Common use of Vakantie Clause in Contracts

Vakantie. a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. De 1. Per kalenderjaar heeft iedere werknemer verwerft per vakantiejaar recht op 190 uur vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 25 werkdagen maal 7,6 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd . Werknemers, die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, hebben per kalenderjaar recht op 205,2 uur vakantie met behoud van salaris. 2. Boven de vakantierechten volgens lid 1 van dit artikel heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke werknemer recht op de onderstaande leeftijdsvakantiedagen per kalenderjaar: • indien hij besteedt de leeftijd van 35 jaar heeft bereikt: 7,6 uur; • indien hij de leeftijd van 40 jaar heeft bereikt: 15,2 uur; • indien hij de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt: 22,8 uur; • indien hij de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt: 30,4 uur; • indien hij de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt: 38,0 uur; • indien hij de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt: 45,6 uur; • indien hij de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt: 53,2 uur. Met de leeftijdsvakantiedagen wordt een bijdrage geleverd aan het volgen gezond langer kunnen blijven doorwerken van lessen waartoe oudere werknemers. Met de werkgever hem wettelijk leeftijdsvakantiedagen kunnen oudere werknemers zelf extra hersteltijd inroosteren. De leeftijdsvakantiedagen maken onderdeel uit van een breder levensfasebewust personeelsbeleid. Bedrijven, die de waarde van de cao- leeftijdsvakantiedagen op een andere wijze willen inzetten, nodigen hiervoor de vakorganisaties uit om daarover afspraken te maken in de gelegenheid moet stellen. 17.6het kader van levensfasebeleid. De werknemer kan maximaal 38 vakantiedie de AOW-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede gerechtigde leeftijd heeft bereikt, heeft geen recht op leeftijdsvakantiedagen. 3. Indien de betrokken werknemer in de loop van het volgende kalenderjaar een van bovengenoemde leeftijden bereikt, gelden de daarbij behorende vrije dagen voor dat kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.74. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen Te veel of te weinig genoten vakantierechten worden bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met de dienstbetrekking verrekend op basis van het salaris verrekendover deze vakantierechten. 17.105. Rechten De werknemer, die in de loop van het kalenderjaar in dienst treedt, dan wel de dienst verlaat, of in deeltijd werkzaam is heeft recht op het genieten een proportioneel deel van vakantiedagen kunnen behoudens de bovenstaande vakantierechten. 6. In de onderneming wordt een verlof- en vakantieregeling in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geldoverleg met de ondernemingsraad vastgesteld.

Vakantie. 1. Ten aanzien van de vakantie gelden -met inachtneming van de leden 2 tot en met 8 van dit artikel- de wettelijke bepalingen, geregeld in artikel 7:634 BW en verder. 2. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. 3. De normale vakantie per jaar bedraagt: a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud voor werknemers van salaris 16 jaar en jonger 28 dagen voor werknemers van 17 en 18 jaar 26 dagen voor werknemers van 19 t/m 39 jaar 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk voor werknemers van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 24 dagen voor werknemers van 45 t/m 49 jaar 2 25 dagen (15,2 uur) voor werknemers van 50 t/m 54 jaar 3 26 dagen (22,8 uur) voor werknemers van 55 t/m 59 jaar 4 27 dagen (30,4 uur) voor werknemers van 60 jaar en ouder 5 28 dagen b. In afwijking van het gestelde onder a. bedraagt de vakantie per jaar: voor werknemers met 10 dienstjaren 25 dagen (38 uur)voor werknemers met 15 dienstjaren 26 dagen voor werknemers met 20 dienstjaren 27 dagen voor werknemers met 25 dienstjaren 28 dagen voor werknemers met 30 dienstjaren 29 dagen c. De werknemer die slechts een deel Het toekennen van vakantiedagen vindt plaats of op grond van de lengte van het vakantiejaar in dienst dienstverband danwel op grond van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2leeftijd; het hoogste aantal dagen prevaleert. d. De werknemer verwerft heeft recht op het onder a. respectievelijk b. van lid 3 genoemde aantal vakantiedagen, indien hij op 1 juli de daarbij genoemde leeftijd heeft bereikt, respectievelijk het daarbij genoemde aantal dienstjaren zonder onderbreking in de onderneming heeft vervuld. Als onderbreking wordt niet beschouwd enige vorm van verlof of afwezigheid met instandhouding van de arbeidsovereenkomst. 4. De werknemer heeft geen vakantierechten aanspraak op vakantie over de tijd tijd, gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden de bedongen arbeid geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris loon heeft, tenzij uit artikel 7:635 BW anders voortvloeit. 17.25. Voor de berekening De totale aanspraak op vakantie wordt bij het einde van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor vakantiejaar, of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste bij het einde van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, dienstbetrekking naar boven afgerond op halve dagen indien het dienstverband korter dan één maand van de werknemer tenminste 2 maanden onafgebroken heeft geduurd. 6.a. De werkgever bevordert, dat de werknemer zijn vakantiedagen in het lopende vakantiejaar opneemt. Daartoe zal de werkgever tijdig in overleg met de werknemers jaarlijks een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgengoede vakantieplanning maken. 17.36.b. Van Desgewenst geniet de werknemer -voorzover de aanspraak in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 het betreffende vakantiejaar toereikend zal zijn- drie weken aaneengesloten worden verleendvakantie. 6.c. Het tijdstip De werknemer ouder dan 50 jaar geniet desgewenst - voorzover de aanspraak in het betreffende vakantiejaar toereikend zal zijn - 4 weken aaneengesloten vakantie in een door werkgever na overleg met de werknemer te bepalen periode. 6.d. De werkgever stelt de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vast na overleg met de werknemer, waarbij de aanvang van de aaneengesloten vakantie zoveel mogelijk zal bij voorkeur zijn gelegen in een de periode plaatsvinden waarin de vakantie van 1 mei tot en met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten30 september. 17.46.e. De werkgever mag van niet bepalen, dat oponthoud tijdens een meerdaagse buitenlandse rit als vakantie zal worden aangemerkt, tenzij met de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijnwerknemer op diens verzoek anders is overeengekomen. 17.56.f. De werknemer die werkgever heeft de bevoegdheid jaarlijks drie verplichte snipperdagen aan te wijzen. Deze snipperdagen moeten direct voorafgaan aan of volgen op 1 mei een der in artikel 32 genoemde feestdagen. Indien de werkgever van deze mogelijkheid gebruik maakt dient dat tenminste twee maanden van tevoren schriftelijk bekend gemaakt te worden. 7. Vakantiedagen worden aan het begin van het kalenderjaar toegekend. De feitelijke opbouw vindt per betalingsperiode plaats. In geval van een negatief saldo aan vakantiedagen bij einde dienstverband, zullen deze bij de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stelleneindafrekening worden verrekend. 17.68. Voor elke vakantiedag waarop de werknemer, bij beëindiging van het dienstverband aanspraak heeft en die niet alsnog wordt genoten, wordt het functieloon van één dag vermeerderd met de vakantietoeslag en (indien van toepassing) de ploegentoeslag en de persoonlijke toeslag uitbetaald. 9.a. De werkgever is verplicht aantekening te houden van de door de werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede opgenomen, respectievelijk aan hem uitbetaalde vakantiedagen/-uren. 9.b. Mutaties ten aanzien van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer (resterend) aantal vakantiedagen/-uren dienen op de niet opgenomen vakantie-uren salarisspecificatie te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaarworden vermeld. 17.79.c. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen De werkgever verstrekt bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van de dienstbetrekking aan de werknemer een verklaring waaruit het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekendaantal bij de beëindiging uitbetaalde vakantiedagen/-uren blijkt. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. 1. Het vakantiejaar loopt gelijk op met het kalenderjaar. 2. Werknemer verwerft over ieder jaar waarin hij werkzaam is aanspraak op doorbetaalde vakantie van 190 uur bij een voltijds dienstverband van 38 uur gemiddeld per week. In het geval van een deeltijd dienstverband en in het geval van een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van meer dan 38 uur op grond van artikel 17 van de cao wordt het aantal vakantie-uren naar rato vastgesteld. Voor de werknemer die geen contractueel vastgesteld aantal uren werkt (min-max, oproep), wordt in overeenstemming met bovenstaande per gewerkt uur 12,99 % opbouw vakantie-uren gereserveerd. Zie voor een uitleg bijlage 11. 3. Werknemer verwerft (conform artikel 7:635 BW) vakantieaanspraken over het tijdvak, gedurende hetwelk hij geen recht op in geld vastgesteld salaris heeft omdat: a. hij vakantie geniet op grond van aanspraken bij de oude werkgever; b. hij met toestemming van werkgever, deelneemt aan een bijeenkomst die wordt georganiseerd door een vakvereniging waarvan hij lid is; c. hij door de Kunstenbond als kaderlid bij de werkgever is aangesteld en hij daarom recht heeft op drie betaalde verlofdagen per jaar, mits deze aantoonbaar gebruikt worden voor het bijwonen van vakbondsoverleg; d. hij anders dan ten gevolge van arbeidsongeschiktheid, tegen zijn wil niet in staat is om de overeengekomen arbeid te verrichten; e. hij politiek verlof geniet. 4. De vrouwelijke werknemer verwerft per vakantiejaar vakantieaanspraken over het tijdvak waarop zij recht heeft op vakantie een zwangerschaps- en bevallingsuitkering in verband met behoud van salaris van 24 dagen haar zwangerschap (zie artikel 46 voor meer bepalingen die betrekking hebben op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uuro.a. zwangerschap). 5. Bij ziekte verwerft werknemer vakantieaanspraken over de volledige periode waarin werknemer arbeidsongeschikt is wegens ziekte, ongeacht of hij aanspraak heeft op salaris. 6. Werknemer verwerft bij arbeidsongeschiktheid geen vakantieaanspraken: a. als de arbeidsongeschiktheid is ontstaan door de opzet van werknemer; b. Afhankelijk voor de tijd dat door toedoen van werknemer de genezing wordt belemmerd of vertraagd; c. voor de tijd dat werknemer, hoewel hij daartoe volgens oordeel van de leeftijd die de werknemer arbo- arts in het desbetreffende vakantiejaar bereiktstaat is, heeft hij recht op zonder deugdelijke grond passende arbeid bij werkgever of een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2derde niet verricht. d. De werknemer 7. Werknemer verwerft geen vakantierechten aanspraak op vakantie over de tijd gedurende welke tijd, waarover hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden de bedongen arbeid geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris schaalsalaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. De werknemer verwerft Bij een standaard arbeidsduur heb je het volgende aantal vakantie-uren per vakantiejaar recht op vakantie kalenderjaar (waarvan 144 wettelijke vakantie-uren): • medewerkers tot en met behoud 34 jaar: 187 uren en 12 minuten • medewerkers van salaris 35 tot en met 44 jaar: 201 uren en 36 minuten • medewerkers van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend 45 tot en met 182,4 uur). b. Afhankelijk 54 jaar: 216 uren • medewerkers van 55 jaar en ouder: 223 uren en 12 minuten Voor de leeftijdscategorie wordt gekeken naar de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar betref- fende jaar wordt bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van . Als je niet het vakantiejaar hele kalenderjaar in dienst van de werkgever is (geweest)bent of als je korter of langer werkt dan gemiddeld 36 uur per week, heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van wordt het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaarrato vastgesteld. