WAO-hiaatpensioen Voorbeeldclausules

WAO-hiaatpensioen. De deelnemer in de zin van artikel 1 die tijdens het deelnemerschap arbeidsongeschikt is geworden heeft recht op WAO-hiaatpensioen. Het WAO-hiaatpensioen gaat in op de dag waarop de vervolguitkering ingevolge de per 1 juni 1999 geldende WAO ingaat. Het WAO-hiaatpensioen wordt uitgekeerd tot de in dat reglement geldende pensioenrichtdatum dan wel tot en met de laatste dag van de maand van de eerdere beëindiging van de arbeidsongeschiktheid of het eerdere overlijden van de gerechtigde. Het WAO-hiaatpensioen bedraagt bij volledige arbeidsongeschiktheid 70% van 2% x (65 jaar min de leeftijd) x (pensioengevend salaris min het wettelijk minimum loon). Voor de vaststelling van het WAO- hiaatpensioen wordt uitgegaan van het pensioengevend salaris tot ten hoogste het maximum WAO- uitkeringsdagloon conform de Coördinatiewet Sociale Verzekeringen; het wettelijk minimumloon conform de Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag; zoals deze gelden op de dag voorafgaand aan het tijdstip vanaf wanneer de werkgever krachtens artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek het salaris aan de werknemer doorbetaalt. De leeftijd is de leeftijd in volle jaren die betrokkene bereikt heeft op de dag waarop de WAO-uitkering ingaat. Bij de berekening van het WAO-hiaatpensioen wordt uitgegaan van het feitelijke pensioengevend salaris en deeltijdpercentage. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt het in lid 3 bedoelde WAO-hiaatpensioen gedeeltelijk uitgekeerd overeenkomstig de volgende tabel: In afwijking op het bepaalde in lid 4 wordt in geval van wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid na beëindiging van het dienstverband met de werkgever, het WAO- hiaatpensioen dienovereenkomstig aangepast indien die wijziging het gevolg is van: een verlaagde mate van arbeidsongeschiktheid; een verhoogde mate van arbeidsongeschiktheid mits deze toename voortvloeit uit dezelfde ziekte of hetzelfde gebrek op grond waarvan tijdens het deelnemerschap de WAO-uitkering werd toegekend. Het Bestuur is bevoegd de uitbetaling van de verhoging van het WAO-hiaatpensioen afhankelijk te stellen van door de rechthebbende te leveren bewijs dat de toename voortvloeit uit dezelfde ziekte of hetzelfde gebrek op grond waarvan tijdens het deelnemerschap de WAO-uitkering werd toegekend. Geen recht op WAO-hiaatpensioen bestaat, indien de deelnemer bij aanvang van het dienstverband reeds geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is. Wel recht op WAO-hiaatpensioen bestaat in geval het arbeidsongeschiktheidspercentage...
WAO-hiaatpensioen. Indien aan een medewerker een WAO–uitkering wordt toegekend, ontstaat tevens recht op een WAO– hiaatpensioen. Dit WAO-hiaatpensioen is in de vorm van een WAO-hiaatpensioenovereenkomst tussen medewerker en werkgever door de werkgever collectief geregeld Deze WAO-hiaatpensioenovereenkomst is te lezen in de cao 2013-2014, bijlage 7.
WAO-hiaatpensioen. Tussen werkgever en medewerkers die deelnemer zijn aan de ouderdomspensioenovereenkomst via de Stichting Pensioenfonds ARCADIS Nederland (hierna te noemen SPAN) is in het kader van deze cao een WAO- hiaatpensioenovereenkomst van toepassing. De inhoud van die De navolgende bepalingen over de WAO-hiaatpensioenovereenkomst zijn alleen geldig voor deelnemers aan de ouderdomspensioenovereenkomst met SPAN en daarbij dan slechts voor zover zij (minder dan vijf jaar geleden) een uitkering krachtens de WAO (hebben) ontvangen, als gevolg van dezelfde oorzaak (meer) arbeidsongeschikt zijn geworden en als gevolg daarvan nog geconfronteerd kunnen worden met een WAO- hiaat. Is sprake van een andere oorzaak (“nieuw arbeidsongeschiktheidsgeval”), dan is geen WAO-hiaat aan de orde.
WAO-hiaatpensioen. Tussen werkgever en medewerkers die deelnemer zijn aan de ouderdomspensioenovereenkomst via de Pensioenkring Arcadis van Het nederlandse pensioenfonds (hierna te noemen Hnpf) is in het kader van deze cao een WAO-hiaatpensioenovereenkomst23 van toepassing. De inhoud van die WAO- hiaatpensioenovereenkomst is te lezen in de cao 2013-2014, bijlage 7.24

Related to WAO-hiaatpensioen

  • Wezenpensioen Het wezenpensioen bedraagt voor ieder kind maximaal 14% van het in totaal te bereiken ouderdomspensioen. Voor volle wezen wordt het genoemde percentage verdubbeld. De wezenpensioenen voor alle kinderen tezamen zullen echter nooit meer bedragen dan 70% van het te bereiken ouderdomspensioen. Het wezenpensioen is uiterlijk betaalbaar tot de eerste dag van de maand volgende op het tijdstip waarop het kind niet meer voldoet aan een van de onderstaande criteria: Het wezenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer overlijdt.

  • Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen is gebaseerd op een geïndexeerd middelloonsysteem. De opbouw per jaar bedraagt 1,75% van de pensioengrondslag van het betreffende jaar. Het pensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer de 68-jarige leeftijd bereikt.

  • Arbeidsongeschiktheidspensioen Het arbeidsongeschiktheidspensioen is per 31 december 2005 vervallen, behalve voor deelnemers die ziek zijn geworden voor 1 januari 2004 en op wie de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (en onderliggende wet- en regelgeving) van toepassing is en blijft. Voor deze deelnemers blijven de relevante bepalingen aangaande het (ingegane) arbeidsonge- schiktheidspensioen uit de cao 2003-2004 van toepassing.

  • Pensioenopbouw Overige regelingen Bijlage(n) Tijdens de loondoorbetalingsperiode vindt de pensioenopbouw plaats over het laatstverdiende salaris voor zover dat wettelijk en fiscaal is toegestaan.

  • Partnerpensioen Het partnerpensioen bedraagt 50% van het te bereiken ouderdomspen- sioen. Dit pensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer overlijdt. Ook voor alleenstaanden wordt een fictief partnerpensioen opgebouwd.

  • Pensioen Voor de werknemer die als overheidswerknemer in de Wet Privatisering ABP (Stb.1995, nr. 639) wordt aangemerkt, geldt met betrekking tot de pensioenvoorziening het bepaalde in het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP.