Pensioenakkoord Voorbeeldclausules

Pensioenakkoord. In het pensioenakkoord vernieuwing pensioenstelsel van 5 juni 2019 is een pakket van maatregelen benoemd om gezond werkend het pensioen te bereiken. In de aanloop naar structurele maatregelen zijn in het pensioenakkoord overgangsmaatregelen benoemd. Aangekondigd is dat - in de aanloop naar de structurele maatregelen – er een tijdelijke overgangsmaatregel wordt aangeboden waarbij overlegpartijen afspraken kunnen maken om medewerkers vervroegd voor de AOW-leeftijd te laten uit treden. Op basis van weder- zijdse vrijwilligheid kan door partijen hiervoor gekozen worden als de werknemer niet tij- dig heeft kunnen anticiperen op de verhoging van de AOW-leeftijd en vanwege zijn ge- zondheid moeite heeft om te blijven doorwerken tot de AOW-leeftijd. De aangekondigde tijdelijke maatregel biedt de werkgever de mogelijkheid om een een- malige bruto vergoeding aan de werknemer te betalen indien het dienstverband 3 jaar of korter voor de voor hem geldende AOW-leeftijd wordt beëindigd, zonder de zogenoemde RVU-heffing. De te betalen eenmalige vergoeding zal niet hoger zijn dan het wettelijk maximaal toegestane bedrag waarover geen RVU-heffing wordt geheven. Zodra het wettelijke kader bekend is, heeft KLM samen met grondbonden de intentie om de aangekondigde overgangsmaatregel te introduceren in lijn met doel en strekking van (de verdere uitwerking van) het pensioenakkoord.
Pensioenakkoord. De invulling van het in 2019 overeengekomen Pensioenakkoord wordt in de komende periode nader uitgewerkt. Cao-partijen zullen dit nauw volgen en de uitkomsten daarvan meenemen in het gesprek over duurzame inzetbaarheid met name voor oudere werknemers, inclusief de mogelijkheden van een decentraal generatiepact.
Pensioenakkoord. In het principeakkoord vernieuwing pensioenstelsel van 5 juni 2019 is een pakket van maatregelen be- noemd om gezond werkend het pensioen te bereiken. In de aanloop naar structurele maatregelen, zijn in het principeakkoord overgangsmaatregelen be- noemd. Overlegpartijen zullen in het cao-overleg van 2020 in gesprek gaan over deze maatregelen.
Pensioenakkoord. Partijen zijn overeengekomen om, zodra er meer duidelijkheid is over de uitwerking van het pensioenakkoord, de thematiek op te pakken in een stuurgroep (bestaande uit FNV en CNV bestuurders en een afvaardiging van Vopak) en een technische werkgroep (bestaande uit een afvaardiging van FNV/CNV kaderleden, COR leden, Pensioenfondsbestuur en Vopak). De technische werkgroep zal van de stuurgroep de opdracht krijgen om met een passend advies te komen hoe het pensioenakkoord kan worden vertaald naar de pensioenregeling van Vopak. Op basis van dat advies gaat Vopak graag in de stuurgroep in gesprek om te bezien welke aanpassingen van de regeling nodig/mogelijk zijn. Een (eventuele) aanpassing dient hierbij kostenneutraal ten opzichte van het bestaande kostenniveau voor de pensioenregeling te worden vormgegeven. Daarnaast hebben partijen afgesproken om in 2021 te werken aan een totstandkoming van een verlofspaarregeling. Dit betreft een regeling die het mogelijk maakt om tot 50 weken (en vanuit het pensioenakkoord tot 100 weken) verlof te sparen dat voor verschillende doelen, waaronder het eerder stoppen met werken, kan worden ingezet. Intentie is om bestaande (verlof)regelingen, zoals het AOW-hiaatsparen end e levensfasedagen hierbij te betrekken. Dagen worden tegen de actuele waarde van het moment van storting in de regeling gebracht. Dagen zullen niet op de balans van Xxxxx komen maar op een geblokkeerde rekening worden gezet en zullen niet door Vopak (zoals door APC, initieel, beoordeling- en/of promotie verhoging) geïndexeerd worden. Bij uitdiensttreding of overlijden van de werknemer zal het opgespaarde saldo worden uitbetaald aan de werknemer of diens wettelijke nabestaanden.