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen Bovenop deze vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers krijg je, ongeacht je arbeidsduur, 7 uren en 12 minuten vakantie extra, behalve als je gemiddelde arbeidsduur meer dan 36 uur per week is, dan ontvang je die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur extra 7 uren en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.812 minuten naar rato. Bij een gemiddelde arbeidsduur van 40 uur per week, gaat het eindigen dan om 8 uur. Deze uren krijg je ook als je later in het jaar in dienst komt. Deze extra dag is een compensatie voor het afschaffen van buitengewoon verlof in geval van feestelijke gebeurtenissen of verhuizing. Deze wordt struc- tureel jaarlijks toegekend, zodat je zelf kunt bepalen wanneer en waarvoor je deze dag in zet. Je bent niet meer afhankelijk van de arbeidsovereenkomst zal (beperkte en) limitatieve opsomming die voorheen gold voor buitengewoon verlof in geval van inciden- tele gebeurtenissen zoals bij ondertrouw, huwelijk, (dienst)jubileum en/of verhuizing. Dit ‘liefverlof’ maakt geen onderdeel meer uit van de werknemer desgewenst verder in deze cao opgenomen buitengewoonverlof-regeling. De aangepaste regeling voor buitengewoon verlof vind je terug in 5.13. Het is de gelegenheid gesteld worden bedoeling dat je de hem nog toekomende vastgestelde vakantie-uren opneemt in het jaar dat deze zijn toegekend. Je wordt geacht minimaal twee aaneengesloten weken per kalenderjaar vakantie op te nemen en je hebt het recht om drie weken achter elkaar vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in . Alle vakantierechten vervallen vijf jaar na de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde laatste dag van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekendkalenderjaar waarin zij zijn verworven. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. 1. Ten aanzien van de vakantie gelden -met inachtneming van de leden 2 tot en met 8 van dit artikel- de wettelijke bepalingen, geregeld in artikel 7:634 BW en verder. 2. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. 3. De normale vakantie per jaar bedraagt: a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud voor werknemers van salaris 16 jaar en jonger 28 dagen voor werknemers van 17 en 18 jaar 26 dagen voor werknemers van 19 t/m 39 jaar 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk voor werknemers van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 24 dagen voor werknemers van 45 t/m 49 jaar 2 25 dagen (15,2 uur) voor werknemers van 50 t/m 54 jaar 3 26 dagen (22,8 uur) voor werknemers van 55 t/m 59 jaar 4 27 dagen (30,4 uur) voor werknemers van 60 jaar en ouder 5 28 dagen b. In afwijking van het gestelde onder a. bedraagt de vakantie per jaar: voor werknemers met 10 dienstjaren 25 dagen (38 uur)voor werknemers met 15 dienstjaren 26 dagen voor werknemers met 20 dienstjaren 27 dagen voor werknemers met 25 dienstjaren 28 dagen voor werknemers met 30 dienstjaren 29 dagen c. De werknemer die slechts een deel Het toekennen van vakantiedagen vindt plaats of op grond van de lengte van het vakantiejaar in dienst dienstverband danwel op grond van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2leeftijd; het hoogste aantal dagen prevaleert. d. De werknemer verwerft heeft recht op het onder a. respectievelijk b. van lid 3 genoemde aantal vakantiedagen, indien hij op 1 juli de daarbij genoemde leeftijd heeft bereikt, respectievelijk het daarbij genoemde aantal dienstjaren zonder onderbreking in de onderneming heeft vervuld. Als onderbreking wordt niet beschouwd enige vorm van verlof of afwezigheid met instandhouding van de arbeidsovereenkomst. 4. De werknemer heeft geen vakantierechten aanspraak op vakantie over de tijd tijd, gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden de bedongen arbeid geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris loon heeft, tenzij uit artikel 7:635 BW anders voortvloeit. 17.25. Voor de berekening De totale aanspraak op vakantie wordt bij het einde van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor vakantiejaar, of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste bij het einde van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, dienstbetrekking naar boven afgerond op halve dagen indien het dienstverband korter dan één maand van de werknemer tenminste 2 maanden onafgebroken heeft geduurd. 6.a. De werkgever bevordert, dat de werknemer zijn vakantiedagen in het lopende vakantiejaar opneemt. Daartoe zal de werkgever tijdig in overleg met de werknemers jaarlijks een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgengoede vakantieplanning maken. 17.36.b. Van Desgewenst geniet de werknemer -voorzover de aanspraak in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 het betreffende vakantiejaar toereikend zal zijn- drie weken aaneengesloten worden verleendvakantie. 6.c. Het tijdstip De werknemer ouder dan 50 jaar geniet desgewenst - voorzover de aanspraak in het betreffende vakantiejaar toereikend zal zijn - 4 weken aaneengesloten vakantie in een door werkgever na overleg met de werknemer te bepalen periode. 6.d. De werkgever stelt de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vast na overleg met de werknemer, waarbij de aanvang van de aaneengesloten vakantie zoveel mogelijk zal bij voorkeur zijn gelegen in een de periode plaatsvinden waarin de vakantie van 1 mei tot en met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten30 september. 17.46.e. De werkgever mag van niet bepalen, dat oponthoud tijdens een meerdaagse buitenlandse rit als vakantie zal worden aangemerkt, tenzij met de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijnwerknemer op diens verzoek anders is overeengekomen. 17.56.f. De werknemer die werkgever heeft de bevoegdheid jaarlijks drie verplichte snipperdagen aan te wijzen. Deze snipperdagen moeten direct voorafgaan aan of volgen op 1 mei een der in artikel 32 genoemde feestdagen. Indien de werkgever van deze mogelijkheid gebruik maakt dient dat tenminste twee maanden van tevoren schriftelijk bekend gemaakt te worden. 7. Vakantiedagen worden aan het begin van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6toegekend. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede feitelijke opbouw vindt per betalingsperiode plaats. In geval van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig negatief saldo aan vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werkenbij einde dienstverband, zullen deze bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht eindafrekening worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. De werknemer verwerft per 1 Het vakantiejaar recht op vakantie loopt van 1 mei tot en met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)30 april. b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De Iedere werknemer die op 1 mei van enig jaar gedurende tenminste twaalf maanden bij dezelfde werkgever in dienst is geweest, heeft in dat kalenderjaar recht op een vakantie van 172,8 uren met behoud van salaris. Werknemer moet de gelegenheid krijgen om tenminste 72 uur aaneengesloten op te nemen in de periode mei tot en met september. De vakantieperiode wordt in onderling overleg vastgesteld. 3 Vakantie-uren dienen in beginsel opgenomen te worden in het vakantiejaar waarin zij zijn opgebouwd. De werkgever zal uiterlijk op 1 juli van het nieuwe kalenderjaar een overzicht verstrekken van de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig isgenoten vakantie-uren, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan opgebouwd in het volgen voorafgaande kalenderjaar. Bij niet-opneming van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 deze vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van op 1 juli van dat jaar is de werkgever ge- rechtigd data vast te stellen, waarop de werknemer deze uren zal genieten. Indien op 1 oktober van dat jaar blijkt dat niet alle uren zijn opgenomen, vervallen de wettelijke vakantie-uren, tenzij de medewerker redelijkerwijs niet in staat is geweest de vakantie-uren op te nemen. Voor boven- wettelijke vakantieuren geldt de wettelijke verjaringstermijn van vijf jaar. 17.7. Gedurende 4 Aan het begin van ieder kalenderjaar wordt in onderling overleg tussen werkgever en werknemers of hun vertegenwoordigers vastgesteld, welke van de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers vakantie uren een vaste bestemming zullen krijgen 5 Iedere werknemer, die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij eerste werkdag van het eindigen lopende vakantiejaar (zoals gedefinieerd in artikel 20 lid 1) nog geen 12 maanden in dienst is van de arbeidsovereenkomst zal werkgever, heeft in dat vakantiejaar recht op 1/12 deel van de werknemer desgewenst in lid 2 en 7 van dit artikel genoemde vakantie voor iedere volle kalendermaand, welke sedert de gelegenheid gesteld worden aanvang van de hem nog toekomende vakantie op te nemendienstbetrekking is verstreken, met dien verstande dat deze een dienstverband van 15 dagen of langer wordt gerekend voor een volle kalendermaand. Bij de berekening van het aantal dagen zal minder dan een halve dag worden verwaarloosd, terwijl bij meer dan een halve dag een volle dag zal gelden. 6 Werknemers, die op 1 mei van enig jaar, onafgebroken in dienst van dezelfde werkgever zijn geweest hebben (niet eenzijdig cumulatief) recht op een extra vakantie van: - 7,2 uren bij 5 jaren dienstverband; - 14,4 uren bij 10 jaren dienstverband of op 50-jarige leeftijd bij 5 jaren dienstverband; - 21,6 uren bij 15 jaren dienstverband of op 55-jarige leeftijd bij 5 jaren dienstverband; - 28,8 uren bij 20 jaren dienstverband of op 60-jarige leeftijd; - 36 uren bij 25 jaren dienstverband of op 60-jarige leeftijd bij 10 jaren dienstverband. Deze vakantie dient te worden opgenomen - in onderling overleg tussen werkgever en werknemer te regelen - in de opzeggingstermijn mogen worden begrepenmaanden januari t/m mei, tenzij anders wordt overeengekomen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan 7 Bij een werknemer die vanwege leerplicht één of meer dagen per week geen werkzaamheden kan verrichten, wordt het einde aantal vakantie uren vastgesteld naar evenredigheid, op basis van het dienstverbandaantal uren per week waarop de werknemer wel werkzaamheden verricht voor de werkgever. Teveel genoten vakantiedagen Gedurende de periode dat het opleidingsinstituut dat de werknemer bezoekt wegens vakantie e.d. gesloten is, kan de werknemer niet verplicht worden met het salaris verrekendom gedurende de hierdoor ontstane vrije tijd werkzaamheden te verrichten bij zijn werkgever. 17.108 De werknemer, die bij de aanvang van een door hem vastgestelde aaneengesloten vakantie arbeidsongeschikt is, behoudt zijn aanspraak op reeds verworven vakantierecht. Rechten De werknemer, die tijdens zijn vakantie arbeidsongeschikt wordt, behoudt zijn aanspraak over de dagen, waarover hij uitkering ontvangt krachtens de ziektewet - eventuele wachtdagen daartoe gerekend - mits hij terstond bij de aanvang van de arbeidsongeschiktheid kennis geeft aan de werkgever. De werknemer verwerft vakantierechten gedurende de tijd dat hij arbeidsongeschikt is. 9 Een werknemer, die de dienst van een werkgever verlaat, heeft voor zover hij nog geen vakantie genoten heeft, voor elke maand dat het dienstverband in het lopende jaar heeft geduurd, recht op 1/12 deel van de in lid 2 en lid 7 genoemde vakantie, voor zover deze bepalingen op hem van toepassing zijn. Voor het genieten geval nog vakantie over het vorige vakantiejaar moet worden genomen, dan dient deze alsnog te worden gerealiseerd. Tenzij de werknemer anders verzoekt zal deze vakantie in geld worden uitbetaald. Bij betaling is de werkgever verplicht aan de werknemer een verklaring uit te reiken, waaruit blijkt xxxxxxx vakantie uren in geld zijn uitbetaald. 10 Wanneer de werknemer blijvend of tijdelijk per werkdag wegens arbeidsongeschiktheid op therapeutische basis minder dan zijn normale arbeidstijd werkzaam is, worden voor de opbouw van vakantiedagen kunnen behoudens in zijn vakantierechten deze werkdagen als volle dagen beschouwd. Voor het opnemen van vakantie- of snipperuren op deze werkdagen wordt overeenkomstig de volledige normale arbeidstijd van die werkdag als vakantie- of snipperuren worden aangemerkt. 11 In afwijking van het in lid 9 3 van dit artikel bepaalde, behouden werknemers die langer dan één jaar volledig arbeidsongeschikt zijn geweest, hun aanspraak op niet opgenomen vakantieuren, verworven gedurende het jaar voorafgaande aan bedoelde geval en periode van arbeidsongeschiktheid, alsmede op niet opgenomen vakantieuren verworven gedurende de arbeidsongeschiktheid. 12 Het aantal bovenwettelijke vakantie uren per kalenderjaar mag de werknemer inbrengen in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen een levensloopregeling of laten uitbetalen door de werkgever. Voor een vergoeding in geldvoltijdwerker zijn dit 28,8 uren.

