Uitkering bij pensionering Voorbeeldclausules

Uitkering bij pensionering. Wanneer je arbeidsovereenkomst eindigt omdat je met Abp Keuzepensioen gaat of een IVA- of WGA- uitkering ontvangt, krijg je een uitkering van 1,5 maal je maandsalaris. Wanneer je bij het einde van je arbeidsovereenkomst gedeeltelijk bent afgekeurd en nog geen uitkering bij pensionering hebt ontvangen, wordt de uitkering berekend alsof je niet gedeeltelijk was afgekeurd. Jouw werkgever is je de transitievergoeding verschuldigd als je wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid uit dienst treedt (WGA of IVA). In dat geval wordt de uitkering van 1,5 maandsalaris verrekend met de transitievergoeding.
Uitkering bij pensionering. 1. Indien de arbeidsovereenkomst van werknemer eindigt omdat hij met pensioen gaat of een IVA- of WGA-uitkering ontvangt, ontvangt hij een uitkering van 1,5 maal zijn maandsalaris. 2. Indien werknemer bij het einde van de arbeidsovereenkomst gedeeltelijk is afgekeurd en nog geen uitkering bij pensionering heeft ontvangen, wordt de uitkering berekend alsof hij niet gedeeltelijk was afgekeurd. 3. Indien werkgever bij het einde van de arbeidsovereenkomst aan werknemer een transitievergoeding is verschuldigd die hoger is dan de uitkering zoals bedoeld in lid 1, heeft werknemer geen recht op de uitkering zoals bedoeld in lid 1. Indien de transitievergoeding lager is dan de in lid 1 bedoelde uitkering wordt deze aangevuld tot 1,5 maal het maandsalaris van werknemer. 5. Vergoedingen‌
Uitkering bij pensionering. 1. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst onder gelijktijdige toekenning van ABP Keuzepensioen of een IVA- of WGA-uitkering, dan wel bij ontslag wegens flexibel uittreden wordt aan de werknemer een uitkering verstrekt van 1,5 maal zijn salaris. 2. Indien betrokkene reeds gedeeltelijk is afgekeurd en nog geen uitkering als bedoeld in het vorige lid heeft ontvangen, mag dit feit geen nadelige invloed uitoefenen op de hoogte van de uitkering.
Uitkering bij pensionering. De uitkering bij pensionering zal gefaseerd afgebouwd worden (2013 100%, 2014 80%, 2015 60%, 2016 40%, 2017 20%, vanaf 2018 geen toekenning meer). De uitkering bij pensionering wordt toegekend bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd conform het pensioenreglement van Xxxxx. De uitkering bedraagt: − bij een diensttijd van 10 jaar: ¼ bruto all-in periodesalaris netto uitgekeerd; − bij een diensttijd van 20 jaar: 1 bruto all-in periodesalaris netto uitgekeerd; − bij een diensttijd van 30 jaar: 1½ bruto all-in periodesalaris netto uitgekeerd; − bij een diensttijd van 40 jaar: 2 bruto all-in periodesalarissen netto uitgekeerd.
Uitkering bij pensionering. Bij Pensionering zal de Aangeslotene de uitkering van het bedrag dat op de pensioenrekening opgebouwd werd verkrijgen. De prestatie zal onder de vorm van een kapitaal uitgekeerd worden, tenzij de Aangeslotene de omzetting naar een rente vraagt (zie artikel 8).
Uitkering bij pensionering. Bij Pensionering zal de Aangeslotene de uitkering verkrijgen van het bedrag dat op de Individuele pensioenrekening opgebouwd werd eventueel aangevuld tot het wettelijk vereist niveau. De Inrichter is ertoe gehouden eventuele tekorten aan te zuiveren ten opzichte van de WAP rendementsgarantie. Hij kan hiervoor putten uit de Vrije reserve. Indien ook deze Vrije reserve ontoereikend zou zijn, zal de Inrichter het tekort zelf moeten aanzuiveren. De prestatie zal onder de vorm van een kapitaal uitgekeerd worden, tenzij de Aangeslotene de omzetting naar een rente vraagt (zie artikel 8).
Uitkering bij pensionering. Indien de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd als gevolg van pensionering, wordt aan de betrokken medewerker een uitkering gedaan welke gelijk is aan een half basismaandsalaris met een minimum van 50% van het gemiddelde salaris van klasse F. Op de uitkering zullen de wettelijk fiscale bepalingen worden toegepast. Dit artikel is ook van toepassing bij prepensionering.
Uitkering bij pensionering. Wanneer je arbeidsovereenkomst eindigt omdat je aansluitend met ABP Keuzepensioen gaat of een IVA- of WGA-uitkering ontvangt, krijg je een uitkering van 1,5 maal je salaris per maand. Wanneer je bij het einde van je arbeidsovereenkomst gedeeltelijk bent afgekeurd en nog geen uitkering bij pensionering hebt ontvangen, wordt de uitkering berekend alsof je niet gedeeltelijk was afgekeurd. Als je bij uitdiensttreding wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid een transitievergoeding ontvangt, wordt de uitkering van 1,5 maal je salaris per maand verrekend met de transitievergoeding. cao PLb 6. Werk en keuzes‌‌ 2022-2023 volgende pagina vorige pagina
Uitkering bij pensionering a. De medewerker die op 30 juni 2018 een arbeidsovereenkomst had met het CBR ontvangt een 3-maandsuitkering bij pensionering. De uitkering aan de deeltijdmedewerker wordt gebaseerd op het referentieloon. b. De onder a bedoelde medewerker kan vanaf de 64-jarige leeftijd deze 3-maandsuitkering omzetten in verlofdagen onder de voorwaarde dat hij ten minste 12,5 jaar in dienst is bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Deze dagen kan hij in overleg met de manager verdelen over de jaren die de medewerker nog dient te werken (op basis van 1 maand per jaar). De dagen komen bij ziekte niet te vervallen. Een eenmaal gemaakte keuze om de uitkering in te zetten voor verlof kan niet worden teruggedraaid. c. Besluit de medewerker na het kopen van de onder b genoemde dagen alsnog deel te nemen aan de vitaliteitsregeling (zie hoofdstuk 11), parttime te gaan werken of voor de AOW gerechtigde leeftijd uit dienst te gaan, dan zal er naar rato een verrekening plaatsvinden. Die verrekening vindt niet plaats bij overlijden en uitdiensttreding na twee jaar volledige arbeidsongeschiktheid. De uitkering wordt eenmalig toegekend rekening houdend met de van toepassing zijnde (fiscale en sociale) wet- en regelgeving.

