Planningsgesprek Voorbeeldclausules

Planningsgesprek. 1. De werkgever en de werknemer maken ieder jaar, na gezamenlijk overleg, vóór 31 maart concrete planningsafspraken. 2. De werkgever en de werknemer brengen hun opvattingen over de te maken planningsafspraken vooraf en in het gesprek in.
Planningsgesprek. 1. De werknemer heeft, met inachtneming van door de werkgever nader te stellen regels, recht op een jaarlijks planningsgesprek met zijn leidinggevende over de wijze waarop de werknemer gedurende een af te spreken toekomstig tijdvak zijn functie zal vervullen alsmede de voorwaarden waaronder dat dient te geschieden. Het planningsgesprek zal plaatsvinden in een open sfeer met gelijkwaardige inbreng van beide partijen. 2. Meerjarige loopbaanontwikkelingsdoelstellingen en -afspraken worden vastgelegd in een persoonlijk ontwikkelplan. In het planningsgesprek wordt onder meer aandacht besteed aan de voorziene loopbaan- en persoonlijke ontwikkeling en de daarbij noodzakelijke scholing alsmede de termijnen waarbinnen deze gerealiseerd zal worden. 3. De afspraken en doelstellingen uit het planningsgesprek worden schriftelijk vastgelegd.
Planningsgesprek. 1. De werkgever en de werknemer maken ieder jaar, na gezamenlijk overleg, vóór 31 maart concrete planningsafspraken. 2. De werkgever en de werknemer brengen hun opvattingen over de te maken planningsafspraken vooraf en in het gesprek in. 3. De werkgever en de werknemer kunnen afspreken dat andere personen aanwezig zijn bij het planningsgesprek. 4. In het planningsgesprek worden concrete afspraken gemaakt over de te behalen resultaten en over talent- en competentieontwikkeling. Afspraken over (te ontwikkelen) competenties worden pas gemaakt nadat de organisatie een competentiewoordenboek/systeem heeft vastgesteld waarover overeenstemming is bereikt met de OR. Tevens komen de wensen, ambities, vitaliteit, loopbaan en ontwikkelmogelijkheden van de werknemer aan de orde en hierover worden concrete afspraken gemaakt. 5. De planningsafspraken worden schriftelijk vastgelegd. De werkgever en de werknemer tekenen de gemaakte afspraken. 6. Als de werkgever en de werknemer het niet eens worden over de te maken planningsafspraken beslist de werkgever. De werknemer kan schriftelijk zijn visie kenbaar maken en tekent daarna de afspraken voor gezien.
Planningsgesprek. 1. Het dagelijks bestuur en ambtenaar maken ieder jaar, na gezamenlijk overleg, vóór 31 maart concrete planningsafspraken. 2. Het dagelijks bestuur en de ambtenaar brengen hun opvattingen over de te maken plan- ningsafspraken vooraf en in het gesprek in. 3. Het dagelijks bestuur en de ambtenaar kunnen afspreken dat andere personen aanwe- zig zijn bij het planningsgesprek. 4. In het planningsgesprek worden concrete afspraken gemaakt over de te behalen resulta- ten en over talent- en competentieontwikkeling. Afspraken over (te ontwikkelen) compe- tenties worden pas gemaakt nadat de organisatie een competentiewoorden- boek/systeem heeft vastgesteld waarover overeenstemming is bereikt met de Onderne- mingsraad. Tevens komen de wensen, ambities, vitaliteit, loopbaan en ontwikkelmoge- lijkheden van de ambtenaar aan de orde en hierover worden concrete afspraken ge- maakt. 5. De planningsafspraken zijn Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebon- den. 6. De planningsafspraken worden schriftelijk vastgelegd. Het dagelijks bestuur en de amb- tenaar tekenen de gemaakte afspraken. 7. Als het dagelijks bestuur en de ambtenaar het niet eens worden over de te maken plan- ningsafspraken beslist het dagelijks bestuur. De ambtenaar kan schriftelijk zijn zienswij- ze kenbaar maken en tekent daarna de afspraken voor gezien.
Planningsgesprek. 1. In de regel voeren de leidinggevende en de ambtenaar eenmaal per 12 maanden een plan- ningsgesprek. 2. Het planningsgesprek wordt gevoerd aan de hand van een formulier waarvan het model als bijlage 2 onderdeel uitmaakt van deze regeling. 3. De leidinggevende en de ambtenaar kunnen afspreken dat andere personen bij het plannings- gesprek aanwezig zijn. 4. In het planningsgesprek wordt in ieder geval aandacht besteed aan de door de ambtenaar te bereiken werkresultaten, het functioneren, de competenties, de opleiding, de loopbaan- perspec- tieven, de werktijden en de arbeidsomstandigheden van de ambtenaar en aan de ondersteuning van de leidinggevende. 5. De leidinggevende en de ambtenaar maken in het planningsgesprek voor een periode van in de regel 12 maanden afspraken over de te bereiken werkresultaten, de ontwikkeling van de voor de functie geldende competenties en de eventuele daartoe benodigde middelen en faciliteiten. 6. De leidinggevende en de ambtenaar kunnen in het planningsgesprek ook andere afspraken maken. 7. De in het vijfde en zesde lid bedoelde afspraken worden vastgelegd in het formulier plannings- gesprek. De leidinggevende en de ambtenaar ondertekenen het formulier voor akkoord. 8. Als de leidinggevende en de ambtenaar het niet eens worden over de te maken afspraken be- slist de leidinggevende en kan de ambtenaar zijn zienswijze vermelden op het formulier. In dat geval tekent de ambtenaar voor gezien.
