 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag minimaal 108% van het voor de medewerker geldende jaarbezoldiging, uit te betalen tegelijk met wettelijk minimumloon zijn over alle uren die de bezoldiging over medewerker in die periode heeft gewerkt. Onder loon wordt hierbij verstaan het loon als bedoeld in artikel 6 van de maand mei, tenzij de werknemer op dat tijdstip korter dan twee maanden in dienst is. In dat geval Wet minimumloon en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging over de maand december, doch desgewenst vroeger, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemtminimumvakantiebijslag.
2. In afwijking De werknemers, die in de periode van 1 juni tot en met 31 mei (gedeeltelijk) in deeltijd werkzaam zijn geweest, ontvangen een vakantietoeslag naar rato van het bepaalde in gewerkte deeltijdpercentage voor het eerste lid wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij de maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Indien de werknemer ten gevolge hiervan een te hoog bedrag vakantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel gedeelte van inhouding op de (laatste) bezoldigingdeze periode waarin zij deeltijder waren.
3. Restitutie als bedoeld De werknemers, die na aanvang van het lopende vakantiejaar in het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden dienst van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10werkgever zijn getreden, lid 2, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten)ontvangen een vakantietoeslag naar rato.
4. De uitbetaling Bij beëindiging van het dienstverband, ook in mei geval van proeftijd, heeft de werknemer aanspraak op een vakantietoeslag als bedoeld in lid 1 heeft 1, tot de datum van uitdiensttreding en voor wat betreft de zover deze toeslag nog niet verstreken maanden van het lopende kalenderjaar het karakter van een voorschotontvangen is.
5. In De vakantietoeslag wordt uitbetaald in de maand december vindt definitieve vaststelling van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening juni of, indien er geen bedrijfsvakantie wordt gegeven, in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvindenperiode waarin de overige werknemers in de gelegenheid worden gesteld hun vakantie op te nemen, doch uiterlijk in de maand juni.
Appears in 4 contracts
Samples: Collective Labor Agreement (Cao), Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement (Cao)
Vakantietoeslag. 1. De vakantietoeslag bedraagt 8 met inachtneming van het bepaalde in lid 2, 8% van de in het per 1 mei van enig jaar geldende jaarbezoldiging, uit te betalen jaarsalaris. De vakantietoeslag wordt tegelijk uitbetaald met de bezoldiging het salaris over de maand mei, tenzij de werknemer op dat tijdstip per 1 mei korter dan twee maanden in dienst is en de overeengekomen proeftijd nog niet verstreken is. In dat geval en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip 1 mei vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging het salaris over de maand december, doch desgewenst vroeger, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemt.
2. De voltijdwerknemer ontvangt tenminste vakantietoeslag ter grootte van 96% van het minimum salaris van loonschaal 6. De deeltijdwerknemer ontvangt de vakantietoeslag naar rato.
3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid 1 en lid 2 van dit artikel wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij de maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Het voorgaande geldt eveneens, indien in de loop van het kalenderjaar met de werknemer een wijziging van de arbeidsduur wordt overeengekomen. Indien de werknemer ten gevolge hiervan tot een te hoog bedrag vakantietoeslag va- kantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat hetgeen voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel van inhouding op de (laatste) bezoldiging.
3. Restitutie als bedoeld in het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10, lid 2, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten)salarisbetaling.
4. De uitbetaling in mei als bedoeld in lid 1 heeft van dit artikel heeft, voor wat betreft de nog niet verstreken maanden van het lopende kalenderjaar kalenderjaar, het karakter van een voorschot. In de maand december vindt definitieve vaststelling van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvinden.
Appears in 2 contracts
Samples: Cao DHL Express Nederland 2023, Cao DHL Express Nederland 2023
Vakantietoeslag. 1. Aan medewerkers die in dienst treden op of na 1 april 2024 wordt in de maand mei 8% vakantietoeslag uitbetaald over de periode van datum in dienst tot en met 31 mei. De opvolgende jaren ontvangen deze medewerkers het vakantiegeld over de pe- riode van 1 juni van het vorige kalenderjaar tot en met 31 mei van het lopende kalenderjaar over de daadwerkelijk in die periode verdiende maandsalarissen.
2. Voor medewerkers in dienst voor 1 april 2024 bedraagt de vakantietoeslag 8% van het per 1 mei van enig jaar geldende jaarsalaris. De vakantietoeslag bedraagt 8 % van de in enig jaar geldende jaarbezoldiging, uit te betalen wordt tegelijk uitbetaald met de bezoldiging het salaris over de maand mei, tenzij de werknemer op dat tijdstip per 1 mei korter dan twee maanden in dienst is en de overeengekomen proeftijd nog niet verstreken is. In dat geval en eveneens bij indiensttreding indiensttre- ding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip 1 mei vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging het salaris over de maand december, doch desgewenst vroeger, indien . Medewerkers hebben de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemtmogelijkheid vrijwillig over te stappen naar dezelfde wijze van achteraf betaling van de vakantietoeslag zoals beschreven in lid 1.
23. De voltijdwerknemer ontvangt tenminste vakantietoeslag ter grootte van 96% van het minimum salaris van loonschaal 6. De deeltijdwerknemer ontvangt de vakantietoeslag naar rato.
4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid 1 en lid 2 van dit artikel wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij de maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Het voorgaande geldt eveneens, indien in de loop van het kalenderjaar met de werknemer een wijziging van de arbeidsduur wordt overeengekomen. Indien de werknemer werkne- mer ten gevolge hiervan tot een te hoog bedrag vakantietoeslag va- kantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat hetgeen voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel van inhouding op de (laatste) bezoldigingsalarisbetaling.
3. Restitutie als bedoeld in het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10, lid 2, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten).
45. De uitbetaling in mei als bedoeld in lid 1 heeft 2 van dit artikel heeft, voor wat betreft de nog niet verstreken maanden van het lopende kalenderjaar kalenderjaar, het karakter van een voorschot. In de maand december vindt definitieve vaststelling van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvinden.
