Aanleiding en doel Voorbeeldclausules

Aanleiding en doel. Naar aanleiding van de gemaakte afspraken in het bestuurlijk overleg van 30 juni, ligt hier een aangepaste notitie met een nieuwe titel Koers en condities toekomsttuinen in Gelderland. Ook deze aangepaste notitie is in op basis van gesprekken van de veiligheidspartners tot stand gekomen. De notitie is grotendeels gelijk gebleven, maar aangescherpt door de vijftien alinea’s af te sluiten met een samenvattende zin. De notitie is uitgebreid met de visie en de kernwaarden vanuit de GVJB, de doelen voor de toekomsttuinen en de condities die van belang zijn voor specifiek de Raad voor de Kinderbescherming. De notitie sluit af met een samenvatting met de vervolgopdracht voor de jeugdhulpregio’s als het gaat om verdere verkenning, voorbereiding en inrichting van de toekomsttuinen. Het bestuurlijk overleg van 30 juni 2021 heeft ingestemd met :
Aanleiding en doel. Op de rivier de Mark sluiten ten noorden van Etten-Leur een tweetal vaarten aan, te weten de Laaksche Vaart en de Leursche Haven. De Mark en deze vaarten zijn voorzien van regionale waterkeringen (kades) welke het achterland beschermen tegen hoogwater. Bij de laatste toetsing van kades is gebleken dat deze op grote delen niet hoog genoeg zijn en derhalve afgekeurd zijn op hoogte. De kades dienen te worden verbeterd. Om niet alle kades langs beide vaarten te hoeven verbeteren is ervoor gekozen om de Laaksche Vaart en de Leursche Haven te voorzien van een afsluitmiddel in de vorm van een keersluis zo dicht mogelijk bij de Mark. Hierdoor worden de te verbeteren kaden beperkt tot hoofdzakelijk alleen langs de Mark. Om het stroomgebied van de Laaksche Vaart en de Leursche Haven te kunnen blijven ontwateren worden de keersluizen gecombineerd met een gemaal. Met betrekking tot het ontwerp van de keersluizen, gemalen, bedieningsgebouwen en nieuwe kaden wordt het van groot belang geacht om een goede inpassing in het landschap te realiseren. Het beeldkwaliteitsplan (BKP) geeft een beschrijving en verbeelding van: de inpassing in het landschap, ruimtelijke- en architectonische verschijningsvorm en materialisatie. Hiermee functioneert het BKP als ruimtelijk toetsingskader voor architectonische uitwerking Voor de beoogde ontwikkeling in het gebied is de Verordening Ruimte van de Provincie Noord- Brabant, uitgewerkt in het regionale. afsprakenkader kwaliteitsverbetering landschap van toepassing. Het project valt hierbij onder categorie 3, omdat deze niet onder categorie 1 en 2 valt. Het afsprakenkader stelt voor categorie 3: de kwaliteitsverbetering wordt berekend op basis van de bestemmingswinst. In dit project is geen sprake van een bestemmingswinst op basis waarvan de bijdrage aan de inpassing kan worden bepaald. Binnen categorie 3 valt het project onder de “Overige ontwikkelingen”. Hieronder vallen maatschappelijke functies zoals infrastructuur. De vereiste investering in kwaliteitsverbetering is in dat geval maatwerk. In dit maatwerk moet worden aangesloten bij de aard van de ingreep en bij de eigenschappen van de specifieke locatie waar deze plaats vindt. De ontwikkeling van de keermiddelen (sluizen en gemalen) en de aanpassing van de aansluitende dijken betreft (in verhouding tot andere ontwikkelingen in deze categorie zoals windmolens , reclamemasten of de aanleg van een provinciale weg) een geringe ingreep. Waterhuishoudkundige elementen passen in het aanwezige...