Planningsgesprek. 1. In de regel voeren de leidinggevende en de ambtenaar eenmaal per 12 maanden een planningsgesprek. 2. Het planningsgesprek wordt gevoerd aan de hand van een formulier waarvan het model als bijlage 2 onderdeel uitmaakt van deze regeling.
Planningsgesprek. In het planningsgesprek gaat het om de productdoelstellingen van de werknemer en om persoonsgebonden doelstellingen. In het vierde lid is concreet aangegeven waaraan in het planningsgesprek in ieder geval aan- dacht moet worden besteed. Productdoelstellingen hebben betrekking op te realiseren producten en te verrichten activiteiten zo mogelijk gekoppeld aan termijnen of te investeren tijd. Zij worden afgeleid van de doelstellingen van de organisatie en van de functie die de werknemer vervult. De productdoelstellingen dienen zoveel mogelijk te voldoen aan het SMART-principe, dat wil zeggen dat ze specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden moeten zijn. Bij persoonsgebonden doelstellingen gaat het om ontwikkelpunten waarin de werknemer een ontwikkeling wil of moet doormaken. Het planningsgesprek is een gesprek van de werknemer met zijn leidinggevende. Er zijn geen anderen bij aanwezig tenzij zij samen anders afspreken. Het planningsgesprek heeft een tweezijdig karakter en moet leiden tot concrete afspraken over de output, de ontwikkeling van de voor de functie geldende competenties en de daartoe eventueel benodigde middelen en faciliteiten. Daarbij kan worden gedacht aan vorming, trai- ning en opleiding, coaching van de leidinggevende, ondersteuning van collega's, toegang tot bepaalde in- formatie of overleggen, secretariële ondersteuning, benodigde apparatuur e.d. Er kunnen ook andere af- spraken worden gemaakt, bijv. over loopbaan en mobiliteit met bijbehorende flankerende maatregelen, over de werktijden, werkomstandigheden e.d. Het spreekt voor zich dat beide partijen zich aan de gemaakte af- spraken dienen te houden. Zowel de werknemer als de leidinggevende kunnen hierop worden aangesproken en afgerekend. Als een leidinggevende niet zelf beslissingsbevoegd is om bepaalde afspraken te maken, bijv. omdat hij niet zelfstandig over budgetten kan beschikken, zal hij vooraf moeten organiseren dat hij daar- toe gemandateerd is. Hoofdregel is dat de werknemer en zijn leidinggevende afspraken maken. Mocht dat onverhoopt niet mogelijk zijn dan voorziet het achtste lid erin dat de leidinggevende eenzijdig be- slissingen neemt. De werknemer kan in dat geval zijn afwijkende zienswijze vermelden. Het planningsgesprek heeft betrekking op een vooraf afgesproken periode. Als regel betreft het een periode van 12 maanden. Daarover kunnen ook andere afspraken worden gemaakt. De regeling schrijft bewust niet dwingend voor wanneer het planningsgesprek plaatsv...
Planningsgesprek. Lid 1 Het dagelijks bestuur en ambtenaar maken ieder jaar, na gezamenlijk overleg, vóór 31 maart concrete planningsafspraken. Lid 2 Het dagelijks bestuur en de ambtenaar brengen hun opvattingen over de te maken planningsafspraken vooraf en in het gesprek in. Lid 3 Het dagelijks bestuur en de ambtenaar kunnen afspreken dat andere personen aanwezig zijn bij het planningsgesprek. Lid 4 In het planningsgesprek worden concrete afspraken gemaakt over de te behalen resultaten en over talent- en competentieontwikkeling. Afspraken over (te ontwikkelen) competenties worden pas gemaakt nadat de organisatie een competentiewoordenboek/systeem heeft vastgesteld waarover overeenstemming is bereikt met de Ondernemingsraad. Tevens komen de wensen, ambities, vitaliteit, loopbaan en ont- wikkelmogelijkheden van de ambtenaar aan de orde en hierover worden concrete afspraken gemaakt. Lid 5 De planningsafspraken worden schriftelijk vastgelegd. Het dagelijks bestuur en de ambtenaar tekenen de gemaakte afspraken.
Planningsgesprek. Tijdens het planningsgesprek maken medewerker en leidinggevende afspraken over de manier waarop de functie wordt uitgeoefend en de resultaten die behaald dienen te worden binnen de afgesproken termijn. De afspraken gaan enerzijds over de te behalen resultaten (het ‘wat’) en anderzijds over het gedrag en de competenties van de medewerker in relatie tot het behalen van de resultaten (het ‘hoe’). Daarnaast worden afspraken over de ontwikkeling en de loopbaan van de medewerker gemaakt. Medewerker en leidinggevende baseren de afspraken op de functiebeschrijving.
Planningsgesprek. Tijdens het planningsgesprek stellen jouw leidinggevende en jij zo concreet mogelijk ten minste het volgende vast: a) de door jou uit te voeren werkzaamheden en de resultaten die op grond hiervan van jou worden verwacht, met inachtneming van de organisatiedoelen en jouw functieprofiel b) de persoonlijke ontwikkeling die in het belang van de organisatie van jou wordt verwacht, mede gelet op jouw loopbaan en in hoofdstuk 8 van de Cao Gemeenten genoemde onderwerpen c) de termijnen waarbinnen de hierboven bedoelde resultaten en ontwikkeling door jou behaald c.q. gerealiseerd dienen te zijn d) relevante voorwaarden e) de frequentie van de gesprekken over de voortgang f) eventuele betrokkenheid van referenten bij de voortgang en de beoordeling g) de maand waarin het gesprek over de beoordeling zal plaatsvinden. • De uitkomsten van het planningsgesprek worden vastgelegd in het gespreksverslag.