Appears in 2 contracts
Samples: Cao DHL Express Nederland 2024 2025, Cao DHL Express Nederland 2024 2025
Vakantietoeslag. 1. De vakantietoeslag bedraagt 8 % Ter gelegenheid van de aaneengesloten vakantie zal een vakantietoeslag worden uitbetaald van 8%, berekend op de wijze als onder 2 geregeld. Deze toeslag bedraagt voor medewerkers, niet zijnde vakantiewerker, in enig jaar geldende jaarbezoldiging2020 tenminste € 2.225,64, uit te betalen tegelijk in 2021 tenminste € 2.2473,45 en in 2022 tenminste € 2.261,39 bruto op basis van een 38-urige werkweek. Voor werkweken met een afwijkend urenaantal geldt dat de bezoldiging over vloer naar evenredigheid hiervan wordt afgeleid. De indexering van deze toeslag is gekoppeld aan de maand mei, tenzij de werknemer op dat tijdstip korter dan twee maanden in dienst is. In dat geval en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging over de maand december, doch desgewenst vroeger, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemtalgemene verhogingen van deze CAO.
2. In afwijking Het vakantiejaar loopt van 1 januari van enig jaar tot en met 31 december van dat jaar. De vakantietoeslag wordt berekend over het twaalfvoudige van het bepaalde in het eerste lid wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij de maand op 30 april van het vakantiejaar verdiende maandinkomen (exclusief overwerkbeloning), gecorrigeerd met een eventuele algemene salariswijziging voor de na de salariswijziging nog te doorlopen tijd van het vakantiejaar en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Indien de werknemer ten gevolge hiervan een te hoog bedrag vakantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat voor zover mogelijk deze wijziging uiterlijk 1 mei ingaat. De vakantietoeslag zelf en extra uitkeringen blijven buiten de berekening, doch wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen in beginsel gebeurt door middel geval van inhouding op arbeidsongeschiktheid worden wel in de (laatste) bezoldigingberekening meegenomen. Een eventuele vakantietoeslag krachtens de sociale verzekeringswetten zal met de onder 1 bedoelde 8% vakantietoeslag worden verrekend.
3. Restitutie als bedoeld De vakantietoeslag wordt betaald samen met het salaris in het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 maand mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10, lid 2, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten)uitgekeerd.
4. De uitbetaling medewerker die in mei als bedoeld de loop van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is getreden of die voor het einde van het vakantiejaar uit dienst van de werkgever is getreden, heeft voor elke maand dienstverband recht op een twaalfde gedeelte van het onder 1 bedoelde bedrag, met dien verstande dat beëindiging van het dienstverband teveel uitbetaalde vakantietoeslag wordt verrekend.
5. Voor de berekening van één maand dienstverband geldt het bepaalde in lid 1 heeft voor wat betreft de nog niet verstreken maanden 2 van het lopende kalenderjaar het karakter van een voorschot. In de maand december vindt definitieve vaststelling van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvindenartikel 12.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Vakantietoeslag. 1. Het vakantietoeslagjaar loopt van 1 mei van enig jaar tot en met 30 april van het volgende jaar.
2. De werknemer die van 1 mei tot en met 30 april zonder onderbreking bij werkgever in dienstbetrekking is geweest, heeft recht op een vakantietoeslag ten bedrage van 8% van 12x het maandsalaris. De vakantietoeslag bedraagt 8 % van wordt uitbetaald elk jaar in de in enig jaar geldende jaarbezoldiging, uit te betalen tegelijk met de bezoldiging maand mei en is gebaseerd op het salaris over de maand mei, tenzij de werknemer op dat tijdstip korter dan twee maanden in dienst is. In dat geval en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging over de maand december, doch desgewenst vroeger, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemt.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij de maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Indien de werknemer ten gevolge hiervan een te hoog bedrag vakantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel van inhouding op de (laatste) bezoldiging.
3. Restitutie als bedoeld Indien en voor zover de opbouwperiode voor een werknemer afwijkt van het in het vorige lid 1. genoemde, blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden voor hem geldende regeling van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10, lid 2, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten)kracht.
4. De uitbetaling deeltijd werknemer heeft, indien hij meer uren werkt dan contractueel is overeengekomen, voor zover deze meeruren vallen binnen de normale werkuren van voltijdmedewerkers, over deze meeruren recht op vakantietoeslag volgens de voor hem geldende regeling.
5. De werknemer, die niet verkeert in mei als bedoeld het geval in het eerste lid 1 bedoeld, heeft voor wat betreft de nog niet verstreken maanden van tegenover zijn werkgever bij het lopende kalenderjaar het karakter van ingaan der vakantie recht op een voorschot. In de maand december vindt definitieve vaststelling twaalfde gedeelte van de vakantietoeslag voor elke kalendermaand of gedeelte van een kalendermaand langer dan een halve kalendermaand dat zijn dienstbetrekking voor 1 mei zonder onderbreking heeft voortgeduurd.
6. De werknemer voor wie de opbouwperiode nog is vastgesteld op kalenderjaar en wiens arbeidsovereenkomst is aangevangen na het onder lid 2 bedoelde tijdstip van uitbetaling, ontvangt de hem krachtens het bepaalde onder lid 2 toekomende vakantietoeslag – bij indiensttreding na 1 mei: berekend op basis van het aanvangssalaris. De uitbetaling vindt bij toepassing van dit lid plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening in de vorm uiterlijk op 31 december van nabetaling of terugvordering plaatsvindenhet jaar van indiensttreding.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Vakantietoeslag. 1. De vakantietoeslag bedraagt met inachtneming van het bepaalde in lid 2, 8 % van de in het per 1 mei van enig jaar geldende jaarbezoldiging, uit te betalen jaarsalaris. De vakantietoeslag wordt tegelijk uitbetaald met de bezoldiging het salaris over de maand mei, tenzij de werknemer op dat tijdstip per 1 mei korter dan twee maanden in dienst is en de overeengekomen proeftijd nog niet verstreken is. In dat geval en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip 1 mei vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging het salaris over de maand december, doch desgewenst vroeger, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemt.
