Aanleiding en doel Voorbeeldclausules

Aanleiding en doel. Naar aanleiding van de gemaakte afspraken in het bestuurlijk overleg van 30 juni, ligt hier een aangepaste notitie met een nieuwe titel Koers en condities toekomsttuinen in Gelderland. Ook deze aangepaste notitie is in op basis van gesprekken van de veiligheidspartners tot stand gekomen. De notitie is grotendeels gelijk gebleven, maar aangescherpt door de vijftien alinea’s af te sluiten met een samenvattende zin. De notitie is uitgebreid met de visie en de kernwaarden vanuit de GVJB, de doelen voor de toekomsttuinen en de condities die van belang zijn voor specifiek de Raad voor de Kinderbescherming. De notitie sluit af met een samenvatting met de vervolgopdracht voor de jeugdhulpregio’s als het gaat om verdere verkenning, voorbereiding en inrichting van de toekomsttuinen. Het bestuurlijk overleg van 30 juni 2021 heeft ingestemd met :
Aanleiding en doel. Alle Europese lidstaten moeten uiterlijk in 2027 voldoen aan chemische en ecologische kwaliteitseisen. Deze kwaliteitseisen komen voort uit de Kaderrichtlijn Water (hierna KRW). De waterkwaliteit en de inrichting van de Sint Jansbeek scoort momenteel onvoldoende. Om deze reden wordt project beekherstel Sint Jansbeek opgetuigd. Vanuit de KRW systematiek is aan de Sint Jansbeek het KRW-type R5 toegekend. Dit type beek is een langzaam stromende midden- of benedenloop op zand waarbij in de huidige situatie agrarisch landgebruik bepalend is en de beekloop gestuwd is en rechtgetrokken. Voornamelijk de uniformiteit van het dwarsprofiel, lage stroomsnelheid, gebrek aan dynamiek en versnippering van de waterloop door stuwen belemmeren het behalen van de KRW doelstellingen. Om deze knelpunten op te lossen wordt de beek deels opnieuw ingericht. Het project heeft onderstaande doelstellingen: - Beekontwikkeling om de omstandigheden te creëren om de ecologische doelen voor het KRW-type R5 te behalen; - Het verbinden van de Maas met het achterland middels een Ecologische Verbindingszone (hierna EVZ) door Vortum-Mullem; - Vismigratie mogelijk maken: de beek wordt optrekbaar gemaakt voor vis; - Doelmatig toekomstbestendig onderhoud. Het projectplan Waterwet Sint Jansbeek geeft een beschrijving van de huidige situatie van het plangebied, de gewenste situatie om aan de doelstellingen te voldoen en welke maatregelen hiervoor nodig zijn om dit te bereiken. Gezamenlijk met het projectplan Waterwet zijn inrichtingsontwerpen opgesteld en een Beheer- & Onderhoudsplan geschreven. Dit projectplan wordt door het algemeen bestuur van waterschap Aa en Maas vastgesteld en wordt gedurende deze procedure ter inzage gelegd. Inspraak is mogelijk op de in dit projectplan beschreven waterstaatkundige maatregelen of wijzigingen. Om aan de kwaliteitseisen van de KRW opgave te voldoen wordt de Sint Jansbeek heringericht. De beek loopt hoofdzakelijk door een open landschap van gras- en akkerland met lokaal ook bos. Na het project bestaat minimaal één van de oevers in de beekdalvlakte uit een 5 tot 25 meter brede strook met een natuurlijk inrichting. Deze bestaat uit natuurlijk- of verruigd grasland, lokaal aangevuld met struweel en bomen. Waar de beek van oudsher gestuwd, over gedimensioneerd en rechtgetrokken is wordt nu ruimte gegeven aan meer dynamische processen welke van nature in een beek voorkomen. Door het versmallen van het profiel wordt de stroming verhoogd, meanders zorgen voor een nat...
