Inhoudelijk. De in de artikelen 49 tot en met 54 bedoelde informatie over toeslagverlening heeft betrekking op:
a. het ambitieniveau en de voorwaarden die gelden bij de toeslagverlening;
b. de wijze van financiering van voorwaardelijke toeslagverlening en, indien daartoe technische voorzieningen worden gecreëerd, de hoogte van de voorziening in relatie tot de benodigde voorziening;
c. de verwachtingen ten aanzien van toekomstige toeslagverlening; en
Inhoudelijk. 6.1 Xxxxx Xxxxxxx Fotografie behoudt zich het recht om workshops naar vrij en eigen creatief inzicht inhoudelijk te veranderen.
Inhoudelijk. Je volgt de acties van het project op; - Je voert zelf bepaalde acties van het project uit; - Je beheert adresbestanden en coördineert mailings. - Je verstrekt informatie aan partners en aan derden; - Je informeert collega’s; - Je staat in voor het beheer van de website; - Je helpt mee aan het schrijven van nieuwsbrieven. - Je werkt mee aan de organisatie en opvolging van persmomenten, events, …;
Inhoudelijk. De in de artikelen 34, 36, 37 lid 2 en 39 lid 2 bedoelde informatie over toeslagverlening heeft betrekking op de toeslagverlening over de afgelopen drie jaar waarbij wordt aangegeven in hoeverre de prijsinflatie hiermee is gecompenseerd. De in de artikelen 37 lid 1, 38 en 39 lid 1 bedoelde informatie over toeslagverlening heeft betrekking op de toeslagverlening over de afgelopen vijf jaar waarbij wordt aangegeven in hoeverre de prijsinflatie hiermee is gecompenseerd. De in artikel 42 bedoelde informatie over toeslagverlening heeft betrekking op de toeslagverlening over de afgelopen 10 jaar waarbij wordt aangegeven in hoeverre de prijsinflatie hiermee is gecompenseerd.
Inhoudelijk. Ad 1. Een curator behoort zijn werkzaamheden onafhankelijk en integer uit te oefenen. In de toelichting op de eerste Praktijkregel staat dat dit onder meer meebrengt dat hij voorafgaand aan de aanvaarding van een benoeming onderzoekt of het hem, en zijn kantoor, vrij staat het faillissement te behandelen. Het Panel is van oordeel dat het enkele feit dat Mr. [D] als advocaat optrad in een zaak tegen een zustermaatschappij op zichzelf nog geen tegenstrijdig belang met zich meebrengt. Door Verzoekers zijn ook geen bijkomende feiten en omstandigheden genoemd die dit anders maken. Het feit dat de Curator daardoor over informatie beschikte die bij de afwikkeling van het faillissement dienstig was, levert geen omstandigheid die in de weg staat aan zijn onafhankelijkheid of objectiviteit. De redenering van mr. [H] in zijn hiervoor aangehaalde brief kan het Panel niet volgen en deze redenering is door Xxxxxxxxxx ook niet nader toegelicht. Ook indien het de Curator bij zijn aanstelling wel duidelijk was of had moeten zijn dat [A] (indirect) bestuurder was van zowel [B] als [E], behoefde dat op zichzelf geen aanleiding te zijn om zijn aanstelling te weigeren in de gegeven omstandigheden. Het Panel weegt daarbij mee dat het geschil tussen de investeerders en [B] op faillissementsdatum geregeld leek te zijn. Uit de overgelegde mailwisseling van [datum] blijkt dat er overeenstemming bestond tussen de investeerders en [B] over de kernbedingen rondom de verkoop van de gronden door de investeerders aan [B]. De klacht dat de Curator zijn aanstelling in de gegeven omstandigheden niet had mogen aanvaarden, wordt dan ook ongegrond verklaard. Wel ziet het Panel in de gang van zaken aanleiding om aan het voorgaande nog het volgende toe te voegen. Vrij kort na zijn aanstelling werd duidelijk dat het geschil tussen [B] en de investeerder ‘een staartje kreeg’: 3 dagen na zijn aanstelling als Curator stuurt Mr. [D] een mail aan de advocaat van [B], waarin hij aangeeft dat de investeerders niet akkoord gaan met de inmiddels ontvangen koopovereenkomst. Op dat moment had ofwel de Curator het faillissement ‘terug moeten geven’, ofwel had Mr. [D] zich op dat moment als advocaat terug moeten trekken. Het Panel is het niet eens met de stelling van de Curator dat bij zijn afweging louter en alleen de belangen van de boedel een rol behoefden te spelen. Ook de belangen van [A] als bestuurder van [E] en [B] dienen in de afweging te worden meegenomen. Uiteindelijk heeft het nog bijna een maand ...