Aanleiding en doel. Ondanks de toenemende aandacht voor mantelzorg, zijn er nog belangrijke vraagstukken rondom het combineren van mantelzorg en werk (de Bruin e.a., 2018; Xxx Xxxxxxx e.a., 2019). Bijvoorbeeld over de beschikbaarheid van mantelzorgers in de toekomst en in hoeverre werkenden kunnen voldoen aan de toenemende vraag naar mantelzorg. Ook is onvoldoende bekend over hoe werkende mantelzorgers optimaal ondersteund kunnen worden, zodat zij gezond blijven en mantelzorg en hun werk kunnen blijven combineren. Deze publicatie gaat in op deze vraagstukken door inzicht te geven in:
Aanleiding en doel. Paragraaf 4.2.1 gaf reeds een uitvoerige beschrijving van de aanleiding van de nieuwe wetgeving, namelijk de zaak Xxx Xxxxxxxx. De onrust die de moordpartij veroorzaakte, zorgde ervoor dat de algemene veiligheid van het land in vraag gesteld werd. De politieke wereld moest hierop reageren en heeft in allerijl een nieuwe wapenwet goedgekeurd. Het achterliggende maatschappelijk probleem dat zich hier stelt, betreft het feit dat sommige personen agressief en racistisch gedrag stellen. De oplossing ligt dus in het tegengaan van agressie en racisme. Dan rijst uiteraard de vraag of de overheid met een wijziging van de wapenwetgeving niet eerder de symptomen aanpakt in plaats van de oorzaak van het probleem en of ze op deze manier een effectieve oplossing biedt. Als Xxx Xxxxxxxx niet in de mogelijkheid verkeerd had om een wapen aan te schaffen, hadden de feiten dan vermeden kunnen worden? Mogelijks had hij dan een andere manier gevonden om zijn agressie en racistische gevoelens te uiten. Zo blijkt ondermeer dat sinds de nieuwe wapenwet de impulsieve aankopen van vuurwapens aan banden gelegd heeft, een stijging van het aantal drama’s met messen, bijlen, hamers, enz. vast te stellen is.1 De overheid is evenwel van mening dat het plegen van een moord met een wapen eenvoudiger is dan bijvoorbeeld iemand met een mes ombrengen. Dit omwille van het gebruiksgemak en het gebrek aan fysiek contact dat met een wapen gepaard gaat.2 Ook Vermassen kwam tijdens zijn onderzoek3 tot deze conclusie. Van de 1272 levensdelicten, die Vermassen onderzocht, waren er 36,9% met een vuurwapen gepleegd. Terwijl het afvuren van een wapen slechts een fractie van
Aanleiding en doel. De aanleiding van dit Provinciaal Inpassingsplan (PIP) is om het personenvervoer tussen Duitsland en Nederland te verbeteren. Door de capaciteit van het spoor te vergroten kunnen treinen vaker rijden tussen Duitsland en Nederland. Dit maakt onderdeel uit van een programma van diverse spoorverbeteringsmaatregelen. Dit PIP voorziet in een uniforme planologische regeling ten behoeve van de spoorverdubbeling tussen Heerlen en Landgraaf dat als concrete maatregel dient om de capaciteit van het spoor te verbeteren. De Provincie Limburg heeft binnen de Wet ruimtelijke ordening (Wro) de mogelijkheid om een Provinciaal Inpassingplan vast te stellen. Het Inpassingsplan legt de bestemming van een concreet gebied en het gebruik ervan juridisch bindend vast en is daarmee vergelijkbaar met een gemeentelijk bestemmingsplan. Een provincie kan een Inpassingsplan vaststellen als er sprake is van een provinciaal belang. Aangezien het project over twee gemeentes (Heerlen en Landgraaf) is verdeeld en er een provinciaal belang is, namelijk het verbeteren van de bereikbaarheid van de Oostelijke Mijnstreek binnen de Euregio heeft Provincie Limburg ervoor gekozen om een Inpassingsplan op te stellen. Zo kan er één samenhangend ruimtelijk plan worden gemaakt. De procedure om tot een Inpassingsplan te komen, is vastgelegd in de Wet ruimtelijke ordening.
