Tijdspaarregeling a. De werkgever kan in overleg met de vakbonden en/of de ondernemingsraad een tijdspaarregeling instellen.
b. Bronnen die de werknemer kan gebruiken om tijd te sparen zijn: vrije roosteruren, bovenwettelijke vakantiedagen en overuren.
c. De werkgever en de werknemer kunnen met elkaar afspreken dat de werknemer binnen het kader van de tijdspaarregeling per jaar meer dan 6 bovenwettelijke vakantiedagen kan sparen in de vorm van tijd of geld.
d. Deelname aan de tijdspaarregeling is vrijwillig, met dien verstande dat de cao-bepalingen voor het vaststellen van vrije roosteruren, vakantie en overuren van toepassing blijven.
e. Als de werkgever een tijdspaarregeling hanteert, stelt hij zekerheid. Bijvoorbeeld door middel van het oprichten van een fonds en/of door herverzekering.
f. De aanspraken van de werknemer op gespaarde uren in het kader van een tijdspaarregeling verjaren niet.
Tijdspaarregeling. Doel van de tijdspaarregeling Deze regeling heeft als doel werknemers de mogelijkheid te bieden tijd te sparen. De gespaarde tijd kan op een later tijdstip gebruikt worden: - tijdens de actieve loopbaan voor kort of lang verlof; - aan het eind van de loopbaan om eerder te stoppen met werken. Wie kan deelnemen De regeling is van toepassing op alle in Nederland werkzame werknemers met een arbeidsovereenkomst met de werkgever. (Xxx en MiHo).
Tijdspaarregeling. Per 1 januari 2002 is een tijdspaarregeling ingevoerd. Deze is als bijlage bij deze cao opgenomen. De onder artikel 7.2 lid 4 genoemde extra uren voor de categorie werknemers ouder dan 55 jaar kunnen eveneens worden meegenomen in de tijdspaarregeling. Indien in het kader van tijdsparen wordt gerefereerd aan een jaarinkomen, dan is hiermee bedoeld 12 maandsalarissen met 8% vakantietoeslag. Overigens is op dit onderdeel van de cao de wettelijke regeling van toepassing.
Tijdspaarregeling. A – De werknemer heeft per kalenderjaar het recht om de vakantiedagen boven het wettelijk minimum van 4 maal de overeengekomen arbeidsduur per week te sparen. Daarnaast heeft de dagdienst werknemer het recht om per kalenderjaar de hem toekomende ATV dagen te sparen, mits hij niet gekozen heeft voor uitbetaling van deze dagen conform Sectie 7.10 - Arbeidstijdverkorting van deze Collectieve Arbeidsovereenkomst. De ploegenwerker heeft daarnaast het recht om per kalenderjaar maximaal 5 compensatiedagen (40 overuren) te sparen.
B – Het totale gespaarde saldo aan vakantiedagen, ATV dagen en overuren kan nooit meer bedragen dan 50 maal de wekelijkse arbeidsduur. Een maximaal opgebouwd saldo kan niet langer dan 5 jaren onaangesproken blijven.
C – Voor 1 februari van het desbetreffende kalenderjaar dient de werknemer die vakantiedagen, ATV of compensatie uren wil sparen, dit mede te delen aan de werkgever onder vermelding van het aantal te sparen dagen of uren.
D – Aaneensluitend kan maximaal een verlof worden opgenomen van 880 uren (110 werkdagen). Dit is inclusief de vakantieaanspraken over het desbetreffende kalenderjaar.
E – Het verzoek tot opname van gespaarde dagen dient de werknemer tenminste 1 jaar voor de gewenste datum van opname aan de werkgever te melden. De werkgever kan, op verzoek van de werknemer, van deze aanmeldingstermijn afwijken. De vaststelling van de periode waarin het saldo wordt opgenomen geschiedt in overleg tussen werkgever en werknemer.
F – Op de wettelijke verjaringstermijnen, zoals deze gelden voor vakantie, ATV dagen en overuren zal door de werkgever geen beroep worden gedaan jegens werknemers die aan de regeling deelnemen.
G – De werkgever draagt zorg voor de noodzakelijke maatregelen om betrokkene te doen terugkeren in zijn oude positie. In die gevallen waarin dit aantoonbaar niet mogelijk is, zal een gelijkwaardige vervangende functie worden aangeboden. Met betrokkene zullen hierover vooraf afspraken gemaakt worden. Betrokkene heeft recht op het inkomen wat hij verdiend zou hebben indien hij niet met verlof zou zijn gegaan.