Aanleiding en doel. Ondanks de toenemende aandacht voor mantelzorg, zijn er nog belangrijke vraagstukken rondom het combineren van mantelzorg en werk (de Bruin e.a., 2018; Xxx Xxxxxxx e.a., 2019). Bijvoorbeeld over de beschikbaarheid van mantelzorgers in de toekomst en in hoeverre werkenden kunnen voldoen aan de toenemende vraag naar mantelzorg. Ook is onvoldoende bekend over hoe werkende mantelzorgers optimaal ondersteund kunnen worden, zodat zij gezond blijven en mantelzorg en hun werk kunnen blijven combineren. Deze publicatie gaat in op deze vraagstukken door inzicht te geven in:
Aanleiding en doel. Het bedrijventerrein is langdurig gebruikt door Lever Fabergé Europe-Sourcing Unit/Unilever Research. Momenteel is een deel van het bedrijventerrein niet in gebruik en te koop. De gemeente wil voor het gehele terrein over een actueel juridisch-planologisch kader beschikken, dat kan dienen als toetsingsgrond voor nieuwe initiatieven. Ook tegen de achtergrond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), is het noodzakelijk verouderde bestemmingsplannen te herzien.
Aanleiding en doel. De aanleiding van dit Provinciaal Inpassingsplan (PIP) is om het personenvervoer tussen Duitsland en Nederland te verbeteren. Door de capaciteit van het spoor te vergroten kunnen treinen vaker rijden tussen Duitsland en Nederland. Dit maakt onderdeel uit van een programma van diverse spoorverbeteringsmaatregelen. Dit PIP voorziet in een uniforme planologische regeling ten behoeve van de spoorverdubbeling tussen Heerlen en Landgraaf dat als concrete maatregel dient om de capaciteit van het spoor te verbeteren. De Provincie Limburg heeft binnen de Wet ruimtelijke ordening (Wro) de mogelijkheid om een Provinciaal Inpassingplan vast te stellen. Het Inpassingsplan legt de bestemming van een concreet gebied en het gebruik ervan juridisch bindend vast en is daarmee vergelijkbaar met een gemeentelijk bestemmingsplan. Een provincie kan een Inpassingsplan vaststellen als er sprake is van een provinciaal belang. Aangezien het project over twee gemeentes (Heerlen en Landgraaf) is verdeeld en er een provinciaal belang is, namelijk het verbeteren van de bereikbaarheid van de Oostelijke Mijnstreek binnen de Euregio heeft Provincie Limburg ervoor gekozen om een Inpassingsplan op te stellen. Zo kan er één samenhangend ruimtelijk plan worden gemaakt. De procedure om tot een Inpassingsplan te komen, is vastgelegd in de Wet ruimtelijke ordening.
Aanleiding en doel. Partijen sluiten deze overeenkomst vanuit een gemeenschappelijk belang bij een goed woonklimaat voor iedereen in de gemeente Beuningen en vanuit hun respectievelijke taken op het terrein van het wonen in de gemeente.