Vakantie. a. De 1. Een werknemer verwerft per vakantiejaar heeft recht op vakantie 1/12 x 25 werkdagen vakantie, met behoud van salaris loon voor elke volle kalendermaand naar rato van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)de datum in- en uitdiensttreding, gedurende welke hij in een vakantie- jaar in dienst is van een werkgever en waarvoor hij nog geen vakantie heeft genoten. b. Afhankelijk 2. In afwijking van het voorgaande wordt het vakantierecht van de leeftijd werknemer in onvolledige dienst, de hulpkracht en de oproepkracht bepaald naar rato van het aantal gewerkte arbeidsuren. 3. Voor de vaststelling van het vakantierecht worden dagen, die ten gevolge van de partiële leerplicht normaliter niet in de onderneming worden gewerkt, beschouwd als werkdagen. 4. De vakantieperiode wordt voor iedere werknemer in overleg tussen werkgever en werknemer vast- gesteld. De werknemer dient in één vakantiejaar tenminste 12 van zijn vakantiedagen (of zoveel minder als hij heeft verworven) aaneengesloten te genieten. De werknemer heeft recht op een aan- eengesloten vakantie van tenminste drie weken (of zoveel minder als hij heeft verworven) in de pe- riode van mei tot en met september, tenzij dit op grond van zwaarwichtige bedrijfsbelangen redelij- kerwijs niet uitvoerbaar is. In dat laatste geval heeft de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij daaropvolgende vakantie- jaar een onvoorwaardelijk recht op drie weken aaneengesloten vakantie. De overige vakantiedagen worden beschouwd als snipperdagen, die de werknemer slechts aan- eengesloten kan genieten als de werkgever daarmede instemt. Per vakantiejaar kunnen per onder- neming collectief maximaal twee snipperdagen worden vastgesteld, een aantal dagen extra vakantie en ander tijdig en met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel in- achtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden. 5. Een dag, waarop een werknemer wegens ziekte of ongeval niet in staat zou zijn geweest arbeid te verrichten, geldt niet als vakantiedag. 6. De werkgever stelt het vakantiejaar in dienst voor zijn onderneming vast en geeft nadere regelen voor het opnemen van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, ; met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening name kunnen hierbij regelen worden gesteld ter voorkoming van het aantal bijeentellen van vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e verkregen in opeenvolgende vakantiejaren, alsmede ten aanzien van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip doen samenvallen van de aaneengesloten vakantie met eventueel verplichte sluitingsperio- den. Bij een en ander zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het verlangen van de werknemer. Indien geen vakantiejaar door werkgever is vastgesteld loopt het vakantiejaar van 1 mei tot en met 30 april. 7. Indien de werknemer kort voor of bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin het begin van de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenstvastgestelde vakantie ten gevolge van ziekte of ongeval arbeidsongeschikt wordt, tenzij zal de eisen van werkgever, na overleg met de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzettenwerknemer, al dan niet een nieuwe vakantieperiode voor deze werknemer vaststellen. 17.48. De Een werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen kan vakantie- en/of snipperdagen toekennen als voorschot op nog in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5het lopende vakantiejaar te verwerven vakantierechten. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding Verrekening van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald voorschot dient aan het einde van het dienstverbandvakantiejaar te geschieden of bij eerder vertrek. 9. Teveel genoten vakantiedagen worden Vervanging van vakantie- en/of snipperdagen door uitbetaling van een geldbedrag is slechts geoor- loofd bij of in verband met het salaris verrekendeinde van de dienstbetrekking. Uitbetaling in geld is echter in dit laat- ste geval verplicht, indien de werknemer dit wenst. 17.1010. Rechten Werknemers, die bij de aanvang van het vakantiejaar tenminste 25 jaar in dienst zijn bij de werk- gever, zullen aanspraak hebben op drie extra vakantiedagen per jaar; werknemers, die bij de aan- vang van het genieten vakantiejaar tenminste 40 jaar in dienst zijn bij de werkgever, zullen aanspraak heb- ben op vijf extra vakantiedagen per jaar. 11. Werknemers, die bij de aanvang van het vakantiejaar de leeftijd van 50, respectievelijk 55 of 60 jaar hebben bereikt, zullen recht hebben op twee, drie respectievelijk vier extra vakantiedagen kunnen behoudens in per vakantiejaar. 12. Xxxxxxx van samenloop van aanspraken krachtens lid 10 en 11 van dit artikel heeft de werknemer uitsluitend aanspraak op extra vakantiedagen krachtens het in lid 9 bedoelde geval en in geval lid, dat hem de meeste rechten toe- kent. 13. Bij volledige arbeidsongeschiktheid die langer duurt dan zes maanden ontstaat er alleen recht op vakantiedagen gedurende de laatste zes maanden van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geldarbeidsongeschiktheid.

Vakantie. a. a) Een voltijder heeft wettelijk recht op 20 dagen vakantie per jaar en daarnaast recht op 5 bovenwettelijke vakantiedagen per jaar. Bij een overeengekomen arbeidsduur die anders is dan de basisarbeidsduur wordt het aantal vakantie- uren naar rato berekend b) Wettelijke vakantie-uren dienen in het jaar te worden opgenomen waarin ze ontstaan, dan wel binnen de zes maanden daarna. Niet genoten bovenwettelijke vakantie-uren verjaren na 5 jaar. Bij opname van deze vakantie-uren geldt dat de uren die het eerst zouden vervallen, het eerst worden opgenomen. c) De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 tenminste twee weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6per jaar. De werknemer kan maximaal 38 vier weken aaneengesloten vakantie opnemen. Voor een langere aaneengesloten periode gelden de regels voor langdurend verlof. Deze zijn opgenomen in art. 4.3.11. d) Opgenomen vakantie-uren (5 dagenworden berekend op basis van werkelijk genoten uren volgens het voor die dag vastgestelde rooster. e) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede De vakantie wordt vastgesteld door de leidinggevende overeenkomstig de wensen van het volgende kalenderjaarde werknemer. Indien sprake is van zwaarwegende bedrijfsomstandigheden kan de leidinggevende anders besluiten. Bij overschrijding de vaststelling van dit maximumde vakantie gelden de uitgangspunten voor werktijden en roosters in 4.2.2. en de eventuele nadere, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer met instemming van de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaarOR of PVT vastgestelde vakantieregeling. 17.7f) Indien sprake is van een urgent en zwaarwegend bedrijfsbelang kan de leidinggevende verleend vakantieverlof intrekken. Gedurende de ziekteperiode bouwt Indien de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werkenals gevolg daarvan aantoonbare financiële schade leidt, zullen bij het opnemen van vakantie, zal de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaansprakenwerkgever deze vergoeden. 17.8. Bij g) De werkgever kan jaarlijks, voorafgaand aan het eindigen nieuwe kalenderjaar, met instemming van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemenOR of PVT, met dien verstande dat deze maximaal twee dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepenals collectieve vakantiedagen vaststellen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 6.1.1 Het vakantiejaar valt samen met het kalenderjaar. 6.1.2 De fulltime werknemer verwerft heeft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud van salaris loon zoals bedoeld in artikel 7:610 BW jo 7:639 BW gedurende 24 werkdagen of gedurende 182,4 uur per jaar (1 dag heeft bij een normale arbeidstijd voor een fulltimewerknemer van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 38 uur per week een waarde van 7,6 uur). b. Afhankelijk 6.1.3 Indien de fulltime werknemer bij de aanvang van het vakantiejaar de 50, de 55 of de 60-jarige leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereiktheeftbereikt, heeft hij in afwijking van het gestelde in artikel 6.1.2 recht op een aantal dagen extra 25, 26 respectievelijk 27 werkdagen vakantie. 6.1.4 Indien de fulltime werknemer bij de aanvang van het vakantiejaar ten minste 25 jaar respectievelijk 40 jaarin dienst is geweest bij werkgever, heeft hij in afwijking van het gestelde in artikel 6.1.2 recht op 26 respectievelijk 28 werkdagen vakantie. 6.1.5 Indien zowel artikel 6.1.3 en 6.1.4 van toepassing is, geldt alleen het gestelde in dat artikel dat het hoogsterecht op vakantiedagen toekent. 6.1.6 Het tijdstip van de vakantie en het verlof wordt door de werkgever vastgesteld na overleg met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur)werknemer. c. 6.1.7 De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest)is, heeft recht op een evenredig eenevenredig deel van de in dit lid artikel 6.1.2, 6.1.3 dan wel 6.1.4 genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. 6.1.8 De werknemer verwerft geen vakantierechten vakantie over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden (bijvoorbeeld bij onbetaald verlof) geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris loon heeft. 17.2. Voor de berekening 6.1.9 In afwijking van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand bepaalde in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, artikel 6.1.8 verwerft de werknemer een zuiver proportioneel recht echter wel aanspraak op vakantie krijgen.vakantieindien hij zijn werkzaamheden niet heeft verricht wegens: 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip zwangerschaps- en bevallingsverlof; b. het opnemen van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur verlof gebaseerd op in een periode plaatsvinden waarin de vakantie vorige arbeidsovereenkomst verworven, doch niet genotenvakantie; c. het met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel toestemming van de werkgever verzettendeelnemen aan een door de werknemersvereniging van dewerknemer georganiseerde bijeenkomst; d. het tegen zijn wil – anders dan ten gevolge van arbeidsongeschiktheid – niet in staat zijn arbeid teverrichten (werktijdvermindering); e. het genieten van verlof als bedoeld in artikel 7:643 BW. 17.4. De f. (aanvullend) geboorteverlof; g. kortdurend zorgverlof, de werkgever mag zal het wettelijk percentage (70%) loon tijdens het kortdurend zorgverlof van de maximaal 2 maal arbeidsduur per week, aanvullen tot 100%; h. langdurend zorgverlof; i. ouderschapsverlof, maar alleen betreffende aanspraak op wettelijke vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat over het betaalde deel (maximaal 3 dagen zijn9 weken) ouderschapsverlof. 17.5. 6.1.10 De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig meerleerplichtig is, verwerft vakantierechten vakantie over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen onderricht, waartoe de werkgever hem wettelijk krachtens de wet in de gelegenheid moet stellen. 17.6. 6.1.11 Van de in artikel 6.1.2, 6.1.3 en 6.1.4 genoemde vakantie zullen ten minste 2 weken aaneengesloten wordenverleend. 6.1.12 De werknemer werkgever kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn onderneming ten hoogste 3 dagen als verplichte collectieve vakantiedagen aanwijzen. Het vaststellen van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in geschiedt na overleg met de opzeggingstermijn mogen worden begrepenpersoneelsvertegenwoordiging envoor 31 januari van een jaar. Afwijkingen per vestiging zijn mogelijk. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. De werknemer verwerft per vakantiejaar 1 Iedere medewerker heeft, op basis van een voltijddienstverband, recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen 35 vakantiedagen (280 uur) per jaar. • Als de medewerker vóór 1 januari 2012 is begonnen en op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt1 januari 2012 45-49 jaar oud is, heeft hij recht op een aantal dagen 8 extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagentotaal 36 dagen of 288 uren) meenemen naar tot het eerste kwartaal einde van zijn dienstverband. • Als de medewerker vóór 1 januari 2012 is begonnen en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximumop 1 januari 2012 50-54 jaar oud is, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen heeft hij recht op 16 extra vakantie-uren te laten genieten voor (totaal 37 dagen of 296 uren) tot het einde van zijn dienstverband. • Als de wettelijke vervaltermijn medewerker vóór 1 januari 2012 is begonnen en op 1 januari 2012 55-59 jaar oud is, heeft hij recht op 24 extra vakantie-uren (totaal 38 dagen of 304 uren) tot het einde van 1 juli van dat jaarzijn dienstverband. 17.72 Het verlofrecht wordt evenredig aan het aantal dienstmaanden in een jaar berekend. 3 Per opgenomen vakantiedag wordt het aantal uren dat men ingeroosterd is of gewoonlijk op die dag gewerkt zou hebben, afgeschreven. 4 Overeengekomen vakantie kan door de werkgever slechts om dringende redenen worden ingetrokken. Gedurende Mocht er hierdoor aantoonbare schade zijn, dan vergoedt de ziekteperiode bouwt werkgever die. 5 De werkgever stelt binnen 2 weken na een voorstel van de werknemer volledig vakantiedagen opmedewerker de vakantie vast. 6 Medewerkers die het hele jaar in dienst zijn, moeten minimaal 4 weken vakantie per kalenderjaar opnemen. Voor arbeidsongeschikte werknemers Een vakantie duurt maximaal 4 weken aaneengesloten tenzij de werkgever toestemming geeft voor een langere periode. 7 De medewerker die gedeeltelijk door arbeidsongeschiktheid niet heeft kunnen werken, zullen bij bouwt verlof op volgens de wettelijke regeling.‌‌‌‌ 8 De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad maximaal 3 dagen als collectieve vakantiedagen aanwijzen. 9 De medewerker kan extra vakantiedagen kopen. Dit kan gefinancierd worden uit het brutosalaris, de vakantietoeslag of de eindejaarsuitkering. Voor het kopen van extra vakantiedagen is geen toestemming nodig van de werkgever. Voor het opnemen van vakantie, de extra vakantiedagen geldt dezelfde regeling als die voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaansprakenreguliere vakantiedagen. 17.8. Bij 10 Wanneer in een kalenderjaar minder dan het eindigen verplicht aantal weken vakantie is opgenomen, wordt het aantal niet opgenomen verplichte dagen na afloop van dat jaar afgeboekt van de arbeidsovereenkomst zal bovenwettelijke dagen en aan de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie medewerker uitbetaald. De wettelijke verplichting om het aantal wettelijke dagen tijdig op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepennemen blijft daarnaast ook van kracht. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. 1. De normale vakantie per jaar bedraagt: a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur).dagen; b. Afhankelijk in afwijking van het gestelde onder sub a, bedraagt de vakantie per jaar bij een onafgebroken dienstver- band van ten minste 5 volle jaren binnen de reis- branche bij het bereiken in het lopende vakantiejaar van de leeftijd die van: 45 jaar: 25 dagen; 50 jaar: 26 dagen; 55 jaar: 27 dagen. 2. Zowel ingeval het dienstverband nog geen vol jaar heeft geduurd als in geval in het jaar sprake is van een dienstverband voor minder dan de normale arbeids- duur als bedoeld in artikel 10, wordt de vakantie aan de werknemer naar evenredigheid berekend. Een deeltijd- werker bouwt ook vakantierechten op gedurende de uren dat betrokkene meer werkt dan de overeengeko- men arbeidstijd, tenzij er sprake is van overwerk. 3. Het vakantiejaar is gelijk aan een kalenderjaar, ten- zij in overleg met de OR of het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op personeel een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. andere periode wordt vastgesteld. De werknemer die slechts een deel van werkgever geeft nade- re regelingen voor het vakantiejaar in dienst opnemen van de vakantie. De werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel stelt de tijdstippen van aanvang en einde van de in dit lid genoemde vakantie, vakantie vast na overleg met inachtneming van lid 2de werknemer. De door de werkgever vastgestelde aaneengesloten vakan- tieperiode dient zo veel mogelijk aan te vangen tussen 30 april en 1 oktober. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.24. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand Per vakantiejaar heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel het recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel om ten minste 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen. De werkgever heeft het recht om te bepalen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepeneen werknemer ten minste 2 weken aaneengesloten vakantie per vakantiejaar opneemt. 17.95. Niet opgenomen/genoten Wat betreft de vervaltermijn van vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekendwordt de wettelijke regeling aangehouden. 17.106. Rechten De werkgever heeft het recht om 1 vakantiedag per jaar als verplichte vakantiedag aan te wijzen. 7. De werkgever zal zoveel mogelijk tegemoetkomen aan verzoeken van individuele werknemers om op een voor hen bijzondere feestdag (een religieuze feestdag) een snipperdag te mogen opnemen. 8. De werknemer heeft het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van recht om de per kalen- derjaar toegekende bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geldte benutten conform artikel 9c van deze cao.

