Vitaliteitsregeling Voorbeeldclausules

Vitaliteitsregeling. Doel regeling Cao-partijen hebben in het kader van leeftijdsbewust personeelsbeleid een vitaliteitsregeling ontwikkeld. Het doel van de regeling is: - het voorkomen van uitval van de medewerker die ontstaat door het verhogen van de AOW-leeftijd (afnemende belastbaarheid en het langer doorwerken) - door een financieel verantwoorde regeling de duurzame inzetbaarheid van medewerkers van 60 jaar en ouder realiseren. Voorwaarde voor deelname a. De medewerker van 60 jaar of ouder kan gebruik te maken van de vitaliteitsregeling. b. Werkgever stuurt op verzoek van medewerker een Melding Deelname Vitaliteitsregeling aan Veilig en Gezond (xxxx@xxxxxxxxxxxxxx.xx binnen 14 dagen na de dag waarop de medewerker van 60 jaar of ouder schriftelijk aan werkgever heeft medegedeeld te willen deelnemen aan de regeling. c. De vitaliteitsregeling start op de ingangsdatum van deelname zoals staat op de Melding Deelname Vitaliteitsregeling. Cao-partijen kunnen in bijzondere omstandigheden een andere (latere) datum aanwijzen.
Vitaliteitsregeling. De vitaliteitsregeling bestaat uit de volgende 3 onderdelen: 1. vitaliteitsbudget per 1 januari 2019, 2. overgangsregelingen vitaliteitsbudget voor werknemers in dienst op 31 december 2018, 3. vitaliteitspact.
Vitaliteitsregeling. 1. Werkgever biedt een vitaliteitsregeling voor de medewerker vanaf 5 jaar voorafgaand aan de AOW-leeftijd. Hij kan daar als alternatief voor de ATV dagen (artikel 50) voor kiezen. Het biedt een extra mogelijkheid om het werkende leven tot aan de pensionering anders in vullen, als de medewerker daar behoefte aan heeft. 2. De medewerker heeft de keuze uit: a. 80% werken met 90% salaris en 100% pensioenopbouw, ten opzichte van het huidige contract b. 70% werken, met 90% salaris en 100% pensioenopbouw, ten opzichte van het huidige contract 3. Voor deelname aan de regelingen gelden de volgende uitgangspunten: 4. Basis voor het kunnen deelnemen aan de vitaliteitsregeling is dat de medewerker na toepassing van de regeling uitkomt op een minimale arbeidsomvang van 0,4 fte. 5. Indien medewerker voorafgaand aan deelname aan de vitaliteitsregeling vanuit een parttime contract méér uren is gaan werken, dan is deelname aan de vitaliteitsregeling gebaseerd op de gemiddelde arbeidsomvang in de laatste 3 jaren voorafgaand aan het verzoek tot deelname. 6. Op het moment dat de medewerker deelneemt aan deze regeling vervalt het totaal aan ATV dagen die de medewerker nog zou opbouwen. De verlofopbouw over de overige verlofsoorten vindt naar rato plaats. Xxxxx opgebouwde vakantierechten tot aan het moment van deelname blijven bestaan. 7. De deelnemer aan deze vitaliteitsregelingen behoudt het recht op een lease auto. Voor de regelingen genoemd in lid 2 onder 1 en 2 wordt het normlease bedrag aangepast aan de gekozen arbeidsomvang. Deelname aan de regeling 00-00-000 mag geen andere financiële nadelige gevolgen hebben dan aanpassing van het salaris naar 90% van het oude salaris. 8. In principe is door de keuze voor een alternatieve invulling van het werkende leven tot aan het pensioen, extra inzet voor meeruren en overwerk niet meer aan de orde. Mocht medewerker incidenteel toch nog voor extra werk worden ingezet, dan geldt een meerurentoeslag over het verschil tussen een fulltime contract en de nieuwe arbeidsomvang. Overurentoeslag is alleen aan de orde op zaterdagen en voor examinatoren uit werktijdenregeling 1 die ingezet worden voor een 9e examen. 9. Indien de medewerker kiest voor deelname aan de vitaliteitsregeling, kan dit niet meer worden teruggedraaid.
