CASSATIEMIDDEL Voorbeeldclausules

CASSATIEMIDDEL. De eiseres voert in haar verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, een middel aan.
CASSATIEMIDDEL. De eiser voert in zijn verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, een middel aan.
CASSATIEMIDDEL. Geschonden wettelijke bepalingen
CASSATIEMIDDEL. De eiseressen voeren in hun verzoekschrift een middel aan. Geschonden wettelijke bepalingen - artikel 149 van de Grondwet; - de artikelen 19, 28, 807, 1042, 1051 en 1068 van het Gerechtelijk Wetboek, het be- schikkingsbeginsel, ook wel beginsel van de autonomie der partijen bij het burgerlijk ge- ding genoemd, en artikel 1138, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek; - artikel 13, A, 1, c, van de Eenvormige Beneluxwet op de Merken (als bijlage gevoegd bij het Beneluxverdrag van 19 maart 1962 op de warenmerken, goedgekeurd bij wet van 30 juni 1969), zoals laatst gewijzigd bij Protocol van 2 december 1992 houdende wijzi- ging van de Eenvormige Beneluxwet op de Merken, goedgekeurd bij wet van 11 mei 1995 en vooraleer het artikel werd vervangen door het protocol van 11 december 2001, goedgekeurd bij wet van 24 december 2002. Aangevochten beslissingen Het hof van beroep beslist dat de verweersters geen inbreuk maken op het "driestrepen- merk" van de eerste eiseres in de zin van artikel 13, A, 1, c, van de BMW, dat de verweer- sters geen daad hebben gesteld strijdig met de eerlijke handelspraktijken in de zin van ar- tikel 93 van de Wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument en dat de vordering tot staken vanwege de eiseressen bijgevolg ongegrond is, dit alles op grond van volgende motieven: 2003, I-12537; 12 jan. 2006, C.61/04, nog niet gepubl., zie xxx.xxxxx.xxxxxx.xx; Benelux Hof, 20 mei 1983, A 82/5, Benelux Jur., 1983, 36, met concl. A.-X. XXXXXX, hoofd van het parket; 16 dec. 1994, A 93/7, Benelux Jur., 119, met concl. A.-G. ten Kate. "De merkinbreuk in de zin van artikel 13, A, 1, c, BMW. 15. Vijf voorwaarden moeten cumulatief vervuld zijn opdat (de eiseressen) zouden kunnen genieten van de bescherming van artikel 13, A, 1, c, BMW voor soortgelijke waren.
CASSATIEMIDDEL. 1 Zie Cass., 6 juni 2005, AR S.04.0181.F, nr 322.
CASSATIEMIDDEL. De eiser voert in zijn verzoekschrift een middel aan. Geschonden wettelijke bepalingen - artikel 15 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten; - de artikelen 2257 en 2262bis, in het bijzonder §1, eerste lid, van het Burgerlijk Wet- boek.
CASSATIEMIDDEL. De eiseres voert in haar verzoekschrift een middel aan.
CASSATIEMIDDEL. De eiseres voert volgend middel aan. — artikel 634 van het Wetboek van Vennootschappen, gewijzigd door artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 juli 2001; — algemeen rechtsbeginsel volgens hetwelk niemand misbruik mag maken van zijn recht. Het arrest beslist dat de eiseres artikel 634 van het Wetboek van Vennoot- schappen onrechtmatig aanwendt en dat zij geen gewettigd belang heeft, en ver- klaart haar rechtsvordering derhalve onontvankelijk om de volgende redenen: “De eerste rechters hebben om oordeelkundige redenen, die het hof [van be- roep] overneemt en die door de middelen die [de eiseres] in hoger beroep aan- voert geenszins ontkracht worden, haar vordering tot ontbinding van [de verweerster] verworpen. De eerste rechter heeft de vordering tot ontbinding van de verweerster verworpen op grond van artikel 634 van het Wetboek van Ven- nootschappen, om de volgende redenen: ‘Nu al volgt uit de uitleg van [de verweerster] op de zitting dat haar huidige, moeilijke toestand te wijten is aan het laatste boekjaar, dat op een bijzonder negatieve wijze werd beïnvloed door de opzegging, zonder vooropzeg, van de con- tractuele betrekkingen, met de daaruit voortvloeiende lasten en aan de nieuwe investeringen die zij zich heeft moeten getroosten om het voortbestaan van de onderneming te verzekeren, waarbij [de verweerster] beklemtoont dat haar aan- deelhouders, tijdens het laatste boekjaar, een aanzienlijke inspanning hebben gedaan door haar een uiterst belangrijk voorschot van 700.000 euro toe te ken- nen, wat aantoont dat zij haar voortbestaan willen verzekeren. Die uitleg toont aan dat de vordering van Man AG en van [de eiseres] veeleer is ingegeven door een weigering om het geschil aan te gaan dan door de angst voor de insolvabiliteit van [de verweerster]’. Artikel 634 van het Wetboek van Vennootschappen bepaalt dat ‘wanneer het nettoactief gedaald is tot beneden 61.500 euro, iedere belanghebbende de ontbin- ding van de vennootschap voor de rechtbank kan vorderen. In voorkomend geval kan de rechtbank aan de vennootschap een termijn toestaan om haar toestand te regulariseren’. Noch de parlementaire voorbereiding vóór de invoering van die bepaling in de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen (Gedr. St. Kamer, 1981- 1982, nr. 210; Gedr. Xx. Xxxxxx, 0000-0000, xx. 000/0), xxxx de artikelen 104, 140 en 158bis van die wetten, noch de artikelen 333, 432 en 634 van het Wetboek van Ven- nootschappen hebben omschreven wie de ‘belanghebbenden’ zijn die deze ...
CASSATIEMIDDEL. De eiseres voert volgend middel aan. — de artikelen 1, 7, 9, 11 en 16 van het koninklijk besluit nr. 150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas; — de artikelen 14 en 22 van het ministerieel besluit van 27 maart 1935 tot uit- voering van het koninklijk besluit nr. 150 van 18 maart 1935, tot samenschake- ling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas; — de artikelen 7 en 8 van de Hypotheekwet van 16 december 1851, vóór de wij- ziging ervan bij de wet van 22 november 2013.
CASSATIEMIDDEL. De eisers voeren in hun verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, een middel aan.