Knelpunten Voorbeeldclausules

Knelpunten. Er blijven in het organiek besluit van de huurdersbonden 2 grote knelpunten bestaan waar op korte termijn het beleid zal moeten ingrijpen:
Knelpunten. De trends zullen in de toekomst een hervorming van de sociale zekerheid zeker nodig maken. Op een aantal punten scoort het huidige sociale zeker- heidsstelsel nu echter al niet goed. Met het oog op de arbeidsmarkt vragen een aantal punten om onmiddellijke actie. De belangrijkste knelpunten zijn de combinatie van arbeid en andere belangrijke taken gedurende een men- senleven, de toename van arbeidsongeschikten, de vervroegde uittreding en de armoedeval.
Knelpunten. Wat zijn voor de school de knelpunten van dit gebouw? Welke zaken moeten dringend aangepakt worden? Welke maatregelen zijn hiervoor eventueel reeds genomen? Lijkt afbraak de enige uitweg, of kunnen de knelpunten worden aangepakt door (grondige) renovatie? … (Titel aan te passen en aan te vullen met nieuwe titels zoveel als noodzakelijk) (Indien nuttig kunnen hierbij, zoals hoger bij gebouwen, ook bijkomende titels aangemaakt worden) Hoe kan het karakter van de open ruimte aan de school omschreven worden? Zijn er verschillende zones af te bakenen, bv. verharde speelplaats, overdekt/niet-overdekt, niet-verhard speelplein, sportterrein, bos,…? Zijn er gescheiden speelplaatsen voor de verschillende leeftijdsgroepen? In welke mate is groen aanwezig en hoe is dat verweven met de bebouwing en verhardingen? Zijn er waardevolle bomen of struiken? Is er aanwezigheid van water? Zijn er milieuprojecten of is er een milieubeleid van toepassing op het schoolterrein? Hoe wordt de open ruimte afgebakend/begrensd? Wie staat in voor het onderhoud van de open ruimte van de school? Hoe kan de relatie van de open ruimte naar de gebouwen omschreven worden? Is er geluidsoverlast (van de omgeving naar de schoolse buitenruimte? Van bv. de speelplaats naar de omgeving?) (Hier kan een plan van het schooldomein en ruime omgeving met aanduidingen van de verschillende hieronder aangehaalde aspecten zeer verhelderend zijn.) Gelieve ook aan te geven of andere bedrijven of organisaties in de nabijheid impact hebben op de mobiliteit i. Openbaar vervoer (tekst) ii. Schoolbus (tekst)
Knelpunten. Bij geschillen en knelpunten die na overleg tussen partijen blijven bestaan worden deze voorgelegd aan de Concessiehouder . De beslissing van de Concessiehouder hierover is voor partijen bindend.
Knelpunten. De druk op het middenhuursegment leidt tot de eerder genoemde trend van steeds kleinere woningen en snel stijgende huurprijzen. Tevens is de verwachting dat gewijzigd rijksbeleid betreffende het woningwaarderingsstelsel hier invloed op zal hebben. Ook toont de huidige inzet van het instrumentarium om afspraken te maken met beleggers en ontwikkelaars over woningen in het middenhuursegment onvolkomenheden. Deze punten worden hieronder uiteengezet. • Aanbod sluit onvoldoende aan bij doelgroepen De belangrijkste doelgroepen voor middenhuur zijn net afgestudeerden, jonge huishoudens die instromen in sociale huur maar vervolgens niet kunnen doorstromen en daardoor in feite scheefwonen, en gezinnen met een middeninkomen. Kijkend naar jaarinkomens onder en rond modaal, kan het volgende worden uitgegeven aan een koop- of huurwoning: € 22.500 € 85.000 € 469 startende MBO-er € 30.000 € 130.000 € 625 grens huurtoeslag € 35.700 € 160.000 € 744 grens toewijzing sociale huur € 37.000 € 165.000 € 771 modaal, startende WO-er € 45.000 € 200.000 € 938 grens huisvestingverordening Gebaseerd op NHG, en gemiddelde norm in huurmarkt dat jaarinkomen minimaal 48 keer de maandhuur dient te zijn. Door recent overheidsbeleid en de huidige marktontwikkelingen is het voor deze groepen steeds lastiger geworden om een passende woning wat betreft prijs en oppervlakte te vinden op de Utrechtse woningmarkt. Enerzijds hebben zij door het passend toewijzen nauwelijks meer toegang tot corporatiewoningen, anderzijds is het door de aanscherping van de hypotheekregels (bijvoorbeeld het annuïtair aflossen, het verdwijnen van de aflossingsvrije hypotheek en het beperken van de Loan to value-ratio) moeilijker geworden om een huis te kopen. Het alternatief is een huurwoning in het middensegment. Hier is echter de trend te zien van stijgende vierkante meterprijzen, ofwel: steeds kleinere woningen met een huurprijs in het middensegment. Uit onderzoek (o.m. WoON2015) blijkt dat de middenhuur-doelgroepen behoefte hebben aan woningen van minimaal 50 m2. In Utrecht zijn projecten gerealiseerd met woningen van minder dan 40 m² en een huurprijs in het middenhuursegment. Ook bestaan er projecten met woningen met een oppervlakte die weliswaar aansluit bij de vraag van de doelgroep, maar een huur kennen boven de grens van middenhuur. Het gevolg hiervan is geringere kwaliteit binnen het beoogde segment en een oplopend tekort aan aanbod, zodanig dat bewoners met middeninkomens de stad moeten verlaten of blijven s...