Vitaliteitsregeling. 1. Werknemers van 58 jaar en ouder met een volledig dienstverband kunnen de gemiddelde arbeidsduur terugbrengen naar een 3-daagse werkweek van gemiddeld 24 uur. Uiterlijk 2 maanden voor de ingangsdatum informeert de werknemer schriftelijk de afdeling Human Resources. 2. Om deze 3-daagse werkweek mogelijk te maken, neemt de werknemer 1 dag per week deeltijdpensioen op. Over de dan nog resterende vrije uren (4 uur) ontvangt de werknemer 50% van zijn normale salaris. De werknemer ontvangt zo voor 3 dagen werken per week over 26 uren loon en over 1 dag per week deeltijdpensioen. 3. De werknemer die van de regeling gebruik maakt, kan geen recht meer doen gelden op de leeftijdsdagen van artikel 7 cao. Deelname aan de regeling houdt in dat de werknemer tot einde dienstverband afstand doet van deze leeftijdsdagen. 4. De werknemer die aan de toetredingsvoorwaarden voldoet mag (maximaal) 6 jaar van de regeling gebruik maken: na (maximaal) 6 jaar eindigt de deelname aan de vitaliteitsregeling en gaat de werknemer aansluitend (voltijds) met pensioen. 5. Bij aanvang van de deelname worden over de (voltijds) pensioendatum tussen werkgever en werknemer afspraken gemaakt die schriftelijk worden vastgelegd. Werknemer committeert zich aan de afgesproken pensioendatum. Als werknemer daarop op een later moment terugkomt, is werkgever gerechtigd de door de werkgever gemaakte kosten en de loondoorbetaling tijdens de arbeidsduurverkorting volledig op de werknemer te verhalen. 6. Voor deeltijdwerknemers wordt de arbeidsduurverkorting naar evenredigheid berekend. 7. De werknemer kan op of na de 1e dag van de periode waarin de werknemer 58 jaar wordt deelnemen aan de Vitaliteitsregeling. 8. Het dienstrooster wordt jaarlijks vastgesteld in overleg met de afdelingsleiding. 9. Tijdens de deelname aan de Vitaliteitsregeling is het onderstaande van kracht: - De opbouw van pensioen vindt plaats over 28,8 uren per week (124,8 uren per maand). - De vakantie-uitkering wordt berekend op basis van 28 uren per week (121,33 uren per maand). - De eindejaarsuitkering wordt berekend op basis van 28 uren per week (121,33 uren per maand). - Deelname aan de Vitaliteitsregeling heeft geen impact op de berekening van de jubileumuitkering. Voor deetijdwerknemers wordt de pensioenopbouw, de vakantie-, eindejaars- en jubileumuitkering naar evenredigheid berekend. 10. Bij de invoering van de vitaliteitsregeling per 1 april 2017 geldt een overgangsregeling. Deze is opgenomen in bijlage 2.
Vitaliteitsregeling. De vitaliteitsregeling geldt voor: • werknemers die op of na 1 januari 2017 in dienst zijn gekomen; • werknemers die op 31 december 2016 al in dienst waren, maar voor 1 januari 2017 jonger dan 53 jaar waren en is als volgt: Als je een fulltime dienstverband hebt dan kun je als werknemer 5 jaar voorafgaand aan je AOW-gerechtigde leeftijd 32 uur (84,2%) per week gaan werken tegen 92,1% functiesalaris en met een pensioenopbouw van 100%. De genoemde percentages van 84,2 en 92,1 gelden naar rato als je parttime werkt Deze vitaliteitsregeling wordt eens per vijf jaar geëvalueerd door cao-partijen en kan op basis van die evaluatie worden bijgesteld.
Vitaliteitsregeling. In het onderhandelingsresultaat van 28 november 2018 dat op 12 december 2018 door de leden is goedgekeurd, hebben partijen afgesproken een vitaliteitsregeling in te voeren. De vitaliteitsregeling is op 1 juni 2019 ingevoerd. Bij deelname aan de vitaliteitsregeling gelden de arbeidsvoorwaardelijke afspraken uit de vitaliteitsregeling indien en voor zover deze afwijken van de afspraken in deze cao. Partijen voeren een eerste evaluatie van deze regeling uit in februari 2020 en een tweede evaluatie in november 2020. In de eerste evaluatie wordt onderzocht of deze regeling tussentijds moet worden aangepast, in de tweede of deze moet worden voorgezet, aangepast of stopgezet. Als de regeling wijzigt of vervalt kunnen huidige deelnemers deze regeling onder bestaande voorwaarden continueren.