Vakantie. a. 1. De normale vakantie bedraagt 25 dagen per jaar. Deze vakantie wordt als volgt opgebouwd: de werknemer verwerft per vakantiejaar heeft recht op 2 en 1⁄12e (twee eentwaalfde) werkdagen vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereiktvoor elke maand, heeft welke hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar of zij sinds 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel mei van het vakantiejaar voorafgaande jaar onafgebroken in dienst van de werkgever is (geweest)geweest en waarvoor hij of zij nog geen vakantievergoeding heeft genoten. 2. Aan de hieronder vermelde categorieën werknemers wordt boven de vakantie als gevolg van het in de vorige leden bepaalde, heeft recht op een evenredig deel van extra vakantie toegekend en wel het daarbij vermelde aantal werkdagen per jaar: a. werknemers die zijn ingedeeld in de in artikel 26 genoemde functiegroepen V en VI en handelsvertegenwoordigers: 3 werkdagen; b. werknemers van 50 jaar of ouder, doch niet ouder dan 54 jaar: 1 werkdag; c. werknemers van 55 jaar of ouder, doch niet ouder dan 59 jaar: 3 werkdagen (dit lid is inclusief de dagen van sub b); d. werknemers van 60 jaar of ouder: 5 werkdagen (dit is inclusief de dagen van sub b en c); De in onderdelen b, c of d genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2werkdagen worden bij het in onderdeel a genoemde aantal opgeteld indien de in onderdeel a genoemde werknemers 50 jaar of ouder zijn. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.33. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 de voorgaande leden bedoelde vakantiedagen dienen tenminste drie weken aaneengesloten te kunnen worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner opgenomen en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzettenwel zoveel mogelijk tussen 30 april en 1 oktober. 17.44. De werkgever mag van Een werknemer heeft na een bevallings- of kraamverlof de vakantiedagen er 4 aanwijzen mogelijkheid om aansluitend in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende ieder geval drie weken vakantie op te nemen, mits dit uiterlijk drie maanden voor aanvang van het bevallings- of kraamverlof bij de werkgever wordt aangemeld en er geen sprake is van zwaarwegende bedrijfseconomische bezwaren. De in de vorige zin genoemde vakantie laat onverlet het wettelijk recht van de werknemer op ouderschapsverlof. 5. Voor handelsvertegenwoordigers wordt de hun tijdens de vakantie toekomende beloning berekend op grondslag van het inkomen over de laatste 12 maanden – of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd – onmiddellijk voorafgaande aan de maand, waarin de vakantie wordt genoten. 6. Verwerft de handelsvertegenwoordiger tijdens de vakantie, op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst, aanspraak op een provisiebedrag dat kleiner is dan de in het voorgaande lid bedoelde beloning dan wordt deze beloning met dien verstande dat het provisiebedrag verminderd. Is echter het provisiebedrag even groot of groter dan de in het vorige lid bedoelde beloning dan blijft deze beloning achterwege en wordt alleen het volle provisiebedrag uitgekeerd. a. De werkgever, die voor inwerkingtreding van deze CAO al in de periode juli en augustus een jaarlijkse periode kende waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan was gesloten, kan met instemming van de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of de betrokken medewerkers in de periode juli en augustus maximaal 21 achtereenvolgende kalenderdagen aanwijzen als vrije dagen, waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan zal zijn gesloten. De aanwijzing van deze dagen niet eenzijdig zal tijdig en in ieder geval vóór 1 januari van het jaar waarin deze vrije dag(en) zal (zullen) vallen, aan de werknemers worden bekendgemaakt. De werkgever die van deze sluiting gebruik wil maken, is verplicht dit te melden aan de Vaste Commissie zoals bedoeld in artikel 55 CAO. b. De werkgever kan met instemming van de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of de betrokken medewerkers in de opzeggingstermijn mogen periode juli en augustus maximaal 21 achtereenvolgende kalenderdagen aanwijzen als vrije dagen, waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan zal zijn gesloten. De aanwijzing van deze dagen zal tijdig en in ieder geval vóór 1 januari van het jaar waarin deze vrije dag(en) zal (zullen) vallen, aan de werknemers worden begrepenbekendgemaakt. De werkgever die van deze sluiting gebruik wil maken, is verplicht de Vaste Commissie zoals bedoeld in artikel 55 CAO om voorafgaande goedkeuring te vragen. 17.9a. Vanaf 1 januari 2016 zal de wettelijke verjaringstermijn ten aanzien van de wettelijke vakantiedagen, zoals genoemd in artikel 7:640a BW, van toepassing zijn in de Technische Groothandel en vanaf die datum in de CAO Technische Groothandel worden opgenomen. Niet opgenomen/genoten Voor alle tot en met 31 december 2015 opgebouwde wettelijke vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde geldt een verjaringstermijn van 5 jaar na de laatste dag van het dienstverband. Teveel genoten kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven, met als uitgangspunt dat de werknemer gedurende de looptijd van deze CAO geen vakantiedagen worden met het salaris verrekendkwijtraakt eerder dan de verjaringstermijn van 5 jaar. 17.10. Rechten op het genieten b. De verjaringstermijn van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van de bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geldbedraagt vijf jaar.

Vakantie. a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op 1. Ten aanzien van de vakantie gelden - met inachtneming van de leden 2 tot en met 8 van dit artikel - de bepalingen, zoals deze zijn neergelegd in de wet van 14 juli 1966 tot wettelijke regeling van vakantie met behoud van salaris loon. 2. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. 3. De normale vakantie per jaar bedraagt: a. voor werknemers van 16 jaar en jonger 28 dagen voor werknemers van 17 en 18 jaar 26 dagen voor werknemers van 19 t/m 39 jaar 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk voor werknemers van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 24 dagen voor werknemers van 45 t/m 49 jaar 2 25 dagen (15,2 uur) voor werknemers van 50 t/m 54 jaar 3 26 dagen (22,8 uur) voor werknemers van 55 t/m 59 jaar 4 27 dagen (30,4 uur) voor werknemers van 60 jaar en ouder 5 28 dagen b. In afwijking van het gestelde onder a bedraagt de vakantie per jaar: voor werknemers met 10 dienstjaren 25 dagen (38 uur)voor werknemers met 15 dienstjaren 26 dagen voor werknemers met 20 dienstjaren 27 dagen voor werknemers met 25 dienstjaren 28 dagen voor werknemers met 30 dienstjaren 29 dagen c. De werknemer die slechts een deel Het toekennen van vakantiedagen vindt plaats of op grond van dienstverband of op grond van leeftijd. Te allen tijde prevaleert het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2hoogste aantal dagen. d. De werknemer verwerft heeft recht op het onder a. respectievelijk b. van lid 3 genoemde aantal vakantiedagen, indien hij op 1 juli de daarbij genoemde leeftijd al heeft bereikt, respectievelijk het daarbij genoemde aantal dienstjaren in de onderneming heeft vervuld. a. De werknemer heeft geen vakantierechten aanspraak op vakantie over de tijd tijd, gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden de bedongen arbeid geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris loon heeft. 17.2. Voor b. Tijdens ziekte worden slechts vakantierechten opgebouwd over de berekening laatste 6 maanden. a. Overeenkomstig artikel 7: 634 van het aantal vakantiedagen wordt een Burgerlijk Wetboek heeft de werknemer die voor of tenminste aanspraak op de 15e vakantie in verhouding tot het verstreken deel van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zalhet jaar, indien het dienstverband korter dan één maand de dienstbetrekking op enig tijdstip nog geen jaar of niet wederom een jaar heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht . b. De totale aanspraak op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal wordt bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met vakantiejaar of bij het salaris verrekendeinde van de dienstbetrekking naar boven afgerond op halve dagen indien het dienstverband van de werknemer tenminste 2 maanden onafgebroken heeft geduurd. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. 1. Ten aanzien van de vakantie gelden – met inachtneming van de leden 2 tot en met 8 van dit artikel – de wettelijke bepalingen, geregeld in artikel 7:634 BW en verder. 2. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. 3. De normale vakantie per jaar bedraagt: a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud voor werknemers van salaris 16 jaar en jonger 28 dagen voor werknemers van 17 en 18 jaar 26 dagen voor werknemers van 19 t/m 39 jaar 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk voor werknemers van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 24 dagen voor werknemers van 45 t/m 49 jaar 2 25 dagen (15,2 uur) voor werknemers van 50 t/m 54 jaar 3 26 dagen (22,8 uur) voor werknemers van 55 t/m 59 jaar 4 27 dagen (30,4 uur) voor werknemers van 60 jaar en ouder 5 28 dagen b. In afwijking van het gestelde onder a. bedraagt de vakantie per jaar: voor werknemers met 10 dienstjaren 25 dagen (38 uur)voor werknemers met 15 dienstjaren 26 dagen voor werknemers met 20 dienstjaren 27 dagen voor werknemers met 25 dienstjaren 28 dagen voor werknemers met 30 dienstjaren 29 dagen c. De werknemer die slechts een deel Het toekennen van vakantiedagen vindt plaats of op grond van de lengte van het vakantiejaar in dienst dienstver- band danwel op grond van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2leeftijd; het hoogste aantal dagen prevaleert. d. De werknemer verwerft heeft recht op het onder a. respectievelijk b. van lid 3 genoemde aantal vakantiedagen, indien hij op 1 juli de daarbij genoemde leeftijd heeft bereikt, respectievelijk het daarbij genoemde aantal dienstjaren zonder onderbreking in de onderneming heeft vervuld. Als onderbreking wordt niet beschouwd enige vorm van verlof of afwezigheid met instandhou- ding van de arbeidsovereenkomst. 4. De werknemer heeft geen vakantierechten aanspraak op vakantie over de tijd tijd, gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden de bedongen arbeid geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris loon heeft, tenzij uit artikel 7:635 BW anders voortvloeit. 17.25. Voor de berekening De totale aanspraak op vakantie wordt bij het einde van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor vakantiejaar, of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste bij het einde van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, dienstbetrekking naar boven afgerond op halve dagen indien het dienstverband korter dan één maand van de werknemer tenminste 2 maanden onafgebroken heeft geduurd. a. De werkgever bevordert, dat de werknemer zijn vakantiedagen in het lopende vakantiejaar opneemt. Daartoe zal de werkgever tijdig in overleg met de werknemers jaarlijks een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgengoede vakantieplanning maken. 17.3. Van b. Desgewenst geniet de werknemer – voorzover de aanspraak in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 het betreffende vakantiejaar toereikend zal zijn – drie weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip vakantie. c. De werknemer ouder dan 50 jaar geniet desgewenst – voorzover de aanspraak in het betref- fende vakantiejaar toereikend zal zijn – 4 weken aaneengesloten vakantie in een door werkge- ver na overleg met de werknemer te bepalen periode. d. De werkgever stelt de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vast na overleg met de werknemer, waarbij de aanvang van de aaneengesloten vakantie zoveel mogelijk zal bij voorkeur zijn gelegen in een de periode plaatsvinden waarin de vakantie van 1 mei tot en met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten30 september. 17.4. e. De werkgever mag van niet bepalen, dat oponthoud tijdens een meerdaagse buitenlandse rit als vakantie zal worden aangemerkt, tenzij met de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijnwerknemer op diens verzoek anders is overeengekomen. 