Pensioensalaris Voorbeeldclausules

Pensioensalaris. Het pensioensalaris is het jaarsalaris (= 12 x het maandsalaris van de deelnemer per 1 januari), verhoogd met de vakantietoeslag op jaarbasis. Het maandsalaris is ten hoogste gelijk aan het maximum salaris van de cao.
Pensioensalaris. 1 Voor de toepassing van het bepaalde in dit reglement wordt per de datum van aanvang van het deelnemerschap en vervolgens op iedere peildatum het pensioensalaris van de deelnemer vastgesteld. 2 Het pensioensalaris is gelijk aan het in het voorafgaande kalenderjaar bij de aangesloten onderneming verdiende jaarinkomen, inclusief de daarop betrekking hebbende eventuele salarisgaranties, vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, toeslag voor het werken in ploegen, afbouwregeling ploegentoeslag, toeslag voor werk onder zeer bezwaarlijke omstandigheden en de vaste toeslag. Variabele inkomensbestanddelen zoals variabele toeslagen inzake overwerk, werk op verschoven uren, sprongtoeslag en dergelijke behoren niet tot het pensioensalaris. Verder behoren niet tot het pensioensalaris het voordeel van een door de aangesloten onderneming beschikbaar gestelde auto en onkostenvergoedingen. 3 Ingeval van aanvang van het deelnemerschap na de peildatum is, in afwijking van lid 2, gedurende het kalenderjaar waarin de start van het deelnemerschap valt het pensioensalaris gelijk aan het vaste naar tijdsruimte overeengekomen jaarinkomen. Tevens wordt dan in het kalenderjaar direct volgend op de aanvang van het deelnemerschap het conform lid 2 vastgestelde pensioensalaris herrekend naar het pensioensalaris dat zou hebben gegolden bij aanvang van het deelnemerschap per 1 januari van enig jaar, doch uitsluitend voor zover dat het vaste naar tijdsruimte overeengekomen jaarinkomen betreft. 4 Voor deelnemers voor wie het deelnemerschap wordt voortgezet op grond van deelname aan een vertrekregeling wordt het pensioensalaris bepaald op basis van rekenregels die door de aangesloten onderneming zijn vastgesteld, met inachtneming van het bepaalde bij en krachtens Hoofdstuk IIB van de Wet op de loonbelasting 1964. 5 Voor een deeltijdwerker wordt voor toepassing van dit reglement het pensioensalaris herrekend naar het pensioensalaris dat bij de volledige arbeidstijd zou hebben gegolden.
Pensioensalaris maal het maandsalaris inclusief de vakantietoeslag op 1 januari van dat jaar respectievelijk op de datum waarop het deelnemerschap aanvangt. Voor werknemers met een individuele arbeidsovereenkomst waarin het jaarsalaris inclusief eventueel overeengekomen dertiende maand in twaalf gelijke maandsalarissen wordt uitbetaald, wordt 12 maal het maandsalaris inclusief vakantietoeslag op 1 januari van dat jaar respectievelijk op de datum waarop het deelnemerschap aanvangt aangehouden. Voor werknemers met een individuele arbeidsovereenkomst waarin het jaarsalaris inclusief eventueel overeengekomen dertiende maand en vakantietoeslag in twaalf gelijke maandsalarissen wordt uitbetaald, wordt 12 maal het maandsalaris op 1 januari van dat jaar respectievelijk op de datum waarop het deelnemerschap aanvangt aangehouden. De looncomponenten 4,2%- en gewenningstoeslag zijn (indien van toepassing) onderdeel van het pensioensalaris. Voor werknemers die naar het buitenland zijn uitgezonden en in het buitenland niet deelnemen aan een pensioenregeling, geldt het pensioensalaris direct voorafgaand aan de uitzending. Dit schaduwsalaris