Vitaliteitsverlof Voorbeeldclausules

Vitaliteitsverlof. In het belang van de duurzame inzetbaarheid van alle medewerkers én als onderdeel van de mogelijkheden ook zelf mee te doen aan het MVO-beleid van Aegon, hebben alle medewerkers (ongeacht hun arbeidsduur) per jaar maximaal 12 uur ter beschikking, te gebruiken voor de volgende doelen:
Vitaliteitsverlof a. Naast de vakantierechten volgens lid 1 van dit artikel heeft de werknemer per kalenderjaar recht op het onderstaande vitaliteitsverlof met behoud van salaris : • Indien hij de leeftijd van 35 jaar nog niet heeft bereikt: 7,6 uur; • indien hij de leeftijd van 35 jaar heeft bereikt: 15,2 uur; • indien hij de leeftijd van 40 jaar heeft bereikt: 22,8 uur; • indien hij de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt: 30,4 uur; • indien hij de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt: 38 uur; • indien hij de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt: 45,6 uur; • indien hij de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt: 53,2 uur; • indien hij de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt: 60,8 uur.
Vitaliteitsverlof. Vitaliteit is een belangrijk element in het kader van duurzame inzetbaarheid. Het is een combinatie van energie en motivatie. Werken aan je vitaliteit is een verantwoordelijkheid van jou en van ons als werkgever. Daarom introduceert NN per 1 juli 2022 het vitaliteitsverlof.
Vitaliteitsverlof. Vitaliteit is een belangrijk element in het kader van duurzame inzetbaarheid. Het gaat over een combinatie van energie en motivatie. Werken aan vitaliteit is een verantwoordelijkheid van jou en van ons. Daarom kan je, als je minimaal zeven jaar in dienst bent eens in de zeven jaar twee maanden aaneengesloten vitaliteitsverlof aanvragen om op deze manier te werken aan je vitaliteit. Je ontvangt in de eerste maand van je verlof 70% van je salaris en in de tweede maand 40%. In de periode van het vitaliteitsverlof zal je pensioenopbouw volledig worden voortgezet. Je kan er ook voor kiezen om het percentage gelijkelijk over twee maanden te verdelen. Voor de bepaling van het aantal dienstjaren telt in deze regeling een voorafgaande periode van inhuur als inleenkracht mee. De peildatum voor het berekenen van de genoemde zeven-jarentermijn is het moment waarop je gebruik gaat maken van deze regeling. Desgewenst kun je in overleg met je leidinggevende de periode van twee maanden vitaliteitsverlof met vakantie-uren of (on)betaald verlof aanvullen tot ten hoogste drie maanden aaneengesloten verlof. Je kunt niet minder dan twee maanden vitaliteitsverlof aanvragen. De aanvraagprocedure wordt in overleg met de OR vastgesteld. Aanvragen voor vitaliteitsverlof worden gehonoreerd, tenzij er organisatorische bezwaren zijn. Als dat laatste het geval is zal je leidinggevende met je overleggen over een passende oplossing. Je komt met je leidinggevende in onderling overleg overeen of en wanneer het vitaliteitsverlof wordt opgenomen. Tijdens het vitaliteitsverlof blijft je dienstverband bestaan, maar gedurende het vitaliteitsverlof bouw je geen vakantie-uren op. Als je tijdens de periode van het vitaliteitsverlof ziek wordt, loopt de periode van het vitaliteitsverlof gewoon door. Als je door ziekte het vitaliteitsverlof niet (meer) kan besteden aan het beoogde doel, zal InsingerGilissen in redelijkheid meewerken aan een eerdere terugkeer binnen de organisatie. Criteria zijn daarbij onder meer je belang bij een terugkeer op de werkplek, de door InsingerGilissen geregelde vervanging en de verstreken duur van het vitaliteitsverlof. InsingerGilissen kan het jaarlijkse gebruik van de regeling (inclusief 00-00-000 regeling, zie artikel 5.14) maximeren op 7% van de gerechtigde medewerkers. Onder de groep gerechtigde medewerkers wordt verstaan alle medewerkers die op 1 januari van het kalenderjaar zeven jaar of meer in dienst zijn, gedurende de afgelopen zeven jaren geen gebruik hebben ...
Vitaliteitsverlof. De medewerker kan 1x per 7 jaar vitaliteitsverlof opnemen. Vitaliteitsverlof bestaat tenminste uit een maand tegen 70% loon en een maand tegen 40% loon, met beide maanden 100% pensioenopbouw. De medewerker mag dit tot maximaal 3 maanden aaneengesloten aanvullen met verlofdagen. Als het dienstverband van de medewerker binnen 4 maanden na opname van het vitaliteitsverlof eindigt, wordt het gedurende het vitaliteitsverlof betaalde loon terugbetaald aan de werkgever, tenzij het dienstverband wordt beëindigd ten gevolge van een reorganisatie. Onbetaald verlof van xxx. 3 maanden is daarnaast mogelijk, maar een medewerker mag in een periode van 12 maanden niet meer dan 3 maanden aaneengesloten xxxxxx opnemen. Medewerkers hebben recht op Vitaliteitsverlof als zij 7 jaar in dienst zijn, waarbij de werkgever dit jaarlijks mag maximeren op 1/7 van het rechthebbende medewerkersbestand. De huidige dienstjaren tellen mee ( inclusief een mogelijk dienstverband als inleenkracht 2. De werkgever mag deze individuele vitaliteitsverlofsaanvraag alleen weigeren als sprake is van zwaarwegende bedrijfsomstandigheden. Werkgever en medewerker treden in dat geval in overleg over een passende oplossing. Kleine werkgevers (tot maximaal 10 medewerkers) die vanwege deze omvang geen vitaliteitsverlof aan kunnen bieden mogen dit invullen met een gelijkwaardige vitaliteitsinvestering. Hoogte en invulling van dit vitaliteitsbudget, dat ten goede moet komen aan de duurzame inzetbaarheid van medewerkers binnen de onderneming, zijn transparant en worden afgestemd met het Vertegenwoordigend Overleg.

