Knelpunten Voorbeeldclausules

Knelpunten. Er blijven in het organiek besluit van de huurdersbonden 2 grote knelpunten bestaan waar op korte termijn het beleid zal moeten ingrijpen:
Knelpunten. Welke zijn de knelpunten die kunnen worden aangehaald op vlak van mobiliteit? In welke mate kunnen deze aangepakt worden op de schoolsite? Wat kan de school zelf of waarvan is de school afhankelijk van derden? Hoe kunnen de knelpunten buiten de schoolsite worden aangepakt? Wat kan de school zelf of waarvan is de school afhankelijk van derden? (Hier zal voornamelijk kunnen verwezen worden naar de bijlagen, de beschikbaarheid van de documenten daarin kan hier worden aangegeven. Ook eventuele digitale documenten kunnen worden aangehaald.) Welke zijn de toepasselijke aandachtspunten uit het gewestplan? Is er een Algemeen of Bijzonder Plan van Aanleg van kracht? Is er een goedgekeurde verkaveling? Is er een goedgekeurde rooilijn of onteigeningsplan van toepassing? Is er een (goedgekeurd) Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan? Provinciaal? Gewestelijk? Is er een (goedgekeurd) Gemeentelijk ruimtelijk Uitvoeringsplan van toepassing? Provinciaal? Gewestelijk? Zijn er afwijkende visies van bv. buurtcomités? Zijn er lopende acties? Zijn er beschermde monumenten op de schoolsite? Beschermde (delen van) gebouwen? Zijn er beschermde stads- of dorpsgezichten waarvan de projectsite deel uitmaakt? Zijn er gebouwen en/of landschappelijke elementen opgenomen in de inventaris van onroerend erfgoed? Wat vermeldt het (gemeentelijk ) vergunningenregister in verband met de bouwlocatie? Beschikbare milieuvergunningen? Brandweerverslagen? inspectieverslagen? Is er een goedgekeurd mobiliteitsplan van de schoolomgeving? Het mobiliteitsplan zelf kan in bijlage. Wat zijn de aandachtspunten? Zijn er nog werkzaamheden in functie van de mobiliteit aan de schoolomgeving gepland? Werden er reeds ontwerpprestaties geleverd in het kader van voorliggend scholenbouwproject? Is er een blanco bodemattest? Is er al een oriënterend bodemonderzoek verricht? Is er al een beschrijvend bodemonderzoek verricht? Wanneer zijn deze uitgevoerd en tot wanneer zijn de rapporten geldig? Zijn er historische vervuilende activiteiten geweest ? Dit kan eenvoudig teruggevonden worden door alle milieuvergunningen te verzamelen die ooit op het terrein betrekking gehad hebben. Daarnaast zijn natuurlijk ook niet geïnventariseerde activiteiten of calamiteiten (lekken van mazout of andere gevaarlijke stoffen) aan te geven, voor zover bekend. Zijn er ondergrondse stookolietanks aanwezig ? Zijn er al sonderingen uitgevoerd ter bepaling van de mechanische kwaliteit van de ondergrond? Verslag kan in de bijlagen Heeft er een ...
Knelpunten. De druk op het middenhuursegment leidt tot de eerder genoemde trend van steeds kleinere woningen en snel stijgende huurprijzen. Tevens is de verwachting dat gewijzigd rijksbeleid betreffende het woningwaarderingsstelsel hier invloed op zal hebben. Ook toont de huidige inzet van het instrumentarium om afspraken te maken met beleggers en ontwikkelaars over woningen in het middenhuursegment onvolkomenheden. Deze punten worden hieronder uiteengezet. • Aanbod sluit onvoldoende aan bij doelgroepen De belangrijkste doelgroepen voor middenhuur zijn net afgestudeerden, jonge huishoudens die instromen in sociale huur maar vervolgens niet kunnen doorstromen en daardoor in feite scheefwonen, en gezinnen met een middeninkomen. Kijkend naar jaarinkomens onder en rond modaal, kan het volgende worden uitgegeven aan een koop- of huurwoning: € 22.500 € 85.000 € 469 startende MBO-er € 30.000 € 130.000 € 625 grens huurtoeslag € 35.700 € 160.000 € 744 grens toewijzing sociale huur € 37.000 € 165.000 € 771 modaal, startende WO-er € 45.000 € 200.000 € 938 grens huisvestingverordening Gebaseerd