Aanspraken op pensioen Voorbeeldclausules

Aanspraken op pensioen. 1. De deelnemer kan op grond van de Module Basispensioen aanspraak maken op de volgende pensioenen: a. Ouderdomspensioen (artikel 5); b. Partnerpensioen (artikel 6); c. Wezenpensioen (artikel 7); d. Arbeidsongeschiktheidspensioen (artikel 8). Voorts bestaat recht op (gedeeltelijke) premievrije pensioenopbouw bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid. 2. De mate van pensioenopbouw in de Module Basispensioen is mede afhankelijk van de bijdragen die ter beschikking worden gesteld. Jaarlijks wordt de feitelijke pensioenopbouw vastgesteld op grond van de inkoopregeling in artikel 26A. 3. De deelnemer heeft op grond van de Module Beleggingspensioen aanspraak op een pensioenkapitaal waarmee op de pensioendatum een excedent ouderdomspensioen en een bijbehorend partnerpensioen wordt aangekocht (artikel 10). 4. De deelnemer heeft op grond van de Module Spaarpensioen aanspraak op een pensioenkapitaal waarmee op de pensioendatum een extra ouderdomspensioen en indien gewenst een bijbehorend partnerpensioen wordt aangekocht (artikel 12). 5. De module Basispensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst, en de modules Beleggingspensioen en Spaarpensioen hebben het karakter van een premieovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. 6. Alle pensioenaanspraken, pensioenkapitalen en daarmee verband houdende uitkeringen die de (gewezen) deelnemer en gepensioneerde of andere pensioengerechtigde jegens Pensioenfonds Croda heeft, zijn onderworpen aan de in het pensioenreglement en statuten vermelde voorwaarden. 7. De deeltijdwerknemer bouwt pensioenaanspraken op naar rato van het deeltijdpercentage (artikel 21 van dit reglement). 8. De deelnemer heeft ten aanzien van de in de vorige leden genoemde aanspraken op pensioen en pensioenkapitalen de in artikel 16 genoemde flexibele mogelijkheden. 9. De rechten en aanspraken op pensioen uit hoofde van dit pensioenreglement luiden op jaarbasis en LQ HXUR¶V
Aanspraken op pensioen. Ingevolge deze module kan een ouderdoms-, partner-, bijzonder partner- en wezenpensioen worden verworven.
Aanspraken op pensioen. 1. Overeenkomstig de bepalingen van de statuten van het fonds en van dit reglement geeft het deelnemerschap aanspraak op: a. ouderdomspensioen; b. partnerpensioen; c. wezenpensioen. Deze aanspraken zijn gebaseerd op een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. 2. De opbouw en de financiering van het ouderdoms- en partnerpensioen vinden gedurende het deelnemerschap ten minste evenredig in de tijd plaats. De opbouw van partnerpensioen vindt plaats over de deelnemersjaren vanaf 1 januari 2015. Voor zover aanspraken op partner- en wezenpensioen op risicobasis zijn verzekerd komen deze bij beëindiging van het deelnemerschap te vervallen. 3. De werknemer, die uit hoofde van zijn leeftijd nog niet voldoet aan de in artikel 2 lid 1 onder sub a. gestelde voorwaarden, heeft voor zijn partner en/of kinderen op risicobasis aanspraak op partnerpensioen en/of wezenpensioen overeenkomstig de bepalingen van dit pensioenreglement. 4. De aangesloten werkgevers, de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en anderen die aan de bepalingen van de statuten en het pensioenreglement aanspraak op pensioen ontlenen, zijn verplicht aan het fonds de door het fonds voor een goede uitvoering van de statuten en het pensioenreglement nodig geachte inlichtingen te verstrekken, respectievelijk bescheiden over te leggen. Bij het niet voldoen aan het in de eerste volzin van dit lid bepaalde is het bestuur bevoegd de nodige gegevens naar eigen inzicht vast te stellen en zijn de betrokkenen aan die vaststelling gebonden. 5. Indien de aangesloten werkgever wel de bijdrage van de deelnemer op diens salaris heeft ingehouden maar niet de premie aan het fonds heeft afgedragen, wordt voor de vaststelling van de pensioenaanspraken van de deelnemer en zijn nagelaten betrekkingen de premie geacht te zijn betaald aan het fonds. 6. Indien op grond van de vorige leden van dit artikel geen aanspraak op pensioen bestaat, kan het bestuur in individuele situaties besluiten toch aanspraken toe te kennen, waarbij tevens de van belang zijnde bepalingen in de pensioen gerelateerde wet- en regelgeving in acht worden genomen.
Aanspraken op pensioen. 1. De pensioenopbouw van de deelnemer vindt plaats in een premieovereenkomst en bestaat uit: a. de opbouw van pensioenkapitaal door pensioenpremie te beleggen; b. partner- en wezenpensioen als de deelnemer overlijdt voor de pensioendatum terwijl de deelnemer in dienst is; c. Voorts bestaat onder bepaalde voorwaarden recht op (gedeeltelijke) premievrije pensioenopbouw bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid. 2. De deelnemer bouwt een pensioenkapitaal op waarmee op de pensioendatum een ouderdomspensioen en indien gewenst een bijbehorend partnerpensioen wordt aangekocht. 3. Alle rechten op pensioenaanspraken, pensioenkapitalen en daarmee verband houdende uitkeringen die de (gewezen) deelnemer en gepensioneerde of andere rechthebbende jegens het fonds hebben, zijn onderworpen aan de in het pensioenreglement en statuten vermelde voorwaarden. 4. De deeltijdwerknemer bouwt pensioenkapitalen op naar rato van het deeltijdpercentage (zie Artikel 17 Berekening van de pensioenaanspraken van deeltijdwerknemers). 5. De rechten en aanspraken op pensioen uit hoofde van dit pensioenreglement luiden op jaarbasis en in Euro’s.
