Pensioenpremie. Op het pensioengevend inkomen wordt bij werknemer een pensioenpremie ingehouden, zie hoofdstuk 10.
Pensioenpremie. Jaarlijks berekent het pensioenfonds met een vaste premiesystematiek welke premie noodzakelijk is voor de fiscaal maximale pensioenopbouw. De premie bestaat uit de volgende elementen:
a. de inkoop van de pensioenopbouw van de deelnemers;
b. de wettelijke verplichte solvabiliteitsopslag. De werkgever betaalt de premie die nodig is voor de fiscaal maximale opbouw (2021: 1,875%), maar stelt daarvoor maximaal 24% van de som van de pensioengevende salarissen beschikbaar. Bij het vaststellen van de premie wordt op geen enkele wijze rekening gehouden met de in en over het verleden gelopen risico’s. De werkgever betaalt naast de premie de uitvoeringskosten. Je betaalt een bijdrage in de pensioenpremie van 5,0% van jouw pensioen- grondslag per 1 januari van enig jaar. Als in enig jaar de benodigde premie voor de fiscaal maximale opbouw onder de 22% uit komt, dan wordt het verschil tussen de benodigde premie en de 22% gebruikt voor verlaging van de eigen bijdrage van de medewerkers. Bij indiensttreding in de loop van een jaar geldt voor dat jaar de pensioengrondslag per de datum van opname in de pensioenregeling voor de bepaling van de hoogte van de eigen bijdrage. De pensioenpremie is alleen bedoeld voor de inkoop van pensioen voor de deelnemers in dat jaar. De premie is niet bedoeld om dreigende kortingen van het reeds opgebouwd pensioen te voorkomen en/of kortingen uit het verle- den te compenseren. Als de premie in enig jaar onvoldoende is om de beoogde fiscaal maximale pensioenopbouw (2021: 1,875%) te financieren, dan wordt de inkoop van de beoogde pensioenopbouw in dat jaar verlaagd. Er wordt door de werkgever geen premie bijbetaald. De werkgever heeft met het betalen van de premie aan haar financiële verplichtingen voldaan. Er zal in geen geval worden bijgestort in het pensioen- fonds en er zal ook geen geld vanuit het pensioenfonds terug worden gestort naar de werkgever. Indexatie is uitsluitend afhankelijk van het eigen vermogen van het pensioenfonds. Wanneer indexatie achterblijft bij de gekozen maatstaf, zal in geen geval worden bijgestort. Evenmin zal de premie worden verhoogd.
Pensioenpremie. Voor medewerkers die reeds in dienst zijn op 31 december 2014 geldt er een overgangsregeling. Voor deze medewerkers blijft de werknemersbijdrage als percentage in de periode 2015-2019 gelijk aan die van 2014 (5% van de pensioengrondslag). Vanaf 2020 gaat de werknemerspremie in 10 jaar in 10 gelijke stappen omhoog naar 7,5G%. De werkgever heeft de ambitie om op termijn de werknemersbijdrage te laten groeien naar een verhouding 70% werkgeversbijdrage en 30% werknemersbijdrage.
Pensioenpremie. Het deel der pensioenpremie, hetwelk ten laste van de werknemer komt, kan op het loon worden gekort.
Pensioenpremie. 1. De pensioenpremie wordt voor 50% op je verhaald via een inhouding op je salaris.
2. In aanvulling op het eerste lid kun je in het Verplichtstellingsbesluit PFZW, de statuten en het pensioenreglement van PFZW meer lezen over je pensioenregeling, indien die pensioenregeling op jouw kliniek van toepassing is.
Pensioenpremie. De helft van de pensioenpremie is ten laste van de werknemer.
Pensioenpremie. Partijen spreken af om de pensioenpremie VLEP met 1% punt te verhogen per 1 januari 2022. De verdeling van deze extra pensioenpremie tussen werkgever en werknemer geschiedt volgens de bestaande verdeelsleutel.
Pensioenpremie. Je betaalt als werknemer G,39% van de pensioengrond- slag. De pensioengrondslag wordt jaarlijks op 1 januari, of latere datum in dienst, vastgesteld en geldt voor het hele jaar. De werknemersbijdrage stijgt vanaf 2020 in 10 jaar in 10 gelijke stappen naar 7,5G%. De werkgever heeft de ambitie om op termijn de werknemersbijdrage te laten groeien naar een verhouding 70% werkgevers- bijdrage en 30% werknemersbijdrage.
Pensioenpremie. 4.1 De Pensioenregeling is een beschikbare premieregeling op basis van een vaste premie. De vaste premie in de beschikbare premieregeling bedraagt 30,53% van de Pensioengrondslag.
4.2 De vaste premie zoals bepaald in artikel 4.1 is inclusief werknemersbijdrage.
4.3 De verdeling van de premie is als volgt: 24,53% werkgever en 6% werknemer
4.4 Het uitgangspunt voor de hoogte van de staffel is de vaste premie: werkgeverspremie plus de werknemersbijdrage en de financiering vanuit het premiedepot zoals hiervoor bepaald in artikel 4.1, 4.2. en 4.3.
4.5 De hoogte van de staffel is gelijk aan het benuttingspercentage (max. 100%) maal de premies in de fiscaal maximale staffel op basis van een rekenrente van 1,5% bij Pensioenfonds PGB. Het benuttingspercentage wordt ieder jaar opnieuw door PGB vastgesteld op basis van de premie-inleg conform artikel 4.1 t/m 4.4 en bedraagt in 2024 91,0%.
Pensioenpremie. De pensioenpremie is gelijk aan een vaste premie van 34,5% van de pensioengrondslagsom. De werkgever betaalt de premie aan het Rabobank Pensioenfonds en verhaalt hiervan een deel als eigen bijdrage bij de medewerker.