BESLISSING VAN HET HOF. Wat het tweede onderdeel betreft : Overwegende dat de omstandigheid dat een partij geen opmerking heeft ge- maakt tegenover de deskundige, haar niet het recht ontneemt om haar grieven in verband met het deskundigenverslag aan de beoordeling van de rechter te onder- werpen; Overwegende dat het bestreden vonnis vermeldt dat "[eiser] het deskundigen- verslag betwist en verklaart verrast te zijn door de snelheid waarmee het verslag werd neergelegd; [dat] hij het alleen maar aan zijn eigen nalatigheid te wijten heeft als hij zijn nota's van relevante feiten niet heeft overgemaakt binnen de ter- mijn die hij met de deskundige in tegenwoordigheid van de gedingvoerende par- tijen is overeengekomen; Dat het bestreden vonnis aldus het recht van verdediging van eiser schendt; Dat het onderdeel gegrond is; OM DIE REDENEN, HET HOF Vernietigt het bestreden vonnis; Beveelt dat van het arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het ver- nietigde vonnis; Houdt de kosten aan en laat de uitspraak daaromtrent aan de feitenrechter over; Verwijst de zaak naar de vrederechter van het kanton Hamoir. 10 mei 2002 - 1° kamer – Voorzitter : de x. Xxxxxxxxxx, waarnemend voorzitter – Ver- slaggever : de x. Xxxxxxx – Gelijkluidende conclusie van de x. Xxxxxx, advocaat-gene- raal – Advocaat : mr. Draps.
Appears in 1 contract
Samples: Overeenkomst
BESLISSING VAN HET HOF. Wat A. Over het cassatieberoep dat op 27 oktober 2006 op de griffie van het Hof van Beroep te Brussel is ingesteld onder het nummer 247 van de minuten van die griffie : Over het middel : De beroepen beschikking heeft gezegd "dat er grond is om uit het bevel tot aanhouding de verwijzing weg te laten naar artikel 28 van de Wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis alsook de redenen die op die bepaling betrekking hebben" en heeft de handhaving van de voorlopige hechtenis van de eiser bevolen. Het bestreden arrest bevestigt deze beschikking en zegt dat de eiser in voorlo- pige hechtenis blijft. De eiser verwijt de appelrechters dat zij het voormelde artikel 28 hebben ge- schonden door te beslissen dat "het een bevel tot aanhouding betreft dat niet is uitgevaardigd wegens feiten waarvoor [de eiser] in vrijheid was gesteld, doch voor andere feiten waarvoor [de eiser] nooit werd gedetineerd noch in verden- king gesteld". Enerzijds bepaalt het voormelde artikel 28 de gevallen waarin tegen de in vrij- heid gelaten of gestelde inverdenkinggestelde een bevel tot aanhouding voor het- zelfde feit kan worden uitgevaardigd. Het vindt geen toepassing wanneer, in de loop van eenzelfde gerechtelijk onderzoek en na de voorlopige invrijheidstelling van de inverdenkinggestelde, een tweede bevel tot aanhouding tegen hem wordt uitgevaardigd, gegrond op andere feiten dan die waarop het eerste bevel tot aan- houding was gegrond, zelfs zo die feiten al eerder bekend waren. Te dezen was de eiser voorlopig aangehouden voor andere feiten dan die wel- ke het eerste bevel tot aanhouding tegen hem verantwoordden. Anderzijds zijn de onderzoeksgerechten die de wettigheid van het bevel tot aanhouding moeten nagaan, bevoegd om de redenen ervan te verbeteren, hetzij door de onjuiste reden door een juiste reden te vervangen, hetzij door de eventu- ele vergissingen in dat bevel te verbeteren. Noch de beschikking van de raadkamer noch het bestreden arrest hebben de aangeklaagde onregelmatigheid overgenomen. Overigens verwijt de eiser het arrest dat het t.a.v. de omstandigheden van de zaak niet vaststelt welke gegevens de ernstige aanwijzingen van schuld kunnen rechtvaardigen. Uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan blijkt niet dat de eiser voor de appelrechters, met een conclusie, het bestaan van ernstige aanwijzingen van schuld heeft betwist. Naar luid van artikel 23, 4°, van de Wet betreffende de voorlopige hechtenis, moeten de onderzoeksgerechten, in hun beslissingen tot handhaving van de hech- tenis, preciseren welke gegevens volgens hen dergelijke aanwijzingen van schuld uitmaken wanneer een conclusie is neergelegd waarin het bestaan van die aan- wijzingen wordt betwist. Bij gebrek aan een dergelijke conclusie kan het onderzoeksgerecht zich beper- ken tot de vaststelling dat de ernstige aanwijzingen van schuld die in het bevel tot aanhouding zijn vermeld, nog steeds bestaan. Het middel kan niet worden aangenomen. Ambtshalve toezicht De substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven rechtsvormen zijn in acht genomen en de beslissing is overeenkomstig de wet gewezen.
