Salarisvaststelling Voorbeeldclausules

Salarisvaststelling a. Onverminderd het bepaalde in lid 5 ontvangt een werknemer die op 1 juli reeds in dienst was, per 1 januari van enig jaar de standaard periodieke verhoging behorend bij zijn salarisgroep, voor zover daarmee het stan- daardmaximum van de salarisgroep niet wordt overschreden. Een werknemer ingedeeld in een van de salarisgroepen 56 t/m 63, wiens maandsalaris lager is dan het standaard-minimum maandsalaris vermin- derd met één standaardperiodiek ontvangt een zodanige periodieke ver- hoging dat hij daarmee het standaard-minimum maandsalaris bereikt, maar ten hoogste 4% van het standaard-maximum maandsalaris. Ligt zijn maandsalaris lager dan het standaard-minimum salaris, verminderd met drie standaard-periodieken dan ontvangt hij in twee achtereenvolgende jaren een periodieke verhoging ter grootte van de helft van het verschil tussen zijn salaris en het standaard minimum salaris. b. Wanneer betrokkene op 1 januari volgend op de datum waarop een verla- ging zou moeten worden toegepast de 55 jarige leeftijd zal hebben bereikt; in dat geval blijft het maandsalaris ongewijzigd. c. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens organisatorische rede- nen, blijft het maandsalaris 2 jaar ongewijzigd gehandhaafd. Mocht dan nog geen herplaatsing in de oude salarisgroep hebben plaatsgevonden, dan wordt het maandsalaris jaarlijks per 1 januari met 2½% verlaagd, tot- dat het standaardmaximum maandsalaris van de nieuwe salarisgroep is bereikt. De verlaging zal in totaal niet groter zijn dan het verschil tussen het stan- daardmaximum maandsalaris van de oorspronkelijke salarisgroep en het standaard-maximum maandsalaris van de naast lagere salarisgroep. d. Wanneer de groepsverlaging plaatsvindt wegens medische redenen: in dat geval wordt het maandsalaris zodanig vastgesteld dat het netto maandsalaris inclusief een eventuele WAO-uitkering gelijk is aan het oude netto-maandsalaris.
Salarisvaststelling a. Werknemers werkzaam in één van de volgende functies worden ingedeeld in salarisgroep 55: • bestuurder railvoertuig; • buschauffeur; • BOA III / lid FOT team, met dien verstande dat men in salarisgroep 54 wordt ingedeeld, indien en voor zolang, men niet de volledige bevoegdheid van een BOA III controleur heeft en in verband daarmee (nog) geen onregelmatige diensten verricht. b. Werknemers die op 31-3-2017 waren ingedeeld in salarisgroep 62, blijven voor de duur dat zij dit wensen, doch uiterlijk voor de duur dat zij in de functie van coördinator CTR zijn aangesteld, ingedeeld in salarisgroep 62. c. Werknemers in de functie van medewerker CTR, die op 31-3-2017 waren ingedeeld in salarisgroep 55, blijven voor de duur dat zij dit wensen, doch uiterlijk voor de duur dat zij in de functie van medewerker CTR zijn aangesteld, ingedeeld in salarisgroep 55. 2. Alle niet in lid 1 genoemde werknemers worden overeenkomstig het gestelde in artikel 2 van deze bijlage ingedeeld in de salarisgroepen 2 t/m 16. 3. Bij indiensttreding van de niet in lid 1, sub a genoemde werknemer jonger dan 21 jaar geldt in beginsel het bij zijn leeftijd vermelde salaris in de voor hem geldende salarisgroep. 4. Bij indiensttreding van de niet in lid 1, sub a genoemde werknemer van 21 jaar of ouder geldt in beginsel het salaris behorende bij trede 5 van de voor hem geldende salarisgroep. 5. De werkgever kan bij aanstelling van een werknemer als bedoeld in lid 2 een hoger salaris toekennen. 6. Bij indiensttreding van een werknemer als bedoeld in lid 1, sub a geldt de volgende salarisvaststelling, en in afwijking van het gestelde in artikel 23 van de CAO, het volgende tijdstip van tredewijziging: • trede 5 bij een leeftijd van 21 jaar, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend per de maand waarin de werknemer 22 jaar wordt; • trede 6 bij een leeftijd van 22 jaar, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend per de maand waarin de werknemer 23 jaar wordt; • trede 7 bij een leeftijd van 23 jaar of ouder, waarbij de eerstvolgende trede wordt toegekend één jaar na indiensttreding. 7. Bij aanstelling kan de werknemer als bedoeld in lid 2, onder de voorwaarden als genoemd in artikel 2 van deze bijlage, in beginsel voor de duur van één jaar in een lagere dan de voor hem geldende salarisgroep worden ingedeeld, indien de functie niet volledig of onvoldoende zelfstandig wordt uitgeoefend. 8. Aan een werknemer die tijdelijk, voor de duur van een project of een concrete opdracht wordt aangesteld,...