2. Niet rijdend personeel: de voltijdwerknemer van 21 jaar of ouder ontvangt tenminste vakantietoeslag ter grootte van 96% van het minimum salaris van loonschaal 6. Rijdend personeel: de voltijdwerknemer van 21 jaar of ouder ontvangt tenminste vakantietoeslag ter grootte van 96% van het minimum salaris van loonschaal 6, vermeerderd met 2,75%.
3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid 1 en lid 2 van dit artikel wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij de maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Het voorgaande geldt eveneens, indien in de loop van het kalenderjaar met de werknemer een wijziging van de arbeidsduur wordt overeengekomen. Indien de werknemer ten gevolge hiervan tot een te hoog bedrag vakantietoeslag va- kantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat hetgeen voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel van inhouding op de (laatste) bezoldiging.
3. Restitutie als bedoeld in het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10, lid 2, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten)salarisbetaling.
4. De uitbetaling in mei als bedoeld in lid 1 heeft van dit artikel heeft, voor wat betreft de nog niet verstreken maanden van het lopende kalenderjaar kalenderjaar, het karakter van een voorschot. In de maand december vindt definitieve vaststelling van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvinden.
Appears in 1 contract
Samples: Cao (Collective Labor Agreement)
Vakantietoeslag. 110.1.1 De werknemer ontvangt jaarlijks een vakantietoeslag op een door de werkgever te bepalen tijdstip tussen 1 mei en 1 juli, hierna te noemen betaaldatum. De vakantietoeslag bedraagt 8 % wordt berekend over een periode van 12 maanden, hierna te noemen toeslagperiode. Afhankelijk van het gebruik bij de werkgever loopt de toeslagperiode gelijk met het kalenderjaar, dan wel een andere 12-maandsperiode. Als de toeslagperiode gelijk is aan het kalenderjaar ontvangt de werknemer, die na de betaaldatum in dienst van de werkgever is getreden, of voor wie de proeftijd op de betaaldatum nog niet is beëindigd, de vakantietoeslag uiterlijk in enig jaar geldende jaarbezoldiging, uit te betalen tegelijk met de bezoldiging over de maand mei, tenzij de werknemer op dat tijdstip korter dan twee maanden in dienst is. In dat geval en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging over de maand december, doch desgewenst vroeger, indien .
10.1.2 De vakantietoeslag bedraagt 8% van het op de betaaldatum voor de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemtgeldende salaris.
2. In afwijking 10.1.3 Als het dienstverband van het bepaalde de desbetreffende toeslagperiode geen 12 volle maanden beslaat, of als in het eerste lid de loop van de toeslagperiode met de werknemer een wijziging in de arbeidsduur is overeengekomen, wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend. Indien bij toepassing van het kalenderjaar als toeslagperiode een dergelijke wijziging van de arbeidsduur plaatsvindt na de betaaldatum, waarbij zal het bedrag aan vakantietoeslag dat de werknemer te veel of te weinig heeft ontvangen -behoudens het gestelde in 10.1.4- uiterlijk in de maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Indien december worden verrekend.
10.1.4 Als de werknemer ten gevolge hiervan een te hoog bedrag de dienst verlaat en in de desbetreffende toeslagperiode voor de datum van zijn vertrek meer of minder vakantietoeslag heeft ontvangenontvangen dan waarop hij op grond van 10.1.2 en 10.1.3 aanspraak heeft, is hij gehouden wordt het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel verschil bij het vertrek alsnog verrekend. Verrekening van inhouding op de (laatste) bezoldiging.
3. Restitutie als bedoeld in het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden van de werknemer;
b. teveel betaalde vakantietoeslag vindt echter niet plaats wanneer de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10, lid 2, sub b) vervroegd uittreden of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten)pensionering.
4. De uitbetaling in mei als bedoeld in lid 1 heeft voor wat betreft de nog niet verstreken maanden van het lopende kalenderjaar het karakter van een voorschot. In de maand december vindt definitieve vaststelling van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvinden.
Appears in 1 contract
Samples: Algemene Bank Cao
Vakantietoeslag. 1. De werknemer heeft recht op een vakantietoeslag voor iedere maand of ieder deel van een maand waarin hij salaris heeft genoten.
2. Tenzij in de volgende leden anders is bepaald, bedraagt de vakantietoeslag per kalendermaand 8% van het bedrag dat de betrokken werknemer in die maand aan salaris heeft genoten.
3. De vakantietoeslag bedraagt 8 % voor de werknemer minimaal € 145,-- per maand, met dien verstande dat dit bedrag bij een onvolledig dienstverband naar evenredigheid wordt verminderd.
4. De vakantietoeslag wordt eenmaal per jaar betaald over de periode van twaalf maanden, die is begonnen met de maand juni van het voorafgaande kalenderjaar.
5. Bij ontslag van de in enig jaar geldende jaarbezoldigingwerknemer vindt betaling plaats over het tijdvak, uit te betalen tegelijk met gelegen tussen het einde van de bezoldiging laatst verstreken periode waarover de vakantietoeslag is betaald en de datum van het ontslag.
6. Bij indiensttreding na het begin van de periode waarover vakantietoeslag wordt uitbetaald, geschiedt de betaling over de maand mei, tenzij tijd gelegen tussen de datum van indiensttreding en het einde van die periode.
7. Desgewenst kan aan de werknemer op dat tijdstip korter dan twee maanden in dienst isdiens verzoek éénmaal per referentieperiode een voorschot op de vakantietoeslag worden verleend. In dat geval en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip vindt uitbetaling plaats tegelijk met algemeen zal dit voorschot worden beperkt tot een bedrag berekend over het reeds verstreken deel van de bezoldiging over de maand december, doch desgewenst vroeger, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemtreferentieperiode.
28. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt artikel 1 sub d. van deze CAO worden de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij onregelmatigheidstoeslag alsmede de maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien beschikbaarheidsdiensttoelage ex artikel 40 respectievelijk artikel 41 van deze CAO voor de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Indien de werknemer ten gevolge hiervan een te hoog bedrag vakantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel van inhouding op de (laatste) bezoldiging.
