Behandeling van het geschil. Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij wege van bindend advies door de Commissie te laten beslechten, binnen de door het Reglement Geschillencommissie BKR (hierna: het Reglement) gestelde grenzen. Het verloop van de procedure blijkt uit: - een klachtschrift met bijlagen d.d. 23 juni 2020; - aanvullende stukken met acceptatieformulier d.d. 20 juli 2020; - verweer deelnemer d.d. 12 augustus 2020; - repliek betrokkene d.d. 26 augustus 2020, 2 en 7 september 2020; - oordeel Voorzitter d.d. 8 december 2020; - bezwaarschrift betrokkene d.d. 13 december 2020. De Commissie heeft kennis genomen van de door partijen overgelegde stukken en heeft betrokkene en de deelnemer uitgenodigd voor een mondelinge behandeling van de klacht op 22 maart 2021 te Amsterdam. Op de zitting is betrokkene verschenen tezamen met zijn partner mevrouw [X]. Namens de deelnemer hebben telefonisch aan de zitting deelgenomen de heer [Y] en mevrouw mr. [Z] (advocatenkantoor). Ter zitting hebben partijen hun standpunt (nader) toegelicht.
Behandeling van het geschil. Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij wege van bindend advies door de Commissie te laten beslechten, binnen de door het Reglement Geschillencommissie BKR (hierna: het Reglement) gestelde grenzen. Het verloop van de procedure blijkt uit: - klachtschrift met bijlagen d.d. 4 december 2019; - aanvullende stukken met acceptatieformulier d.d. 3 januari 2020; - verweer d.d. 31 januari 2020; - gegevensoverzicht d.d. 20 februari 2020; - repliek d.d. 3 maart 2020; - aanvulling repliek d.d. 14 mei 2020; - dupliek d.d. 25 mei 2020; - nagezonden schrijven van betrokkene d.d. 10 september 2020. De Commissie heeft kennis genomen van de door partijen overgelegde stukken en heeft de betrokkene en de deelnemer uitgenodigd voor een mondelinge behandeling van de klacht op 28 september 2020 te Amsterdam. Vanwege de maatregelen van de overheid in verband met de coronacrisis heeft deze behandeling niet plaats kunnen vinden en is in overleg met partijen besloten tot een telefonische hoorzitting op 28 september 2020. Op de telefonische hoorzitting zijn gehoord betrokkene en namens de deelnemer mevrouw [X]. Partijen hebben hun standpunt nader toegelicht.
Behandeling van het geschil. 1. Indien beide partijen het advies van Raltex als bindend wensen te aanvaarden, wordt het geschil in behandeling genomen.
2. Indien naar het oordeel van de secretaris na ontvangst van de reactie van wederpartij het geschil nog onvoldoende duidelijk is, wordt een extra ronde van hoor en wederhoor ingelast waarbij partijen 14 dagen de tijd krijgen om te reageren.
3. De ontvangen informatie wordt ter kennisneming aan de andere partij toegezonden.
Behandeling van het geschil. Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij wege van bindend advies door de Commissie te laten beslechten, binnen de door het Reglement Geschillencommissie BKR (hierna: het Reglement) gestelde grenzen. De Commissie heeft kennis genomen van de door partijen overgelegde stukken en heeft de betrokkene en de deelnemer uitgenodigd voor een mondelinge behandeling van de klacht op 23 april 2018 te Amsterdam. Partijen hebben ter zitting hun standpunten (nader) toegelicht.
Behandeling van het geschil. Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij wege van bindend advies door de Commissie te laten beslechten, binnen de door het Reglement Geschillencommissie BKR (hierna: het Reglement) gestelde grenzen. Het verloop van de procedure blijkt uit: - klaagschrift met bijlagen d.d. 26 februari 2018; - aanvullende stukken van betrokkene met acceptatieformulier d.d. 7 maart 2018; - informatieverzoek aan de deelnemer d.d. 12 maart 2018; - nagezonden schrijven met bijlage van betrokkene d.d. 14 maart 2018; - reactie deelnemer d.d. 26 maart 2018; - reactie betrokkene d.d. 16 april 2018); - reactie deelnemer d.d. 15 mei 2018; - aanvullend informatieverzoek aan de deelnemer d.d. 12 juli 2018; - reactie deelnemer d.d. 26 juli 2018; - aanvullend informatieverzoek aan de betrokkene d.d. 28 augustus 2018; - reactie betrokkene d.d. 2 september 2018; - reactie deelnemer d.d. 17 september 2018. De Commissie heeft kennis genomen van de door partijen overgelegde stukken en heeft de betrokkene en de deelnemer uitgenodigd voor een mondelinge behandeling van de klacht op 26 november 2018 te Amsterdam. Partijen hebben ter zitting hun standpunten (nader) toegelicht.
Behandeling van het geschil i. Na ontvangst van de klacht - en de verzending van een bevestiging van ontvangst - beoordeelt de Commissie Beroep en Geschillen of de klager ontvankelijk is in zijn klacht. Bij termijnoverschrij- ding, of in die gevallen waarin een klacht wordt geformuleerd tegen een niet klagenswaardig besluit, handeling of weigering, of in die gevallen waarin het volstrekt duidelijk is dat de klacht niet gehonoreerd kan worden, wordt de klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht en wordt de klacht niet verder behandeld. In die gevallen stelt de Commissie voor Beroep en Geschillen de klager op de hoogte van de beslissing.
