Pensioenrechten. 22.1 Ten behoeve van het personeel is een collectieve pensioenregeling gesloten conform het aan deze voorwaarden gehechte pensioenreglement.
22.2 Iedere werknemer die de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt, neemt deel aan deze pensioenregeling.
Pensioenrechten. Pensioenaanspraken en aanspraken op overgangsrechten zijn geregeld in aparte reglementen. Met de inwerkingtreding van de nieuwe overgangsregelingen en pensioenregeling zijn alle oude reglementen en toezeggingen van vóór 1-1-2006 vervallen. De afspraken over de nieuwe pensioenregeling zijn gemaakt in de veronderstelling, dat individuele werknemer geen individuele afspraken heeft gemaakt met werkgever of diens rechtsvoorgangers, waarvan rechtens niet in negatieve zin mocht worden afgeweken. Mochten deze afspraken wel bestaan, dan zullen deze door werkgever alsnog nagekomen worden voor zover is komen vast te staan, dat de nieuwe pensioenregeling een negatieve afwijking t.o.v. de individueel gemaakte afspraken oplevert. Werknemer moet minimaal zes maanden voor de uittredingsdatum aangeven tegen welk moment hij/zij gebruik wil maken van zijn/haar overgangs- resp. pensioenrecht.
Pensioenrechten. 1. Alle (gewezen) deelnemers hebben vanaf hun pensioenrichtdatum respectievelijk de door hen gekozen pensioeningangsdatum recht op levenslang ouderdomspensioen.
2. Alle (gewezen) deelnemers en gepensioneerden hebben, ongeacht hun burgerlijke staat, ten behoeve van hun eventuele partner recht op levenslang partnerpensioen, een en ander voor zover dit partnerpensioen op de pensioeningangsdatum conform artikel 18 niet (geheel of gedeeltelijk) is uitgeruild tegen een hoger ouderdomspensioen.
Pensioenrechten. 1. De (gewezen) deelnemer heeft recht op ouderdomspensioen.
2. De partner van de (gewezen) deelnemer heeft recht op partnerpensioen indien het huwelijk is gesloten of het duurzaam samenlevingsverband is aangegaan voor de pensioneringsdatum.
3. De gewezen partner van de (gewezen) deelnemer heeft recht op bijzonder partnerpensioen indien het huwelijk is gesloten of het duurzaam samenlevingsverband is aangegaan voor de pensioneringsdatum.
4. Na het overlijden van de deelnemer of de gewezen deelnemer hebben recht op wezenpensioen:
a. de kinderen beneden de 21-jarige leeftijd, die in familierechtelijke betrekking stonden tot de (gewezen) deelnemer of van wie ten genoegen van het bestuur wordt aangetoond dat zij door de (gewezen) deelnemer ten tijde van diens overlijden als eigen kind werden opgevoed en onderhouden;
b. de kinderen van 21 jaar of ouder, maar jonger dan 27 jaar, mits zij op grond van de Wet studiefinanciering 2000 recht hebben op studiefinanciering;
c. de kinderen van 21 jaar of ouder, maar jonger dan 27 jaar, mits zij een handicap hebben en in belangrijke mate op kosten van de (gewezen) deelnemer worden onderhouden.
5. In afwijking van het bepaalde in lid 4 bestaat geen recht op wezenpensioen voor kinderen van een pensioengerechtigde, als die kinderen voortkomen uit het huwelijk of duurzaam samenlevingsverband dat door de pensioengerechtigde na de pensioneringsdatum is gesloten respectievelijk is aangegaan.
6. De in voorgaande leden genoemde pensioenaanspraken zijn gebaseerd op een uitkeringsovereenkomst, dat is een pensioenovereenkomst inzake een vastgestelde pensioenuitkering.
7. De aanspraak op ouderdomspensioen van een (gewezen) deelnemer kan zonder toestemming van zijn partner niet bij overeenkomst tussen die (gewezen) deelnemer en de stichting of de werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien in dit reglement, tenzij de (gewezen) deelnemer en zijn partner het recht op pensioenverevening ingevolge de De aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van de partner van een (gewezen) deelnemer kan zonder toestemming van die partner niet bij overeenkomst tussen de (gewezen) deelnemer en de stichting of de werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien in dit reglement.
8. De aanspraken die voortvloeien uit dit pensioenreglement kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de Pensioenwet.
Pensioenrechten. 22.1 Ten behoeve van het personeel is een collectieve pensioenregeling gesloten conform het aan deze voorwaarden gehechte pensioenreglement. De werknemersbijdrage voor de pensioenpremie is 8%.
22.2 Iedere werknemer die in dienst is van VPK Packaging en nog niet de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, neemt deel aan deze pensioenregeling.
22.3 Er is een ANW Plus verzekering afgesloten gedurende de looptijd van de CAO. De kosten hiervoor zijn voor de werkgever. Dit geldt enkel voor deelnemers aan de collectieve pensioenregeling. De werknemer is zelf verantwoordelijk voor het aanleveren van de juiste gegevens.