3. Restitutie als bedoeld in het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden toepassing van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is leden 1 en hij de dienst verlaat wegens 2 eveneens tot het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10, lid 2, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten)salaris gerekend.
4. De uitbetaling in mei als bedoeld in lid 1 heeft voor wat betreft de nog niet verstreken maanden van het lopende kalenderjaar het karakter van een voorschot. In de maand december vindt definitieve vaststelling van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvinden.
Appears in 1 contract
Samples: Cao (Collective Labor Agreement)
Vakantietoeslag. 1. De vakantietoeslag bedraagt 8 % Het vakantietoeslagjaar loopt van de in enig jaar geldende jaarbezoldiging, uit te betalen tegelijk met de bezoldiging over de maand mei, tenzij de werknemer op dat tijdstip korter dan twee maanden in dienst is. In dat geval en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging over de maand december, doch desgewenst vroeger, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemt1 mei t/m 30 april.
2. In afwijking Iedere werknemer, die gedurende het gehele vakantiejaar in dienst van de werkgever blijft, heeft recht op een vakantietoeslag van in totaal één bruto basismaandsalaris plus de vaste onregelmatigheidstoeslag overeenkomstig artikel 21 lid a tweede alinea, zoals dit geldt op het moment van uitkering. Bij roosterwijzigingen gedurende het vakantietoeslagjaar wordt het gewogen gemiddelde van de vaste onregelmatigheidstoeslag berekend.
3. Indien een werknemer na 1 mei van enig jaar in dienst treedt of vóór het einde van het bepaalde in het eerste lid wordt vakantietoeslagjaar uit dienst treedt, heeft hij aanspraak op een gedeelte van de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij de maand op 30 en rato van het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst aantal vastgestelde maanden dienstverband in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijnvakantietoeslagjaar.
4. Bij indiensttreding vóór of op de 15e van een maand telt die maand mee, bij indiensttreding ná de 15e niet; bij uitdiensttreding andersom.
5. Indien de werknemer ten gevolge hiervan een komt te hoog bedrag overlijden, zullen de opgebouwde rechten aan vakantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden naar rato van het te veel aantal vastgestelde maanden dienstverband in het jaar van overlijden worden toegekend aan hem uitbetaalde te restitueren, wat voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel van inhouding op de (laatste) bezoldigingnabestaanden.
36. Restitutie als bedoeld in Werknemers kunnen jaarlijks maximaal 5 dagen (5*7,5 uur) vrije-tijdsaanspraken verkopen aan werkgever tegen het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10, lid 2, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten)geldende uurloon.
4. De uitbetaling in mei als bedoeld in lid 1 heeft voor wat betreft de nog niet verstreken maanden van het lopende kalenderjaar het karakter van een voorschot. In de maand december vindt definitieve vaststelling van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvinden.
Appears in 1 contract
Samples: Sociaale Statuten
Vakantietoeslag. 1. De vakantietoeslag bedraagt 8 % van de in enig jaar geldende jaarbezoldiging, uit te betalen tegelijk met de bezoldiging over de maand mei, tenzij de werknemer op dat tijdstip korter dan twee maanden in dienst isis . In dat geval en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging over de maand december, doch desgewenst vroeger, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemt.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij de maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Indien de werknemer ten gevolge hiervan een te hoog bedrag vakantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat hetgeen voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel van inhouding op de (laatste) bezoldiging.
3. Restitutie als bedoeld in het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10, lid 2, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten).
4. De uitbetaling in mei als bedoeld in lid 1 heeft voor wat betreft de nog niet verstreken maanden van het lopende kalenderjaar het karakter van een voorschot. In de maand december vindt definitieve vaststelling van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvinden.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Vakantietoeslag. 1. De werknemer heeft recht op vakantietoeslag bedraagt 8 % over iedere maand of ieder deel van de in enig jaar geldende jaarbezoldiging, uit te betalen tegelijk met de bezoldiging over de een maand mei, tenzij de werknemer op dat tijdstip korter waarin hij salaris dan twee maanden in dienst is. In dat geval en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging over de maand december, doch desgewenst vroeger, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemtwel loondoorbetaling/ aanvulling krachtens artikel 26 heeft genoten.
2. In afwijking Tenzij in de volgende leden anders is bepaald, bedraagt de vakantie- toeslag per kalendermaand 8% van het bepaalde bedrag dat de betrokken werknemer in het eerste lid wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij de die maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Indien de werknemer ten gevolge hiervan een te hoog bedrag vakantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel van inhouding op de (laatste) bezoldiging.
3. Restitutie als bedoeld in het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10, lid 2, sub b) salaris of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten).
4. De uitbetaling in mei loondoorbetaling/aanvulling als bedoeld in lid 1 heeft genoten.
a. De vakantietoeslag bedraagt voor wat betreft de nog werknemer van 18 jaar en ouder met een volledig dienstverband minimaal f 244,– per maand en vanaf 1 april 1999 minimaal f 251,– per maand.
b. Voor de werknemer die jonger is dan 18 jaar bedraagt de vakan- tietoeslag ten minste het sub a genoemde bedrag, verminderd met 7,5% voor elk leeftijdsjaar of gedeelte van een leeftijdsjaar dat hij jonger is dan 18 jaar.
a. Heeft de werknemer als bedoeld in lid 3 in een maand of een gedeelte daarvan een niet verstreken volledig dienstverband, dan wordt de vakantietoeslag als bedoeld in lid 3 naar evenredigheid vermin- derd.
b. Eveneens wordt voor de werknemer als bedoeld in lid 3 de vakantietoeslag als bedoeld in lid 3 naar evenredigheid vermin- derd over de maanden of delen daarvan waarin de werknemer slechts gedeeltelijk zijn salaris heeft genoten, met dien verstande dat bij deze berekening wordt uitgegaan van het lopende kalenderjaar het karakter aantal kalender- dagen van de desbetreffende maand.