zal verhoogd worden conform de CAO verhogingen gedurende de periode van uitzending. Het pensioensalaris (op fulltime basis) is voor 2015 afgetopt op € 101.583,-- . Jaarlijks zal dit bedrag verhoogd worden door vermenigvuldiging met de contractloonontwikkelingsfactor (ontwikkeling van het minimumloon). Indien de deelnemer onder de CAO valt, wordt dit pensioensalaris jaarlijks aangepast aan de algemene loonontwikkeling op basis van de CAO en tevens op basis van individuele verhogingen die volgen uit personeelsbeoordelingen zoals die in Nederland van toepassing zouden zijn. Voor niet-CAO personeel geschiedt aanpassing van het pensioensalaris in overleg met het betreffende bedrijfsonderdeel.
Pensioensalaris. 1. Voor de toepassing van het bepaalde in dit reglement wordt per de datum van aanvang van het deelnemerschap en vervolgens op iedere peildatum het pensioensalaris vastgesteld. 2. Het pensioensalaris is gelijk aan het vaste pensioengevende salaris, inclusief vakantietoeslag, zoals vastgelegd in de arbeidsvoorwaarden. 3. Voor een deeltijdwerker wordt voor de vaststelling van de (excedent)pensioengrondslag het pensioensalaris zoals bedoeld in lid 2 herrekend naar het pensioensalaris dat bij het bij de werkgever gebruikelijke aantal arbeidsuren zou hebben gegolden. 4. Het variabele pensioensalaris wordt aan het eind van het kalenderjaar vastgesteld en bestaat uit de door de werkgever aan te wijzen variabele salarisbestanddelen, waarover de deelnemer pensioenaanspraken worden toegekend. 5. Het variabele pensioensalaris risicodekking wordt op de peildatum vastgesteld en is het gemiddelde van de door de werkgever aan te wijzen uitbetaalde variabele salarisbestanddelen uit de voorafgaande 3 kalenderjaren, waarover de deelnemer aanspraken op partner- en wezenpensioen worden toegekend. Indien het deelnemerschap op de peildatum minder dan 3 volle kalenderjaren heeft geduurd, wordt het gemiddelde genomen over het verstreken deel van de deelnemersjaren. Het variabele salaris risicodekking kan niet groter zijn dan het variabele salaris op de peildatum dat geldt bij realisatie van de doelstellingen. 6. In afwijking van het bepaalde in lid 1, wordt voor deelnemers met een variabel salarisbestanddeel waarover pensioenaanspraken worden toegekend, waarbij in de loop van het jaar een wijziging plaatsvindt in de verhouding tussen het vaste pensioengevende salaris en het salaris bij realisatie van de doelstellingen, het pensioensalaris voor de periode vanaf het moment van deze wijziging opnieuw vastgesteld. Ook het variabele pensioensalaris wordt op het moment van deze wijziging opnieuw vastgesteld en wel zodanig dat de som van de pensioengrondslag en het variabele pensioensalaris risicodekking voor en na wijziging gelijk blijft. 7. Voor deelnemers die in de loop van het jaar overgaan van een functie met een vast salaris naar een functie met een vast salaris en pensioengevende variabele salarisbestanddelen, of omgekeerd, wordt op het moment van de functiewijziging het pensioensalaris voor de periode vanaf het moment van wijziging opnieuw vastgesteld. 8. Na overgang van een functie met een vast salaris en pensioengevende variabele salarisbestanddelen naar een functie met een va...
Pensioensalaris. 1. Voor de verwerving van je Xxxxxxxx tellen de volgende salarisbestanddelen mee:
Pensioensalaris. 1. Voor de toepassing van het bepaalde in de basispensioenregeling wordt per de datum van aanvang van het deelnemerschap en vervolgens per 1 juli van ieder kalenderjaar een pensioensalaris vastgesteld. Dit pensioensalaris is gelijk aan 12 maal het vaste maandsalaris vermeerderd met de vakantietoeslag, de eindejaarsuitkering en de ploegentoeslag, doch is maximaal gelijk aan het grenssalaris. Het pensioensalaris wordt vastgesteld uitgaande van de bij de werkgever geldende volledige arbeidsduur. 2. De deelnemer die een pensioensalaris heeft dat lager is dan het grenssalaris kan jaarlijks voor 1 maart van het betreffende jaar schriftelijk aan de werkgever en het fonds mededelen dat een aanvullende pensioengrondslag moet worden vastgesteld ter grootte van de in dat jaar genoten bonusuitkering, met uitzondering van de salesbonus en de bonussen vallend onder het corporate bonusplan. De aanvullende pensioengrondslag wordt vastgesteld per 1 juli van het betreffende jaar.
Pensioensalaris. Het salaris dat geldt als pensioensalaris voor deze regeling staat gedefinieerd op het uitgangspuntenblad, de polis en het jaarlijkse Uniform Pensioen Overzicht (UPO);
Pensioensalaris. 1 Voor de toepassing van het bepaalde in dit reglement wordt per de datum van aanvang van het deelnemerschap en vervolgens op iedere peildatum het pensioensalaris van de deelnemer vastgesteld. 2 Het pensioensalaris is gelijk aan de som van: a. het per de peildatum geldende bruto basis jaarsalaris; b. de ploegentoeslag; c. de persoonlijke toeslag, voor zover bepaald in de CAO of als onderdeel van een arbeidsvoorwaardelijke regeling die voor de deelnemer van toepassing is; d. consignatietoeslag; e. toeslag voor bijzondere arbeidstijden; x. xx xxxxxxxx vakantietoeslag, berekend over sub a, b en c; Andere dan de hierboven genoemde toeslagen, opslagpremies, overwerkvergoedingen en overige emolumenten blijven buiten beschouwing bij de vaststelling van het pensioensalaris. 3 Voor een deeltijdwerker wordt voor de vaststelling van de pensioengrondslag het pensioensalaris herrekend naar het pensioensalaris dat bij de volledige arbeidstijd zou hebben gegolden. 4 Voor de vaststelling van de pensioengrondslag van 1 januari 2014 tot 1 januari 2015 bedraagt het maximale pensioensalaris € 100.000. Voor een deeltijdwerker geldt deze grens onder toepassing van lid 3. 5 Voor de vaststelling van de pensioengrondslag vanaf 1 januari 2015 bedraagt het pensioensalaris bij een volledige arbeidstijd niet meer dan het maximale pensioengevend loon in de zin van Hoofdstuk IIB van de Wet op de loonbelasting 1964. Op 1 januari 2014 is dat maximale pensioengevend loon gelijk aan € 100.000. Voor een deeltijdwerker geldt deze grens onder toepassing van lid 3.
Pensioensalaris. 1. Voor de verwerving van je Xxxxxxxx tellen de volgende salarisbestanddelen mee: - je maandsalaris; - je Persoonlijke Toeslag Behoud Salaris; - je Persoonlijke Toeslag Geïndexeerd; - je vakantietoeslag; - je 13e maand. Elke maand worden de pensioendragende salarisbestanddelen van die maand bij elkaar opgeteld. Dit noemen we jouw Pensioensalaris. 2. Jouw Pensioensalaris in een maand is maximaal gelijk aan 1/12 e deel van het maximale fiscale pensioengevend loon op jaarbasis uit artikel 18ga van de Wet op de Loonbelasting 1964 (2022: € 114.866). Als je in Deeltijd werkt wordt het maximum vermenigvuldigd met je deeltijdfactor volgens artikel 9. 3. Het maximum uit lid 2 geldt vanaf het moment dat jouw Pensioensalaris boven de in lid 2 genoemde grens uitkomt.