Tijdspaarregeling a. De werkgever kan in overleg met de vakbonden en/of de ondernemingsraad een tijdspaarregeling instellen.
b. Bronnen die de werknemer kan gebruiken om tijd te sparen zijn: vrije roosteruren, bovenwettelijke vakantiedagen en overuren.
c. De werkgever en de werknemer kunnen met elkaar afspreken dat de werknemer binnen het kader van de tijdspaarregeling per jaar meer dan 6 bovenwettelijke vakantiedagen kan sparen in de vorm van tijd of geld.
d. Deelname aan de tijdspaarregeling is vrijwillig, met dien verstande dat de cao- bepalingen voor het vaststellen van vrije roosteruren, vakantie en overuren van toepassing blijven.
e. Als de werkgever een tijdspaarregeling hanteert, stelt hij zekerheid. Bijvoorbeeld door middel van het oprichten van een fonds en/of door herverzekering.
f. De aanspraken van de werknemer op gespaarde uren in het kader van een tijdspaarregeling verjaren niet.
Tijdspaarregeling. Partijen spreken af om te onderzoeken hoe de tijdspaarregeling op een kostenneutrale wijze, binnen de fiscale regels, in stand kan worden gehouden waarbij het oorspronkelijke doel in acht wordt genomen.
Tijdspaarregeling. De tijdspaarregeling wordt uitgebreid (Sectie 12.14 C), het nieuwe artikel wordt: Voor 1 februari en voor 1 juli van het desbetreffende kalenderjaar dient de werknemer die vakantiedagen, ATV of compensatie uren wil sparen, dit mede te delen aan de werkgever onder vermelding van het aantal te sparen dagen of uren. De rest van de regeling blijft ongewijzigd.
Tijdspaarregeling. In art. 34 lid 3 sub c is het sparen om eerder met pensioen te gaan verwijderd. Dit verloopt bij voorkeur niet meer via de tijdspaarregeling, maar via het storten van de bovenwettelijke verlofdagen in de pensioenregeling. PLIXXENT is akkoord om voor de looptijd van deze cao (1-4-2023 tot 1-4-2024) de vrije ruimte in de werkkostenregeling maximaal te benutten. Eventueel resterende vrije ruimte aan het einde van het jaar kan worden ingezet om arbeidsvoorwaarden (gedeeltelijk) netto voor bruto uit te keren (bijv. de vakantietoeslag).
Tijdspaarregeling. 1. De werkgever is verplicht om zijn werknemers de mogelijkheid te bieden tot het sparen van tijd conform de uitgangspunten van de Tijdspaarregeling in de Houtverwerkende industrie zoals opgenomen in Bijlage 10.
2. Xxxxxxxx vijf vakantiedagen op jaarbasis kunnen door de werknemer worden aangewend ten behoeve van de Tijdspaarregeling. Maximaal 50 vakantiedagen kunnen in zijn totaliteit worden ingezet ten behoeve van de Tijdspaarregeling.
3. Ter zekerstelling van de door de werknemer gespaarde tijd bij faillissement van de werkgever reserveert het Sociaal Fonds voor de Houtverwerkende Industrie middelen. Zie artikel 32 van de CAO voor de Houtverwerkende Industrie.
4. Ten behoeve van de vaststelling van de benodigde middelen zoals genoemd onder lid 3 van dit artikel, dient de werkgever aan het begin van ieder kalenderjaar opgave te doen van het aantal per werknemer in het voorafgaande jaar gespaarde dagen in het kader van de Tijdspaarregeling.
Tijdspaarregeling. 1. In de onderneming kan in overleg tussen de v.v. en/of de onderne- mingsraad en de werkgever een tijdspaarregeling worden ingesteld. Bronnen hiervoor zijn: vrije roostertijd, bovenwettelijke vakantieda- gen en overwerk.
2. Deelname aan de tijdspaarregeling is voor de werknemer vrijwillig met dien verstande dat de bepalingen in deze CAO met betrekking tot het vaststellen van roostervrije uren, vakantie en overwerk dan van toepassing blijven.
3. Indien de werkgever overgaat tot het instellen van een tijdspaar- regeling dient de werkgever zekerheid te stellen bijvoorbeeld door middel van het oprichten van een fonds en/of herverzekering.