5. De vakantietoeslag wordt eenmaal per jaar berekend over een voorschot. In tijd- vak van twaalf maanden, aanvangende met de maand december vindt definitieve vaststelling juni van het voorafgaande kalenderjaar. De uitbetaling van de vakantietoeslag plaats kan ten hoogste tweemaal per jaar plaatsvinden, doch uiterlijk op 31 mei van het desbetreffende jaar. In geval van ontslag voor het einde van die periode geschiedt de uit- betaling over de tijd gelegen tussen het einde van de laatst verstre- ken periode waarover vakantietoeslag werd betaald en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening in de vorm datum van nabetaling of terugvordering plaatsvindenhet ontslag. In geval van indiensttreding na het begin van de periode waarover vakantietoeslag wordt uitbetaald geschiedt de uitbetaling over de tijd gelegen tussen de datum van indiensttreding en het einde van die periode.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)
Vakantietoeslag. 1. De werknemer heeft per kalenderjaar recht op een vakantietoeslag bedraagt 8 van 8% van de in enig jaar geldende jaarbezoldiging, uit te betalen tegelijk met de bezoldiging over de maand mei, tenzij zijn jaarloon. Als jaarloon geldt het voor de werknemer vastgestelde maandloon, dat hij geniet op dat tijdstip korter dan twee maanden in dienst is1 april van het kalenderjaar, vermenigvuldigd met 12. In dat geval en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging over de maand december, doch desgewenst vroeger, indien Indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemteen vaste toeslag geniet, wordt deze toeslag voor de berekening van de vakantietoeslag bij het maandloon gerekend.
2. In afwijking De uitkering van het bepaalde in het eerste lid wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij voor het gehele kalenderjaar geschiedt in de maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Indien de werknemer ten gevolge hiervan een te hoog bedrag vakantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel van inhouding op de (laatste) bezoldigingmei.
3. Restitutie als bedoeld in De werknemer van 22 jaar of ouder, met een normale diensttijd van 40 uur per week, heeft recht op een minimum vakantietoeslag van 96% van het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10maandbedrag, lid 2genoemd bij loonschaal C, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten)trede 0.
4. De uitbetaling Voor de werknemer, die na 1 april in dienst is getreden, geldt voor de berekening van de vakantietoeslag als jaarloon het voor hem bij het begin van de dienstbetrekking vastgestelde maandloon (eventueel vermeerderd met de vaste toeslagen), vermenigvuldigd met het aantal in het kalenderjaar gewerkte maanden.
5. Als in het kalenderjaar de datum van indiensttreding na 1 mei als bedoeld in lid valt, of op 1 heeft voor wat betreft mei de proeftijd nog niet verstreken maanden van het lopende kalenderjaar het karakter van een voorschot. In is afgesloten, zal de vakantietoeslag in de maand december vindt definitieve vaststelling worden uitgekeerd.
6. De werknemer die slechts een gedeelte van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig het kalenderjaar in voorkomende gevallen verrekening in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvindendienst is geweest, dan wel deeltijdwerknemer is geweest, heeft recht op een daarmee evenredige vakantietoeslag.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Vakantietoeslag. 1. De vakantietoeslag bedraagt 8 % van de in enig jaar geldende jaarbezoldiging, uit te betalen tegelijk met de bezoldiging over de maand mei, tenzij de werknemer op dat tijdstip tijdstip korter dan twee maanden in dienst is en de overeengekomen proeftijd nog niet verstreken is. In dat geval en eveneens bij indiensttreding indiensttreding na het hiervoor genoemde genoemde betalingstijdstip vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging over de maand december, doch desgewenst desgewenst vroeger, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen aaneensluitende vakantiedagen opneemt.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de vakantietoeslag vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij de maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken blijken te) zijn. Indien de werknemer ten gevolge hiervan een te hoog bedrag vakantietoeslag vakantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat hetgeen voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel van inhouding op de (laatste) bezoldiging.
3. Restitutie als bedoeld in het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10, lid 2, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten)met recht op invaliditeitspensioen.
4. De uitbetaling in mei als bedoeld in lid 1 heeft voor wat betreft de nog niet verstreken maanden van het lopende kalenderjaar het karakter van een voorschot. In de maand december vindt definitieve vaststelling van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvinden.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Vakantietoeslag. 1. De Iedere werknemer die op 1 mei sedert 1 mei van het vorige jaar 12 maanden onafgebroken bij de werkgever in dienst is geweest, heeft recht op een vakantietoeslag bedraagt gelijk aan 8 % van zijn jaarinkomen, met dien verstande dat deze vakantietoeslag voor vakvolwassen werknemers ten minste f 2 951,– bruto per jaar in 2000 en f 3 032,– in 2001 bruto per jaar zal bedragen. Onder jaarinkomen wordt in dit artikel verstaan het bij de werkge- ver in enig jaar geldende jaarbezoldigingde voorafgaande 12 maanden verdiende inkomen, uit te betalen tegelijk met op grond van het in deze CAO bepaalde, doch uitgezonderd de bezoldiging vakantietoe- slag, tegemoetkoming in de ziektekostenverzekering en eventuele winstdelings- of gratificatie-uitkeringen, een en ander berekend over de maand meilaatste 13 weken, tenzij de werknemer op dat tijdstip korter dan twee maanden in dienst iswerkgever om administratieve redenen een andere termijn aanhoudt. In dat geval en eveneens Voor vertegenwoordigers/verkoopadviseurs wordt bij indiensttreding na de berekening niet het hiervoor genoemde betalingstijdstip vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging over de maand decemberlaatste maandinkomen genomen maar het gemiddelde maand- inkomen (salaris plus eventuele provisie, doch desgewenst vroeger, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemtexclusief eventuele vergoeding(en) voor onkosten) van het voorafgaande jaar.
2. In afwijking De uitbetaling van de in het vorige lid bedoelde vakantietoeslag zal geschieden uiterlijk ter gelegenheid van de aaneengesloten vakantie, tenzij ter zake in de betreffende onderneming na overleg met de OR een andere regeling wordt aangehouden.