Related to Pensioensalaris

  • Pensioenopbouw De pensioenopbouw is gebaseerd op het volledige salaris bij de oorspronkelijke arbeidsduur. De pensioenopbouw wordt voortgezet onder de normale verdeling van werkgevers- en werknemerspremie. Het geldende pensioenreglement van ABP is bepalend.

  • Pensioengevend salaris Het vaste jaarsalaris van de Werknemer vermeerderd met de vakantietoeslag. Indien schriftelijk overeengekomen met de Werkgever zijn ook de volgende loonbestanddelen pensioengevend: • de vaste jaarlijkse uitkeringen zoals 13e maand, gegarandeerd tantième en dergelijke; • een percentage van het vaste jaarsalaris dat de Werknemer als oververdienste in de zin van de CAO ontvangt. Dit percentage wordt jaarlijks door de Werkgever vastgesteld; • provisie, zijnde de gemiddeld over het jaar ontvangen provisie. Wanneer de gemiddeld over het jaar ontvangen provisie niet is vast te stellen, wordt het gemiddelde van een vergelijkbare Werknemer gehanteerd; • variabele salarisbestanddelen met de eventueel daarover verleende vakantietoeslag; • ploegentoeslag; • toeslag afwijkende werktijden; • SAO-toeslag; • niet gegarandeerde tantième; • winstdeling; • bonus; • gratificatie. Als de Werkgever op de datum van vaststelling van de Pensioengrondslag wegens verzuim geen of niet het normale Pensioengevend salaris is verschuldigd, wordt uitgegaan van het Pensioengevend salaris dat zonder dat verzuim zou gelden. Voor de Deelnemer die gedurende het deelnemerschap in deeltijd werkt, wordt de vaststelling van de pensioenen als volgt bepaald: • de Pensioengrondslag wordt berekend op basis van het voltijd Pensioengevend salaris; • bij de berekening van het ouderdomspensioen wordt: - de opbouw per jaar vermenigvuldigd met de Deeltijdfactor; - voor het te bereiken pensioen, het aantal toekomstige Deelnemingsjaren vermenigvuldigd met de Deeltijdfactor. Deze deeltijdregeling werkt ook door in het partner- en wezenpensioen. Het Pensioengevend salaris is gemaximeerd op de Salarisgrens. Voor Deelnemers die in deeltijd werken wordt de Salarisgrens toegepast op het naar voltijd herleide Pensioengevend salaris.

  • Pensioen Voor de werknemer die als overheidswerknemer in de Wet Privatisering ABP (Stb.1995, nr. 639) wordt aangemerkt, geldt met betrekking tot de pensioenvoorziening het bepaalde in het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP.

  • Pensioenen Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 19, paragraaf 1, zijn pensioenen en andere soortgelijke beloningen, betaald aan een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat ter zake van een vroegere dienstbetrekking, slechts in die Staat belastbaar.

  • Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat voor ieder pensioengerechtigd kind in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 21e verjaardag van het kind valt. Als het kind studeert of invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 27e verjaardag van het kind valt. Als het kind eerder overlijdt, ophoudt met studeren of niet meer invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de betreffende maand. Een studerend kind is een kind dat voor het grootste deel van de voor werkzaamheden beschikbare tijd onderwijs of een beroepsopleiding volgt. De toets of een kind invalide is, gebeurt tot de 21-jarige leeftijd van het kind volgens de normen van de Wajong en daarna volgens de normen van de WIA. 2. Pensioengerechtigde kinderen zijn: a. kinderen die tot de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde in familierechtelijke betrekking staan; b. kinderen die tot de partner in familierechtelijke betrekking staan, die behoren tot de gezamenlijke huishouding en voor wie de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde of de partner een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Kinderbijslagwet of die studeren of invalide zijn; c. pleegkinderen van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde (volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet). Niet pensioengerechtigd zijn kinderen die na de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum zijn geboren of geadopteerd, of kinderen die na deze datum de status van pleegkind hebben gekregen of tot het huishouden van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde zijn gaan behoren. Als er echter recht op partnerpensioen bestaat op grond van een partnerrelatie die al bestond vóór de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum en het kind na deze datum geboren wordt uit deze relatie, is het kind wel pensioengerechtigd. 3. Het wezenpensioen op jaarbasis bedraagt per pensioengerechtigd kind 14% van het volgens artikel 9 vastgestelde ouderdomspensioen (inclusief reeds verleende toeslagen). Het betreft uitsluitend het tijdens het deelnemerschap aan dit reglement opgebouwde ouderdomspensioen. 4. Bij overlijden van een deelnemer wordt het krachtens lid 3 vastgestelde wezenpensioen (14% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen op het tijdstip van overlijden) verhoogd met 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer fictief had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de datum van overlijden tot de standaard-pensioendatum (67 jaar) zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige (fictieve) pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 5. Bij overlijden van een aspirant-deelnemer is het wezenpensioen op jaarbasis gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen dat de aspirant-deelnemer had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de eerste dag van de maand waarin hij/zij de 21-jarige leeftijd zou bereiken tot de standaard-pensioendatum zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 6. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt zonder een partner na te laten of op de 1e van de maand waarin de partner overlijdt. Hierbij geldt het bepaalde in artikel 22, lid 6. 7. Het wezenpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat het vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Alle pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen worden in euro’s en bruto jaarbedragen vastgesteld. Op de pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen is een voorwaardelijke toeslagregeling van toepassing (zie artikel 13).