17.5f. De werkgever heeft de bevoegdheid jaarlijks drie verplichte snipperdagen aan te wijzen. De werknemer die Deze snipperdagen moeten direct voorafgaan aan of volgen op 1 mei een der in artikel 32 genoemde feestdagen. Indien de werkgever van deze mogelijkheid gebruik maakt dient dat tenminste twee maanden van tevoren schriftelijk bekend gemaakt te worden. 7. Vakantiedagen worden aan het begin van het kalenderjaar toegekend. De feitelijke opbouw vindt per betalingsperiode plaats. In geval van een negatief saldo aan vakantiedagen bij einde dienstver- band, zullen deze bij de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stelleneindafrekening worden verrekend. 17.68. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede Voor elke vakantiedag waarop de werknemer, bij beëindiging van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding dienstverband aanspraak heeft en die niet alsnog wordt genoten, wordt het functieloon van dit maximum, spreken werkgever één dag vermeerderd met de ‌‌ vakantietoeslag en werknemer een regeling af teneinde werknemer (indien van toepassing) de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor ploegentoeslag en de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaarpersoonlijke toeslag uitbe- taald. 17.7. Gedurende a. De werkgever is verplicht aantekening te houden van de ziekteperiode bouwt door de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werkenopgenomen, zullen bij respectievelijk aan hem uitbetaalde vakantiedagen/-uren. b. Mutaties ten aanzien van het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden (resterend) aantal vakantiedagen/-uren dienen op de vakantieaansprakensalarisspeci- ficatie te worden vermeld. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan c. De werkgever verstrekt bij het einde van de dienstbetrekking aan de werknemer een verklaring waaruit het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekendaantal bij de beëindiging uitbetaalde vakantiedagen/-uren blijkt. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 6.1.1 Het vakantiejaar valt samen met het kalenderjaar. 6.1.2 De fulltime werknemer verwerft heeft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud van salaris loon zoals bedoeld in artikel 7:610 BW jo 7:639 BW gedurende 24 werkdagen of gedurende 182,4 uur per jaar (1 dag heeft bij een normale arbeidstijd voor een fulltimewerknemer van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 38 uur per week een waarde van 7,6 uur). b. Afhankelijk 6.1.3 Indien de fulltime werknemer bij de aanvang van het vakantiejaar de 50, de 55 of de 60-jarige leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar heeft bereikt, heeft hij in afwijking van het gestelde in artikel 6.1.2 recht op een aantal dagen extra 25, 26 respectievelijk 27 werkdagen vakantie. 6.1.4 Indien de fulltime werknemer bij de aanvang van het vakantiejaar ten minste 25 jaar respectievelijk 40 jaar in dienst is geweest bij werkgever, heeft hij in afwijking van het gestelde in artikel 6.1.2 recht op 26 respectievelijk 28 werkdagen vakantie. 6.1.5 Indien zowel artikel 6.1.3 en 6.1.4 van toepassing is, geldt alleen het gestelde in dat artikel dat het hoogste recht op vakantiedagen toekent. 6.1.6 Het tijdstip van de vakantie en het verlof wordt door de werkgever vastgesteld na overleg met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur)werknemer. c. 6.1.7 De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest)is, heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid artikel 6.1.2, 6.1.3 dan wel 6.1.4 genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. 6.1.8 De werknemer verwerft geen vakantierechten vakantie over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden (bijvoorbeeld bij onbetaald verlof) geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris loon heeft. 17.2. Voor de berekening 6.1.9 In afwijking van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand bepaalde in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, artikel 6.1.8 verwerft de werknemer een zuiver proportioneel recht echter wel aanspraak op vakantie krijgen.indien hij zijn werkzaamheden niet heeft verricht wegens: 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip zwangerschaps- en bevallingsverlof; b. het opnemen van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur xxxxxx gebaseerd op in een periode plaatsvinden waarin de vakantie vorige arbeidsovereenkomst verworven, doch niet genoten vakantie; c. het met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel toestemming van de werkgever verzettendeelnemen aan een door de werknemersvereniging van de werknemer georganiseerde bijeenkomst; d. het tegen zijn wil – anders dan ten gevolge van arbeidsongeschiktheid – niet in staat zijn arbeid te verrichten (werktijdvermindering); e. het genieten van xxxxxx als bedoeld in artikel 7:643 BW. 17.4. De f. (aanvullend) geboorteverlof; x. xxxxxxxxxx zorgverlof de werkgever mag zal vanaf 1 juni 2022 het wettelijk percentage (70%) loon tijdens het kortdurend zorgverlof van de maximaal 2 maal arbeidsduur per week, aanvullen tot 100%; h. langdurend zorgverlof; i. ouderschapsverlof met ingang van 2 augustus 2022, maar alleen betreffende aanspraak op wettelijke vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat over het betaalde deel (maximaal 3 dagen zijn9 weken) ouderschapsverlof. 17.5. 6.1.10 De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten vakantie over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen onderricht, waartoe de werkgever hem wettelijk krachtens de wet in de gelegenheid moet stellen. 17.6. 6.1.11 Van de in artikel 6.1.2, 6.1.3 en 6.1.4 genoemde vakantie zullen ten minste 2 weken aaneengesloten worden verleend. 6.1.12 De werknemer werkgever kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn onderneming ten hoogste 3 dagen als verplichte collectieve vakantiedagen aanwijzen. Het vaststellen van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in geschiedt na overleg met de opzeggingstermijn mogen worden begrepenpersoneelsvertegenwoordiging en voor 31 januari van een jaar. Afwijkingen per vestiging zijn mogelijk. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1 Het vakantiejaar loopt gelijk op met het kalenderjaar. 2 De werknemer verwerft per vakantiejaar over ieder jaar waarin hij werkzaam is, aanspraak op doorbetaalde vakantie van 190 uur bij een voltijds dienstverband. De werknemer die vanaf de leeftijd van 25 jaar een totaal arbeidsverleden heeft van tenminste 15 jaar heeft recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabelmeer vakantiedagen: 40 • 15 t/m 44 jaar 24 dienstjaren : 7,6 uur (1 dag (7,6 uur) 45 dag); • 25 t/m 49 jaar 29 dienstjaren : 15,2 uur (2 dagen (15,2 uur) 50 dagen); • 30 t/m 54 jaar 34 dienstjaren : 22,8 uur (3 dagen dagen); • 35 dienstjaren en meer : 30,4 uur (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uurdagen) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft . Het recht op een evenredig deel van de deze uren ontstaat in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2het jaar waarin werknemer het betreffende aantal opgebouwde dienstjaren bereikt. d. 3 De werknemer verwerft over het saldo van gewerkte meeruren per jaar een vakantieaanspraak van 0,10 uur per gewerkt meeruur. 4 De werknemer verwerft (conform artikel 635 BW) vakantieaanspraken over het tijdvak, gedurende hetwelk hij geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak recht op in geld vastgesteld salaris loon heeft, omdat: • hij vakantie geniet op grond van aanspraken bij de oude werkgever; • hij met toestemming van de werkgever deelneemt aan een bijeenkomst die wordt georganiseerd door een vakvereniging waarvan hij lid is; • hij anders dan ten gevolge van arbeidsongeschiktheid, tegen zijn wil niet in staat is om de overeengekomen arbeid te verrichten; • hij politiek verlof geniet. 17.2. Voor 5 Een werkneemster verwerft vakantieaanspraken over het tijdvak waarop zij recht heeft op ziekengeld in verband met haar bevalling en/of zwangerschap. 6 De werknemer verwerft bij arbeidsongeschiktheid geen aanspraken op vakantierechten: • als de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op arbeidsongeschiktheid is ontstaan door de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste opzet van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. werknemer; • gedurende de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, tijd dat de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgendoor zijn toedoen zijn genezing belemmert, dan wel vertraagt. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. 7 De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 aantal vakantie-uren in een jaar uitbreiden met ten hoogste 76 uur (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede op basis van een voltijdsarbeidsovereenkomst). Hij dient dit voor aanvang van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximumbetreffende jaar schriftelijk aan de werkgever mee te delen, spreken tenzij werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7kortere termijn overeenkomen. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig Het brutosalaris wordt naar evenredigheid verminderd. De extra gekochte vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens dienen in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer desbetreffende kalenderjaar te worden vervangen door een vergoeding in geldopgenomen.

Vakantie. a. 1. De werknemer verwerft normale vakantie per jaar bedraagt: a) 24 dagen; b) in afwijking van het gestelde onder sub a, bedraagt de vakantie per jaar bij een onafgebroken dienstverband van ten minste 5 volle jaren binnen de reisbranche bij het bereiken in het lopende vakantiejaar recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die van: 45 jaar: 25 dagen; 50 jaar: 26 dagen; 55 jaar: 27 dagen. 2. Zowel ingeval het dienstverband nog geen vol jaar heeft geduurd als in geval in het jaar sprake is van een dienstverband voor minder dan de normale arbeidsduur als bedoeld in artikel 9, wordt de vakantie aan de werknemer naar evenredigheid berekend. Een deeltijdwerker bouwt ook vakantierechten op gedurende de uren dat betrokkene meer werkt dan de overeengekomen arbeidstijd, tenzij er sprake is van overwerk. 3. Het vakantiejaar is gelijk aan een kalenderjaar, tenzij in overleg met de OR of het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op personeel een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. andere periode wordt vastgesteld. De werknemer die slechts een deel van werkgever geeft nadere regelingen voor het vakantiejaar in dienst opnemen van de vakantie. De werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel stelt de tijdstippen van aanvang en einde van de in dit lid genoemde vakantie, vakantie vast na overleg met inachtneming van lid 2de werknemer. De door de werkgever vastgestelde aaneengesloten vakantie- periode dient zo veel mogelijk aan te vangen tussen 30 april en 1 oktober. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.24. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand Per vakantiejaar heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel het recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel om ten minste 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen. De werkgever heeft het recht om te bepalen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepeneen werknemer ten minste 2 weken aaneengesloten vakantie per vakantiejaar opneemt. 17.95. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan De werknemer dient in principe vakantie op te nemen in het einde van vakantiejaar waarin het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekendrecht ontstaat. 17.106. Rechten De werkgever heeft het recht om 1 vakantiedag per jaar als verplichte vakantiedag aan te wijzen. 7. De werkgever zal zoveel mogelijk tegemoetkomen aan verzoeken van individuele werknemers om op een voor hen bijzondere feestdag (een religieuze feestdag) een snipperdag te mogen opnemen. 8. De werknemer heeft het genieten recht om de per kalenderjaar toegekende boven- wettelijke vakantiedagen te benutten conform artikel 8c van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in gelddeze CAO.