Inhoudelijk. Artikel 1 Het doel van de Bestuursovereenkomst is de (her)inrichting/transformatie en beheer van het watersysteem voor landbouw(bodem), water en klimaatdoelen. Daarbij worden investeringen gestimuleerd die gericht zijn op verbetering van de waterkwaliteit- en kwantiteit om daarmee een bijdrage te leveren aan de doelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water en de Nitraatrichtlijn, aan het herstel van de natuurlijke toestand van watersystemen, aan het duurzaam optimaliseren van de waterhuishouding en aan het voorkomen en/of beperken van watertekorten. Daartoe spreken partijen af:
1. Middelen beschikbaar te stellen als contrafinanciering van toegekend POP3 budget voor internationale waterdoelen (zie overweging 3);
2. Afspraken te maken over de mogelijke inzet van deze middelen;
3. Uitvoering te geven aan de eerdere bestuurlijke toezeggingen van de waterschappen (zie overweging 7);
4. Afspraken te maken over de cofinanciering van de DPZ middelen;
5. Procedurele afspraken te maken over opstelling en uitvoering van de regionale regeling.
Inhoudelijk. Veldkennis, andere vaardigheden die hier in België quasi onbestaande zijn zoals, vulkanologie, het gevaar van vulkanen, modelleren van mineraalfasen,... Vulkanologie, veldwerkvaardigheden, GIS, ..
Inhoudelijk. Xxxx wat programmeerervaring opgedaan samen met het leren kennen van verschillende software. Veel beter beeld op wat bio-informatica kan inhouden (mede ook dankzij de speciale winterschool die georganiseerd werd)
Inhoudelijk. In de praktijk merken de leden van Energie-Nederland dat de voorgestelde wijziging nog tot verschillende interpretaties leidt. We willen daarom enkele suggesties doen, met name rondom de definitie en rol van de BSP en de BRP. Het gaat ons hierbij om het waarborgen van het gelijke speelveld. Daarnaast willen we ook graag ingaan op de mogelijkheid van vermogensbiedingen voor regelvermogen in één richting. Het mogelijk maken hiervan heeft positieve gevolgen voor de concurrentie in de markt, omdat meer flexibele middelen kunnen meedoen aan de markt. Tot slot willen we nog wat meer algemene punten aandragen om het besluit te verbeteren. Deze wijziging introduceert de rol van BSP in de code. Voor Energie-Nederland is het van groot belang dat deze rol met consistente rechten en plichten wordt gedefinieerd om een gelijk speelveld te waarborgen. Daarbij is het leidende principe dat elke partij die een energiepositie op het elektriciteitssysteem heeft, daarvoor balansverantwoordelijk is. Daarbij geldt dat de primaire balansverantwoordelijkheid op een aansluiting/allocatiepunt ligt bij de aangeslotene. Deze heeft de plicht om deze balansverantwoordelijkheid op een consistente manier te regelen met partijen die hem services verlenen op zijn aansluiting. Hieronder lichten wij dit toe bij de relevante artikelen.
Inhoudelijk. 8. Het voorstel ziet op twee onderwerpen. Ten eerste gaat het over de mogelijkheden voor GTS om in te grijpen wanneer een programmaverantwoordelijke zijn kredietlimiet overschrijdt. Ten tweede bevat het voorstel de methode ter berekening van de neutraliteitsheffing en de procedure voor het in rekening brengen hiervan. De aanleiding voor dit besluit is het incident eind 2018, waarbij een PV’er grote financiële schade heeft veroorzaakt. Deze schade ontstond doordat de PV’er een short onbalanspositie creëerde en daardoor zijn kredietlimiet overschreed. Als gevolg hiervan heeft GTS balanceringsacties moeten uitvoeren. De factuur hiervoor heeft de PV’er tot op heden niet betaald.
9. De ACM vindt het belangrijk om situaties zoals bovengenoemde zoveel mogelijk te voorkomen en eventuele schade zoveel mogelijk in te perken. Dit soort situaties kan namelijk leiden tot vermin- derd vertrouwen in de gasmarkt en financiële schade die gedragen moet worden door de overige netgebruikers.1 De ACM hecht er daarom aan dat GTS kan ingrijpen indien een PV’er of aangeslo- tene met exitcapaciteit de kredietlimiet overschrijdt. Tegelijkertijd dienen ingrijpende instrumen-
1 Netgebruikers in de zin van artikel 2, vijfde lid, van de NC-BAL. ten, zoals het afwijzen van nominaties en het intrekken van een erkenning, niet lichtzinnig te kunnen worden ingezet door GTS.
10. Gelet op het voorgaande kan GTS alleen ingrijpen als een partij haar kredietlimiet overschrijdt. PV’ers en aangeslotenen met exitcapaciteit behouden de mogelijkheid om hun kredietlimiet te verhogen door aanvullende financiële zekerheden te verschaffen. Ingeval GTS op grond van dit besluit nominaties afwijst, worden alle PV’ers snel op de hoogte gesteld. Op deze manier kunnen de schadelijke gevolgen zo veel mogelijk worden ingeperkt.
11. Daarnaast had GTS al de mogelijkheid om de erkenning van een PV’er in te trekken, indien deze zijn kredietlimiet overschrijdt. Gezien de verstrekkende gevolgen van een intrekking voor de desbetreffende PV’er en zijn wederpartijen, is in het voorstel vastgelegd dat GTS enkel tot intrekking overgaat bij substantiële overschrijding. Er is vastgelegd in welke gevallen sprake is van substantiële overschrijding. Hieraan heeft Netbeheer Nederland een concrete invulling gegeven met drie criteria. Volgens de ACM is hiermee voor partijen duidelijk wanneer er sprake is van een substantiële overschrijding en weten ze dus wat ze kunnen verwachten. De ACM merkt op dat met deze criteria voorkomen mo...