B. Over het cassatieberoep dat op 27 oktober 2006 op de griffie van de gevan- genis te Vorst is ingesteld onder het nummer 249 van de minuten van die griffie : Krachtens artikel 438 van het Wetboek van Strafvordering kan een partij, in de regel, niet nogmaals cassatieberoep instellen tegen eenzelfde beslissing, ook als het tweede onderdeel betreft : Overwegende dat cassatieberoep werd ingesteld vooraleer over het eerste uitspraak werd gedaan. Dictum Het Hof, Verwerpt de omstandigheid dat een partij geen opmerking heeft ge- maakt tegenover cassatieberoepen. Veroordeelt de deskundige, haar niet het recht ontneemt om haar grieven eiser in verband met het deskundigenverslag aan de beoordeling van de rechter te onder- werpen; Overwegende dat het bestreden vonnis vermeldt dat "[eiser] het deskundigen- verslag betwist en verklaart verrast te zijn door de snelheid waarmee het verslag werd neergelegd; [dat] hij het alleen maar aan zijn eigen nalatigheid te wijten heeft als hij zijn nota's van relevante feiten niet heeft overgemaakt binnen de ter- mijn die hij met de deskundige in tegenwoordigheid van de gedingvoerende par- tijen is overeengekomen; Dat het bestreden vonnis aldus het recht van verdediging van eiser schendt; Dat het onderdeel gegrond is; OM DIE REDENEN, HET HOF Vernietigt het bestreden vonnis; Beveelt dat van het arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het ver- nietigde vonnis; Houdt de kosten aan en laat de uitspraak daaromtrent aan de feitenrechter over; Verwijst de zaak naar de vrederechter van het kanton Hamoir. 10 mei 2002 - 1° kamer – Voorzitter : de x. Xxxxxxxxxx, waarnemend voorzitter – Ver- slaggever : de x. Xxxxxxx – Gelijkluidende conclusie van de x. Xxxxxx, advocaat-gene- raal – Advocaat : mr. Drapskosten.
Appears in 1 contract
Samples: Benelux Trademark Law
BESLISSING VAN HET HOF. Wat het tweede Eerste middel Eerste onderdeel betreft : Overwegende dat de omstandigheid dat een partij geen opmerking heeft ge- maakt tegenover de deskundige, haar niet het recht ontneemt om haar grieven in verband met het deskundigenverslag aan de beoordeling artikel 10 van de rechter te onder- werpenwet van 23 december 1986 betreffende de invordering en de geschillen ter zake van provinciale en plaatselijke heffingen, die van toepassing is op het geschil dat betrekking heeft op een provinciebelas- ting die voor het aanslagjaar 1988 ingekohierd is, bepaalt dat de regels betreffen- de de invordering, de verwijl- en moratoire intresten, de vervolgingen, de voor- rechten, de wettelijke hypotheek en de verjaring inzake rijksbelastingen op de in- komsten, van toepassing gemaakt worden op de provincie-, gemeente-, en agglo- meratie- en federatiebelastingen; Dat die wetsbepaling enkel betrekking heeft op de invordering van de belas- ting en geen verband houdt met de vaststelling van de belasting; Overwegende dat het bestreden vonnis vermeldt arrest dat "[eiser] het deskundigen- verslag betwist en verklaart verrast te zijn door de snelheid waarmee het verslag werd neergelegd; [dat] hij het alleen maar aan zijn eigen nalatigheid te wijten heeft als hij zijn nota's van relevante feiten niet heeft overgemaakt binnen de ter- mijn die hij met de deskundige in tegenwoordigheid van de gedingvoerende par- tijen is overeengekomen; Dat het bestreden vonnis aldus het recht van verdediging van eiser daarover anders beslist, voornoemd artikel 10 schendt; Dat het onderdeel middel in zoverre gegrond is; OM DIE REDENENREDENEN HET HOF, HET HOF Vernietigt het bestreden vonnisarrest; Beveelt dat van het dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het ver- nietigde vonnisarrest; Houdt de kosten aan en laat de uitspraak beslissing daaromtrent aan de feitenrechter over; Verwijst de zaak naar de vrederechter het Hof van het kanton HamoirBeroep te Luik. 10 mei 2002 2 september 2004 - 1° kamer – Voorzitter en Verslaggever: de x. Xxxxxxxxxx, waarnemend afdelings- voorzitter – Ver- slaggever : de x. Xxxxxxx – Gelijkluidende conclusie van de x. Xxxxxx, advocaat-gene- raal generaal – Advocaat Advocaat: mr. DrapsXxxxxxxxxxx.