  • Pensioenregeling De Xxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxx is van toepassing met de volgende kenmerken: - De totale bijdrage aan de Aviko (CDC) pensioenregeling bedraagt 23% van het pensioengevend jaarsalaris (inclusief werknemersbijdrage) per jaar. Uit deze premie worden naast de reguliere pensioenaanspraken, ook de overgangsregeling bijzonder tijdelijk partnerpensioen, de overgangsregeling garantie partnerpensioen, de VPL¹-pensioeninkoop, de voorwaardelijke indexatie voor de actieve werknemers en de risicopremies over deze periode gefinancierd. - Werknemersbijdrage in de kosten van de pensioenregeling bedraagt 6,9% van de pensioengrondslag (pensioengevend jaarsalaris – franchise). - Jaarlijkse opbouw voor het ouderdomspensioen bedraagt 1,875% van de pensioengrondslag. De jaarlijkse opbouw van het Partnerpensioen bedraagt 35% hiervan. - Pensioenrichtleeftijd is 68 jaar. - Franchise bedraagt € 17.069 (niveau 2019) en wordt jaarlijks geïndexeerd met de Aviko loonindex. - De pensioenopbouw wordt toegepast tot maximaal € 107.593 pensioengevend salaris (niveau 2019). - Er is geen onvoorwaardelijke indexatie. Indexatie kan worden toegekend voor zover sprake is van een positieve premiemarge bij een vaste premie van 23% (2019 en 2020). De hoogte van de eventueel toe te kennen indexatie in enig jaar is afhankelijk van de beschikbare premiemarge ná financiering van de volledige jaarinkoop (inclusief overgangsregelingen en VPL) risicopremies en de opslagen. De voorwaardelijke indexatie wordt gemaximeerd op 2% per jaar. - CAO partijen hebben afgesproken positieve premiemarge (en de beschikbare middelen in het depot) nog niet aan te wenden voor indexatie, zodat de huidige pensioenregeling ingekocht kan (blijven) worden en ook de VPL-afspraken nagekomen en gefinancierd worden. Eventueel resterende positieve premiemarge in 2019 en 2020 kan wordt gereserveerd voor het toekennen van indexatie in toekomstige jaren. Met CAO partijen en PGB is hierover een procesafspraak gemaakt: Uiterlijk op 1 mei van het opvolgende kalenderjaar bepalen partijen op welke wijze het vastgestelde premiedepot wordt aangewend, op basis van een voorstel daartoe van PGB. In 2019 en 2020 wordt de Aviko pensioenregeling, behoudens actualiseringen specifiek voor 2019 en 2020, ongewijzigd voortgezet. In 2020 maken CAO partijen afspraken over verdere deelname aan de Aviko pensioenregeling vanaf 2021 in verband met de afloop van de overeenkomst van aansluiting bij de pensioenuitvoerder (2016-2020), die dan afloopt en o.a. de vrijval van het VPL-budget ¹VPL = Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling

  • Pensioenreglement Het pensioenreglement van het Fonds dat geldt vanaf 1 januari 2018 en dat betrekking heeft op de Anw-hiaat pensioenregeling die is ondergebracht in het Fonds en voor het laatst is gewijzigd per 1 januari 2022.

  • Pensioengrondslag De pensioengrondslag is gelijk aan het pensioengevend inkomen minus de franchise. Peildatum voor de pensioengrondslag is 1 januari. Voor part- timers wordt de pensioengrondslag naar evenredigheid berekend.

  • Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen is gebaseerd op een geïndexeerd middelloonsysteem. De opbouw per jaar bedraagt 1,75% van de pensioengrondslag van het betreffende jaar. Het pensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer de 68-jarige leeftijd bereikt.

  • Partnerpensioen Het partnerpensioen bedraagt 50% van het te bereiken ouderdomspen- sioen. Dit pensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer overlijdt. Ook voor alleenstaanden wordt een fictief partnerpensioen opgebouwd.