Uitdiensttreding. 1. Zowel de werkgever als de werknemer kan een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd schriftelijk opzeggen met inachtneming van de voor hem geldende opzegtermijn. De lengte van de opzegtermijn voor de werknemer en de werkgever is 2 maanden bij een dienstverband voor onbepaalde tijd. De opzegtermijn vangt aan op de eerste dag van de maand volgend op de feitelijke datum van opzegging.
2. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege op de vastgestelde datum. Hiervoor is aanzegging vereist door de werkgever, minimaal 1 maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst. Dit geldt niet: a) als het dienstverband korter dan 6 maanden heeft geduurd, b) wanneer de einddatum niet kan worden bepaald (bijvoorbeeld indien de arbeidsovereenkomst geldt voor de duur van een project), c) bij vervanging.
3. Het dienstverband tussen de werkgever en de werknemer eindigt van rechtswege voorafgaande aan de dag waarop de werknemer gebruik maakt van de geldende pensioenregeling, doch uiterlijk op de eerste dag van de maand volgend op de dag dat de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd zoals bepaald door de wetgever heeft bereikt, zonder dat hiertoe aanzegging is vereist.
Uitdiensttreding. De betaling van de bedrijfspremies wordt onmiddellijk stopgezet bij uitdiensttreding van de aangeslotene (om welke reden ook) vóór de normaal voorziene einddatum. Onder uitdiensttreding wordt verstaan, de beëindiging van de activiteit van de aangeslotene als zelfstandige bedrijfsleider van de verzekeringne- mer. De reserves zijn verworven voor de aangeslotene. Vanaf de datum van stopzetting van de premie- betaling worden de overeenkomsten verder beheerd als niet-overgedragen overeenkomsten (zie 4). De aangeslotene mag zijn verworven reserves verminderd met een afkoopvergoeding overdragen (zie 1.5.2.) naar de pensioeninstelling van zijn nieuwe onderneming, op voorwaarde dat deze de reserves beheert die zijn verworven in overeenstemming met dezelfde bepalingen als die van toepassing in het huidig contract van de onderneming. De overdracht is beperkt tot het deel van de verworven reserves waarop geen voorschot of inpandge- ving is toegestaan of dat niet is toegewezen als onderdeel voor de reconstitutie van een hypothecair krediet.
Uitdiensttreding. Als een verzekerde een functie elders aanvaardt, wordt de verzekering zonder selectie voortgezet tegen een gelijkwaardige individuele aanvullende verzekering. De uitdiensttreding dient voor de datum van beëindiging van het oude dienstverband te worden gemeld bij de zorgverzekeraar. Bijzondere afspraken die uitsluitend gelden voor het collectief worden op de individuele aanvullende verzekering niet voortgezet. Bij het beëindigen van de polis vervallen tevens alle kortingsrechten en overige afspraken van het collectieve deel.
Uitdiensttreding. De betaling van de bedrijfspremies wordt onmiddellijk stopgezet bij uitdiensttreding van de aangeslotene (om welke reden ook) vóór de normaal voorziene einddatum. Onder uitdiensttreding wordt verstaan, de beëindiging van de activiteit van de aangeslotene als zelfstandige bedrijfsleider van de verzekeringne- mer. De reserves zijn verworven voor de aangeslotene. Vanaf de datum van stopzetting van de premie- betaling worden de overeenkomsten verder beheerd als niet-overgedragen overeenkomsten (zie 5).
Uitdiensttreding. Het ophouden van aan de onderneming verbonden te zijn anders dan door overlijden of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.
Uitdiensttreding. Bij uitdiensttreding worden de dagen in het tijdspaarfonds in principe uitbetaald. Nedmag B.V. enerzijds en de vakorganisaties anderzijds verklaren zich ten aanzien van het werkgelegenheidsbeleid op de volgende afspraken te baseren:
1. Werkgever zal indien er plannen zijn om over te gaan tot collectief gedwongen ontslag hierover met de vakorganisaties overleg plegen.
2. Werkgever zal niet overgaan tot collectief gedwongen ontslag dan na zorgvuldig overleg met de vakorganisaties met betrekking tot de sociale consequenties en de te treffen voorzieningen.