1° KAMER - 2 september 2004 ARREST (vertaling) (A.R. F.03.0019.F)
Appears in 1 contract
Samples: Overeenkomst
BESLISSING VAN HET HOF. Wat Overwegende dat, voor het tweede onderdeel betreft : Overwegende Hof van Cassatie, de intrekking niet erin bestaat één van zijn arresten te hervormen of aan te vullen, maar het in te trekken alvo- rens bij wege van een nieuwe beslissing uitspraak te doen, wanneer uit de pro- cesstukken blijkt dat de omstandigheid dat dit arrest uitsluitend op een partij geen opmerking verschrijving is gegrond, die niet aan eiser te wijten was en waartegen hij zich niet heeft ge- maakt tegenover de deskundige, haar niet het recht ontneemt om haar grieven in verband met het deskundigenverslag aan de beoordeling van de rechter te onder- werpenkunnen verdedigen; Overwegende dat het bestreden vonnis vermeldt Hof door uitspraak te doen over de door eiser ingestelde vordering tot herziening, bij arrest van 11 februari 2004, het arrest dat "[eiser] op 22 april 1999 door het deskundigen- verslag betwist Hof van Beroep te Luik is gewezen, heeft vernietigd, in zoverre het, uitspraak doende over de strafvordering, X.X. xxxxxxxxxxx; Dat eiser het Hof verzoekt om dat arrest van 11 februari 2004 in te trekken en verklaart verrast vervolgens te zijn bevelen dat zal worden overgegaan tot herziening van het op 22 april 1999 door het Hof van Beroep te Luik gewezen arrest, in zoverre dit uit- spraak doet, niet alleen over de snelheid waarmee tegen hem ingestelde strafvordering, maar tevens over de tegen hem ingestelde burgerlijke rechtsvordering; Overwegende dat krachtens artikel 444, zesde en zevende lid van het verslag Wetboek van Strafvordering, de burgerlijke partij in de zaak zal betrokken worden voor de rechter die moet beslissen over de herziening zelf, ongeacht of zij eerder in het geding tot herziening is tussengekomen; dat geen enkele wettelijke bepaling de bevoegdheid beperkt van dat gerecht om over de burgerlijke rechtsvordering uit- spraak te doen zoals de rechter wiens beslissing werd neergelegd; [dat] hij het alleen maar aan zijn eigen nalatigheid te wijten heeft als hij zijn nota's van relevante feiten niet heeft overgemaakt binnen de ter- mijn die hij met de deskundige in tegenwoordigheid van de gedingvoerende par- tijen is overeengekomenvernietigd dat had kunnen doen; Dat het bestreden vonnis aldus het recht van verdediging van verzoekschrift, in tegenstelling tot wat eiser schendt; Dat het onderdeel beweert, geen verschrij- ving aanvoert en dus niet gegrond is; OM DIE REDENEN, HET HOF Vernietigt Verwerpt het bestreden vonnisverzoekschrift; Beveelt dat van het arrest melding zal worden gemaakt op Veroordeelt eiser in de kant van het ver- nietigde vonnis; Houdt de kosten aan en laat de uitspraak daaromtrent aan de feitenrechter over; Verwijst de zaak naar de vrederechter van het kanton Hamoirkosten. 10 mei 2002 8 september 2004 - 12° kamer – Voorzitter Voorzitter: de x. XxxxxxxxxxXxxxxxx, waarnemend voorzitter afdelingsvoorzitter – Ver- slaggever Verslag- gever: de x. Xxxxxxx h. Close – Gelijkluidende conclusie van de x. Xxxxxxh. Xxxx, advocaat-gene- raal generaal – Advocaat Advo- caten: mrmrs. DrapsXxxxxx en X. Xxxx, Luik.