Knelpunten. De traditionele contractvorm is de meest gebruikte samenwerkingsvorm in de Nederlandse bouwsector. Er is dan ook al veel ervaring opgedaan met deze contractvorm, waardoor er weinig kinderziekten zijn. Uit het literatuuronderzoek, de interviews met onderaannemers van Panagro (bijlage 1) en de enquête die is gehouden onder de leden van de Vereniging EspritHuis (bijage 2), is echter gebleken dat er een aantal knelpunten zijn te vinden die in de praktijk telkens weer terugkomen. In deze paragraaf zal op deze problemen worden ingegaan.
Knelpunten. Er blijven 2 grote knelpunten bestaan waar op korte termijn het beleid zal moeten ingrijpen: • Gebiedsdekkende werking Huurdersbonden hoeven natuurlijk niet in iedere gemeente of stad een huuradviespermanentie uit te bouwen. Wel moet het de bedoeling zijn om een gebiedsdekkende werking te organiseren voor alle regio’s in Vlaanderen met een voldoende potentieel aan huurderspopulatie. De huurdersbonden bereiken hun doelgroep immers in de eerste plaats en vooral door hun aanbod van een toegankelijke eerstelijnsdienstverlening. • Middelen groeien structureel niet mee met de behaalde resultaten De vraag naar huuradvies blijft jaar na jaar stijgen en ook de complexiteit neemt toe. De huurdersbonden kunnen de vraag al lang niet meer bijhouden. Ook al ondernemen de huurdersbonden meer en meer initiatieven om collectieve leden, woonwinkels en lokale besturen te vormen zodat ze zelf een eenvoudig eerste huuradvies kunnen geven. De uitbreiding van de subsidiemiddelen in 2006 heeft er op korte termijn voor gezorgd dat er een beter evenwicht kon ontstaan tussen de taakstelling en het beschikbare personeelsbestand. Er werd alleen geen groeitraject voorzien, terwijl in de praktijk de vraag weldegelijk sterk is toegenomen. De problematiek stelt zich momenteel het scherpst in het centraal secretariaat te Antwerpen, maar wordt evenzeer duidelijk bij de andere huurdersbonden. Een verhoging van de beschikbaarheid van personeel, vertaalt zich immers quasi onmiddellijk in een groei inzake adviescontacten en individuele leden zodat de wachtzaal op de adviesavonden zonder afspraak bomvol blijft zitten. Bij huurdersbond Antwerpen moeten op het traditionele dinsdagavondmoment bijna elke week huurders geweigerd worden. Een neveneffect van de geïntensifieerde vorming van andere actoren over de huurwetgeving is dat de leden van de huurdersbonden steeds complexere dossiers voorleggen, waardoor zelfs bij een gelijk aantal leden en adviezen de workload toch blijft toenemen. Uiteraard zijn de huurdersbonden tevreden omdat met de uitbreiding van de subsidiemiddelen vanaf 2006 en later de erkenning en subsidie van nieuwe regionale steunpunten in 2010 een belangrijke stap voorwaarts gezet werd met het oog op een kwantitatieve en kwalitatieve uitbouw van de huurdersbonden. Dit neemt echter niet weg dat ook de resolutie van het Vlaams parlement verwees naar de nood aan een verdere uitbouw en decentralisering van de huuradviesdiensten en een meegroeien van de middelen in functie van de behaalde...
Knelpunten. Eén van de dingen waar Nederland goed in is, is het bedenken van innovatieve technologieën, zoals energie- winning op de scheiding tussen zoet en zout water, en smart grids die vraag en aanbod van energie in bijvoor- beeld wijken op elkaar afstemmen. Maar vaak ontbreekt het duwtje in de rug om die nieuwe technologieën (grootschalig) te gaan gebruiken. Bijvoorbeeld omdat het moeilijk is voldoende gebruikers te vinden. Of omdat het soms aan de durf en de bereidheid ontbreekt om risico’s te nemen. Vaak is het lastig om geld te vinden voor de demonstratiefase, de cruciale fase om een technologi- sche toepassing commercieel te kunnen inzetten. Knelpunt is ook het