Boventalligheid Voorbeeldclausules

Boventalligheid. Wanneer de werknemer die gebruikmaakt van de regeling boventallig raakt, dan is er sprake van boventalligheid op basis van de oorspronkelijke arbeidsduur.
Boventalligheid. Bij boventalligheid eindigt deelname aan deze regeling. In dat geval is de oorspronkelijke arbeidsduur van werknemer weer van toepassing.
Boventalligheid. Boventallig is de werknemer van wie de functie in de oude organisatiestructuur is komen te vervallen c.q. komt te vervallen en die niet direct geplaatst kan worden in een nieuwe functie (dezelfde, uitwisselbare, geschikte of passende functie). Boventalligheid kan ook worden veroorzaakt doordat de beschikbare formatie voor een bepaalde functie afneemt (‘krimp’). De boventalligheid wordt mondeling en schriftelijk aan de werknemer medegedeeld. Boventallig stellen geschiedt op basis van het afspiegelingsbeginsel. Met de boventallige werknemers wordt een intakegesprek gevoerd en een belangstellingsregistratieformulier ingevuld. Verkend wordt welke plaatsingsmogelijkheden en wensen er zijn, zowel intern als extern. De inhoud van het gesprek wordt vastgelegd en door beide partijen ondertekend. Boventallige werknemers hebben een voorrangspositie in de reguliere wervingsprocedure en zullen worden geplaatst conform onderstaande. Indien meerdere kandidaten beschikbaar zijn voor dezelfde vacature dan wordt geplaatst op basis van anciënniteit. Bij herplaatsing binnen de organisatie in deze fase wordt de volgende volgorde gehanteerd:
Boventalligheid. Bij het vaststellen van boventalligheid van de medewerker kunnen de volgende situaties zich voordoen: • de functie van de medewerker vervalt op de huidige locatie en wordt ongewijzigd verplaatst naar een andere locatie in Nederland of Engeland. Deze medewerker wordt boventallig verklaard op de huidige locatie; • de functie van de medewerker vervalt doordat zijn unieke functie vervalt of zijn hele functiegroep of categorie uitwisselbare functies vervalt. De medewerker wordt dan boventallig; • de functiegroep van de medewerker blijft bestaan, maar het aantal formatieplaatsen in die functie vermindert. De ontslagvolgorde wordt dan bepaald aan de hand van het afspiegelingsbeginsel. De medewerkers die niet in hun functie kunnen blijven, worden boventallig verklaard; • de functiegroep van de medewerker vervalt op de huidige locatie en er komt op een andere Unilever locatie een nieuwe functie voor in de plaats die met de oude functiegroep onderling uitwisselbaar is of waarin een wezenlijk deel van het werk uit de oude functie terugkeert, maar in die nieuwe functiegroep zijn minder arbeidsplaatsen beschikbaar. De ontslagvolgorde wordt dan bepaald aan de hand van het afspiegelingsbeginsel. De medewerkers die niet in de nieuwe functie kunnen worden geplaatst, worden boventallig verklaard; • de functie van de medewerker vervalt op de huidige locatie en komt op een andere Unilever locatie terug, maar wijzigt ingrijpend, zodanig dat ten aanzien van de gewijzigde functie niet meer gesproken kan worden van dezelfde of uitwisselbare functie, maar van een nieuwe functie die niet onderling uitwisselbaar is met de oude functie. Er wordt dan bekeken welk deel van de oude werkzaamheden terug komt in de nieuwe functie. Er zijn dan twee mogelijkheden: o Indien in de nieuwe functie een aanzienlijk deel van de oude werkzaamheden terug komt, zal door toepassing van het afspiegelingsbeginsel worden bepaald wie voor plaatsing in die nieuwe functie in aanmerking komt. Met dien verstande dat degene die op grond van het afspiegelingsbeginsel het laatst voor ontslag in aanmerking komt, het eerst voor plaatsing in die nieuwe functie in aanmerking komt. o Indien in de nieuwe functie slechts een beperkt en dus niet een aanzienlijk deel van de oude werkzaamheden terug komt, wordt gekeken of deze nieuwe functie voor boventallige medewerkers een passende functie kan zijn. Unilever zal dan nagaan wie van de boventallige medewerkers aan de functie-eisen voldoet of binnen een redelijke termijn me...