op NHG, en gemiddelde norm in huurmarkt dat jaarinkomen minimaal 48 keer de maandhuur dient te zijn. Door recent overheidsbeleid en de huidige marktontwikkelingen is het voor deze groepen steeds lastiger geworden om een passende woning wat betreft prijs en oppervlakte te vinden op de Utrechtse woningmarkt. Enerzijds hebben zij door het passend toewijzen nauwelijks meer toegang tot corporatiewoningen, anderzijds is het door de aanscherping van de hypotheekregels (bijvoorbeeld het annuïtair aflossen, het verdwijnen van de aflossingsvrije hypotheek en het beperken van de Loan to value-ratio) moeilijker geworden om een huis te kopen. Het alternatief is een huurwoning in het middensegment. Hier is echter de trend te zien van stijgende vierkante meterprijzen, ofwel: steeds kleinere woningen met een huurprijs in het middensegment. Uit onderzoek (o.m. WoON2015) blijkt dat de middenhuur-doelgroepen behoefte hebben aan woningen van minimaal 50 m2. In Utrecht zijn projecten gerealiseerd met woningen van minder dan 40 m² en een huurprijs in het middenhuursegment. Ook bestaan er projecten met woningen met een oppervlakte die weliswaar aansluit bij de vraag van de doelgroep, maar een huur kennen boven de grens van middenhuur. Het gevolg hiervan is geringere kwaliteit binnen het beoogde segment en een oplopend tekort aan aanbod, zodanig dat bewoners met middeninkomens de stad moeten verlaten of blijven s...
Knelpunten. Eén van de dingen waar Nederland goed in is, is het bedenken van innovatieve technologieën, zoals energie- winning op de scheiding tussen zoet en zout water, en smart grids die vraag en aanbod van energie in bijvoor- beeld wijken op elkaar afstemmen. Maar vaak ontbreekt het duwtje in de rug om die nieuwe technologieën (grootschalig) te gaan gebruiken. Bijvoorbeeld omdat het moeilijk is voldoende gebruikers te vinden. Of omdat het soms aan de durf en de bereidheid ontbreekt om risico’s te nemen. Vaak is het lastig om geld te vinden voor de demonstratiefase, de cruciale fase om een technologi- sche toepassing commercieel te kunnen inzetten. Knelpunt is ook het gebrek aan samenwerking binnen de schone-energiesector, waardoor verdere groei wordt geremd. Starters missen een netwerk, het mkb benut niet alle exportmogelijkheden en er is een tekort aan arbeidskrachten in de schone energiesector. Als de Nederlandse CleanTech-sector in 2030 in de top 10 wil staan, moet er volgens de partijen aan de onderhan- deltafel aan zes domeinen worden gewerkt. Het eerste domein is de financiering: er is geld nodig om technolo- • • Het Nederlandse bedrijfsleven staat in 2030 in de internationale top 10 van de CleanTech Ranking met smart solutions for sustainability. De economische waarde van toepassing en transport van de schone energietechnologieketen is in 2020 vier keer zo hoog als in 2010. Er komt geld beschikbaar uit bestaande duurzaam- heidsbudgetten voor demonstratieprojecten op het gebied van hernieuwbare energie. De overheid maakt geld vrij voor demonstratiepro- jecten op het gebied van commercialisering van CleanTech, gericht op de export. De bijdrage loopt op van 25 miljoen euro in 2014 tot structureel 50 miljoen euro vanaf 2017. • • • • • Alle relevante topsectoren en andere relevante sectoren werken nog dit jaar een geïntegreerde internationaliseringsagenda uit, gericht op smart solutions for sustainability. Er komt één centraal mkb-loket bij de Topsector Energie, in plaats van verschillende loketten per Topsector. Hierdoor kan het mkb beter aansluiten bij de CleanTech-sector. Diverse partijen gaan samenwerken in een pilot- project waarbij werknemers en werkzoekenden green skills aanleren. Nederland heeft alles in zich een grote speler te worden op het gebied van duurzame technologie Xxxxx Xxxxxxxx is directeur van Tempress in Vaassen, koploper in de productie van machines die hoogwaar- dige zonnecellen maken. Het bedrijf won vorig jaar de WNF CleanTech Star Award ...
