Beëindigingsvergoeding Voorbeeldclausules

Beëindigingsvergoeding. Voor medewerkers die onder dit sociaal plan vallen en gedurende de looptijd van dit sociaal plan boventallig worden, geldt de Rabobank Transitievergoeding. Aanvullend geldt er een garantieregeling. De berekening van de voor de medewerker geldende vergoeding wordt opgesteld door de werkgever met gebruikmaking van het hiervoor geldende Rekenmodel Rabobank Transitievergoeding sociaal plan 2021-2023 en 2023- 2024 en vertrekregeling/ remplaçant, die beschikbaar is via het HR Portaal.
Beëindigingsvergoeding. De vergoeding bedraagt 0,5 bruto maandsalaris per dienstjaar voor de eerste 10 dienstjaren en 1 bruto maandsalaris per dienstjaar vanaf het 11e dienstjaar met een maximum van 18 bruto maandsalarissen. De vergoeding wordt in één keer uitgekeerd. In de beëindigingsver- goeding is de wettelijke transitievergoeding ex 7:673 BW inbegrepen. De werknemer kan hierop derhalve niet nog afzonderlijk aanspraak maken.
Beëindigingsvergoeding. Voor medewerkers die onder dit sociaal plan vallen en gedurende de
Beëindigingsvergoeding. De medewerker die in fase 2 zelf de arbeidsovereenkomst opzegt, ontvangt bij uitdiensttreding een vrijwillige vertrekvergoeding van 50% van de beëindigingsvergoeding die geldt bij beëindiging van het dienstverband na einde plaatsingstermijn (einde fase 3)4. Deze vrijwillige vertrekvergoeding zal echter nooit meer bedragen dan 6 bruto maandsalarissen en niet minder dan 3 bruto maandsalarissen.
Beëindigingsvergoeding. De plaatsingskandidaat van wie de arbeidsovereenkomst op verzoek van de medewerker eindigt tijdens fase 3 ontvangt bij uitdiensttreding een bruto vergoeding. Deze vergoeding is gelijk aan drie bruto maandsalarissen.
Beëindigingsvergoeding. Het brutobedrag dat de werkgever aan de medewerker betaalt in verband met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst als bedoeld in dit Sociaal Plan.
Beëindigingsvergoeding. 5.1. Indien de werkgever de arbeidsovereenkomst om een andere dan een dringende reden of vanwege ernstige verwijtbaar handelen of nalaten van werknemer wenst te beëindigen kan werknemer de rechter verzoeken om toekenning van de transitievergoeding en/of een billijke vergoeding. In plaats daarvan kan werknemer er voor kiezen de arbeidsovereenkomst door middel van een schriftelijke overeenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen. Bij een dergelijke beëindiging met wederzijds goedvinden wordt de transitievergoeding conform de geldende wettelijke bepalingen berekend. 5.2. Indien werknemer onder de hiervoor in het eerste lid omschreven omstandigheden aan werkgever kenbaar maakt dat werknemer de arbeidsovereenkomst door middel van een overeenkomst wenst te beëindigen, zal werkgever werknemer een schriftelijk voorstel doen de arbeidsovereenkomst met inachtneming van de geldende opzegtermijn te beëindigen, zodanig dat werknemer zo nodig met ingang van de datum van beëindiging aanspraak kan maken op een WW-uitkering. Daarnaast zal werkgever dan in het schriftelijke voorstel aangeven dat werkgever werknemer een beëindigingsvergoeding overeenkomstig het eerste lid zal betalen, mits werknemer dat voorstel schriftelijk aanvaardt en deze overeenkomst vervolgens niet binnen 14 dagen na de datum waarop de beëindigingsovereenkomst tot stand is gekomen ontbindt. 5.3. Onder een bruto maandsalaris voor de berekening van de transitievergoeding wordt verstaan het salaris als bedoeld in artikel 6.1 gedeeld door 12 maanden. Met de variabele beloning van artikel 6 en eventuele overige vormen van beloning wordt conform wettelijke bepalingen rekening gehouden bij het berekenen van de transitievergoeding. 5.4. In aanvulling op het eerste lid is geen beëindigingsvergoeding verschuldigd in geval van opzegging door de werknemer (artikel 4.1) dan wel bij beëindiging van rechtswege vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd (artikel 4.5). 5.5. In voorkomende gevallen (artikel 4.1.) waarbij een of beide partijen daaraan behoefte hebben, kan ter voorkoming van een beëindiging of ten behoeve van het bereiken een overeenkomst met wederzijds goedvinden een erkende mediator worden ingeschakeld. De kosten van een dergelijk traject zijn voor rekening van Werkgever.