Salarisvaststelling. Het salaris wordt bij indiensttreding in de regel vastgesteld op het aanvangsbedrag van de salarisschaal.
Salarisvaststelling. 1 Je salaris wordt gebaseerd op de voor jou geldende salaristabel (zie hoofdstukken 8 tot en met 12). Het niveau van je functie bepaalt welke salarisschaal van toepassing is. 2 Voor het vaststellen van het niveau van je functie wordt gebruik gemaakt van de Hay- methodiek als functiewaarderingssysteem. 3 KPN heeft een CAO-functiehuis dat bestaat uit standaardfuncties. Je manager bepaalt welke standaardfunctie past bij de inhoud van je werk. Je hebt een standaardfunctie die is gewaardeerd. Je manager geeft ook aan welke salarisschaal bij je functie hoort. 4 Verandert de inhoud van je functie, dan bepaalt je manager of je functie in zwaarte gelijk blijft, zwaarder of lichter wordt. Ook bepaalt je manager of je in dezelfde schaal blijft. 5 Vind je dat de kern van je werk niet past bij de standaardfunctie en dat jouw werkpakket niet in de juiste schaal is ingedeeld? Bespreek dit dan eerst met je manager. Je manager neemt hierna een besluit en laat je dat schriftelijk weten. Xxx je het hier niet mee eens dan kun je een klacht indienen. 6 KPN zal gedurende de looptijd van deze CAO het KPN CAO Functiehuis actualiseren. De referentiefuncties zullen in overleg met de vakorganisaties opnieuw worden vastgesteld. De referentiefuncties worden weergegeven op TEAMKPN Online. Na de actualisatie zullen de referentiefuncties structureel worden getoetst en herijkt door KPN en zal hierover op vergelijkbare wijze worden overlegd met vakorganisaties. 7 KPN zal in de periode aansluitend op de actualisatie van het KPN CAO Functiehuis, zoals benoemd in lid 6, collectief, je werkpakket en die van je collega’s gefaseerd (her)indelen op de standaardfuncties van het geactualiseerde Functiehuis met bijbehorende salarisschaal. Dit kan betekenen dat je in een gelijke, lagere of hogere schaal wordt ingedeeld. KPN zal ten behoeve van de indeling van je individuele werkpakket, een indelingsprocedure inrichten waarvan een indelingscommissie onderdeel uitmaakt. KPN kent een bezwarenprocedure. Hierbij kan je bezwaar maken tegen de indeling van je individuele werkpakket op de gekozen standaard functie in het KPN CAO Functiehuis met bijbehorende salarisschaal. De bezwarenprocedure vind je in Bijlage 5. 8 In afwijking van lid 3 en 4 geldt dat, na de periode genoemd in lid 7, KPN met inachtneming van de in dat lid genoemde indelingsprocedure bepaalt welke standaardfunctie past bij je werkpakket en dus welke salarisschaal bij je werkpakket hoort. 9 In afwijking van lid 5 geldt dat, na de periode gen...
Salarisvaststelling. 1. Werknemers worden beloond op basis van de inhoud en de zwaarte van de functie die wordt vervuld. Dit komt tot uitdrukking in de indeling van de functie in een functiegroep, waaraan een salarisschaal is gekoppeld. In totaal zijn er 12 salarisschalen. 2. De salarisschalen en het functieraster maken deel uit van de CAO en zijn opgenomen in bijlagen III en IV van deze CAO. Het vastgestelde salaris wordt maandelijks aan het eind van de maand betaalbaar gesteld. 3. De individuele salarisverhoging van de werknemer die het maximum van zijn salarisschaal nog niet heeft bereikt, is afhankelijk van de jaarlijkse beoordeling van de wijze waarop de functie wordt uitgeoefend en het resultaat daarvan en de ruimte in de salarisschaal. Binnen de salarisschalen worden periodieken verstrekt met een percentage ten opzichte van het 100%-salaris van de salarisschaal. Eens per jaar wordt de werknemer schriftelijk geïnformeerd over de hoogte van zijn salaris. 4. Werknemers die drie jaar aan het eind van hun schaal zitten, hebben recht op een uitloopperiodiek. Voor maximaal drie uitloopperiodieken is in totaal 7,5% ruimte boven het maximumsalaris. Telkens na drie jaar wordt de uitloopperiodiek vastgesteld. Het gemiddelde van de drie beoordelingen over deze periode bepaalt de hoogte van de uitloopperiodiek. 5. De salarisschalen met de bruto salarissen gelden bij een normale arbeidsduur, zoals genoemd in artikel 23 van deze CAO. 6. Uitzendkrachten en payroll-medewerkers ontvangen in gelijke omstandigheden hetzelfde bruto salaris (inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering) als werknemers waarop deze CAO van toepassing is.