3. Het bepaalde in lid 4 en 5 van artikel 13 is van overeenkomstige toe- passing.
4. Bij het einde van de dienstbetrekking heeft de werknemer voor elke maand die hij sedert 1 mei van het bepaalde in het eerste lid wordt voorafgaande jaar bij de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij de maand op 30 werkge- ver werkzaam is geweest en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Indien de werknemer ten gevolge hiervan een te hoog bedrag waarover hij nog geen vakantietoeslag heeft ontvangen, recht op 1/12 deel van de vakantietoeslag.
5. De werknemer die door ziekte of ongeval niet in staat is hij gehouden de voor hem vastgestelde aaneengesloten vakantie te genieten, behoudt het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel van inhouding recht op de (laatste) bezoldiginghem toekomende vakantietoeslag.
3. Restitutie als bedoeld in het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10, lid 2, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten).
4. De uitbetaling in mei als bedoeld in lid 1 heeft voor wat betreft de nog niet verstreken maanden van het lopende kalenderjaar het karakter van een voorschot. In de maand december vindt definitieve vaststelling van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvinden.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)
Vakantietoeslag. 1. De vakantietoeslag bedraagt 8 voor de werknemer die op 31 mei een vol jaar in dienst is geweest 8% van 52x het bruto individueel overeengekomen weekloon dat werd genoten in de periode van 1 juni tot en met 31 mei daaraan voorafgaand. Een en ander behoudens maatregelen van de overheid ter zake van de vakantietoeslag. Voor leidinggevend, toezichthoudend, hoger technisch en administratief personeel bedraagt de vakantietoeslag 8% van het bruto jaarsalaris dat werd genoten in enig jaar de periode van 1 juni tot en met 31 mei daaraan voorafgaand. Het totaal van het in de 12 voorafgaande maanden of 13 voorafgaande perioden betaalde loon en de vakantietoeslag moet op grond van artikel 16 lid 2 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag minimaal 108% van het voor de medewerker geldende jaarbezoldiging, uit te betalen tegelijk met wettelijk xxxxxxxxxxx zijn over alle uren die de bezoldiging over medewerker in die periode heeft gewerkt. Onder loon wordt hierbij verstaan het loon als bedoeld in artikel 6 van de maand mei, tenzij de werknemer op dat tijdstip korter dan twee maanden in dienst is. In dat geval Wet minimumloon en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging over de maand december, doch desgewenst vroeger, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemtminimumvakantiebijslag.
2. In afwijking De werknemers, die in de periode van 1 juni tot en met 31 mei (gedeeltelijk) in deeltijd werkzaam zijn geweest, ontvangen een vakantietoeslag naar rato van het bepaalde in gewerkte deeltijdpercentage voor het eerste lid wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij de maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Indien de werknemer ten gevolge hiervan een te hoog bedrag vakantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel gedeelte van inhouding op de (laatste) bezoldigingdeze periode waarin zij deeltijder waren.
3. Restitutie als bedoeld De werknemers, die na aanvang van het lopende vakantiejaar in het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden dienst van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10werkgever zijn getreden, lid 2, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten)ontvangen een vakantietoeslag naar rato.
4. De uitbetaling Bij beëindiging van het dienstverband, ook in mei geval van proeftijd, heeft de werknemer aanspraak op een vakantietoeslag als bedoeld in lid 1 heeft 1, tot de datum van uitdiensttreding en voor wat betreft de zover deze toeslag nog niet verstreken maanden van het lopende kalenderjaar het karakter van een voorschotontvangen is.
5. In De vakantietoeslag wordt uitbetaald in de maand december vindt definitieve vaststelling van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening juni of, indien er geen bedrijfsvakantie wordt gegeven, in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvindenperiode waarin de overige werknemers in de gelegenheid worden gesteld hun vakantie op te nemen, doch uiterlijk in de maand juni.
Appears in 1 contract
Samples: Cao (Collective Labor Agreement)
Vakantietoeslag. 1. De vakantietoeslag bedraagt 8 % van de in enig jaar geldende jaarbezoldiging, uit te betalen tegelijk met de bezoldiging over de maand mei, tenzij de werknemer op dat tijdstip korter dan twee maanden in dienst is en de overeengekomen proeftijd nog niet verstreken is. In dat geval en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging over de maand december, doch desgewenst vroeger, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemt.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij de maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Indien de werknemer ten gevolge hiervan een te hoog bedrag vakantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat hetgeen voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel van inhouding op de (laatste) bezoldiging.
3. Restitutie als bedoeld in het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd 65-jarige leeftijd (zie artikel 10, lid 2, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten)met recht op invaliditeitspensioen.
4. De uitbetaling in mei als bedoeld in lid 1 heeft voor wat betreft de nog niet verstreken maanden van het lopende kalenderjaar het karakter van een voorschot. In de maand december vindt definitieve vaststelling van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvinden.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Vakantietoeslag. 1. De werkgever zal aan de werknemers die ten tijde van de aaneengesloten vakantie in zijn dienst zijn, ter gelegenheid van deze vakantie een vakantietoeslag toekennen. De uitbetaling van deze vakantietoeslag dient samen te vallen met de afrekening van de 5e periode doch dient in ieder geval te geschieden vóór 1 juni van elk jaar.
2. De vakantietoeslag bedraagt 8 8% van de in enig door de werknemer over periode 6 van het voorafgaande jaar geldende jaarbezoldigingtot en met periode 5 van het lopende jaar bij zijn huidige werkgever verdiende periode- inkomens of ontvangen wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen ingeval van arbeidsongeschikt- heid of onwerkbaar weer, uit te betalen tegelijk met dien verstande dat de toeslag bij uitbetaling op jaarbasis tenminste € 1.866,– zal bedragen. Dit bedrag wordt telkens aangepast met de bezoldiging over de maand mei, tenzij collectieve loonstijging. Ingeval de werknemer een WAO / WIA -uitkering geniet, zal het bedrag aan vakantietoeslag dat in deze uitkering is begrepen in mindering worden gebracht op dat tijdstip korter dan twee maanden in dienst is. In dat geval en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging over de maand december, doch desgewenst vroeger, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemt.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij die de maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Indien de werknemer ten gevolge hiervan een te hoog bedrag vakantietoeslag heeft ontvangen, werkgever is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel van inhouding op de (laatste) bezoldigingverschuldigd.
