Xxxxxx bij arbeidsongeschiktheid Voorbeeldclausules

Xxxxxx bij arbeidsongeschiktheid. 1. Tijdens afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid behoudt de werknemer het recht op verlof. 2. Indien een werknemer ziek wordt tijdens het aaneengesloten verlof en hij een verklaring kan overleggen van de hem op het verlofadres behandelende arts dat de werknemer niet arbeidsgeschikt is, kan hij aanspraak maken op verlof op een later tijdstip. 3. Werkgever en werknemer stellen in onderling overleg vast op welk tijdstip het in lid 1 en 2 van dit artikel genoemde verlof alsnog kan worden genoten. 4. De in artikel 40 lid 10 sub a. bedoelde aanspraak op bovenwettelijk verlof wordt verkregen over een tijdvak van ten hoogste een halfjaar.
Xxxxxx bij arbeidsongeschiktheid. Over de periode van ziekte worden behalve wettelijke ook bovenwettelijke vakantiedagen opgebouwd gedurende de gehele periode van wettelijke loondoorbetalingsverplichting. In uitzonderlijke situaties wanneer de bedrijfsarts op basis van medische gronden de werknemer verplicht om vrij te zijn, zal geen verlof worden afgeschreven.
Xxxxxx bij arbeidsongeschiktheid. Tijdens de loondoorbetalingsperiode zoals bedoeld in artikel 11 is afwezigheid door ziekte niet van invloed op de opbouw van verlofrechten. Voor het opnemen van verlof gelden dezelfde regels als voor het opnemen van vakantierechten tijdens arbeidsongeschiktheid.
Xxxxxx bij arbeidsongeschiktheid. 1. Tijdens afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid behoudt de werknemer het recht op verlof. 2. Indien een werknemer ziek wordt tijdens het aaneengesloten verlof en hij een verklaring kan overleggen van de hem op het verlofadres behandelende arts dat de werknemer niet arbeidsgeschikt is, kan hij aanspraak maken op verlof op een later tijdstip. 3. Werkgever en werknemer stellen in onderling overleg vast op welk tijdstip het in lid 1 en 2 van dit artikel genoemde verlof alsnog kan worden genoten. 4. De in artikel 40 lid 10 sub a. bedoelde aanspraak op bovenwettelijk verlof wordt verkregen over een tijdvak van ten hoogste een halfjaar. Toelichting: De beperking van de aanspraak op opbouw van verlof bij arbeidsongeschiktheid tot een tijdvak van ten hoogste een halfjaar, geldt uitsluitend voor de bovenwettelijke vakantiedagen. De opbouw van wettelijke vakantiedagen bij arbeidsongeschiktheid wordt dus niet beperkt. Onder wettelijke vakantiedagen wordt verstaan het aantal dagen dat overeenkomt met 4x het aantal uren dat per week wordt gewerkt.
Xxxxxx bij arbeidsongeschiktheid. Ingeval de werknemer niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten wegens ziekte bouwt de werknemer alleen vakantie op over maximaal de laatste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid. Bij de berekening van de hiervoor genoemde 6-maandentermijn worden perioden van ziekte bij elkaar opgeteld indien deze perioden elkaar opvolgen met een onderbreking van minder dan één maand. Bij gedeeltelijke werkhervatting tijdens ziekte bouwt de werknemer slechts vakantieaanspraken op over dat gedeelte waarop de werknemer werkzaamheden verricht. Opname geschiedt eveneens over het gedeelte waarop de werknemer werkzaamheden verricht.
Xxxxxx bij arbeidsongeschiktheid. 1. Tijdens perioden van arbeidsongeschiktheid zal het eventueel van kracht zijnde verlof van welke aard dan ook worden opgeschort, mits de werknemer de aanvang van de arbeidsongeschiktheid op de eerste dag bij de maatschappij heeft gemeld. 2. Bij langdurige arbeidsongeschiktheid zal periodiek verlof worden toegekend over het eerste jaar van de arbeidsongeschiktheid. Indien de werknemer voor het einde van het tweede jaar hersteld verklaard wordt voor de dienst aan boord, zal alsnog periodiek verlof over het ver- streken gedeelte van het tweede jaar worden toegekend. 3. Bij arbeidsongeschiktheid aan boord van een schip of buiten het land waar de werknemer thuis hoort wordt verlof opgebouwd op basis van artikel 32 lid 2 of 3. 4. Voor de senior officier geldt; tijdens perioden van arbeidsongeschiktheid zal het eventueel van kracht zijnde verlof van welke aard dan ook (met ingang van 1 januari 2008: vanaf de 3e dag) worden opgeschort, mits de senior-officier de aanvang van de arbeidsongeschiktheid op de eerste dag bij de maatschappij heeft gemeld. Dit geldt niet bij arbeidsongeschikt tijdens de reis, 5. Voor de senior officier geldt; bij langdurige arbeidsongeschiktheid zal (met ingang van 1 januari 2008: vanaf de 3e dag) periodiek verlof worden toegekend (op basis van 62 kalenderdagen na 1 jaar) over het eerste jaar van de arbeidsongeschiktheid. Indien de senior-officier voor het einde van het tweede jaar hersteld verklaard wordt voor de dienst aan boord, zal alsnog periodiek verlof over het verstreken gedeelte van het tweede jaar worden toegekend. 6. Bij arbeidsongeschiktheid aan boord van een schip of buiten het land waar de senior-officier thuishoort wordt verlof opgebouwd op basis van het “back-to-back” systeem , artikel 35 lid 1 (per 1 januari 2012).