ii. De Commissie voor Beroep en Geschillen stelt een onderzoek in naar het geschil en hoort mondeling of schriftelijk partijen die bij het geschil zijn betrokken. Privacy en geheimhouding zullen door de Commissie voor Beroep en Geschillen worden gewaarborgd. Geschillen worden niet in behandeling genomen wanneer blijkt dat hiervoor reeds een gerechtelijke procedure of rechtsvordering is ingesteld. Tevens is de Commissie voor Beroep en Geschillen niet bevoegd kennis te nemen van geschillen indien het ontslag van de betrokken werknemer aanhangig is bij de Kantonrechter of UWV.
iii. Betrokkenen zijn verplicht alle door de Commissie voor Beroep en Geschillen gevraagde inlichtingen en gegevens te verstrekken, doch uitsluitend voor zover zij op de zaak zelf betrekking hebben. Partijen zijn verplicht alle op de zaak betrekking hebbende stukken die zij onder hun berusting hebben, aan de Commissie voor Beroep en Geschillen te doen toekomen.
iv. Zowel partijen zelf als hun raadspersonen worden op hun verzoek door de Commissie voor Beroep en Geschillen in de gelegenheid gesteld op een door deze aan te geven plaats inzage van de op de zaak betrekking hebbende stukken te nemen. De Commissie voor Beroep en Geschillen kan bepalen dat aan partijen de inzage in bepaalde rapporten van medische en / of psychologische aard wordt onthouden.
v. Indien de klager ontvankelijk is in zijn klacht, stelt de Commissie voor Beroep en Geschillen de klager namens de werkgever in de gelegenheid zijn klacht binnen drie weken na de dag waarop hij de klacht heeft ontvangen, mondeling toe te lichten. De werknemer kan zich daarbij door een raadspersoon doen bijstaan.
vi. De Commissie voor Beroep en Geschillen geeft van de te houden zittingen schriftelijk kennis aan partijen onder opgave van tijd en plaats. Partijen worden opgeroepen in persoon te verschijnen.
vii. Van de mondelinge t...
Behandeling van het geschil. De Geschillencommissie (hierna: commissie) heeft kennis genomen van: • Het Meldformulier Geschillen met bijlagen ontvangen op 26 april 2017 waaronder het Meldformulier Klachten met bijlagen en het schriftelijke oordeel van aangeklaagde in de klachtbehandeling • De ontvangst van het verschuldigde griffiegeld op 8 mei 2017 • Het verslag van de klachtenfunctionaris over het verloop van de klachtbehandeling • Het verweerschrift van aangeklaagde van 31 juli 2017
Behandeling van het geschil. Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij wege van bindend advies door de Commissie te laten beslechten, binnen de door het Reglement Geschillencommissie BKR (hierna: het Reglement) gestelde grenzen. De Commissie heeft kennis genomen van de door partijen overgelegde stukken. Op eensluidend verzoek van partijen heeft de Commissie besloten tot schriftelijke afdoening van het geschil (artikel 13 lid 2 Reglement).
Behandeling van het geschil. Bij brief van 21 juni 2005 heeft de ondernemingsraad het geschil ter bemiddeling c.q. advisering als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de WOR voorgelegd aan de Bedrijfscommissie voor de Overheid. Dit geschil is door de Bedrijfscommissie ter behandeling doorverwezen naar de Bedrijfscommissiekamer voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen (hierna: de Kamer). De bestuurder heeft bij schrijven d.d. 4 augustus 2005 zijn visie gegeven op het betreffende geschil. De Kamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld om op 11 oktober 2005 tijdens een zitting van de Kleine Commissie – welke de Kamer uit haar midden heeft samengesteld voor de uitvoering van het mondelinge gedeelte van de bemiddelingsprocedure – hun standpunten toe te lichten. Namens de ondernemingsraad waren aanwezig mevrouw D. Xxx xxx Xxxx (voorzitter), de heer M. Xxxxxxx Xxxxxxxxx (vice voorzitter). De ondernemingsraad werd bijgestaan door de xxxx xx. X. Xxxxxxxx van het Advokatenkollektief. Namens de bestuurder zijn verschenen, de heer X.X.X. xxx xxx Xxxxxxxxx (bestuurder) en mevrouw J.M.M. Jochemsen (beleidsadviseur P&O gemeente Leiden). De bestuurder werd bijgestaan door de heer mr. J.J. Sturm van Geelkerken & Linskens Advocaten. Desgevraagd hebben partijen aangegeven niet te kunnen instemmen met een verlenging van de 2-maanden-termijn waarbinnen de Kamer het advies behoort uit te brengen. Voorts hebben partijen laten weten het advies niet als bindend te beschouwen.
Behandeling van het geschil. Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij wege van bindend advies door de Commissie te laten beslechten, binnen de door het Reglement Geschillencommissie BKR (hierna: het Reglement) gestelde grenzen. Het verloop van de procedure blijkt uit: - klachtschrift met bijlagen d.d. 18 december 2019; - aanvullende stukken met acceptatieformulier d.d. 7, 20 en 22 februari 2020; - verweer deelnemer d.d. 7 april 2020; - beslissing van de Voorzitter d.d. 27 juli 2020; - bezwaarschrift betrokkene d.d. 7 augustus 2020. De Commissie heeft kennis genomen van de door partijen overgelegde stukken en heeft betrokkene en de deelnemer uitgenodigd voor een mondelinge behandeling van de klacht op 26 oktober 2020 te Amsterdam. Vanwege de maatregelen van de overheid in verband met de coronacrisis heeft deze behandeling niet plaats kunnen vinden en is in overleg met partijen besloten tot een telefonische hoorzitting op 26 oktober 2020. Op de telefonische hoorzitting zijn gehoord betrokkene en namens de deelnemer de heer [X, advocatenkantoor]. Partijen hebben hun standpunt nader toegelicht.