Knelpunten. Bij geschillen en knelpunten die na overleg tussen partijen blijven bestaan worden deze voorgelegd aan de Concessiehouder . De beslissing van de Concessiehouder hierover is voor partijen bindend.
Knelpunten. Er blijven 2 grote knelpunten bestaan waar op korte termijn het beleid zal moeten ingrijpen: • Gebiedsdekkende werking Huurdersbonden hoeven natuurlijk niet in iedere gemeente of stad een huuradviespermanentie uit te bouwen. Wel moet het de bedoeling zijn om een gebiedsdekkende werking te organiseren voor alle regio’s in Vlaanderen met een voldoende potentieel aan huurderspopulatie. De huurdersbonden bereiken hun doelgroep immers in de eerste plaats en vooral door hun aanbod van een toegankelijke eerstelijnsdienstverlening. • Middelen groeien structureel niet mee met de behaalde resultaten De vraag naar huuradvies blijft jaar na jaar stijgen en ook de complexiteit neemt toe. De huurdersbonden kunnen de vraag al lang niet meer bijhouden. Ook al ondernemen de huurdersbonden meer en meer initiatieven om collectieve leden, woonwinkels en lokale besturen te vormen zodat ze zelf een eenvoudig eerste huuradvies kunnen geven. De uitbreiding van de subsidiemiddelen in 2006 heeft er op korte termijn voor gezorgd dat er een beter evenwicht kon ontstaan tussen de taakstelling en het beschikbare personeelsbestand. Er werd alleen geen groeitraject voorzien, terwijl in de praktijk de vraag weldegelijk sterk is toegenomen. De problematiek stelt zich momenteel het scherpst in het centraal secretariaat te Antwerpen, maar wordt evenzeer duidelijk bij de andere huurdersbonden. Een verhoging van de beschikbaarheid van personeel, vertaalt zich immers quasi onmiddellijk in een groei inzake adviescontacten en individuele leden zodat de wachtzaal op de adviesavonden zonder afspraak bomvol blijft zitten. Bij huurdersbond Antwerpen moeten op het traditionele dinsdagavondmoment bijna elke week huurders geweigerd worden. Een neveneffect van de geïntensifieerde vorming van andere actoren over de huurwetgeving is dat de leden van de huurdersbonden steeds complexere dossiers voorleggen, waardoor zelfs bij een gelijk aantal leden en adviezen de workload toch blijft toenemen. Uiteraard zijn de huurdersbonden tevreden omdat met de uitbreiding van de subsidiemiddelen vanaf 2006 en later de erkenning en subsidie van nieuwe regionale steunpunten in 2010 een belangrijke stap voorwaarts gezet werd met het oog op een kwantitatieve en kwalitatieve uitbouw van de huurdersbonden. Dit neemt echter niet weg dat ook de resolutie van het Vlaams parlement verwees naar de nood aan een verdere uitbouw en decentralisering van de huuradviesdiensten en een meegroeien van de middelen in functie van de behaalde...
Knelpunten. De traditionele contractvorm is de meest gebruikte samenwerkingsvorm in de Nederlandse bouwsector. Er is dan ook al veel ervaring opgedaan met deze contractvorm, waardoor er weinig kinderziekten zijn. Uit het literatuuronderzoek, de interviews met onderaannemers van Panagro (bijlage 1) en de enquête die is gehouden onder de leden van de Vereniging EspritHuis (bijage 2), is echter gebleken dat er een aantal knelpunten zijn te vinden die in de praktijk telkens weer terugkomen. In deze paragraaf zal op deze problemen worden ingegaan.
Knelpunten. We merken dat het afstemmen van de aanbestedingskalender en het handhaven van de gemaakte planafspraken wordt bemoeilijkt door: • Discussies tussen betrokkenen binnen een aantal netwerkbedrijven of het mandaat voor de combi aanbestedingskalender ligt bij (hun vertegenwoordiger in) het Algemeen Bestuur van de stichting Xxxxxxxxxxxxxxx.xx of bij (hun vertegenwoordiger in) het Strategisch Overleg van de combi door:

