Opleidingsbeleid Voorbeeldclausules

Opleidingsbeleid. 1. Het formuleren van het opleidingsbeleid is een verantwoordelijkheid van de onderneming en heeft tot doel de huidige en toekomstige competenties van de werknemers op peil te houden. Indivi- duele scholingsinspanningen zullen als regel schriftelijk worden vastgelegd.
Opleidingsbeleid. Partijen zijn het erover eens dat de instellingen een goed opleidingsbeleid moeten hebben dat erop is gericht alle medewerkers hun inzetbaarheid binnen (of eventueel buiten) de instelling te laten behouden en zo mogelijk te laten verbeteren. Aangezien dit een belang is voor zowel de werkgever als de werknemer, kunnen er voor beide partijen kosten mee gemoeid zijn, in de vorm van tijd en/of geld. Deze afspraak moet worden uitgewerkt op instellingsniveau, zodat gekomen kan worden tot maatwerk. Dit maatwerk zou bijvoorbeeld kunnen leiden tot opleidingsplannen per individuele medewerker. Partijen achten het van belang dat werknemers goed geschoold en breed inzetbaar zijn. Met het oog hierop adviseren partijen de instellingen over te gaan tot invoering van persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP). Bespreking van het POP kan onderdeel uitmaken van het functioneringsgesprek of hiervan gescheiden worden gehouden. In het POP dient de ontwikkeling van de werknemer centraal te staan. In het plan kan worden ingegaan op de ontwikkeling van de medewerker in de eigen functie, maar ook op het traject naar andere functies binnen of buiten de organisatie. Afspraken over de scholing die voor de beoogde ontwikkeling van de werknemer gewenst is, worden in het POP vastgelegd. Faciliteiten die voor de uitvoering van het plan nodig zijn, dienen te worden gecreëerd. Indien mocht blijken dat het opleidingsbudget van een instelling niet toereikend is om aan de opleidingsbehoefte die uit de POP's voortvloeit te voldoen, roepen partijen de instellingen op hierover in overleg te treden met de ondernemingsraad. Tevens willen partijen de instellingen in dit kader wijzen op de fiscale regeling 'afdrachtsvermindering scholing non-profit'.
Opleidingsbeleid. Bijl. IV-A - uitkering bij, Art. 18
Opleidingsbeleid. Het verdient aanbeveling dat elke sportorganisatie opleidingsbeleid ontwikkelt en hiervoor ook budget beschikbaar stelt. Werknemers kunnen zo beroepsopleidingen, herscholing en bijscholing volgen. Dit geldt ook voor (externe of interne) coaching, werkbegeleiding of het volgen van stages, al dan niet in het kader van een opleiding of studie. In het opleidingsbeleid kunnen de doelen en de verschillende vormen van deskundigheidsbevordering een plaats vinden, evenals de procedures en faciliteiten voor deelname aan dit soort activiteiten.
Opleidingsbeleid. 1. De werkgever formuleert het opleidingsbeleid met als doel het behoud van de huidige en voor in de toekomst benodigde competenties van werknemers. Individuele scholingsplannen en -activiteiten worden schriftelijk vastgelegd.
Opleidingsbeleid. In het kader van ons trainings/opleidingsbeleid wordt er jaarlijks een opleidingsplan gemaakt. Hierin wordt weergegeven welke de opleidings-behoeften zijn en waar de prioriteiten liggen. Het opleidingsplan is opgedeeld in de volgende 3 delen: - Gericht op behoeften van de totale onderneming; De opleidingsplannen kunnen tijdens het tussentijds overleg (de zogenaamde periodieke besprekingen) verder worden besproken.
Opleidingsbeleid. De vakorganisaties worden jaarlijks geïnformeerd door de werkgever over het met de Ondernemingsraad afgesproken opleidingsbeleid. CAO-partijen vinden het belangrijk zwakke groepen op de arbeidsmarkt te steunen bij het vinden van werk. Daartoe zullen zij bij het O&O-fonds het verzoek neerleggen een opleidings- en coachingstraject te ontwerpen welke het mogelijk maakt dat groepen die op de arbeidsmarkt een zwak- ke positie hebben (allochtonen; herintredende vrouwen; arbeidsonge- schikten) succesvol werkervaring kunnen opdoen in de sector. De sector zal hiertoe een aantal ervaringsplaatsen realiseren ter grootte van 0,5% van het personeelsbestand. Partijen evalueren uitvoering van de afspraak in de onderhandelingen voor de volgende CAO.
Opleidingsbeleid 

Related to Opleidingsbeleid

  • Beleggingsbeleid Het Fonds streeft naar het behalen van zijn doel door hoofdzakelijk in gewone Aandelen en overheidsobligaties te beleggen die door entiteiten wereldwijd worden uitgegeven, met inbegrip van de opkomende markten. Blootstelling aan effectenleentransacties Het verwachte niveau van de mogelijke blootstelling aan effectenleentrans- acties is 5% van het nettovermogen van het Fonds, met een maximum van 50%. Profiel van Xxxxxxxxx Rekening houdend met de boven- staande beleggingsdoelen kan het Fonds Beleggers aantrek- ken die: Risico-overwegingen Voornaamste risico’s voor de Globale blootstelling De Globale blootstelling van het Fonds Beleggingsbeheerder(s) Xxxxxxxxx Investment Counsel, Informatie over vergoedingen Zie bijlage E voor de

  • Gegevensbewaring AXA Belgium bewaart de persoonsgegevens die verzameld worden met betrekking tot de verzekeringsovereenkomst tijdens de hele duur van de contractuele relatie of van het beheer van de schadedossiers, met bijwerking ervan telkens de omstandigheden dit vereisen, dit verlengd met de wettelijke bewaartermijn of met de verjaringstermijn om het hoofd te kunnen bieden aan een vordering of eventueel verhaal, ingesteld na het einde van de contractuele relatie of na de afsluiting van het schadedossier. AXA Belgium bewaart de persoonsgegevens met betrekking tot geweigerde offertes of offertes waaraan AXA Belgium geen gevolg heeft gegeven tot vijf jaar na de uitgifte van de offerte of de weigering om een contract af te sluiten.

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling.