Sleutelfuncties Voorbeeldclausules

Sleutelfuncties. Het is van belang dat de sleutelfuncties (directeuren, afdelingshoofden) te allen tijde zijn ingevuld en in geval van wisselingen zo spoedig mogelijk worden ingevuld door professionele en gekwalificeerde mensen. Hiertoe worden onderstaande afspraken gemaakt: - De ES, met besluitvorming door of namens het BC, zorgt dat onderstaande functies te allen tijde duurzaam zijn ingevuld: - Directeur directie Bedrijfsvoering en Ondersteuning. - Directeur directie Ruimte en Ontwikkeling - Directeur directie Samenleving en Zorg. - Directeur Handhaving en Toezicht. - Hoofd van de dienst LVV. - Hoofd van de afdeling Juridische en Algemene Zaken. - Hoofd van de afdeling Financiën. - Hoofd van de afdeling Personeelszaken. - Het OLB maakt een overzicht van de sleutelfuncties en een planning om deze functies structureel in te vullen. Het gaat om een strategisch kader op managementniveau. Dit resulteert in ingevulde sleutelfuncties per mei 2019. Indien nodig, draagt het Rijk (het ministerie van BZK coördineert) interim kandidaten aan om de posities tijdelijk in te vullen. Als sleutelfuncties opnieuw vrijkomen, zorgt het BC dat de functies binnen drie maanden zijn ingevuld. - Het BC start in mei 2019 met het ontwikkelen van een methodiek voor werving en selectie. Deze methodiek stelt het BC in staat om tijdig te starten met de werving en selectie van personeel en goede keuzes te maken bij het invullen van functies. - De functie van directeuren en afdelingshoofden worden ingevuld door professionals met de relevante opleiding en werkervaring. Hiertoe worden gedegen functieprofielen opgesteld en benut, en zorgvuldige en gedocumenteerde sollicitatieprocedures gehanteerd. - De ES, de directeur XX en een nader te bepalen directeur van het OLB vormen samen een Management-benoemingscommissie (hierna te noemen: MBC). Deze MBC wordt na ondertekening van dit Bestuursakkoord geïnstalleerd. De MBC stelt functieprofielen vast, kijkt vooraf mee bij voorgenomen benoemingen en adviseert hierover via de ES aan het BC. De samenstelling van de MBC is afhankelijk van de voordracht en voorgenomen benoeming. Indien het gaat om invulling van een directeursfunctie, zal de MBC bestaan uit de ES, de directeur B&O (indien het niet die functie betreft) en een directeur van een niet betrokken directie. Indien het gaat om invulling van een afdelingshoofdfunctie zal de MBC bestaan uit de ES, de directeur B&O en de directeur waaronder het afdelingshoofd valt - Personeelsbesluiten en overeenkomsten van opdrach...
Sleutelfuncties. 1. Voor functies op Work Level I, II en III, kritische beleidsfuncties en kritische operationele functies (de zogenaamde sleutelfuncties) geldt een vooraf vastgesteld opvolgingsbeleid, waarbij per sleutelfunctie een potentiële opvolger is aangewezen. Dit opvolgingsbeleid wordt jaarlijks vastgesteld en zo nodig herzien door de directeur Human Resources.
Sleutelfuncties. 1. Het fonds stelt de volgende sleutelfuncties in: een risicobeheerfunctie, interne auditfunctie en actuariële functie. Hierbij kan het fonds onderscheid maken tussen de houder en de vervuller(s) van een sleutelfunctie. De invulling van de sleutelfuncties, de taken en verantwoordelijkheden behorende bij de afzonderlijke functies, de escalatielijnen en de wijze waarop de rapportages plaatsvinden, worden vastgelegd in de actuariële en bedrijfstechnische nota van het fonds.
Sleutelfuncties. 1. Het Bestuur draagt zorg voor de inrichting van een risicobeheerfunctie, interne auditfunctie en actuariële functie bij het Pensioenfonds en stelt de houders van deze sleutelfuncties in staat deze functies op een objectieve, eerlijke en onafhankelijke manier te vervullen.
Sleutelfuncties. Artikel 18.
Sleutelfuncties. Het bestuur heeft in het kader van XXXX XX een deel van de sleutelfunctie ingevuld, te weten een deel van de risicobeheerfunctie en de actuariële sleutelfunctiehouder. De interne auditfunctie dient nog ingericht te worden. Daarnaast heeft het bestuur nog geen sleutelfunctiehouder risicobeheer aangesteld. Bij de inrichting van de sleutelfuncties houdt het bestuur rekening met de omvang en interne organisatie van het pensioenfonds, alsmede met de omvang, de aard, de schaal en de complexiteit van de werkzaamheden (proportionaliteit). Bij de invulling van het sleutelfunctiehouderschap, zal het bestuur naast de hiervoor genoemde proportionaliteit, rekening houden met de volgende uitgangspunten:
Sleutelfuncties. Het bestuur heeft in het kader van IORP II, met ingang van 13 januari 2019, drie sleutelfuncties, te weten de risicobeheerfunctie, de actuariële functie en de interne auditfunctie ingericht. Bij de inrichting van de sleutelfuncties heeft het bestuur rekening gehouden met de omvang en interne organisatie van het pensioenfonds, alsmede met de omvang, de aard, de schaal en de complexiteit van de werkzaamheden (proportionaliteit). Daarnaast heeft het bestuur onderscheid gemaakt tussen personen die houders van een sleutelfunctie zijn en personen die de sleutelfuncties vervullen. De sleutelfunctiehouder is één persoon en is eindverantwoordelijk voor de uitoefening van de taken en verantwoordelijkheden die vallen onder de sleutelfunctie. Daarnaast kunnen overige personen betrokken zijn bij het vervullen van een sleutelfunctie. Bij de invulling van het (waarnemend) sleutelfunctiehouderschap, heeft het bestuur naast de hiervoor genoemde proportionaliteit, rekening gehouden met de volgende uitgangspunten:
Sleutelfuncties. 1. Het fonds beschikt over een risicobeheerfunctie, interne auditfunctie en actuariële functie als bedoeld in artikel 143a van de Pensioenwet, hierna te noemen sleutelfuncties. De personen die houder zijn van een sleutelfunctie en de personen die een sleutelfuncties vervullen voldoen aan de geschiktheidsvoorwaarden die bij of krachtens de Pensioenwet worden gesteld.
Sleutelfuncties. Het Fonds beschikt over sleutelfuncties, zijnde een Risicobeheerfunctie, Interne Auditfunctie en Actuariële functie als bedoeld in artikel 143a van de Pensioenwet en stelt de houders van deze sleutelfuncties in staat deze functies op een objectieve, eerlijke en onafhankelijke manier te vervullen. De houders van de sleutelfuncties rapporteren materiële bevindingen en aanbevelingen op het gebied dat onder hun verantwoordelijkheid valt schriftelijk aan het Bestuur van het Fonds. Indien het Bestuur hierop niet tijdig passende en corrigerende maatregelen treft, melden de houders van de sleutelfuncties dit zo spoedig mogelijk – na melding aan de voorzitter van de Raad van Toezicht – aan de toezichthouder.
Sleutelfuncties. Artikel 16. Vertegenwoordiging. Artikel 17. Verantwoordingsorgaan, samenstelling, benoeming en einde lidmaatschap. Artikel 18.