gebrek aan samenwerking binnen de schone-energiesector, waardoor verdere groei wordt geremd. Starters missen een netwerk, het mkb benut niet alle exportmogelijkheden en er is een tekort aan arbeidskrachten in de schone energiesector. Als de Nederlandse CleanTech-sector in 2030 in de top 10 wil staan, moet er volgens de partijen aan de onderhan- deltafel aan zes domeinen worden gewerkt. Het eerste domein is de financiering: er is geld nodig om technolo- • • Het Nederlandse bedrijfsleven staat in 2030 in de internationale top 10 van de CleanTech Ranking met smart solutions for sustainability. De economische waarde van toepassing en transport van de schone energietechnologieketen is in 2020 vier keer zo hoog als in 2010. Er komt geld beschikbaar uit bestaande duurzaam- heidsbudgetten voor demonstratieprojecten op het gebied van hernieuwbare energie. De overheid maakt geld vrij voor demonstratiepro- jecten op het gebied van commercialisering van CleanTech, gericht op de export. De bijdrage loopt op van 25 miljoen euro in 2014 tot structureel 50 miljoen euro vanaf 2017. • • • • • Alle relevante topsectoren en andere relevante sectoren werken nog dit jaar een geïntegreerde internationaliseringsagenda uit, gericht op smart solutions for sustainability. Er komt één centraal mkb-loket bij de Topsector Energie, in plaats van verschillende loketten per Topsector. Hierdoor kan het mkb beter aansluiten bij de CleanTech-sector. Diverse partijen gaan samenwerken in een pilot- project waarbij werknemers en werkzoekenden green skills aanleren. Nederland heeft alles in zich een grote speler te worden op het gebied van duurzame technologie Xxxxx Xxxxxxxx is directeur van Tempress in Vaassen, koploper in de productie van machines die hoogwaar- dige zonnecellen maken. Het bedrijf won vorig jaar de WNF CleanTech Star Award ...
Knelpunten. We merken dat het afstemmen van de aanbestedingskalender en het handhaven van de gemaakte planafspraken wordt bemoeilijkt door: • Discussies tussen betrokkenen binnen een aantal netwerkbedrijven of het mandaat voor de combi aanbestedingskalender ligt bij (hun vertegenwoordiger in) het Algemeen Bestuur van de stichting Xxxxxxxxxxxxxxx.xx of bij (hun vertegenwoordiger in) het Strategisch Overleg van de combi door: a. Het ontbreken van de één op één relatie tussen het Strategisch Overleg of Algemeen Bestuur in de combi's en het Algemeen Bestuur van Xxxxxxxxxxxxxxx.xx. b. Onvoldoende interne afstemming tussen de verschillende vertegenwoordigers van dezelfde organisatie c. Onvoldoende mandaat van de deelnemer aan het betreffende overleg. • Het niet (tijdig) communiceren van wijzigingen in het aanbestedingstraject binnen een combi naar de eigenaar van de Aanbestedingskalender en het combimanagersoverleg, waardoor de projectgroep niet gevraagd wordt om de consequenties van deze wijzigingen inzichtelijk te maken. • Het effect van de scope van een aanbesteding op doorlooptijd en volgordelijkheid. • De keuzes die netwerkbedrijven afzonderlijk maken over een nieuwe stijl van samenwerken, het overdragen van eigen activiteiten naar marktpartijen en het tempo waarin de transitie plaatsvindt ("opschuiven in de keten"). Hierdoor ontstaan verschillen binnen de combi's en tussen de combi's onderling. • Bij het opstellen van de vorige aanbestedingskalender is rekening gehouden met het in tact houden van heel Structin en één gezamenlijke aanbesteding. Dit is momenteel losgelaten. Dat heeft een ander proces en doorlooptijd als gevolg. • De huidige marktsituatie bemoeilijkt het proces om bestaande contracten te verlengen, doordat partijen niet willen verlengen onder bestaande voorwaarden met verhoging van tarieven als gevolg. • CINH 1 is verlengd tot 1 september 2021, conform versie 1.0 van de aanbestedingskalender. • CINH 2 is verlengd tot 1 januari 2021 en over de verlenging tot 1 september 2021 wordt nog overlegd. • Door de overeengekomen verlenging van de contracten in SION valt de einddatum gelijk met de einddatum van de contracten in NONed. • De verschillende interpretaties van het begrip “multi-utility” zoals dat nu door Xxxxxx, Evides en Enduris wordt uitgewerkt. De keuzes over de uiteindelijke invulling daarvan worden vooral bepaald door de operationele organisatie. De leden van de werkgroep en de leden van de strategisch overleggen moeten een eensluidend beeld krijgen...