1° KAMER - 9 september 2004 ARREST (vertaling) (A.R. C.03.0183.F)
Appears in 1 contract
Samples: Overeenkomst
BESLISSING VAN HET HOF. Wat A. In zoverre het tweede onderdeel betreft cassatieberoep gericht is tegen de beslissing op de strafvorde- ring: Overwegende Over het ambtshalve middel dat de omstandigheid schending van artikel 211bis van het Wet- boek van Strafvordering aanvoert: Het beroepen vonnis stelt vast dat een partij geen opmerking heeft ge- maakt tegenover de deskundige, haar niet het recht ontneemt om haar grieven eiseres naar de correctionele rechtbank was verwezen wegens de telastleggingen valsheid in verband met het deskundigenverslag aan geschriften en gebruik van valse stukken (telastlegging I) en wegens oplichting (telastlegging II). Het vermeldt "dat de beoordeling feiten van de rechter te onder- werpen; Overwegende telastlegging valsheid en gebruik van valse stukken niet dezelfde zijn als deze van de telastlegging oplichting, zodat de rechtbank, ofschoon de zaak aldaar in rem aanhangig is gemaakt, alleen kan oor- delen dat het bestreden vonnis vermeldt dat "[eiser] het deskundigen- verslag betwist en verklaart verrast Hof van Beroep te zijn Venetië, door de snelheid waarmee het verslag werd neergelegd; [dat] hij het alleen maar aan zijn eigen nalatigheid overlevering in te wijten heeft als hij zijn nota's van relevante feiten niet heeft overgemaakt binnen de ter- mijn die hij met de deskundige in tegenwoordigheid willigen van de gedingvoerende par- tijen [eiseres] op grond van de oplichting, deze eveneens heeft ingewilligd voor de feiten van valsheid en gebruik van valse stukken; dat in zoverre de telastlegging valsheid en het gebruik van valse stukken geen reden is overeengekomengeweest voor de overle-
1 Cass., 11 sept. 1990, AR 3935, nr. 17. 2 Cass., 18 juni 2003, AR P.03.0269.F, nr. 358. vering van de [eiseres] aan België door de Italiaanse overheid, [de voormelde ei- seres] in het kader van de onderhavige rechtspleging niet wegens deze telastleg- ging kan worden veroordeeld". Het beslist vervolgens "dat de rechtbank, in zoverre tussen de feiten van telast- legging I en deze van telastlegging II een band van intrinsieke samenhang be- staat, de [eiseres] niet wegens oplichting kan berechten, ook al wordt het specia- liteitsbeginsel voor deze laatste feiten formeel geëerbiedigd; Dat dat de onderhavige zaak bijgevolg niet in haar geheel kan worden berecht". Het vonnis dat de vervolgingen aldus niet ontvankelijk verklaart, beslist om het onderzoek van de zaak sine die uit te stellen. Het bestreden arrest, dat uitspraak doet op het hoger beroep van het openbaar ministerie, doet dat vonnis aldus teniet, verklaart de vervolgingen ontvankelijk en, door de zaak aan zich te trekken, veroordeelt de eiseres. Het arrest dat verzuimt vast te stellen dat de leden van het recht hof van verdediging beroep met eenparige stemmen van eiser schendt; Dat hun leden hebben beslist, schendt artikel 211bis van het onderdeel gegrond is; OM DIE REDENENWetboek van Strafvordering.