Pensioenakkoord. Regeling Vervroegde Uitkering In het kader van duurzame inzetbaarheid is Abbott bereid nadere afspraken te maken over een Regeling Vervroegde Uittreding (RVU). Dit wetsvoorstel biedt door de tijdelijke versoepeling van de pseudo eindheffing op regelingen voor vervroegde uittreding de mogelijkheid tot tijdelijke facilitering van uittredingsregelingen. Abbott, FNV en CNV hebben afgesproken dat medewerkers (op basis van geen recht geen plicht) die op 1 januari 2022 minimaal 20 jaar bij Abbott hebben gewerkt waarvan minimaal 10 jaar in de ploegendienst voorafgaand aan gebruikmaking van de RVU, de keuze krijgen om (maximaal) 24 maanden voor de AOW-gerechtigde leeftijd te stoppen met werken met een financiële tegemoetkoming. Voor deelname aan de RVU zal een aantal voorwaarden gelden zoals samengevat in de bijlage.
Pensioenakkoord. 20% van de besparing in pensioenkosten wordt conform het pensioenakkoord van 26 september 2013 structureel beschikbaar gesteld als een budgetwaarvan additionele maatregelen in het kader van levensfase bewust personeelsbeleid worden gefinancierd. Een werkgroep zal een inventarisatie uitvoeren van bestaand beleid en mogelijke varianten voor additioneel beleid. De werkgroep bestaat uit een delegatie van werkgever, ondernemingsraden en bonden..
Pensioenakkoord. 1. 20% van de besparing in pensioenkosten wordt conform het pensioenakkoord van 26 september 2013 structureel beschikbaar gesteld als een budget waarvan additionele maatregelen in het kader van levensfase bewust personeelsbeleid worden gefinancierd. Een werkgroep zal een inventarisatie uitvoeren van bestaand beleid en mogelijke varianten voor additioneel beleid. De werkgroep bestaat uit een delegatie van werkgever, ondernemingsraden en bonden. 2. Begin 2021 is er wetgeving die het mogelijk maakt om maximaal 3 jaar eerder te stoppen met werken waarbij de werkgever (een deel van) de AOW betaalt. Ook is het mogelijk om maximaal 100 weken verlof te sparen. Partijen zijn een protocolafspraak overeengekomen waarin Abbott een studie uitvoert om de behoefte van medewerkers in kaart te brengen voor de RVU- of AOW regeling, tevens doet Abbott een studie naar hoe het verlofsparen ingeregeld zou kunnen worden, rekening houdend met de fiscale aspecten die gelden voor het IKB, waarin het bovenwettelijke verlof is geregeld.
Pensioenakkoord. Cao-partijen spreken af in 2022 de consequenties van de introductie van het nieuwe Pensioenakkoord in kaart te brengen. Hiervoor wordt een paritaire werkgroep in gericht die cao-partijen zal adviseren.
Pensioenakkoord. De pensioenovereenkomst met PGB is verlengd voor 5 jaar met de mogelijkheid van tussentijdse opzegging. Partijen zullen de ontwikkelingen rondom de nieuwe pensioenwetgeving gedurende de looptijd volgen en in 2023 in gesprek gaan om de nodige voorbereidingen voor het nieuwe pensioenstelsel te treffen. Partijen benoemen een technische commissie om de gesprekken tussen partijen voor te bereiden. Partijen vragen de technische commissie, die wordt ingesteld om te adviseren over het toekomstig pensioenstelsel, om ook te kijken naar de mogelijkheden om verlofsparen buiten de onderneming bij het pensioenfonds mogelijk te maken.
Pensioenakkoord. Het kabinet, de werkgevers en de vakbonden hebben een akkoord bereikt over de uitwerking van het nieuwe pensioenstelsel. Hoewel het FNV Ledenparlement zich nog niet achter de uitwerking heeft geschaard en de stemming hierover is uitgesteld tot 4 juli a.s., heeft minister Xxxxxxxx de hoofdlijnennotitie Pensioenakkoord al wel op 22 juni jl. naar de Tweede Kamer gestuurd. • De gemiddelde leeftijd van de Nederlanders stijgt, de rekenrente is langdurig laag en de financiële markten zijn volatiel. Hierdoor is de rentegevoeligheid van het pensioen toegenomen en nemen de pensioenkosten toe. Het is belangrijk dat het pensioenstelsel beter aansluit bij deze ontwikkelingen. Daarom heeft het kabinet samen met werknemers- en werkgeversorganisaties een pensioenakkoord gesloten met afspraken over pensioenen en AOW. • De afspraken die zijn uitgewerkt moeten zorgen voor een duurzaam pensioenstelsel dat: o Eerder perspectief biedt op een koopkrachtig pensioen, wat ook betekent dat het pensioen directer meebeweegt met de ontwikkeling van de economie. o Pensioen transparanter en persoonlijker maakt. o Beter aansluit bij de ontwikkelingen in de maatschappij en op de arbeidsmarkt.