Related to Knelpunten

  • Uitgangspunten 1. Bij een reorganisatie zijn de volgende uitgangspunten van toepassing: a. de werkgever streeft ernaar om gedwongen ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen; b. de werkgever zal de met ontslag bedreigde werknemer zo goed mogelijk ondersteunen bij het verwerven van een passende functie binnen of buiten de universiteit; c. de werknemer en de werkgever spannen zich aantoonbaar, optimaal en actief in om de met ontslag bedreigde werknemer binnen of buiten de instelling aan het werk te houden; daarbij nemen werkgever en werknemer de verplichtingen in acht uit artikel 72a WW en de uitwerking daarvan in de Werkwijzer 72a WW; d. de werknemer uit de doelgroep van de Participatiewet behoudt een takenpakket van vergelijkbare aard of omvang en kan niet worden ontslagen vanwege het vervallen van de functie. 2. Bij iedere reorganisatie geldt het Kader voor Sociaal Beleid bij reorganisaties uit deze cao. De werkgever kan met werknemersorganisaties in het lokaal overleg aanvullend op de artikelen 9.8 tot en met 9.14 een eigen kader voor sociaal beleid vaststellen. 3. De artikelen 9.8 lid onder 1b tot en met 1d, 9.9 en 9.10 tot en met 9.14 zijn niet van toepassing op de werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.

  • Gebreken; klachttermijnen 1. Klachten over de verrichte werkzaamheden dienen door de opdrachtgever binnen 8 dagen na ontdekking, doch uiterlijk binnen 14 dagen na voltooiing van de betreffende werkzaamheden schriftelijk te worden gemeld aan gebruiker. 2. Indien een klacht gegrond is, zal gebruiker de werkzaamheden alsnog verrichten zoals overeengekomen, tenzij dit inmiddels voor de opdrachtgever aantoonbaar zinloos is geworden. Dit laatste dient door de opdrachtgever schriftelijk kenbaar te worden gemaakt. 3. Indien het alsnog verrichten van de overeengekomen dienstverlening niet meer mogelijk of zinvol is, zal gebruiker slechts aansprakelijk zijn binnen de grenzen van artikel 15.

  • Klachtenbehandeling 1. Klachten over de uitvoering van de overeenkomst moeten zo volledig en duidelijk mogelijk worden omschreven en moeten tijdig nadat de consument de gebreken heeft ontdekt schriftelijk of elektronisch worden ingediend bij de ondernemer. Niet tijdig indienen van de klacht kan tot gevolg hebben dat de consument zijn rechten terzake verliest. 2. Als de consument de ondernemer van een tekort- koming aan het werk op de hoogte stelt, is de ondernemer verplicht om zo spoedig mogelijk aan de consument mede te delen of hij bereid is de tekortkoming te verhelpen. Als hij daartoe niet bereid is, vermeldt hij de redenen daarvan.

  • Onderaannemers 9.1. De waarborg is verworven indien de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer in het gedrang komt ingevolge schade veroorzaakt aan derden door onderaannemers, ten gevolge van werken uitgevoerd in het kader van de verzekerde activiteit. 9.2. Blijven uitgesloten: - de persoonlijke aansprakelijkheid van de onderaannemers, - de schade die niet zou gedekt zijn als de onderaannemer de hoedanigheid van verzekerde had. 9.3. De maatschappij behoudt zijn verhaalsrecht tegen de onderaannemer.

  • Bereddingskosten Kosten van maatregelen die tijdens de geldigheidsduur van de verzekering door of vanwege verzekeringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor – indien gevallen – (een verzekerde aansprakelijk zou zijn en) de verzekering dekking biedt, of om die schade te beperken. Onder kosten van maatregelen wordt in dit verband mede verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden ingezet.

  • Contactgegevens Voor algemene vragen over het product, vragen over facturen, klantencontracten of laadkaarten, en in geval van technische storingen kan de klant de contactmogelijkheden gebruiken die op de laadservicewebsite vermeld staan.