Salarisvaststelling. 1 Je salaris wordt gebaseerd op de voor jou geldende salaristabel (zie hoofdstukken 8 tot en met 12 en hoofdstuk 15). Het niveau van je functie bepaalt welke salarisschaal van toepassing is. 2 Voor het vaststellen van het niveau van je functie maakt KPN gebruik van de Hay-methodiek als functiewaarderingssysteem. KPN heeft een CAO-functiehuis dat bestaat uit standaardfuncties. Je manager bepaalt welke standaardfunctie past bij de inhoud van je werk. Je hebt een standaardfunctie die is gewaardeerd. Je manager geeft ook aan welke salarisschaal bij je functie hoort. 3 Vind je dat de kern van je werk niet past bij de standaardfunctie of dat de manager je functie niet in de juiste schaal heeft ingedeeld? Bespreek dit dan eerst met je manager. Je manager neemt hierna een besluit en laat je dat schriftelijk weten. Xxx je het hier niet mee eens dan kun je een klacht indienen. 4 Binnen de salarisschaal krijg je een salaris dat past bij je ervaring en bij de wijze waarop je functioneert. De bedragen in de salarisschalen zijn bruto bedragen per maand. Deze bedragen gelden voor een voltijdwerker. Als je in deeltijd werkt gelden bedragen naar evenredigheid. 5 Het kan zijn dat je nog niet over voldoende ervaring beschikt om je functie volledig uit te oefenen. Als dat zo is mag je manager je voor een periode van maximaal 6 maanden indelen in een lagere salarisschaal dan de salarisschaal die hoort bij het niveau van je functie. 6 Bij een overgang naar een hogere schaal wordt voor het vaststellen van je salarisverhoging uitgegaan van het verschil tussen het beginsalaris van de oude en de nieuwe schaal. De verhoging bedraagt de helft van dit verschil. 7 Heb je een herplaatsingtoelage en word je geplaatst op een functie met een hoger schaalniveau dat gelijk is aan het schaalniveau van de functie waaruit de herplaatsingtoelage is ontstaan? In dat geval vindt de inpassing in de schaal van je nieuwe functie op een zodanig niveau plaats, dat de herplaatsingtoelage daarmee komt te vervallen. 8 Verandert de inhoud van je functie, dan bepaalt je manager of je functie in zwaarte gelijk blijft, of zwaarder of lichter wordt. Ook bepaalt je manager of je in dezelfde schaal blijft. Het kan zijn dat je functie wordt ingedeeld in een lagere schaal. Je houdt dan 24 maanden de oude salarisschaal. Na 24 maanden volgt inpassing in de lagere schaal. Is je laatstverdiende maandsalaris hoger dan het normsalaris van de nieuwe (lagere) salarisschaal dan word je ingeschaald op het normsalaris van de...
Salarisvaststelling. 3.1 Bij indiensttreding ontvangt de medewerker in het algemeen het vakvolwassen schaalsalaris van de salarisgroep waarin hij (al dan niet met toepassing van artikel 11.2) is ingedeeld. Op grond van ervaring of bijzondere omstandigheden (b.v. de situatie op de arbeidsmarkt) kan hem een hoger schaalsalaris worden toegekend.
Salarisvaststelling. 3.1 Bij indiensttreding wordt het schaalsalaris vastgesteld op 70% van het normsalaris, tenzij op grond van de ervaring van de medewerker een hoger schaalsalaris gerechtvaardigd is.
Salarisvaststelling. Functiewaardering 20
Salarisvaststelling a. De jaarsalarissen vermeld in lid 1b gelden indien de werknemer gedu- rende het gehele jaar in dienst van de werkgever is. Bij in- of uitdiensttre- ding tijdens het jaar wordt een evenredig deel van het jaarsalaris betaald. b. De werkgever zal de geldelijke beloning voor de door de arbeidsgehandi- capte werknemer verrichte arbeid zodanig vaststellen, dat deze (tenmin- ste) gelijk is aan de geldelijke beloning die een niet-arbeids-gehandicapte werknemer in een gelijkwaardige functie bij een gelijkwaardige arbeids- prestatie en een gelijk dienstrooster pleegt te ontvangen. c. Als de arbeidsprestatie van de gehandicapte werknemer duidelijk minder is dan in de desbetreffende functie als normaal wordt beschouwd, zal de werkgever dispensatie van het functieloon aanvragen.