Aanleiding en doel. In algemene zin voorziet dit besluit in aanpassingen in enkele algemene maatregelen van bestuur in verband met de Wet werk en zekerheid (hierna: Wwz). De Wwz noopt tot een aantal technische wijzigingen in lagere regelgeving. De wijzigingen hebben tot doel om de algemene maatregelen van bestuur aan te laten sluiten bij de wijzigingen die de Wwz heeft aangebracht. Daarnaast wordt in het Besluit ontheffing verplichtingen sociale zekerheidswetten een aantal wijzigingen aangebracht die enerzijds te maken hebben met een ontheffing voor de uitkeringsgerechtigde die zorg moet dragen voor een pasgeboren kind bij het overlijden van de moeder en anderzijds wordt het besluit gewijzigd vanwege een toezegging uit 2010 van de toenmalig minister Xxxx aan de Tweede Kamer1. Tevens voorziet dit besluit in twee wijzigingen van het Remigratiebesluit. Xxxxxxxxxxxx is bij een wijziging van de Remigratiewet en onderliggende regelgeving op 1 juli 2014 een wijziging aangebracht in de berekenwijze van de jaarlijkse indexatie van de remigratie- uitkeringen. Bij nader inzien wordt afgezien van deze berekenwijze en wordt de oude berekenwijze, zoals deze bestond voor 1 juli 2014, weer hersteld. Daarnaast wordt het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten (hierna: AIB) op enkele punten aangepast. Dit betreft slechts kleine beleidsinhoudelijke aanpassingen. Allereerst wordt geregeld dat de afkoopsom van een klein pensioen niet langer als inkomen beschouwd wordt voor de volksverzekeringen en sociale voorzieningen (hoofdstuk 2 van het AIB). In het AIB wordt eveneens geregeld dat het loon dat door de werkgever aan een zieke werknemer wordt doorbetaald, buiten beschouwing blijft voor het bepalen van het inkomen van een uitkering op grond van de Inkomensvoorziening Volledig duurzaam Arbeidsongeschikten (hierna: IVA-uitkering) in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: Wet WIA) in de situatie waarin helemaal geen wachttijd geldt voor een IVA-uitkering, terwijl de uitkeringsgerechtigde daarnaast recht heeft op loondoorbetaling. Ten slotte wordt een kleine wijziging aangebracht in enkele aanpassingsbesluiten van het Besluit Wfsv. Voor een toelichting daarop zij verwezen naar de artikelsgewijze toelichting op de artikelen IX en X. In het artikelsgewijze deel van deze nota van toelichting wordt op de afzonderlijke wijzigingen nader ingegaan. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (hierna: UWV) heeft een uitvoeringstoets uitgebracht. Het UWV acht het besluit uitvoerbaa...
Aanleiding en doel. Doel: Input: Proces: Checklist: Resultaat:
Aanleiding en doel. De aanleiding voor het opstellen van het bestemmingsplan voor de Rivierzone Oost is dat de geldende planologische regelingen voor het plangebied verouderd zijn. Om in te kunnen spelen op ruimtelijke en functionele ontwikkelingen, zoals beschreven in het kader van de 'Stadsvisie Vlaardingen, koers op 2020', de 'Ruimtelijke Structuurschets Vlaardingen 2020' en het Structuurplan Rivierzone, en tegen de achtergrond van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro), is het noodzakelijk verouderde bestemmingsplannen te herzien. Voor het gebied Rivierzone Oost wordt gestreefd naar versterking en modernisering van de bedrijventerreinen. Speerpunten hierbij zijn de (her)ontwikkeling van verouderde / niet-adequaat gebruikte terreinen. Het betreft hier zowel havengebonden als niet-havengebonden bedrijven. Het op te stellen bestemmingsplan maakt realisering van deze doelstellingen mogelijk en biedt een actueel juridisch-planologisch kader. De regeling houdt rekening met de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht van het gebied rondom de KW-Haven NZ.
Aanleiding en doel. Het bedrijventerrein is langdurig gebruikt door Lever Fabergé Europe-Sourcing Unit/Unilever Research. Momenteel is een deel van het bedrijventerrein niet in gebruik en te koop. De gemeente wil voor het gehele terrein over een actueel juridisch-planologisch kader beschikken, dat kan dienen als toetsingsgrond voor nieuwe initiatieven. Ook tegen de achtergrond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), is het noodzakelijk verouderde bestemmingsplannen te herzien.

Related to Aanleiding en doel

  • Aanvang en duur De verzekering begint op de op het polisblad vermelde ingangsdatum. De verzekering wordt aangegaan voor een duur van één of drie jaar. Deze eerste contractstermijn van de verzekering staat op het polisblad.