Vakantie. a. 1. De werknemer verwerft normale vakantie per jaar bedraagt: a) 24 dagen; b) in afwijking van het gestelde onder sub a, bedraagt de vakantie per jaar bij een onafgebroken dienstverband van ten minste 5 volle jaren binnen de reisbranche bij het bereiken in het lopende vakantiejaar recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die van: 45 jaar: 25 dagen 50 jaar: 26 dagen; 55 jaar: 27 dagen. 2. Zowel ingeval het dienstverband nog geen vol jaar heeft geduurd als in geval in het jaar sprake is van een dienstverband voor minder dan de normale arbeidsduur als bedoeld in artikel 9, wordt de vakantie aan de werknemer naar evenredigheid berekend. Een deeltijdwerker bouwt ook vakantie- rechten op gedurende de uren dat betrokkene meer werkt dan de overeengekomen arbeidstijd, tenzij er sprake is van overwerk. 3. Het vakantiejaar is gelijk aan een kalenderjaar, tenzij in overleg met de OR of het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op personeel een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. andere periode wordt vastgesteld. De werknemer die slechts een deel van werkgever geeft nadere regelingen voor het vakantiejaar in dienst opnemen van de vakantie. De werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel stelt de tijdstippen van aanvang en einde van de in dit lid genoemde vakantie, vakantie vast na overleg met inachtneming van lid 2de werknemer. De door de werkgever vastgestelde aaneengesloten vakantieperiode dient zo veel mogelijk aan te vangen tussen 30 april en 1 oktober. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.24. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand Per vakantiejaar heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel het recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel om ten minste 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen. De werkgever heeft het recht om te bepalen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepeneen werknemer ten minste 2 weken aaneengesloten vakantie per vakantiejaar opneemt. 17.95. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan De werknemer dient in principe vakantie op te nemen in het einde van vakantiejaar waarin het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekendrecht ontstaat. 17.106. Rechten De werkgever heeft het recht om 1 vakantiedag per jaar als verplichte vakantiedag aan te wijzen. 7. De werkgever zal zoveel mogelijk tegemoetkomen aan verzoeken van individuele werknemers om op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geldvoor hen bijzondere feestdag (een religieuze feestdag) een snipperdag te mogen opnemen.

Vakantie. a. a De normale vakantie, waarop de werknemer verwerft aanspraak kan maken, bedraagt 180 uren per vakantiejaar recht jaar. Het afboeken van vakantie-uren gebeurt conform het op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)dat moment geldende werkrooster in de onderneming of afdeling. Zie ook bijlage IX. b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. b De werknemer die slechts werkzaam is in een dienstrooster van meer dan 36 uur per week, dient in staat gesteld te worden per jaar daadwerkelijk 5 weken vakantie te genieten. 2 Een werknemer ontvangt over een vakantie-uur het inkomen dat hij verdiend zou hebben conform het op dat moment geldende werkrooster in de onderneming of afdeling. Het inkomen over een feestdag of in geval van kort verzuim wordt over- eenkomstig berekend. a Desverlangd geniet de werknemer - voor zover de aanspraak op vakantie-uren toereikend zal zijn - 3 weken aaneengesloten vakantie. b Indien de werkgever echter het bedrijf of een gedeelte van het bedrijf stopzet teneinde gedurende die stopzetting aan alle of een deel van de werknemers de aaneengesloten vakantiedagen te geven, moeten de betrokken werknemers gedurende het vakantiejaar daarvoor door de werkgever aangewezen tijdvak met vakantie gaan. Een collectieve vakantie dient vóór aanvang van het kalenderjaar te wor- den vastgesteld in dienst overleg met de ondernemingsraad, dan wel bij ontbreken daarvan in overleg met de personeelsvertegenwoordiging of het personeel. 4 De werkgever kan met instemming van de werkgever is (geweest)ondernemingsraad, heeft recht op een evenredig deel dan wel bij ontbre- ken van dit orgaan in overleg met de in dit lid genoemde vakantiepersoneelsvertegenwoordiging of het perso- neel, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijnaanwijzen als verplichte vrije dagen voor de gehele onder- neming of een deel daarvan. Deze verplichte dagen dienen vastgesteld te worden voor aanvang van het desbetreffende kalenderjaar. 17.5. 5 De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar enig jaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig isbe- reikt, verwerft vakantierechten over de tijd heeft voor iedere aaneengesloten periode van 6 gehele maanden gedurende welke hij besteedt aan sedert 1 mei van het volgen voorafgaande jaar in dienst van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellenis ge- weest, aanspraak op 7,2 uur extra vakantie met behoud van inkomen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. De werknemer verwerft per 1. Het vakantiejaar recht op loopt van 1 januari tot en met 31 december. 2. Het aantal uren vakantie met behoud van salaris loon bedraagt per 1 juli 2010 9,96% van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk het aantal overeengekomen arbeidsuren per jaar en het gemiddelde aantal meeruren bij deeltijddienstver- banden conform artikel 11 lid 3 sub c. Bij een voltijd dienstverband is dit 26 vakantiedagen per jaar. Een volle week vakantie is gelijk aan het gemiddelde aantal uren per werkweek. Vakantieaanspraken van de leeftijd werknemer, die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), ) worden naar evenredigheid toegekend. 3. De werknemer jonger dan 18 jaar heeft volgens de berekeningswijze van lid 2 met ingang van 1 juli 2010 recht op een evenredig deel vakantie van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening 11,49% van het aantal overeengekomen arbeidsuren per jaar. Bij een voltijd dienstverband is dit 30 vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgenper jaar. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.54. De werknemer die op 1 mei januari de hieronder vermelde leeftijd heeft bereikt, heeft recht op extra vakantiedagen: – 57 t/m 59 jaar 7,6 uur – 60 jaar 15,2 uur – 61 jaar 22,8 uur – 62 jaar 30,4 uur – 63 jaar 38,0 uur – 64 jaar 45,6 uur 5. De werknemer met een lang dienstverband bij een werkgever heeft, te rekenen vanaf 21-jarige leeftijd, recht op extra vakantiedagen met behoud van salaris. De duur van het kalenderjaar dienstverband wordt berekend vanaf 1 januari volgend op de leeftijd 21e verjaardag: – bij 10 jaar 7,6 uur – bij 20 jaar 15,2 uur – bij 30 jaar 22,8 uur Deze uren en de uren uit lid 4 van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellendit artikel zijn samen maximaal 45,6 uren. 17.66. De werkgever stelt de tijdvakken van de vakanties op tijd en in overleg met de werknemer zo vast, dat het bedrijfsbelang niet wordt geschaad. De werkgever komt hierbij zoveel mogelijk tegemoet aan de wensen van de werknemer. 7. De werknemer met voldoende vakantieuren kan een vakantie opnemen van drie weken. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar in overleg met de werkgever eenmaal per twee jaar een aaneengesloten vakantie opnemen van ten hoogste zeven weken, als hij daarvoor voldoende vakantieuren heeft. De werknemer dient hiervoor ten minste 12 maanden voor het eerste kwartaal en tweede begin van de gewenste vakantie schriftelijk een verzoek in. 8. Bij beëindiging van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde dienstverband krijgt de werknemer de niet opgenomen vakantie-uren gelegenheid zijn vakantieuren op te laten genieten nemen. Het dienstverband dient mimimaal een maand te hebben geduurd. Met de werknemer die bij de beëeindiging van het dienstverband meer dan wel minder vakantie- rechten heeft genoten wordt het verschil verrekend. 9. Gedurende looptijd van de cao geldt voor de wettelijke vervaltermijn en bovenwettelijke vakantiedagen een verjaringstermijn van 1 juli van dat vijf jaar. 17.710. Gedurende De werknemer krijgt een vakantietoeslag van 8,33% van het ten laste van de ziekteperiode bouwt werkgever komende loon inclusief het loon over meeruren van artikel 11 lid 3 sub c en de uitkeringen uit de Ziektewet en de Werkloosheidswet die de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, tijdens de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaansprakendienstbetrekking ontvangt. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1. De werknemer verwerft normale vakantie per jaar bedraagt: a) 24 dagen; b) in afwijking van het gestelde onder sub a, bedraagt de vakantie per jaar bij een onafgebroken dienstverband van ten minste 5 volle jaren binnen de reisbranche bij het bereiken in het lopende vakantiejaar recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die van: 45 jaar: 25 dagen 50 jaar: 26 dagen; 55 jaar: 27 dagen. 2. Zowel ingeval het dienstverband nog geen vol jaar heeft geduurd als in geval in het jaar sprake is van een dienstverband voor minder dan de normale arbeidsduur als bedoeld in artikel 9, wordt de vakantie aan de werknemer naar evenredigheid berekend. Een deeltijdwerker bouwt ook vakantierechten op gedurende de uren dat betrokkene meer werkt dan de overeengekomen arbeidstijd, tenzij er sprake is van overwerk. 3. Het vakantiejaar is gelijk aan een kalenderjaar, tenzij in overleg met de OR of het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op personeel een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. andere periode wordt vastgesteld. De werknemer die slechts een deel van werkgever geeft nadere regelingen voor het vakantiejaar in dienst opnemen van de vakantie. De werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel stelt de tijdstippen van aanvang en einde van de in dit lid genoemde vakantie, vakantie vast na overleg met inachtneming van lid 2de werknemer. De door de werkgever vastgestelde aaneengesloten vakantie- periode dient zo veel mogelijk aan te vangen tussen 30 april en 1 oktober. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.24. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand Per vakantiejaar heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel het recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel om ten minste 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen. De werkgever heeft het recht om te bepalen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepeneen werknemer ten minste 2 weken aaneengesloten vakantie per vakantiejaar opneemt. 17.95. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan De werknemer dient in principe vakantie op te nemen in het einde van vakantiejaar waarin het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekendrecht ontstaat. 17.106. Rechten De werkgever heeft het recht om 1 vakantiedag per jaar als verplichte vakantiedag aan te wijzen. 7. De werkgever zal zoveel mogelijk tegemoetkomen aan verzoeken van individuele werknemers om op een voor hen bijzondere feestdag (een religieuze feestdag) een snipperdag te mogen opnemen. 8. De werknemer heeft het genieten recht om de per kalenderjaar toegekende boven- wettelijke vakantiedagen te benutten conform artikel 8c van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in gelddeze CAO.

Vakantie. a. 1. De werkgever heeft een vakantieregeling waarmee de medezeggenschap heeft ingestemd. 2. De full time werknemer verwerft heeft per vakantiejaar kalenderjaar recht op vakantie 182,4 vakantie-uren (24 vakantiedagen), met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)salaris, waarvan 152 uur wettelijke vakantie. b. Afhankelijk 3. Op grond van de zijn leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens kalenderjaar ontvangt de hierna werknemer de volgende tabelbovenwettelijke vakantiedagen: 40 24 t/m 44 20 jaar voor de Aow-gerechtigde leeftijd 7,6 uur 1 dag (7,6 uur) 45 19 t/m 49 15 jaar voor de Aow-gerechtigde leeftijd 15,2 uur 2 dagen (15,2 uur) 50 14 t/m 54 10 jaar voor de Aow-gerechtigde leeftijd 22,8 uur 3 dagen (22,8 uur) 55 9 t/m 59 5 jaar voor de Aow-gerechtigde leeftijd 30,4 uur 4 dagen (30,4 uur) 60 5 jaar en ouder of minder voor de Aow-gerechtigde leeftijd 38 uur 5 dagen (38 uur)dagen c. De 4. Wanneer de werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar kalenderjaar in dienst van de werkgever is (geweest)) of in het kalenderjaar of een deel daarvan in deeltijd heeft gewerkt, dan heeft hij naar evenredigheid recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. 2 en 3 genoemde vakantie zullen vakantie. 5. Als vakantie-uren worden opgenomen op een dag waarop volgens het individuele arbeidspatroon een bepaald aantal uren zou worden gewerkt, dan wordt deze uren geregistreerd als regel 3 weken aaneengesloten worden verleendvakantie. 6. Het tijdstip De werkgever stelt de werknemer in staat twee dagen per jaar op te nemen om een godsdienstige niet-christelijke feestdag te vieren, waarbij de werkgever zich niet kan beroepen op zwaarwichtige redenen. 7. De werkgever stelt het begin en einde van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin vast conform de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan wensen van de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenstwerknemer, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzettengewichtige redenen heeft om dit niet te doen. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.68. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede kwartaal van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt Als de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met kalenderjaar meer dan 38 vakantie-uren over heeft dan spreken werkgever en werknemer af hoe de werknemer deze vakantie-uren zal opnemen vóór 1 juli van het salaris verrekendvolgende kalenderjaar. 17.109. Rechten op het genieten De werkgever kan met instemming van de medezeggenschap tussen Xxxxxxxx en Nieuwjaar vakantiedagen kunnen behoudens collectief aanwijzen. Dit zijn dagen die iedereen die in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geldbedrijf werkt, moet opnemen als vakantiedagen.