3. Restitutie als bedoeld in Bij beëindiging van het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. dienstverband heeft de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden werknemer aanspraak op een evenredig deel van de werknemer;
b. in lid 2 bedoelde vakantietoeslag, over de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken maanden waarover nog geen vakantietoeslag was uitgekeerd c.q. een evenredig deel van het in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10, lid 2, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b 2 genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten)minimum.
4. De uitbetaling in mei vakantietoeslag als bedoeld in onder lid 1 heeft voor wat betreft 3 zal worden uitbetaald op het tijdstip (de nog niet verstreken maanden van het lopende kalenderjaar het karakter van een voorschot. In tijdstippen) waarop de maand december vindt definitieve vaststelling van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvindenoverige werknemers deze toeslag ontvangen.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)
Vakantietoeslag. 1. De vakantietoeslag bedraagt 8 % van de in enig jaar geldende jaarbezoldiging, uit te betalen tegelijk met de bezoldiging over de maand mei, tenzij de werknemer op dat tijdstip korter dan twee maanden in dienst is en de overeengekomen proeftijd nog niet verstreken is. In dat geval en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging over de maand december, doch desgewenst desge- wenst vroeger, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemt.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij de maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Indien de werknemer ten gevolge hiervan een te hoog bedrag vakantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat hetgeen voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel van inhouding op de (laatste) bezoldiging.
3. Restitutie als bedoeld in het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd 65-jarige leeftijd (zie artikel 10, lid 2, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten)met recht op invaliditeitspensioen.
4. De uitbetaling in mei als bedoeld in lid 1 heeft voor wat betreft de nog niet verstreken maanden van het lopende kalenderjaar het karakter van een voorschot. In de maand december vindt definitieve vaststelling van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvinden.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Vakantietoeslag. 1. De vakantietoeslag bedraagt met inachtneming van het bepaalde in lid 2, 8 % van de in het per 1 mei van enig jaar geldende jaarbezoldiging, uit te betalen jaarsalaris. De vakantietoeslag wordt tegelijk uitbetaald met de bezoldiging het salaris over de maand mei, tenzij de werknemer op dat tijdstip per 1 mei korter dan twee maanden in dienst is en de overeengekomen proeftijd nog niet verstreken is. In dat geval en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip 1 mei vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging het salaris over de maand december, doch desgewenst vroeger, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemt.
2. Niet rijdend personeel: de voltijdwerknemer van 21 jaar of ouder ontvangt ten minste vakantie- toeslag ter grootte van 96% van het minimum salaris van loonschaal 6. Rijdend personeel: de voltijdwerknemer van 21 jaar of ouder ontvangt ten minste vakantietoe- slag ter grootte van 96% van het minimum salaris van loonschaal 6, vermeerderd met 2,75%.
3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid 1 en lid 2 van dit artikel wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij de maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Het voorgaande geldt eveneens, indien in de loop van het kalen- derjaar met de werknemer een wijziging van de arbeidsduur wordt overeengekomen. Indien de werknemer ten gevolge hiervan tot een te hoog bedrag vakantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat hetgeen voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel van inhouding op de (laatste) bezoldiging.
3. Restitutie als bedoeld in het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10, lid 2, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten)salarisbetaling.
4. De uitbetaling in mei als bedoeld in lid 1 heeft van dit artikel heeft, voor wat betreft de nog niet verstreken ver- streken maanden van het lopende kalenderjaar kalenderjaar, het karakter van een voorschot. In de maand december vindt definitieve vaststelling van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvinden.
Appears in 1 contract
Samples: Cao (Collective Labor Agreement)
Vakantietoeslag. 1. De vakantietoeslag bedraagt 8 voor de werknemer die op 31 mei een vol jaar in dienst is geweest 8% van 52x het bruto individueel overeengekomen weekloon dat werd genoten in de periode van 1 juni tot en met 31 mei daaraan voorafgaand. Een en ander behoudens maatregelen van de overheid ter zake van de vakantietoeslag. Voor leidinggevend, toezichthoudend, hoger technisch en administratief personeel bedraagt de vakantietoeslag 8% van het bruto jaarsalaris dat werd genoten in enig jaar de periode van 1 juni tot en met 31 mei daaraan voorafgaand. Het totaal van het in de 12 voorafgaande maanden of 13 voorafgaande perioden betaalde loon en de vakantietoeslag moet op grond van artikel 16 lid 2 van de Wet minimumloon en minimumva- kantiebijslag minimaal 108% van het voor de medewerker geldende jaarbezoldiging, uit te betalen tegelijk met wettelijk minimumloon zijn over alle uren die de bezoldiging over medewerker in die periode heeft gewerkt. Onder loon wordt hierbij verstaan het loon als bedoeld in artikel 6 van de maand mei, tenzij de werknemer op dat tijdstip korter dan twee maanden in dienst is. In dat geval Wet minimumloon en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging over de maand december, doch desgewenst vroeger, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemtminimumvakantiebijslag.
2. In afwijking De werknemers, die in de periode van 1 juni tot en met 31 mei (gedeeltelijk) in deeltijd werkzaam zijn geweest, ontvangen een vakantietoeslag naar rato van het bepaalde in gewerkte deeltijdpercentage voor het eerste lid wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij de maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Indien de werknemer ten gevolge hiervan een te hoog bedrag vakantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel gedeelte van inhouding op de (laatste) bezoldigingdeze periode waarin zij deeltijder waren.
3. Restitutie als bedoeld De werknemers, die na aanvang van het lopende vakantiejaar in het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden dienst van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10werkgever zijn getreden, lid 2, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten)ontvangen een vakantietoeslag naar rato.
4. De uitbetaling Bij beëindiging van het dienstverband, ook in mei geval van proeftijd, heeft de werknemer aanspraak op een vakantietoeslag als bedoeld in lid 1 heeft 1, tot de datum van uitdiensttreding en voor wat betreft de zover deze toeslag nog niet verstreken maanden van het lopende kalenderjaar het karakter van een voorschotontvangen is.