Aanspraken op pensioen. 1. De pensioenovereenkomst wordt op grond van de Pensioenwet gekarakteriseerd als uitkeringsovereenkomst. Het betreft een collectieve beschikbare premieregeling (Collective Defined Contribution-regeling) in de vorm van een middelloonregeling met voorwaardelijke toeslagverlening (artikel 18). Het deelnemerschap geeft aanspraak op: a. ouderdomspensioen; b. partnerpensioen; en c. wezenpensioen. 2. Voor partnerpensioen komt in aanmerking de partner zoals omschreven in artikel 1 lid 34, met dien verstande dat in geval van een partnerschap op basis van een notarieel verleden samenlevingsovereenkomst de partner op een door het Bestuur te bepalen wijze bij het pensioenfonds dient te worden aangemeld. 3. Voor wezenpensioen komen in aanmerking: a. kinderen die tot de deelnemer in een familierechtelijke verhouding staan; en b. stiefkinderen en pleegkinderen die tot het huishouden van de deelnemer behoren en/of tot zijn overlijden door hem als eigen kinderen worden onderhouden en opgevoed. Na beëindiging van het deelnemerschap komen de kinderen van de gewezen deelnemer die op het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap voldeden aan het gestelde in dit lid in aanmerking voor wezenpensioen. Tevens komen daarvoor in aanmerking de in dit lid bedoelde kinderen van de gewezen deelnemer en van de partner met wie de deelnemer op het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap een partnerschap had.
Aanspraken op pensioen. Algemeen geldende aanspraken 3.1 Een deelneming geeft, met inachtneming van de bepalingen van dit reglement, aanspraak op: - ouderdomspensioen voor de (gewezen) deelnemer; - partnerpensioen na overlijden van een (gewezen) deelnemer of gepensioneerde voor zijn partner; - wezenpensioen na overlijden van een (gewezen) deelnemer of gepensioneerde voor zijn minderjarige en/of studerende kind(eren). De pensioenovereenkomst ter uitvoering waarvan dit reglement is opgesteld, heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst.
Aanspraken op pensioen. 1. Dit pensioenreglement 2021 betreft de uitvoering van een pensioenregeling op basis van een uitkeringsovereenkomst in de zin van artikel 1 van de PW. 2. De deelnemer verwerft aanspraak op een ouderdoms-, partner-, half en vol wezenpensioen, alsmede op een eenmalige overlijdensuitkering en een arbeidsongeschiktheidspensioen.
Aanspraken op pensioen. 1. Deelneming geeft aanspraak op: a. ouderdomspensioen; b. partnerpensioen; c. wezenpensioen. Voorts bestaat onder bepaalde voorwaarden recht op (gedeeltelijke) premievrije pensioenopbouw bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid. 2. Alle rechten op pensioenaanspraken en daarmee verband houdende uitkeringen die de (gewezen) deelnemer en gepensioneerde of andere rechthebbende jegens het fonds heeft, zijn onderworpen aan de in het pensioenreglement en statuten vermelde voorwaarden. 3. De deeltijdwerknemer bouwt onder nadere voorwaarden pensioenaanspraken op naar rato van het deeltijdpercentage (zie Artikel 16 Berekening van de pensioenaanspraken van deeltijdwerknemers). 4. De rechten en aanspraken op pensioen uit hoofde van dit pensioenreglement luiden op jaarbasis en in Euro’s.
Aanspraken op pensioen. De deelnemer verwerft op grond van de pensioenovereenkomst aanspraken op pensioen zoals is vastgelegd in dit pensioenreglement. De pensioenovereenkomst betreft een uitkeringsovereenkomst.
Aanspraken op pensioen. 1. De deelnemer heeft - onder de voorwaarden in de statuten en dit pensioenreglement omschreven - aanspraak op: ⎯ ouderdomspensioen (artikel 5); ⎯ tijdelijk ouderdomspensioen (artikel 6); ⎯ arbeidsongeschiktheidspensioen (artikel 9); ⎯ nabestaandenpensioen (artikel 10); ⎯ tijdelijk nabestaandenpensioen (artikel 11); ⎯ wezenpensioen (artikel 12). Voorts bestaat onder bepaalde voorwaarden recht op (gedeeltelijke) premievrije pensioenopbouw bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid (artikel 19). 2. De deelnemer heeft onder de voorwaarden genoemd in artikel 7 het recht het ouderdomspensioen en tijdelijk ouderdomspensioen eerder of later dan de standaard pensioendatum in te laten gaan. 3. Het bestuur is bevoegd nadere regels te stellen op grond waarvan de deelnemer in staat wordt gesteld voor extra pensioenaanspraken te sparen. Deze regels zullen worden opgenomen in een bestuursbesluit 'Bijsparen voor extra pensioenaanspraken'. De in het bestuursbesluit opgenomen regels kunnen door het bestuur worden gewijzigd. De wijziging kan niet leiden tot aantasting van de tot het tijdstip van wijziging door de deelnemers opgebouwde pensioenaanspraken. 4. De rechten en aanspraken op pensioen uit hoofde van dit pensioenreglement luiden op jaarbasis en in euro’s.