Vakantie. a. 1. Het vakantiejaar loopt van 1 juni tot en met 31 mei. 2. De full-timer heeft over elk heel vakantiejaar aanspraak op 24 vakan- tiedagen. Vakantiedagen worden in vakantie-uren omgerekend. De werkgever is verplicht een zodanige registratie van vakantie-uren te voeren, dat daaruit te allen tijde blijkt over welk saldo aan vakantie- uren de werknemer verwerft per vakantiejaar beschikt. 3. Indien een werknemer tenminste 25 jaar, dan wel 40 jaar bij dezelfde onderneming werkzaam is geweest, heeft hij recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)twee, onder- scheidenlijk vier extra vakantiedagen per vakantiejaar. b. Afhankelijk van 4. Indien een werknemer de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar van 50, 55, dan wel 60 jaar heeft bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen één, twee, onderscheidenlijk drie extra vakantie met behoud vakantiedagen per vakantiejaar. 5. Xxxxxxx van salaris volgens samenloop van aanspraken krachtens het derde en vierde lid, heeft de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur)werknemer uitsluitend aanspraak op extra vakantieda- gen krachtens het lid dat hem het meest verstrekkende recht toekent. c. 6. De aanspraak op vakantiedagen van de part-timer wordt naar even- redigheid van de omvang van het dienstverband verminderd. 7. De aanspraak op vakantiedagen van de werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2wordt naar evenre- digheid verminderd. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.28. Voor Indien de berekening van het aantal vakantiedagen resulteert in een gedeelte van een vakantiedag, wordt dit gedeelte voor zover het: a. tenminste een werknemer die voor of kwart doch minder dan driekwart dag bedraagt, afgerond op een halve dag; b. tenminste driekwart dag bedraagt, afgerond op een hele dag; c. minder dan een kwart bedraagt, verwaarloosd. 9. De werkgever stelt de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste tijdvakken van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. vakantie tijdig en zoveel mogelijk rekening houdende met de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, wensen van de werknemer een zuiver proportioneel recht vast, doch in ieder geval zodanig dat: a. de werknemer, wiens aanspraken daartoe toereikend zijn, gedu- rende twee opeenvolgende weken geen arbeid behoeft te verrich- ten; b. deze aaneengesloten vakantie ligt in de periode van 30 april tot 1 oktober en, zolang de betrokken werknemer nog partieel leer- plichtig is, bovendien samenvalt met diens schoolvakantie, één en ander tenzij de werkgever op vakantie krijgenverzoek van de werknemer anders bepaalt. 17.310. Van Indien voor een onderneming een vakantiesluitingsregeling geldt, kan de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van werkgever de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur geheel of gedeeltelijk met de in een deze regeling vastgestelde periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genotenlaten samenvallen. 11. De werkgever kan maximaal 3 vakantiedagen als verplichte snipper- dag aanwijzen. 12. Een vakantiedag waarop de werknemer kan arbeidsongeschikt is, geldt niet als een vakantiedag. 13. In geval van arbeidsongeschiktheid heeft de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenstwerknemer, tenzij de eisen arbeidsongeschiktheid door zijn opzet is veroorzaakt, aanspraak op vakantie over het tijdvak van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel laatste 6 maanden van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemenarbeidsonge- schiktheid, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig perioden van arbeidsongeschikt- heid worden samengeteld als zij elkaar met een onderbreking van minder dan een maand opvolgen, onverminderd het overige in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde arti- kel 7:635 van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekendBurgerlijk Wetboek bepaalde. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. 1. Het vakantiejaar loopt van 1 juli tot en met 30 juni van het daarop- volgend jaar. a. De werknemer met een volledig dienstverband verwerft met ingang van 1 juli 19921) per vakantiejaar recht op een vakantie met behoud van salaris van 25 dagen. De part-time werknemer verwerft per vakantiejaar recht op een vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk naar evenredigheid van de leeftijd arbeidstijd. De part-time werknemer die in uitdrukkelijke op- dracht respectievelijk met goedkeuring van de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereiktwerkgever meer uren arbeid verricht dan werd overeengekomen, heeft hij verwerft over deze meeruren eveneens recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. vakantie. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid hiervoor genoemde vakantie, met inachtneming namelijk in verhouding tot het verstreken deel van lid 2het vakantiejaar. d. b. Van het totale vakantietegoed worden tenminste 3 weken (15 werkdagen) als aaneengesloten vakantie gegeven. Van het vorenstaande kan worden afgeweken2) in overleg met de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of bij ge- breke daarvan met het personeel bij meerderheidsbeslissing. 1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht. 2) Artikel 1638ff lid 1 van het Burgerlijk Wetboek blijft onverkort van toepassing. De hiervorenbedoelde beslissing bindt alsdan alle werknemers. Voor zover het aantal vakantiedagen, opgebouwd vanaf 1 juli meer bedraagt dan 3 weken (15 werkdagen) zijn met inachtne- ming van de in de 2e en 3e volzin bedoelde besluitvorming van de meerdere dagen 4 of zoveel minder als het tegoed toelaat, individuele verlofdagen. De alsdan resterende verlofdagen zijn collectief indien en voor zover zij overeenkomstig het in de 2e en 3e volzin van dit lid bepaalde als zodanig zijn aangewezen. c. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende tijd, gedu- rende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaam- heden geen aanspraak heeft op in geld vastgesteld salaris, behou- dens indien de werknemer zijn werkzaamheden niet heeft verricht wegens: 1. het naleven van een wettelijke verplichting of verbintenis ten aanzien van de landsverdediging of openbare orde, niet zijnde opkomstplicht voor eerste oefening, het genieten van verlof gebaseerd op in de vorige dienstbetrekking verworven doch niet opgenomen verlof, het met toestemming van de werkge- ver deelnemen aan een door de vakvereniging van de werk- nemer georganiseerde bijeenkomst, onvrijwillige werkloos- heid bij handhaving van het dienstverband (werktijdverkorting), zwangerschap of bevalling, in welke gevallen nog vakantierechten worden verworven over de eer- ste 12 maanden1), waarin geen arbeid wordt verricht. 2. ziekte of ongeval, tenzij veroorzaakt door zijn opzet, onge- acht of een aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van loon bestaat, in welk geval aanspraak bestaat op vakantie over het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste tijdvak van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden laatste 6 maanden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog arbeid niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt werd verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen tijdvakken samengesteld worden begrepenals zij elkaar met onderbreking van minder dan e´e´n maand opvol- gen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan d. Indien een werknemer na vervulling van de militaire dienstplicht zijn werkzaamheden bij dezelfde werkgever heeft hervat, zal bij de eerstvolgende bedrijfsvakantie – mits hij dan nog in dienst is bij deze werkgever – voor het einde bepalen van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met vakantierecht de tijd in militaire dienst doorgebracht gedurende het salaris verrekendaan de bedrijfs- vakantie voorafgaande vakantiejaar meetellen. 17.10. Rechten op e. Onverminderd het genieten bepaalde in artikel 21, lid 1b, zal de werkge- ver geen overeenkomsten met de werknemer afsluiten met als strekking om bij arbeidsongeschiktheid meer vakantiedagen af te boeken dan in genoemd artikel toegestaan, noch zal de werkge- ver in een eventueel arbeidsreglement een bepaling met die strek- king opnemen. 1) Ingevolge artikel 1638mm van vakantiedagen kunnen behoudens in het in Burgerlijk Wetboek is een afwijking van artikel 1638dd lid 9 bedoelde geval en in geval 5 ten nadele van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geldde werknemer nietig.

Vakantie. a. Het vakantiejaar valt samen met het kalenderjaar. 1. De werknemer verwerft in de dag-, 2-, 3- en 5-ploegendienst heeft per vakantiejaar recht op 160 uur vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)salaris. b. Afhankelijk van de leeftijd die 2. Daarboven heeft de werknemer in de dag-, 2- en 3-ploegendienst recht op 40 uur bovenwettelijke vakantie, en de werknemer in de 5-ploegendienst op 32 uur bovenwettelijke vakantie, met behoud van salaris. 3. De werknemer die in de loop van het desbetreffende vakantiejaar onderstaande leeftijd zal bereiken of heeft bereikt, heeft hij in aanvulling op de hiervoor onder 2. genoemde bovenwettelijke vakantie, recht op de navolgende extra bovenwettelijke vakantie: 45 jaar : 8 uur 50 jaar : 16 uur 55 jaar : 24 uur 60 jaar : 40 uur 62 jaar : 48 uur. 4. De werknemer die op de eerste dag van het vakantiejaar (1 januari) nog geen 20 jaar is, heeft in aanvulling op de hiervoor onder 2 genoemde bovenwettelijke vakantie, recht op een aantal dagen extra bovenwettelijke vakantie van 24 uur per kalenderjaar. 5. Van de vakantie zullen naar individuele voorkeur 3 kalenderweken aaneengesloten kunnen worden opgenomen, met behoud van salaris volgens dien verstande dat de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar werknemer in 5-ploegendienst 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar weken aaneengesloten met daarin 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder weekenden kan opnemen. Een week aaneengesloten vakantie wordt gerekend als 5 dagen (38 uur)diensten voor de 3- ploegendienst. 6. Voor partieel leerplichtigen geldt hetgeen in bijlage III is bepaald. c. De werknemer werknemer, die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest)is, heeft voor elke maand van het dienstverband in het lopende vakantiejaar recht op een evenredig deel 1/12 van de in dit lid onder b genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De 1. Bij indiensttreding van de werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor vóór of op de 15e van enige maand een maand, evenals bij beëindiging van het dienstverband na de 15e van de maand, wordt hij voor de toepassing van het in dienst treedt c.q. lid 3 bepaalde geacht de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand volle kalendermaand in dienst te zijn getreden c.qgeweest. 2. Bij beëindiging van het dienstverband vóór de dienst te hebben verlaten en wordt 15e van een werknemer die maand evenals bij indiensttreding na de 15e van enige een maand wordt de werknemer voor de toepassing van het in dienst treedt c.q. lid 3 bepaalde geacht de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand volle kalendermaand niet in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlatengeweest. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1. De werknemer verwerft per vakantiejaar heeft recht op vakantie met behoud van salaris (voor de berekening van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)het aantal vakantie-uren per jaar wordt uitgegaan van een vakantiedag van 7,2 uren): a. 172,8 vakantie uren per jaar, ongeacht de leeftijd van de werknemer; b. 180 vakantie uren per jaar indien de werknemer 45 jaar of ouder is; c. 187,2 vakantie uren per jaar indien de werknemer 55 jaar of ouder is; d. 194,4 vakantie uren per jaar indien de werknemer 60 jaar of ouder is. b. Afhankelijk 2. Voor de berekening van de leeftijd vakantie wordt het jaar gerekend van 1 januari tot en met 31 december en wordt uitgegaan van een 36-urige werkweek. De werknemer die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, deeltijd werkt heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens naar rato van de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 contractuele arbeidsduur. 3. De berekening van de opbouw van de vakantie geschiedt naar rato van de exacte datum van indiensttreding in enig jaar. 4. De vakantie dient – met uitzondering van de vakantie uren, die het in artikel 7:634 BW bedoelde minimum te boven gaan – te worden opgenomen binnen zes maanden na de laatste dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven. De vakantie uren die het in dienst artikel 7:634 BW bedoelde minimum te boven gaan verjaren vijf jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de werkgever aanspraak is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2verworven. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten5. In afwijking hiervan zalvan het bepaalde in lid 4, indien kan in onderling overleg worden overeengekomen dat vakantie uren die het dienstverband korter dan één maand heeft geduurdin artikel 7:634 BW genoemde minimum niet te boven gaan, ook na de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgenvervaldatum van zes maanden kunnen worden opgenomen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten6. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen werknemer, die door omstandigheden buiten haar wil redelijkerwijs niet in staat is haar toekomende vakantie uren geheel of gedeeltelijk op het tijdstip dat door hem te nemen, wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden deze alsnog, op een in overleg met de hem nog toekomende vakantie werkgever vast te stellen later tijdstip, op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig . 7. Het bepaalde in de opzeggingstermijn mogen worden begrepentwee voorgaande leden laat onverlet het recht van de werknemer om de vakantie uren, die het in artikel 7:634 BW bedoelde minimum te boven gaan, aan te wenden als inleg ten behoeve van de Levensloopregeling. 17.98. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen De werknemer heeft het recht om van de haar toekomende vakantie uren tenminste 21 dagen aaneengesloten op te nemen om te voorkomen dat de zaterdag voorafgaand aan de vakantie ingeroosterd wordt. Voorts zal rekening worden uitbetaald gehouden met de wensen van de werknemer met betrekking tot het inroosteren van de werkzaamheden aaneensluitend aan de vakantie. 9. De tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie worden door de werkgever, overeenkomstig de wensen van de werknemer, vastgesteld, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Indien de werkgever niet binnen twee weken nadat de werknemer haar wensen schriftelijk aan de werkgever heeft kenbaar gemaakt, schriftelijk aan de werknemer de gewichtige redenen heeft aangevoerd, is de vakantie vastgesteld overeenkomstig de wensen van de werknemer. 10. De werknemer heeft het recht om van de haar toekomende vakantie uren ten hoogste 8 dagen als snipperuren op te nemen. 11. De werknemer moet in de gelegenheid worden gesteld de vakantie uren waarop zij volgens deze regeling recht heeft en die door haar niet zijn aangewend voor het doeleinde, zoals omschreven in lid 7 van dit artikel, op te nemen alvorens de arbeidsovereenkomst eindigt. 12. Indien bij het einde van het dienstverband. Teveel , de niet genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens vakantie uren, zoals bedoeld in het in lid 9 bedoelde geval en in geval voorgaande lid, niet kunnen worden opgenomen, worden de desbetreffende vakantie uren vergoed door uitkering van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in gelduur salaris, vermeerderd met vakantietoeslag, voor elk niet genoten uur.