Boventalligheid. Bij boventalligheid eindigt de deelname aan de Vitaliteitsregeling.
Boventalligheid. Als er sprake is van boventalligheid van één of meer groepen van personeel binnen de organisatie, dan zal Werkgever zich houden aan artikel 3.1 van deze CAO, de wettelijke rechten van de OR én in overleg met de Werknemersorganisatie(s) bepalen welke maatregelen er zullen worden getroffen. Er wordt gesproken van een groep als er sprake is van boventalligheid van 5 personen of meer binnen één afdeling. Met "maatregelen" wordt naast afvloeiing o.a. werktijdverkorting, vervroegde uittreding, deelbanen, bedoeld. Deze opties zullen allereerst op mogelijkheden worden onderzocht. Pas als alle alternatieve mogelijkheden niet mogelijk zijn, zal over afvloeiing worden gesproken.
Boventalligheid. Boventallig is de medewerker van wie de functie komt te vervallen op grond van het afspiegelingsbeginsel en indien de werknemer over dit besluit schriftelijk is geïnformeerd door de werkgever. Boventalligheid kan ook worden veroorzaakt doordat de beschikbare formatie voor een bepaalde functie afneemt in de looptijd van het Sociaal Plan.
Boventalligheid. De fase van boventalligheid loopt vanaf de eerste dag dat een werknemer boventallig is en duurt maxi- maal 6 maanden. De werknemer wordt vrijgesteld van werk en krijgt faciliteiten om te zoeken naar an- der werk. Deze bestaan uit: begeleiding vanuit het Transitiecentrum, voorrang bij sollicitaties, intensief loopbaantraject en toepassing van de garantieregelingen bij herplaatsing. Tijdens deze fase is de werk- nemer verplicht te solliciteren en passend werk te aanvaarden, bij gebreke waarvan de werknemer geen recht meer heeft op de voorzieningen uit de mobiliteitsafspraken en er in het uiterste geval wordt overgegaan tot ontslag. Daarnaast krijgt de werknemer de mogelijkheid te vertrekken met een financi- ele vergoeding welke afbouwt gedurende de periode van boventalligheid.
Boventalligheid. Fase Actieve mobiliteit. Veranderingen in de organisatie zijn in nabije toekomst voorzien; Reorganisatie is waarschijnlijk. Boventalligheid Reorganisatie is een feit.
Boventalligheid. Bij het vaststellen van boventalligheid van de Medewerker kunnen de volgende situaties zich voordoen: (a) de functie van de Medewerker vervalt; (b) de functie van de Medewerker blijft bestaan, maar het aantal formatieplaatsen in die functie vermindert als gevolg van wijzigingen in de organisatie dan wel het inkrimpen van activiteiten en voor een bepaalde categorie uitwisselbare functie(s) zijn meer Medewerkers beschikbaar dan het beschikbare aantal formatieplaatsen in de nieuwe organisatie – in welk geval via de bepalingen van het Ontslagbesluit /Beleidsregels waaronder het afspiegelingsbeginsel de ontslagvolgorde wordt bepaald; (c) de functie van de Medewerker wijzigt en die wijziging is zodanig ingrijpend dat niet meer gesproken kan worden van dezelfde (uitwisselbare) functie, maar van een nieuwe functie die niet uitwisselbaar is met de oude functie waardoor de oude functie vervalt. Indien directe plaatsing in dezelfde uitwisselbare functie mogelijk is, vindt plaatsing volgens het principe “medewerker volgt werk” plaats. Deze medewerkers worden niet boventallig verklaard en kunnen bezwaar maken bij de bezwarencommissie.