Xxxxxx bij arbeidsongeschiktheid. 1. Indien de werknemer (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is, wordt aanspraak op verlofrechten verworven op basis van de vigerende bepalingen in de vakantiewet 2012. Uitgangspunt is dat m.b.t. het opbouwen, opnemen en verjaren van wettelijke- en bovenwettelijke verlofrechten, geen onderscheid wordt gemaakt tussen arbeidsgeschikte en (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte werknemers. 2. Behoudens het bepaalde in artikel 7:637 BW, vervalt de hierboven genoemde aanspraak indien het dienstverband door de werknemer wordt beëindigd, alvorens de arbeid is hervat. 3. Indien een werknemer die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is, verlof wil opnemen, dient hij de normale verlofprocedure te volgen en worden de genoten verlofdagen afgeschreven van het door hem opgebouwde tegoed. 4. Wettelijke verlofdagen, die niet zijn opgenomen vóór het tijdstip, liggend 6 maanden na 31 december van het jaar waarin deze zijn verworven, vervallen. Indien de werknemer vanwege zijn arbeidsongeschiktheid niet in staat was zijn wettelijke vakantiedagen op te nemen, vervallen deze wettelijke verlofrechten 5 jaar na de datum waarop ze zijn verworven. In een voorkomend geval zal dit worden beoordeeld door de Arboarts. 5. Bovenwettelijke verlofrechten, die niet zijn opgenomen vóór het tijdstip, liggend 5 jaren na de datum waarop deze zijn verworven, vervallen.
Xxxxxx bij arbeidsongeschiktheid. Is de medewerker volledig of voor een deel arbeidsongeschikt? Dan bouwt ze wettelijk en bovenwettelijk vakantieverlof op. Voor beide geldt dat ze dit opbouwt over het volledige aantal uur dat ze volgens haar arbeidsovereenkomst werkt. Neemt de medewerker vakantie op terwijl ze volledig of voor een deel arbeidsongeschikt is? Dan trekt de werkgever dit van haar vakantieverlof af. De werkgever gaat daarbij uit van het volledige aantal uur dat de medewerker volgens haar arbeidsovereenkomst werkt. Wordt de medewerker arbeidsongeschikt tijdens een vastgestelde vakantie? En kan ze dat voldoende bewijzen? Dan trekt de werkgever de vakantie-uren niet af van het vakantieverlof.
Xxxxxx bij arbeidsongeschiktheid. Tijdens arbeidsongeschiktheid bouw je evenveel verlofuren op als wanneer je had gewerkt. Als je tijdens arbeidsongeschiktheid met vakantie wil, overleg je dit vooraf met je leidinggevende. Je stemt er dan bij voorbaat mee in dat de opgenomen verlofuren ten laste komen van je verlofuren die je hebt opgebouwd. Koop en verkoop verlofuren en teveel genoten verlofuren‌ Je hebt het recht in ieder kalenderjaar bovenwettelijke (vakantie) uren te kopen en te verkopen of deze aan te wenden als bron of in te zetten voor een doel. De spelregels hiervoor vind je in hoofdstuk Mijn Inkomen, paragraaf Flexibele Arbeidsvoorwaarden. De waarde van een verlofuur bij koop en bij verrekening van teveel genoten verlof is je bruto maandsalaris bij een fulltime dienstverband inclusief eventuele (vaste) salaristoeslagen, vakantietoeslag en dertiende maand, vermeerderd met een toeslag* van 30,55% in verband met extra werkgeverslasten, gedeeld door 174. - Correctie voor lagere aanwezigheid door standaard verlof (hierdoor blijven er minder werkbare dagen over, waardoor de prijs van een resterende dag hoger wordt). - Een deel van de werkgeverslasten voor het flexbudget en pensioenpremie (de hoogte van het flexbudget en pensioenopbouw worden niet aangepast ten gevolge van het verlagen van het aantal werkbare uren). De waarde van een verlofuur bij verkoop is je bruto maandsalaris bij een fulltime dienstverband inclusief eventuele (vaste) salaristoeslagen, vakantietoeslag en dertiende maand, gedeeld door 174.