Aanleiding en doel. Doel: Input: Proces: Checklist: Resultaat: 2.1.1 Modelcontract 3 “Verkeermanagement as a Service”
Aanleiding en doel. Paragraaf 4.2.1 gaf reeds een uitvoerige beschrijving van de aanleiding van de nieuwe wetgeving, namelijk de zaak Xxx Xxxxxxxx. De onrust die de moordpartij veroorzaakte, zorgde ervoor dat de algemene veiligheid van het land in vraag gesteld werd. De politieke wereld moest hierop reageren en heeft in allerijl een nieuwe wapenwet goedgekeurd. Het achterliggende maatschappelijk probleem dat zich hier stelt, betreft het feit dat sommige personen agressief en racistisch gedrag stellen. De oplossing ligt dus in het tegengaan van agressie en racisme. Dan rijst uiteraard de vraag of de overheid met een wijziging van de wapenwetgeving niet eerder de symptomen aanpakt in plaats van de oorzaak van het probleem en of ze op deze manier een effectieve oplossing biedt. Als Xxx Xxxxxxxx niet in de mogelijkheid verkeerd had om een wapen aan te schaffen, hadden de feiten dan vermeden kunnen worden? Mogelijks had hij dan een andere manier gevonden om zijn agressie en racistische gevoelens te uiten. Zo blijkt ondermeer dat sinds de nieuwe wapenwet de impulsieve aankopen van vuurwapens aan banden gelegd heeft, een stijging van het aantal drama’s met messen, bijlen, hamers, enz. vast te stellen is.1 De overheid is evenwel van mening dat het plegen van een moord met een wapen eenvoudiger is dan bijvoorbeeld iemand met een mes ombrengen. Dit omwille van het gebruiksgemak en het gebrek aan fysiek contact dat met een wapen gepaard gaat.2 Ook Vermassen kwam tijdens zijn onderzoek3 tot deze conclusie. Van de 1272 levensdelicten, die Vermassen onderzocht, waren er 36,9% met een vuurwapen gepleegd. Terwijl het afvuren van een wapen slechts een fractie van 1 Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers (2007), ‘Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens’, DOC 52 0000/000, 2e zitting van de 52e zittingsperiode, Xxxxxx Xxxxxxxx, secretaris-generaal van de Federatie van Belgische Wapen- en Munitieverzamelaars, p. 52, xxxx://xxx0.xxxxxxx.xx/Xxxx/Xxxx.xxx/xXXX/XXXX000/$XXXX/000000.xxx. 2 Persoonlijke communicatie met Xxxxx Xxx, Federale Wapendienst en voorzitter van de Adviesraad. 3 Voor het schrijven van zijn boek ‘Moordenaars en hun motieven. Monsters of mensen?’ onderzocht Xxxxxxxxx gedurende zeventien jaar, 1272 levensdelicten in Vlaanderen en Brussel. een seconde inneemt en bovendien ook onomkeerbaar is, neemt het wurgen van een persoon drie à vier minuten in beslag, gedurende dewelke de agressor nog tot...
Aanleiding en doel. 1. Partijen erkennen het toenemende belang van een toegankelijk, integer en robuust EU ETS alsmede het toenemende belang van de transparante en eerlijke prijsvorming van de European Union Allowances-emissierechten en derivaten ervan. Partijen streven ernaar om op basis van wederzijds vertrouwen elkaar te versterken bij het uitoefenen van hun wettelijke taken met betrekking tot de integriteit van de markt en het EU ETS-register. De hieruit voortkomende behoefte aan samenwerking tussen de relevante nationale autoriteiten wordt vastgelegd in deze samenwerkingsovereenkomst. 2. Het doel van deze samenwerkingsovereenkomst is om algemene afspraken vast te leggen over de uitwisseling van relevante gegevens, waaronder toezichtvertrouwelijke gegevens of inlichtingen, tussen de NEa en de AFM ten behoeve van de uitvoering van hun wettelijke taken.
Aanleiding en doel. De aanleiding voor het opstellen van het bestemmingsplan voor de Rivierzone Oost is dat de geldende planologische regelingen voor het plangebied verouderd zijn. Om in te kunnen spelen op ruimtelijke en functionele ontwikkelingen, zoals beschreven in het kader van de 'Stadsvisie Vlaardingen, koers op 2020', de 'Ruimtelijke Structuurschets Vlaardingen 2020' en het Structuurplan Rivierzone, en tegen de achtergrond van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro), is het noodzakelijk verouderde bestemmingsplannen te herzien. Voor het gebied Rivierzone Oost wordt gestreefd naar versterking en modernisering van de bedrijventerreinen. Speerpunten hierbij zijn de (her)ontwikkeling van verouderde / niet-adequaat gebruikte terreinen. Het betreft hier zowel havengebonden als niet-havengebonden bedrijven. Het op te stellen bestemmingsplan maakt realisering van deze doelstellingen mogelijk en biedt een actueel juridisch-planologisch kader. De regeling houdt rekening met de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht van het gebied rondom de KW-Haven NZ.