Vitaliteitsregeling. Voorbeeld 5-ploegendienst: een werknemer werkt fulltime in de 5-ploegendienst met een salaris van €2.900,- en een ploegentoeslag van €832,30 (28,7%) per maand en gaat deelnemen aan de Vitaliteitsregeling. Voor deelname aan de Vitaliteitsregeling wordt 5% per maand ingehouden op het functiesalaris. Omdat het functiesalaris de grondslag vormt voor het bepalen van de hoogte van de ploegentoeslag, wordt ook het ploegenbedrag lager. In dit voorbeeld betekent voor de werknemer het volgende voor zijn bruto maandinkomen: Maandelijks wordt er dus voor deze werknemer €186,62 ingehouden op het salaris voor deelname aan de Vitaliteitsregeling. Deelname aan deze regeling heeft echter ook gevolgen voor de hoogte van o.a. de vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, eventuele persoonlijke toeslag en matrixcompensatie. Ook deze bedragen worden lager. Het aantal vakantie-uren van deze werknemer wordt gebaseerd op 88,9%. Artikel 13 A Ploegentoeslag in 5-ploeg
Vitaliteitsregeling. De vitaliteitsregeling is bedoeld om werknemers te ondersteunen in hun duurzame inzetbaarheid. Om duurzaam inzetbaar te kunnen blijven is het mogelijk om gebruik te maken van deze vitaliteitsregeling. Deze regeling helpt de werknemer in zijn vitaliteit, zodat deze vitaal aan het werk blijft en/of vitaal naar zijn pensioen toe kan gaan. Een goede balans tussen werk en privé is ook belangrijk voor de vitaliteit en duurzame inzetbaarheid.
Vitaliteitsregeling. 1. Met ingang van 1 januari 2013 zal voor medewerkers met geboorte jaar 1955 t/m 1959 een maandelijks vast bedrag gestort worden in een vitaliteitregeling zodat op 65 jarige leeftijd, aan het einde van de looptijd van spaarregeling, een bedrag van 10.000 euro is gespaard. 2. Eveneens per 1 januari 2013 zal voor medewerkers met geboorte jaar 1960 en later een maandelijks vast bedrag gestort worden in een vitaliteitregeling zodat op 65 jarige leeftijd, aan het einde van de looptijd van spaarregeling, een bedrag van 20.000 euro is gespaard. 3. Na het vaststellen van het maandelijkse vaste bedrag zal BTT twee-derde van dat bedrag voor haar rekening nemen, de medewerker draagt een derde bij. Het is voor de medewerker niet mogelijk om niet deel te nemen. 4. BTT zal hiertoe een (collectieve) faciliteit ontwikkelen die voldoet aan de (alsdan bestaande) fiscale normen.
Vitaliteitsregeling. De vitaliteitsregeling geldt voor: • werknemers die op of na 1 januari 2017 in dienst zijn gekomen; • werknemers die op 31 december 2016 al in dienst waren, maar voor 1 januari 2017 jonger dan 50 jaar (werkend in ploegendienst) en 53 jaar (werkend in dagdienst) waren en is als volgt: Als je een fulltime dienstverband hebt dan kun je als werknemer 5 jaar voorafgaand aan je AOW- gerechtigde leeftijd 32 uur (88,9%) per week gaan werken tegen 94,4% functiesalaris en met een pensioenopbouw van 100%. De genoemde percentages van 88,9 en 94,4 gelden naar rato als je parttime werkt of als je in de volcontinu 5-ploegendienst werkt. Als je in de volcontinu 5-ploegendienst werkt betekent dit dat je 5 jaar voorafgaand aan je AOW-gerechtigde leeftijd 29,9 uur kan gaan werken tegen 94,4% van je functiesalaris en met een pensioenopbouw van 100%. Bij het verkorten van je gemiddelde arbeidsduur gelden de cao-bepalingen naar rato net zoals bij een parttimer. Dit geldt onder andere voor het bepalen van de hoogte van het vakantierecht. Het is niet mogelijk om de regeling bij ziekte /arbeidsongeschiktheid stop te zetten. Als een werknemer deelname aan deze regeling om een andere reden dan arbeidsongeschiktheid wil beëindigen en meer uren wil gaan werken, dan gelden hiervoor dezelfde wettelijke regels als bij een verzoek tot arbeidsduurver- meerdering op grond van de wet flexibel werken van een parttimer. Het is niet de bedoeling dat je overwerkt of meerwerk verricht. Als je moet werken op ingeplande vrije tijd in het kader van dit artikel dan kun je die vrije tijd op een ander tijdstip plannen. Dit moet dan binnen 30 dagen.