Related to Xxxxxx bij arbeidsongeschiktheid

  • Arbeidsongeschiktheid 1. De werknemer die door arbeidsongeschiktheid niet in staat is zijn arbeid te verrichten, is verplicht zich te onderwerpen aan de medische- en lekencontrole die krachtens de sociale verzekeringswetten, inclusief Arbodienst en Arbowet en enig bedrijfsreglement, worden bepaald en/of uitgeoefend. 2. De werknemer die door arbeidsongeschiktheid de bedongen arbeid niet verricht, dient zich voor wat betreft de melding aan de werkgever, controle- en re-integratievoorschriften, te houden aan de binnen de onderneming geldende regels van de Arbodienst. 3. In geval van arbeidsongeschiktheid heeft de werknemer in beginsel recht op een uitkering van 100 procent van het voor hem geldende brutoloon gedurende 52 weken, gevolgd door een nieuwe periode van 52 weken met een uitkering van 70 procent over het voor hem geldende brutoloon. Indien het bedrag dat op grond van dit lid wordt doorbetaald aan de werknemer lager zou zijn dan het bedrag waarop de werknemer recht heeft op grond van artikel 7:629 BW, dan moet voor de doorbetaling worden uitgegaan van het laatstgenoemde bedrag. 4. In enig kalenderjaar wordt op de uitkering bij arbeidsongeschiktheid, met inachtneming van het Wettelijk Minimumloon, per ziekmelding de aftrek van een aantal wachtdagen toegepast. Het aantal wachtdagen dat wordt afgetrokken bedraagt vanaf de eerste ziekmelding 1 wachtdag, met een maximum van 2 wachtdagen per kalenderjaar. 5. In het geval van opeenvolgende ziekmeldingen wordt de aftrek van een aantal wachtdagen, met inachtneming van een onderbreking van minder dan vier weken en voor zover er sprake is van hetzelfde ziektegeval, niet opnieuw toegepast. Indien de werknemer niet voldoet aan de voor hem geldende verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel, heeft de werkgever het recht de uitkering te verlagen tot 70 procent van het brutoloon.

  • Uitkering bij arbeidsongeschiktheid 1. Werkgever zal ingeval van aantoonbare arbeidsongeschiktheid, vanaf de 1e dag van arbeidsongeschiktheid gedurende maximaal 2 jaar het op basis van de wettelijke verplichting tot loondoorbetaling verschuldigde loon aanvullen tot: 100% gedurende de eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 90% gedurende de daaropvolgende 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 85% gedurende de daaropvolgende 12 maanden van arbeidsongeschiktheid; van het voor de werknemer geldende brutoloon. Hierbij geldt voor de werknemer de resultaatverplichting dat er sprake is van aantoonbare actieve re-integratie naar redelijkheid en billijkheid. Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt door een bedrijfsongeval vult de werkgever -gedurende maximaal twee jaar- het loon van de werknemer aan tot 100% van het voor de werknemer geldende brutoloon. Bovenstaand schema geldt in dat geval niet. Als voorwaarde daarbij geldt dat uit onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat er sprake is van verwijtbaarheid aan de zijde van de werkgever. 2. Het voor de werknemer geldende brutoloon zoals bedoeld in lid 1, is het gemiddelde van het door de werknemer gedurende de 13 weken onmiddellijk voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid verdiende brutoloon met inbegrip van genoten toeslagen en betaling van structureel overwerk doch met uitzondering van vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. 3. Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel is niet van toepassing, indien en voor zover de werknemer ter zake van zijn arbeidsongeschiktheid een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden jegens derden. In dat geval zal de werkgever een voorschot op de schadevergoeding verstrekken ter hoogte van het in de voorgaande leden bedoelde brutoloon of -aanvulling. De werknemer is verplicht op daartoe strekkend verzoek aan de werkgever door middel van een akte van cessie zijn aanspraken jegens derden op vergoeding van schade aan de werkgever over te dragen. Dit echter niet tot een hoger bedrag dan het bedrag van de in de voorgaande leden bedoelde doorbetaling van loon. Na de cessie kunnen de voorschotten niet meer worden teruggevorderd. 4. Werkgever kan één wachtdag inhouden bij iedere derde en volgende ziekmelding van de werknemer in enig kalenderjaar, mits de OR of de PVT hiermee instemt en mits bovendien de OR of de PVT heeft ingestemd met een verzuimbegeleidings-plan, met inachtneming van de wettelijke minimale loondoorbetalingsplicht bij ziekte. Deze instemmingsbevoegdheid komt toe aan de personeelsvertegenwoordiging in ondernemingen waarin geen OR of PVT aanwezig is, of aan de betrokken werknemers-verenigingen in ondernemingen waar geen ondernemingsraad aanwezig is terwijl de onderneming hiertoe wel wettelijk verplicht is. Bij ziekmelding als gevolg van chronisch ziek zijn kunnen geen wachtdagen worden ingehouden. 5. In geval van chronisch ziek zijn komt de mogelijkheid tot het inhouden van wachtdagen volgens voorgaand lid te vervallen. Het dient toetsbaar en onomstotelijk vast te staan dat er sprake is van chronisch ziek zijn. Ingeval van onduidelijkheid is er een toetsing mogelijk via de bedrijfsarts / Arboarts. Voor het definiëren van het begrip “chronisch ziek” wordt aansluiting gezocht bij de studie die daar van overheidswege (onderzoek eigen risico zorgverzekering) naar wordt verricht.