22.4 De werkgever biedt een RVU-regeling aan waarbij werknemers die minimaal 10 jaar in dienst zijn de mogelijkheid hebben om 2 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd met pensioen te gaan. Hierbij levert VPK Packaging de maximale fiscale bijdrage voor maximaal 2 jaar voor de AOW datum. In onderling overleg wordt naar de best passende oplossing gezocht; ofwel via een vaststellingsovereenkomst ofwel via een maandelijkse uitkering. De RVU regeling dient 4 maanden voor ingang aangevraagd te worden en geldt tot en met 31 december 2025.
Pensioenrechten. Indien de dienstbetrekking van Medewerker met Werkgever eindigt vóór de gebruikelijke pensioneringsda- tum, eindigt de deelneming aan de pensioenregeling van Werkgever en ontvangt de Medewerker een premievrije aanspraak op ouderdoms- en nabestaandenpensioen op basis van het toepasselijke pensioen- reglement voor zolang en voor zover toegestaan onder toepasselijke (fiscale) wet- en regelgeving. Met inachtneming van de op dat gebied geldende bepalingen kunnen deze pensioenaanspraken worden afgekocht en vervolgens ingekocht in de pensioenregeling van de nieuwe Werkgever. De extra voorwaardelijke pensioenaanspraken - die bij voortzetting van de dienstbetrekking bij Werkge- ver in verband met het vervallen van de prepensioneringsregeling met ingang van 2006 op grond van arti- kel 36, lid 6 van het pensioenreglement zouden zijn toegekend aan degenen geboren na 1949 - worden onvoorwaardelijk toegekend aan de Medewerker. In afwijking van het gestelde in bedoelde reglementbe- paling worden deze aanspraken in hun geheel toegekend op de datum van beëindiging van de PDN- deelname.
Pensioenrechten. Als u gaat scheiden, komt ook de vraag aan de orde wat u wenst met betrekking tot verdeling van pensioen? De praktijk is nogal eens, dat het wordt ervaren als een lastig te hanteren onderwerp dat de voorgang van de scheiding ophoudt. Vaak is niet bekend: Welk pensioen is er? Wat is het waard? Hoe verdeel je een pensioen? De wetgever heeft gelukkig bepaald dat de pensioenrechten sinds kort eenvoudig opvraagbaar zijn bij de betreffende pensioenverzekeraars via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx. U heeft hiervoor een DigiD nodig om in te loggen.
Pensioenrechten. Degene, die op non-actief is gesteld, blijft deelnemer aan de pensioenregeling. Voor de berekening van het pensioen wordt uitgegaan van het in artikel 4 genoemde maandinko- men en vermeerderd met eventuele functiejaarverhogingen. Dit salaris zal telkens gecorri- geerd worden met het totale percentage, dat daartoe is vastgesteld voor de salarisschaal van de functiegroep, waartoe het betrokken personeelslid behoort. Indien en voor zover voor werknemers van Xxxx Xxxxxxxx B.V., krachtens algemene maatre- gelen wijzigingen van verzekerde pensioenen plaatsvinden, zullen die maatregelen ook voor degene, die op non-actief is gesteld, worden toegepast.
Pensioenrechten. Bij beëindiging of ontbinding van het geregistreerd partnerschap anders dan door overlijden worden de door de Partners opgebouwde pensioenaanspraken verevend overeenkomstig het bepaalde in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Bij die verevening zullen de voor het aangaan van het geregistreerd partnerschap opgebouwde pensioenrechten niet worden betrokken. Indien de pensioenaanspraken niet zijn ondergebracht bij een onafhankelijke verzekeringsmaatschappij kan een partner van de ander verlangen dat deze er aan meewerkt dat die aanspraken, voor zover deze hem bij beëindiging of ontbinding van het geregistreerd partnerschap anders dan door overlijden toekomen, aan een dergelijke verzekeringsmaatschappij worden overgedragen. Het in de vorige zin bepaalde geldt niet voor zover redelijkheid en billijkheid zich tegen die overdracht verzetten. De Partners sluiten de toepasselijkheid van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding uit, zodat bij beëindiging of ontbinding van het geregistreerd partnerschap anders dan door overlijden op geen enkele wijze verevening of verrekening van rechten op ouderdomspensioen plaats vindt. De aanspraken op nabestaandenpensioen worden hierdoor niet gewijzigd.
Pensioenrechten. 22.1 Ten behoeve van het personeel is een collectieve pensioenregeling gesloten conform het aan deze voorwaarden gehechte pensioenreglement. In 2014 is de werknemersbijdrage voor de pensioenpremie 6%. Vanaf 2015 zal deze worden verhoogd naar 7%.
22.2 Iedere werknemer die de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt, neemt deel aan deze pensioenregeling.
22.3 Er is een nabestaandenoverbruggingspensioen afgesloten gedurende de looptijd van de CAO. De kosten hiervoor zijn voor de werkgever. Dit geldt enkel voor deelnemers aan de collectieve pensioenregeling.