Beëindigingsvergoeding. Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst betaalt de werkgever aan de medewerker een beëindigings- vergoeding. Deze beëindigingsvergoeding bedraagt twee maal de transitievergoeding. De transitievergoeding wordt berekend met toepassing van de wettelijke regelgeving voor het berekenen van de transitievergoeding. Als peildatum voor de berekening geldt de datum waarop de zoekperiode start. De transitievergoeding bedraagt nooit meer dan het wettelijk maximum (in 2023 € 89.000,- bruto) of het jaarsalaris transitievergoeding indien dat hoger is. Daarnaast bedraagt de transitievergoeding nooit meer dan het inkomensverlies tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd van de medewerker. In de beëindigingsvergoeding wordt de transitievergoeding uitdrukkelijk geacht te zijn inbegrepen. De boventallige medewerker kan per het einde van de arbeidsovereenkomst dus niet separaat aanspraak maken op een transitievergoeding. Over de uit te betalen beëindigingsvergoeding zullen belasting en premies worden ingehouden conform de geldende fiscale regelgeving in Nederland. De beëindigingsvergoeding wordt in de maand volgend op de uitdiensttreding uitbetaald. De beëindigingsvergoeding kan worden uitbetaald op een door de medewerker aan te geven andere wijze, mits dit fiscaal toelaatbaar is en dit voor de werkgever geen fiscale risico’s met zich meebrengt, waardoor extra kosten ontstaan. Aanvullend geldt dat de medewerker dit uiterlijk 6 weken voorafgaand aan de datum van beëindiging schriftelijk kenbaar moet maken aan de afdeling HR.
Beëindigingsvergoeding. Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst met jou en indien dit sociaal plan op jou van toepassing is, wordt een bruto beëindigingsvergoeding uitgekeerd. De vergoeding wordt per einde van de arbeidsovereenkomst berekend. De vergoeding wordt berekend op basis van de op het moment van totstandkoming van dit sociaal plan geldende wettelijke transitievergoeding (artikel 7:673 BW). Dit betekent dat de beëindigingsvergoeding voor elk kalenderjaar dat jouw arbeidsovereenkomst heeft geduurd gelijk is aan een derde van het bruto maandinkomen. Voor de resterende duur dat jouw arbeidsovereenkomst heeft geduurd, wordt de vergoeding naar rato berekend. De uitkomst wordt vermenigvuldigd met de factor 2,25. Daarbij geldt de maximale transitievergoeding (in 2022 bedraagt deze EUR 86.000 bruto, het maximum beweegt mee met toekomstige indexaties tijdens de looptijd van dit sociaal plan), vermenigvuldigd met 2,25, of een bedrag gelijk aan ten hoogste het loon over twaalf maanden indien dat loon hoger is dan de maximale transitievergoeding vermenigvuldigd met 2,25. Deze berekeningswijze wordt gevolgd tijdens de looptijd van het sociaal plan, ook als de wettelijke berekening van de transitievergoeding tijdens de looptijd zal wijzigen.
Beëindigingsvergoeding. De boventallige medewerker ontvangt bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beëindigingsvergoeding gelijk aan AxBxC, waarbij A = het aantal gewogen dienstjaren bij (de rechtsvoorgangers) van AnQore B.V. 0,5 maand per dienstjaar tot de leeftijd van 35 jaar 1 maand per dienstjaar in de leeftijd van 35 tot 45 jaar 1,5 maand per dienstjaar in de leeftijd van 45 tot 55 jaar 2 maanden per dienstjaar vanaf de leeftijd van 55 jaar B = 1/12 deel van het jaarinkomen C = de correctiefactor 1 Dienstjaren worden niet afgerond. De exacte diensttijd bepaalt de uitkomst van A. Peildatum voor de berekening van de beëindigingsvergoeding is de einddatum van de arbeidsovereenkomst. De beëindigingsvergoeding is minimaal 4/12 van het jaarinkomen. De beëindigingsvergoeding is nooit hoger dan de totale som van het jaarinkomen dat de medewerker zou hebben ontvangen tot aan zijn AOW-gerechtigde leeftijd.