Related to Knelpunten

  • Uitgangspunten Het sociaal beleid richt zich op de mens in de onderneming. Daarbij vindt een afweging plaats tussen de normen en de verwachtingen van de werknemers over hun functioneren aan de ene kant en de eisen die de onderneming moet stellen aan een doelgericht functioneren van de organisatie aan de andere kant. Het sociaal beleid is verbonden met het totale ondernemingsbeleid. Het is gelijkwaardig aan andere beleidsonderdelen en wordt verder beïnvloed door strategische ontwikkelingsmogelijkheden in en van de branche. Bij het tot stand brengen van een sociaal beleid wordt enerzijds rekening gehouden met het eigen karakter van een onderneming, voorts met hetgeen hieronder in de volgende artikelen van de sociale paragraaf is aangegeven, en anderzijds met de ontplooiingsmogelijkheden van werknemers .

  • Gebreken; klachttermijnen 1. Klachten over de verrichte werkzaamheden dienen door de opdrachtgever binnen 8 dagen na ontdekking, doch uiterlijk binnen 14 dagen na voltooiing van de betreffende werkzaamheden schriftelijk te worden gemeld aan gebruiker.

  • Klachtenbehandeling 1. Klachten over de uitvoering van de overeenkomst moeten zo volledig en duidelijk mogelijk worden omschreven en moeten tijdig nadat de consument de gebreken heeft ontdekt schriftelijk of elektronisch worden ingediend bij de ondernemer. Niet tijdig indienen van de klacht kan tot gevolg hebben dat de consument zijn rechten terzake verliest.

  • Onderaannemers 9.1. De waarborg is verworven indien de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer in het gedrang komt ingevolge schade veroorzaakt aan derden door onderaannemers, ten gevolge van werken uitgevoerd in het kader van de verzekerde activiteit.

  • Aanvullende begripsomschrijvingen In deze Bijzondere Voorwaarden verstaan wij onder:

  • Bereddingskosten Kosten van maatregelen die tijdens de geldigheidsduur van de verzekering door of vanwege verzekeringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor – indien gevallen – (een verzekerde aansprakelijk zou zijn en) de verzekering dekking biedt, of om die schade te beperken. Onder kosten van maatregelen wordt in dit verband mede verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden ingezet.

  • Servicekosten Artikel 4

  • Contactgegevens 12.1 Alle kennisgevingen, mededelingen, opgaven of verklaringen aan (één der) Partijen kunnen worden gericht op de hieronder vermelde adressen, behoudens opgave van wijziging door de Partij wiens adres wordt gewijzigd.

  • Verpakking Wij hebben het recht boven de verkoopprijs de kosten van emballage in rekening te brengen, indien extra verpakking noodzakelijk blijkt te zijn. Standaardverpakking is in de prijs inbegrepen.

  • Eindafrekening 1. Binnen een redelijke termijn na de oplevering dient de aannemer de eindafrekening in.