Inhaaltoeslagen. Indien er in enig jaar sprake is van overrendement kan het bestuur beslissen na advies van het Dutch Management Committee, en na overleg met BP Group Netherlands, om over te gaan tot inhaaltoeslagen. Een herstel van gemiste toeslagen vindt plaats indien één of meerdere jaren geen volledige toeslag is toegepast. Indien in enig jaar geen sprake is van een verleende toeslag, kan er wel sprake zijn van een gemiste toeslag. De gemiste toeslagen dienen individueel te worden hersteld. In geval van herstel geldt één herstelpercentage voor de gehele populatie dat op individueel niveau gemaximeerd wordt op de over het verleden gecumuleerde gemiste toeslag. Daarbij is bepaald dat de gemiste toeslag maximaal binnen vijf jaar kan worden ingehaald. De meest recente gemiste toeslag wordt dus als eerste hersteld. De toekenning van een hersteltoeslag aan een pensioengerechtigde heeft alleen betrekking op de toekomstige uitkering. Er vindt geen aanpassing van de uitkering met terugwerkende kracht plaats.
Inhaaltoeslagen. Bij een toereikende dekkingsgraad kan het bestuur besluiten inhaaltoeslagen te verlenen ter compensatie van de in het verleden niet (volledig) verleende toeslagenen / of doorgevoerde kortingen. Voor het verlenen van inhaaltoeslagen gelden de volgende uitgangspunten: ■ De beleidsdekkingsgraad is pas toereikend voor het verlenen van inhaaltoeslagen indien de beleidsdekkingsgraad hoger is dan de TBI-grens nadat deze is gecorrigeerd voor de in het desbetreffende jaar verleende toeslag, waarbij de kosten van de inhaaltoeslagen in enig jaar niet meer mogen bedragen dan 20% van het vermogen wat aanwezig is boven de TBI-grens; ■ Er wordt bij het inhalen geen onderscheid gemaakt tussen het inhalen van een toeslag of ongedaan maken van een korting. Het pensioenfonds beschouwt daarbij een korting als een negatieve toeslag; ■ Bij het verlenen van inhaaltoeslagen zullen de belangen van de betrokkenen op evenwichtige wijze vertegenwoordigd worden. Gemiste toeslagen (inclusief kortingen) van deelnemers, slapers en pensioengerechtigden worden cumulatief op polis niveau geadministreerd; ■ Bij het inhalen van een achterstand zal het LIFO systeem worden gehanteerd; ■ Xxxxx ingegane uitkeringen worden niet met terugwerkende kracht gerepareerd. In deze bijlage wordt het beleggingsbeleid van het pensioenfonds beschreven. Tevens zijn hierin de richtlijnen voor het vermogensbeheer op hoofdlijnen vastgelegd. Conform artikel 27 uit het Besluit FTK fondsen wordt achtereenvolgens ingegaan op het strategische beleggingsbeleid, de opzet en uitvoering van de vermogensbeheeractiviteiten, de wijze van risicometing en -beheersing, de opzet van de resultaatsevaluatie alsmede de waarderingsgrondslagen. In bijlage F is de verklaring inzake beleggingsbeginselen van het bestuur opgenomen.
Inhaaltoeslagen. Tekorten in toeslagverlening en toegepaste kortingen worden vanaf 1 januari 2003 bijgehouden. Indien de beleidsdekkingsgraad hoger is dan de indexatiedekkingsgraad kan het bestuur inhaaltoeslag c.q. compensatie van kortingen verlenen. De inhaaltoeslag of compensatie van kortingen kan niet hoger kan zijn dan 20% van het verschil tussen de beleidsdekkingsgraad en de indexatiedekkingsgraad. Inhaaltoeslag en compensatie van kortingen hebben dezelfde prioriteit. De meest recente korting of niet verleende indexatie wordt als eerste gecompenseerd.
Inhaaltoeslagen. Het bestuur heeft besloten dat er geen inhaaltoeslagen worden verleend, ongeacht of de financiële positie van de Stichting dit, met inachtneming van de vereisten vanuit de Pensioenwet en aanverwante wetgeving, mogelijk maakt.