5. In De vakantietoeslag wordt uitbetaald in de maand december vindt definitieve vaststelling van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening juni of, indien er geen bedrijfsvakantie wordt gegeven, in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvindenperiode waarin de overige werknemers in de gelegenheid worden gesteld hun vakantie op te nemen, doch uiterlijk in de maand juni.
Appears in 1 contract
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst
Vakantietoeslag. 19.1. De periode waarover de vakantietoeslag wordt berekend, loopt van 1 mei tot en met 30 april, en bedraagt één basismaandinkomen.
9.2. De vakantietoeslag bedraagt 8 % wordt uitbetaald in de maand mei over de daaraan voorafgaande periode van 12 maanden en wordt afgeleid van het in die maand geldende basismaandsalaris. Met dien verstande dat, in het geval van een (tijdelijke) overgang van de ene naar de andere dienst, de vakantietoeslag in enig evenredigheid wordt afgeleid van het per dienst geldende basismaandsalaris. Deze regeling is alleen van toepassing indien er sprake is van een aangesloten periode van ten minste 1 maand.
9.3. Indien het dienstverband geen vol jaar heeft geduurd, wordt een evenredig deel van deze uitkering betaald. Voor iedere maand die de werknemer in bovengenoemde periode werkzaam is geweest, ontvangt hij 1/12 deel van de vakantietoeslag.
9.4. Voor werknemers, waarvoor op 3 december 1994 de toen geldende jaarbezoldigingcollectieve arbeidsovereenkomst van Panocean van toepassing was, uit te betalen tegelijk met geldt het volgende: de bezoldiging over de maand meiin mei 1995 uitbetaalde vakantietoeslag zal voor 8/12e deel als een bevroren voorschot worden beschouwd, dat bij beëindiging van het dienstverband zal worden verrekend.
9.5. De in mei 2001 uitbetaalde vakantietoeslag aan voormalig Van Ommeren medewerkers zal voor 2/12e deel als een bevroren voorschot worden beschouwd, dat bij beëindiging van het dienstverband zal worden verrekend, tenzij de werknemer op dat tijdstip korter dan twee maanden in dienst is. In dat geval en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging over de maand decemberschriftelijk, doch desgewenst vroegerindividueel, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemtanders overeengekomen.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij de maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Indien de werknemer ten gevolge hiervan een te hoog bedrag vakantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel van inhouding op de (laatste) bezoldiging.
3. Restitutie als bedoeld in het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10, lid 2, sub b) of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten).
4. De uitbetaling in mei als bedoeld in lid 1 heeft voor wat betreft de nog niet verstreken maanden van het lopende kalenderjaar het karakter van een voorschot. In de maand december vindt definitieve vaststelling van de vakantietoeslag plaats en zal zo nodig in voorkomende gevallen verrekening in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvinden.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Vakantietoeslag. 1. De werknemer heeft recht op een vakantietoeslag bedraagt 8 % voor iedere maand of ieder deel van een maand waarin hij salaris dan wel een uitkering krachtens artikel 36 heeft genoten, met dien verstande dat hieronder niet worden begrepen de maanden dan wel delen van maanden gedu- rende welke de werknemer wegens verplichte militaire dienst anders dan voor herhalingsoefening slechts salaris heeft genoten tot een bedrag van het op hem te verhalen gedeelte van de in enig jaar geldende jaarbezoldiging, uit te betalen tegelijk met de bezoldiging over de maand mei, tenzij de werknemer op dat tijdstip korter dan twee maanden in dienst is. In dat geval en eveneens bij indiensttreding na het hiervoor genoemde betalingstijdstip vindt uitbetaling plaats tegelijk met de bezoldiging over de maand december, doch desgewenst vroeger, indien de werknemer eerder minimaal vijf aaneensluitende vakantiedagen opneemtpensioenbijdrage.
2. In afwijking Tenzij in de volgende leden anders is bepaald, bedraagt de vakantie- toeslag per kalendermaand 8% van het bepaalde bedrag dat de betrokken werknemer in het eerste lid wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, waarbij de die maand op 30 en het jaar op 360 dagen wordt gesteld, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan dat jaar zal (blijken te) zijn. Indien de werknemer ten gevolge hiervan een te hoog bedrag vakantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, wat voor zover mogelijk in beginsel gebeurt door middel van inhouding op de (laatste) bezoldiging.
3. Restitutie als bedoeld in het vorige lid blijft achterwege in geval:
a. de arbeidsovereenkomst eindigt door overlijden van de werknemer;
b. de werknemer sedert 31 mei 1977 onafgebroken in dienst is en hij de dienst verlaat wegens het bereiken van de ontslagleeftijd (zie artikel 10, lid 2, sub b) salaris of de dienst verlaat wegens de in het BW, art 7: 669, lid 3, sub b genoemde reden (ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten).
4. De uitbetaling in mei uitkering als bedoeld in lid 1 heeft genoten.
3. De vakantietoeslag bedraagt voor wat betreft de nog niet verstreken werknemer van 21 jaar of ouder met een volledig dienstverband minimaal f 248,64 per maand; Dit bedrag wordt naar evenredigheid verminderd indien de werkne- mer slechts een deel van de periode waarover vakantietoeslag wordt berekend in dienst is geweest dan wel in die periode of een deel daar- van in deeltijd heeft gewerkt.
4. De vakantietoeslag wordt eenmaal per jaar berekend over het tijdvak van twaalf maanden dan wel 13 perioden, aanvangende met de maand juni dan wel de zesde periode van het lopende kalenderjaar het karakter van een voorschotvoorafgaande kalen- derjaar. In de maand december vindt definitieve vaststelling De uitbetaling van de vakantietoeslag vindt ten hoogste tweemaal per jaar plaats, doch in elk geval uiterlijk 31 mei van het desbetref- fende jaar. Bij ontslag of indiensttreding vo´o´r afloop respectievelijk na het beginnen van de periode waarover vakantietoeslag wordt betaald, vindt uitbetaling plaats en zal zo nodig over het gedeelte van de periode dat de werknemer in voorkomende gevallen verrekening in de vorm van nabetaling of terugvordering plaatsvindendienst was.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)