3. Werkgever verplicht zich geen arbeidskrachten van uitzendbureaus gebruik te maken, behalve in incidentele gevallen en van zeer tijdelijke aard. De werkgever is verplicht zich bij het inlenen van uitzendkrachten ervan te verzekeren dat het uitzendbureau conform de cao Nedmag de lonen en toeslagen betaalt en de arbeidstijden hanteert, ongeacht of de uitzendkracht wel of niet vakkracht is en hierover (contractueel) afspraken te maken met het uitzendbureau. De werkgever zal na het verstrijken van een kalenderkwartaal aan de ondernemingsraad een opgave verstrekken waarin zijn opgenomen de naam van het uitzendbureau, het aantal arbeidskrachten dat via genoemd uitzendbureau werkzaam is geweest bij werkgever in het verstreken kalenderkwartaal, de functies welke genoemde arbeidskrachten hebben vervuld en het totaal aantal dagen waarop door hen is gewerkt.
a. De werkgever zal de vakorganisaties informeren over belangrijke investeringen en/of desinvesteringen, alsmede invoering van nieuwe technologieën (waaronder automatisering en personeelsinformatiesystemen) die aanleiding kunnen geven tot een duidelijke verandering van de bedrijfssituatie en kwaliteit/kwantiteit van de arbeid ten aanzien van één of meer vestigingen, die de werkgever in stand houdt. Informatie hieromtrent zal op een dusdanig tijdstip worden verstrekt, dat de vakorganisaties op genoemde plannen nog invloed kunnen uitoefenen.
b. De werkgever zal bij uiteindelijke besluitvorming met betrekking tot het gestelde in de leden 1, 2 en 4 de sociale consequenties betrekken, alsmede de zienswijze van de vakorganisaties. Indien er gevolgen voor de werknemers of een aantal werknemers zijn te verwachten zal de werkgever in overleg met de vakorganisaties een Sociaal Plan opstellen, waarin wordt aangegeven met welke belangen van de werknemers in het bijzonder rekening zal worden gehouden en welke voorzieningen in verband daarmee zullen worden getroffen. Met betre...
Uitdiensttreding. Medewerkers die in de loop van het boekjaar uit dienst treden, verliezen over dat jaar hun aanspraak op variabele beloning.
Uitdiensttreding. De betaling van de bedrijfsen de persoonlijke premies wordt onmiddellijk stop gezet bij uitdiensttreding van een aange- slotene (om gelijk welke reden) vóór de normaal voorziene einddatum. Onder uitdiensttreding wordt verstaan: • de beëindiging van de arbeidsovereenkomst anders dan door overlijden of pensionering, • het einde van de aansluiting wegens het niet langer ver- vullen van de aansluitingsvoorwaarden, • de overgang van de aangeslotene in het kader van een overgang van een onderneming of van een vestiging (of een deel ervan) naar een andere onderneming of vestiging als gevolg van een conventionele overdracht of een fusie waarbij het pensioenstelsel van de aangeslotene niet wordt overgedragen. De reserves zijn verworven voor de aangeslotene. Indien de Bijzondere Voorwaarden op 1 januari 2019 (nog) bepalen dat de reserves van de bedrijfsovereenkomst niet verworven zijn indien de uitdiensttreding plaats vindt binnen 1 jaar na de (normaal voorziene, uitgestelde of verdaagde) aansluitingsdatum, moet die bepaling vanaf 1 januari 2019 als niet geschreven worden beschouwd. Standaard blijft de uitdienstgetreden persoon een overlijdens- dekking genieten die gelijk is aan de verworven Pensioenreser- ves. Daardoor worden de verworven prestaties herberekend. Vanaf de datum van stopzetting van de premiebetaling worden de overeenkomsten waarvan de reserves verworven zijn voor de aangeslotene verder beheerd als niet-overgedragen over- eenkomsten (zie punt 5).
Uitdiensttreding. Bij beëindiging van het dienstverband zal het spaarsaldo als bedoeld in artikel 5 worden uitbetaald tegen het op dat moment geldend bruto uursalaris. Voor zover de uren zijn ingezet vanuit verlofrechten vanaf het jaar 2003, is de toeslag als bedoeld in artikel 2 van toepassing. Bij uitbetaling vinden de wettelijke inhoudingen plaats.
Uitdiensttreding. De betaling van de premies wordt onmiddellijk stopgezet bij uitdiensttreding van de verzekerde (om welke reden ook) vóór de normale einddatum.