Related to Uitkering bij pensionering

  • Uitkering bij arbeidsongeschiktheid 1. Werkgever zal ingeval van aantoonbare arbeidsongeschiktheid, vanaf de 1e dag van arbeidsongeschiktheid gedurende maximaal 2 jaar het op basis van de wettelijke verplichting tot loondoorbetaling verschuldigde loon aanvullen tot: 100% gedurende de eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 90% gedurende de daaropvolgende 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 85% gedurende de daaropvolgende 12 maanden van arbeidsongeschiktheid; van het voor de werknemer geldende brutoloon. Hierbij geldt voor de werknemer de resultaatverplichting dat er sprake is van aantoonbare actieve re-integratie naar redelijkheid en billijkheid. Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt door een bedrijfsongeval vult de werkgever -gedurende maximaal twee jaar- het loon van de werknemer aan tot 100% van het voor de werknemer geldende brutoloon. Bovenstaand schema geldt in dat geval niet. Als voorwaarde daarbij geldt dat uit onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat er sprake is van verwijtbaarheid aan de zijde van de werkgever. 2. Het voor de werknemer geldende brutoloon zoals bedoeld in lid 1, is het gemiddelde van het door de werknemer gedurende de 13 weken onmiddellijk voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid verdiende brutoloon met inbegrip van genoten toeslagen en betaling van structureel overwerk doch met uitzondering van vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. 3. Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel is niet van toepassing, indien en voor zover de werknemer ter zake van zijn arbeidsongeschiktheid een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden jegens derden. In dat geval zal de werkgever een voorschot op de schadevergoeding verstrekken ter hoogte van het in de voorgaande leden bedoelde brutoloon of -aanvulling. De werknemer is verplicht op daartoe strekkend verzoek aan de werkgever door middel van een akte van cessie zijn aanspraken jegens derden op vergoeding van schade aan de werkgever over te dragen. Dit echter niet tot een hoger bedrag dan het bedrag van de in de voorgaande leden bedoelde doorbetaling van loon. Na de cessie kunnen de voorschotten niet meer worden teruggevorderd. 4. Werkgever kan één wachtdag inhouden bij iedere derde en volgende ziekmelding van de werknemer in enig kalenderjaar, mits de OR of de PVT hiermee instemt en mits bovendien de OR of de PVT heeft ingestemd met een verzuimbegeleidings-plan, met inachtneming van de wettelijke minimale loondoorbetalingsplicht bij ziekte. Deze instemmingsbevoegdheid komt toe aan de personeelsvertegenwoordiging in ondernemingen waarin geen OR of PVT aanwezig is, of aan de betrokken werknemers-verenigingen in ondernemingen waar geen ondernemingsraad aanwezig is terwijl de onderneming hiertoe wel wettelijk verplicht is. Bij ziekmelding als gevolg van chronisch ziek zijn kunnen geen wachtdagen worden ingehouden. 5. In geval van chronisch ziek zijn komt de mogelijkheid tot het inhouden van wachtdagen volgens voorgaand lid te vervallen. Het dient toetsbaar en onomstotelijk vast te staan dat er sprake is van chronisch ziek zijn. Ingeval van onduidelijkheid is er een toetsing mogelijk via de bedrijfsarts / Arboarts. Voor het definiëren van het begrip “chronisch ziek” wordt aansluiting gezocht bij de studie die daar van overheidswege (onderzoek eigen risico zorgverzekering) naar wordt verricht.

  • Uitkering bij overlijden 1. De werkgever dient na het overlijden van een werknemer aan de nabestaanden een uitkering te verstrekken. 2. De uitkering wordt verstrekt over de periode vanaf de dag van overlijden tot en met de laatste dag van de 2e maand na die, waarin het overlijden plaatsvond. 3. De uitkering moet worden berekend naar het laatst verdiende brutoloon dat de werknemer toekwam. 4. De nabestaanden zijn: a. De langstlevende van de echtgenoten van wie de werknemer niet duurzaam gescheiden leefde danwel degene met wie de werknemer ongehuwd samenleefde.3 b. Bij ontbreken van de onder a. bedoelde persoon, de minderjarige wettige of erkende natuurlijke kinderen. c. Bij ontbreken van de onder a en b bedoelde personen degenen ten aanzien van wie de overledene grotendeels in de kosten van het bestaan voorzag en met wie hij in gezinsverband leefde. 4 5. De uitkering mag alleen worden verminderd met de overlijdensuitkering welke de nabestaanden van de WAO/WIA ontvangen.