Related to Vitaliteitsverlof

  • Kwaliteitseisen Kennis van Arbo-Informatieblad 3 – Asbest; • Kennis van het Arbeidsomstandighedenbesluit artikel 4.10a en artikel 4.52; • Kennis van de bijzondere omstandigheden (containment) waaronder asbestwerkzaamheden worden verricht; • Toepassing en beperkingen van gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. • Controle gegevens werknemer en invullen PAGO+ of specifieke vragenlijst; • Lengte, gewicht en BMI; • Op indicatie bedrijfsarts: ECG in rust (wel altijd voorafgaand aan een maximale fietstest); • Longfunctie (spirometrie, 3x goede blaascurve); • Indien nodig: inspanningstest (maximale fietstest) in samenwerking met de bedrijfsarts; • Administratieve afwerking. • Anamnese op basis van PAGO+ vragenlijst van Volandis en/of specifieke vragen: o De algemene fysieke conditie en het uithoudingsvermogen; o Luchtweg- en longaandoeningen; o Roken, heden en verleden; o Klachten gerelateerd aan de persoonlijke beschermingsmiddelen; o Arbeidsanamnese: blootstelling aan asbest? • Beoordeling van alle resultaten; • Lichamelijk onderzoek (op geleide van werkzaamheden, anamnese en biometrie) met specifieke aandacht voor de luchtwegen en longen, en het houdings- en bewegingsapparaat; • Aandacht en beoordeling veilig kunnen werken met de persoonlijke beschermingsmiddelen: haardracht, gezichtsbeharing, bril; • Indien nodig: uitvoering inspanningsonderzoek (maximale fietstest, eis VO2-max gelijk of hoger dan 40 ml O2/kg/minuut bij fysiek zwaar werk in een beschermend pak met adembescherming); • Diagnose(n) en beroepsziekten registreren, zo nodig melden aan het NCvB; • Uitleg en advies, afstemmen vervolgbeleid; • Aanvullen bedrijfsgeneeskundig dossier; • Bewijs van deelname of advies aan werkgever (oordeel bedrijfsarts) bespreken, met toestemming naar werkgever verzenden; • Zo nodig preventiezorg vervolgactiviteiten (laten) plannen. Op indicatie van de bedrijfsarts: • X-thorax, (grote röntgenfoto's van de borstkas, zowel AP als links en rechts lateraal). Bijvoorbeeld wanneer uit het routineonderzoek aanwijzingen komen voor een mogelijke beginnende longaandoening. Aandacht vragen voor de extra lange bewaartermijn van de medische informatie. • in overleg met een op dit thema deskundige longarts nadere diagnostiek.