  • Arbeidsduur 8.1. De arbeidsduur bij een voltijds dienstverband bedraagt 38 uur per week. 8.2. Voor werknemers van tenminste 60 jaar wordt de normale arbeidsduur, berekend op jaarbasis, met 5 werkdagen of diensten verminderd. Bij deeltijd worden deze werkdagen of diensten naar rato toegepast. Bedoelde werkdagen of diensten worden toegekend naast de in artikel 17 lid 1 sub b extra toegekende vakantiedagen voor werknemers van 60 jaar en ouder. 8.3. Aan een verzoek van een werknemer om vermindering of vermeerdering van zijn arbeidsduur binnen de eigen functie, is de werkgever verplicht tegemoet te komen. Indien het verzoek van de werknemer naar oordeel van de werkgever vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen niet gehonoreerd kan worden, zal de werkgever de werknemer hiervan schriftelijk en gemotiveerd in kennis stellen. De werknemer kan tegen deze beslissing bij de Bezwarencommissie in beroep komen. 8.4. De uitspraak van de Bezwarencommissie op het beroep dat wordt ingesteld tegen een afwijzende beslissing van de werkgever om aanpassing van de arbeidsduur heeft het karakter van een bindend advies. 8.5. De werkgever stelt de werktijden, na overleg met de werknemer, vast. 8.6. Indien de werktijden bij rooster worden vastgesteld, dient de werkgever de dagen waarop gewerkt moet worden zo spoedig mogelijk, met inachtneming van artikel 4 lid 2 van de Arbeidstijdenwet, ter kennis te brengen van de betrokken werknemer. Daarbij zijn werkgever en werknemer zich ervan bewust dat op korte termijn wijzigingen in het rooster noodzakelijk kunnen zijn in verband met calamiteiten en/of onvoorziene omstandigheden, waarbij bij dit laatste vooral gedacht moet worden aan afgelastingen en weersomstandigheden. 8.7. De invulling van de normale arbeidsduur van 38 uur per week gemiddeld bij een voltijds dienstverband vindt plaats binnen de volgende bandbreedtes: minimaal 7 uur per dag en minimaal 35 uur per week en maximaal 9 uur per dag en maximaal 45 uur per week waarbij een maximum geldt van gemiddeld 40 uren per week in elke periode van 13 achtereenvolgende weken. 8.8. In dagdienst wordt als regel gewerkt op de eerste vijf dagen van de week tussen 07.00 en 23.00 uur. 8.9. Indien de aard van de functie met zich meebrengt dat ook het werken op zaterdag en zondag als normaal kan worden aangeduid, geldt, in afwijking van het in lid 6 bepaalde, dat op alle dagen van de week kan worden gewerkt tussen 07.00 en 23.00 uur. 8.10. Incidentele afwijkingen van de normale dagelijkse arbeidsduur van een half uur of minder worden geacht deel uit te maken van de normale arbeidsduur. 8.11. De werknemer is in bijzondere gevallen ook gehouden buiten de op het rooster aangegeven uren arbeid te verrichten. 8.12. Indien het belang van de organisatie zich daartegen niet verzet en dit binnen de bestaande mogelijkheden kan, zal de werkgever op verzoek van de werknemer deze in de gelegenheid stellen om ten behoeve van zorgtaken extra verlof op te nemen. Jaarlijks kunnen werkgever en werknemer afspraken maken over de wijze waarop dit verlof opgebouwd c.q. gecompenseerd zal worden. 8.13. Indien het belang van de werkgever zich er niet tegen verzet en dit binnen de bestaande mogelijkheden kan, kan de werkgever de werknemer, onder in onderling overleg te bepalen condities, volgens met het medezeggenschapsorgaan overeengekomen richtlijnen, toestemming verlenen tot thuiswerken of telewerken.