B. In zoverre het cassatieberoep gericht is tegen de beslissing op de burgerlijke rechtsvorderingen die door de verweerders tegen de eiseres zijn ingesteld: De hierna uit te spreken vernietiging, HET HOF op het onbeperkte cassatieberoep van de beklaagde, van de beslissing over de tegen haar ingestelde strafvordering, brengt de vernietiging mee van de beslissing over de tegen haar ingestelde burgerlijke rechtsvorderingen die uit de eerstgenoemde beslissing volgt. Dictum Het Hof, Vernietigt het bestreden vonnis; arrest. Beveelt dat melding van het dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het ver- nietigde vonnis; Houdt vernie- tigde arrest. Laat de kosten aan en laat ten laste van de uitspraak daaromtrent aan de feitenrechter over; Staat. Verwijst de zaak naar de vrederechter het Hof van het kanton HamoirBeroep te Luik, correctionele kamer. 10 mei 2002 - 13 oktober 2007 – 2° kamer – Voorzitter Voorzitter: de x. Xxxxxxxxxxh. Xxxxx, waarnemend voorzitter – Ver- slaggever slaggever: de x. Xxxxxxx – Gelijkluidende conclusie van de x. Xxxxxxh. Genicot, advocaat-gene- raal – Advocaat : mr. Drapsraal.
Appears in 1 contract
Samples: Arrest Van Het Hof Van Cassatie
BESLISSING VAN HET HOF. Wat Over de door de verweerder opgeworpen grond van niet-ontvankelijkheid: het tweede onderdeel betreft : Overwegende dat middel verwijt het arrest de omstandigheid dat een partij geen opmerking heeft ge- maakt tegenover de deskundige, haar niet het recht ontneemt om haar grieven in verband met het deskundigenverslag aan de beoordeling conclusie van de rechter eiseres niet te onder- werpen; Overwegende beantwoorden, maar vermeldt de geschonden wettelijke bepaling niet: Het middel, dat het bestreden vonnis vermeldt dat "[eiser] het deskundigen- verslag betwist en verklaart verrast te zijn door enkel de snelheid waarmee het verslag werd neergelegd; [dat] hij het alleen maar aan zijn eigen nalatigheid te wijten heeft als hij zijn nota's schending van relevante feiten niet heeft overgemaakt binnen de ter- mijn die hij met de deskundige in tegenwoordigheid artikel 149 van de gedingvoerende par- tijen Grondwet aanvoert in algemene bewoordingen, uit twee grieven, waarbij de eerste een gebrek aan antwoord op een conclusie aanvoert en de tweede een dubbelzinnigheid die de motivering van het arrest zou aantasten, maar herhaalt na de eerste van die grie- ven niet dat voormeld artikel 149 geschonden is. De verplichting om in een middel of in een onderdeel van een middel voor elke grief de geschonden wettelijke bepaling op te geven, is overeengekomen; Dat het bestreden vonnis aldus het recht zonder voorwerp wanneer die grieven betrekking hebben op eenzelfde wettelijke bepaling die, vanuit verschillende oogpunten, volgens de eiseres in cassatie meermaals is ge- schonden. De grond van verdediging van eiser schendt; Dat het onderdeel gegrond is; OM DIE REDENENniet-ontvankelijkheid kan niet worden aangenomen. (...) Dictum Het Hof, HET HOF Vernietigt het bestreden vonnis; arrest, in zoverre het uitspraak doet over de gegrond- heid van de tussenvordering van de eiseres en over de kosten. Beveelt dat van het dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het ver- nietigde vonnis; ge- deeltelijk vernietigde arrest. Houdt de kosten aan en laat de uitspraak beslissing daaromtrent aan de feitenrechter over; . Verwijst de aldus beperkte zaak naar de vrederechter het Hof van het kanton HamoirBeroep te Luik. 10 mei 2002 - 13 december 2007 – 3° kamer – Voorzitter Voorzitter: de x. XxxxxxxxxxXxxxxx, waarnemend voorzitter – Ver- slaggever Verslaggever: de x. Xxxxxxx me- vr. Matray – Gelijkluidende conclusie van de x. Xxxxxxh. Xxxxxxx, advocaat-gene- raal generaal – Advocaat Advocaten: mrmrs. DrapsMahieu en Simont.
Appears in 1 contract
Samples: Overeenkomst