Vakantie. a. De Een werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie heeft met behoud van salaris per kalenderjaar (met ingang van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij 1 januari 2005) recht op een vakantie van tenminste het aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens uren dat in de hierna volgende tabeltabel wordt vermeld. Voor de berekening van het aantal uren vakantieverlof is uitgegaan van de gemiddelde werkdag (en dus ook vakantiedag), die 38 : 40 5 = 7,6 uur bedraagt. Het corresponderende gemiddelde aantal vakantiedagen is tussen haakjes toegevoegd. • t/m 44 jaar 1 dag - 190,0 uur (7,6 uur25 dagen) • van 45 t/m 49 jaar 2 dagen - 197,6 uur (15,2 uur26 ,, ) • van 50 t/m 54 jaar 3 dagen - 205,2 uur (22,8 uur27 ,, ) • van 55 t/m 59 jaar 4 dagen - 212,8 uur (30,4 uur28 ,, ) • van 60 jaar en ouder 5 dagen - 220,4 uur (38 uur29 ,, ) b. De werknemers die zijn ingedeeld in functiegroep 8 en hoger hebben in verband met het bepaalde in artikel 8 lid 2a van deze CAO recht op 7,6 vakantie-uur extra. c. De werknemer Voor de bepaling van de leeftijd geldt de leeftijd die slechts een deel in de loop van het vakantiejaar desbetreffende jaar wordt bereikt. 2. Indien een werknemer in de loop van het kalenderjaar in dienst van de werkgever is (geweest)treedt, heeft hij voor dat jaar recht op een evenredig deel van het in het eerste lid genoemde aantal vakantie- en snipperdagen, waarbij een tegoed van minder dan een halve dag wordt afgerond op een halve dag en van meer dan een halve dag op een hele dag. 3. Indien een werknemer in de loop van het kalenderjaar de dienst verlaat, heeft hij voor dat jaar recht op een evenredig deel van het voor hem geldende aantal vakantie- en snipperdagen, waarbij een tegoed van minder dan een halve dag wordt afgerond op een halve dag en van meer dan een halve dag op een hele dag. De werknemer kan verlangen dat het tegoed aan vakantiedagen in geld wordt uitbetaald. Eventueel dient te veel genoten vakantie te worden verrekend. 4. Van het totaal aantal vakantiedagen zullen in de regel tenminste 3 weken aaneengesloten worden opgenomen; de overige dagen kunnen ook als snipperdagen worden opgenomen, eventueel in halve dagen. a. Werknemers die in deeltijddienstverband werken hebben recht op vakantie volgens het bepaalde in lid 1 naar evenredigheid van het aantal vakantiedagen voor werknemers in voltijddienstverband. De berekening van de vakantierechten als vorenbedoeld geschiedt maandelijks, waarbij zonodig voor toekomstige maanden wordt uitgegaan van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming de berekeningsmaand geldende omvang van lid 2het dienstverband. d. b. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en gedeeltelijk werken worden de vakantierechten verworven naar rato van werken. 6. Xxxxxxx van arbeidsongeschiktheid tijdens vakantie ontstaan behoudt de werknemer aanspraak op de dientengevolge gemiste vakantiedagen, mits hij zijn werkgever terstond van zijn arbeidsongeschiktheid in kennis heeft gesteld en zich aan de voorschriften terzake heeft gehouden. Daartoe behoort de raadpleging van een arts en de overlegging van een medische verklaring omtrent de aard en duur van de ziekte. Mocht in uitzonderingsgevallen een dergelijke medische verklaring niet kunnen worden verkregen, dan zullen aard en duur van de ziekte bijvoorbeeld kunnen blijken uit de nota´s wegens geneeskundige behandeling. Over de wijze van opnemen van vervangende vakantiedagen beslist de werkgever na overleg met de werknemer. a. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.21. Voor Het onder a. bepaalde is niet van toepassing indien de werknemer zijn werkzaamheden niet heeft verricht wegens: - ziekte of ongeval tenzij veroorzaakt door opzet van de werknemer; - het naleven van een wettelijke verplichting of verbintenis ten aanzien van de landsverdediging of openbare orde; - het genieten van verlof gebaseerd op in een vorige dienstbetrekking verworven doch niet opgenomen verlof; - het met toestemming van de werkgever deelnemen aan een door de vakvereniging van de werknemer georganiseerde bijeenkomst; - onvrijwillige werkloosheid bij handhaving van het dienstverband - zwangerschap of bevalling In deze gevallen worden vakantierechten verworven over de in art. 635 B.W. bedoelde periode van 6 maanden waarin geen arbeid wordt verricht, waarbij de duur der onderbreking uit de respectievelijke oorzaken tezamen geteld wordt. 2. Indien een onderbreking der werkzaamheden als bedoeld onder 1 van dit sub-lid in meer dan een vakantiejaar valt, wordt het in een vorig jaar vallend deel der onderbreking bij de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e periode van enige maand afwezigheid mee in dienst treedt c.qaanmerking genomen. 3. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste Ten aanzien van de navolgende maand berekening van de duur van de hier bedoelde onderbreking is het in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgenlid 3 van dit artikel bepaalde van overeenkomstige van toepassing. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. c. De werknemer die op of na 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 augustus 2007 17 jaar nog niet heeft bereikt wordt en niet meer leerplichtig iseen kwalificatieplicht heeft, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen onderricht waartoe de werkgever hem wettelijk krachtens de wet in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. De werknemer verwerft per vakantiejaar 1. Werknemer heeft recht op 180 vakantie uren per jaar met behoud van salaris (voor de berekening van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uurhet aantal vakantiedagen per jaar wordt uitgegaan van 7,2 uur per dag). Onder salaris wordt bij de toepassing van dit artikel bedoeld het loon als bedoeld in artikel 7:610 jo 7:639 BW. b. Afhankelijk 2. Met ingang van 1 januari 2023 vervalt de opbouw van leeftijdsgebonden vakantie uren. Indien en voor zover een werknemer op 31 december 2022 aanspraak heeft op meer dan het in lid 1 genoemde aantal vakantie uren, dan behoudt werknemer dit hogere aantal vakantie uren per jaar. Werknemer ontvangt bij het stijgen van de leeftijd geen hoger aantal vakantie uren per jaar. In bijlage 2 is de oude regeling bijgevoegd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie geldig is tot en met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 231 december 2022. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.23. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen vakantie uren wordt een werknemer die voor of op de 15e het jaar gerekend van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten 1 januari tot en met 31 december en wordt uitgegaan van een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.536-urige werkweek. De werknemer die deeltijd werkt heeft recht op 1 mei vakantie uren naar rato van de gemiddelde contractuele arbeidsduur. 4. De berekening van de opbouw van de vakantie uren geschiedt naar rato van de exacte datum van in- of uitdiensttreding in enig jaar. 5. De vakantie uren dienen – met uitzondering van de vakantie uren, die het in artikel 7:634 BW bedoelde minimum te boven gaan – te worden opgenomen binnen zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de leeftijd aanspraak is verworven. De vakantie uren die het in artikel 7:634 BW bedoelde minimum te boven gaan verjaren vijf jaar na de laatste dag van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over het kalenderjaar waarin de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellenaanspraak is verworven. 17.66. In afwijking van het bepaalde in lid 5, kan in onderling overleg worden overeengekomen dat vakantie uren die het in artikel 7:634 BW genoemde minimum niet te boven gaan, ook na de vervaltermijn van zes maanden kunnen worden opgenomen. 7. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-werknemer, die door omstandigheden buiten haar wil redelijkerwijs niet in staat is haar toekomende vakantie uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximumgeheel of gedeeltelijk op te nemen, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden deze alsnog, op een in overleg met de hem nog toekomende werkgever vast te stellen later tijdstip, op te nemen. 8. De werknemer heeft het recht om eenmaal per jaar tenminste 21 dagen aaneengesloten vakantie op te nemennemen om te voorkomen dat de zaterdag voorafgaand aan de vakantie ingeroosterd wordt. Voorts zal rekening worden gehouden met de wensen van de werknemer met betrekking tot het inroosteren van de werkzaamheden aaneensluitend op de vakantie. 9. De tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie worden door de werkgever, overeenkomstig de wensen van de werknemer, vastgesteld, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. De werknemer zal het verzoek tot verlof in beginsel uiterlijk twee weken van te voren schriftelijk indienen. Indien de werkgever niet binnen twee weken nadat de werknemer haar wensen schriftelijk aan de werkgever heeft kenbaar gemaakt, schriftelijk aan de werknemer de gewichtige redenen heeft aangevoerd, is de vakantie vastgesteld overeenkomstig de wensen van de werk- nemer. 10. Bij het einde van de arbeidsovereenkomst wordt het saldo vakantie uren zoveel mogelijk in overleg tussen partijen gecorrigeerd binnen de opzegtermijn. Het resterende saldo wordt uitbetaald of verrekend op de eindafrekening, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in inachtneming van de opzeggingstermijn mogen worden begrepenwettelijke bepalingen. 17.911. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan Indien bij het einde van het dienstverband. Teveel dienstverband de niet genoten vakantiedagen vakantie uren niet kunnen worden opgenomen, worden de desbetreffende vakantie uren vergoed door uitkering van het uur salaris, vermeerderd met het salaris verrekendvakantietoeslag, voor elk niet genoten vakantie uur. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. Het vakantiejaar loopt vanaf 1 juli van enig jaar tot en met 30 juni van het daarop volgende jaar. 2. Duur der vakantie. De part-time werknemer verwerft de in de volgende volzinnen ge- noemde vakantie naar rato van het aantal gewerkte uren. a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op een vakantie met behoud van salaris het periode-inkomen van 24 dagen (25 diensten of 200 uren. De werknemer in de 4- en 5-ploegendienst werkzaam verwerft per vakantiejaar recht op jaarbasis overeenkomend een vakantie, met 182,4 uur)behoud van het periode-inkomen, van drie aaneengesloten weken plus 10 dien- sten. b. Afhankelijk Voor werknemers die in ploegendienst werken wordt aan de vakantie-aanspraken e´e´n dienst van 8 uren toegevoegd. NB: Voor werknemers die gedeeltelijk in ploegendienst en gedeeltelijk in dagdienst werken, gelden de volle extra vakantie-aanspraken als zij gedurende het vakantiejaar in totaal 6 maanden of langer in ploegen- dienst werken en de helft van deze extra vakantie-aanspraken als zij gedurende het vakantiejaar minder dan 6 maanden in ploegendienst wer- ken. c. De werknemer die op 1 januari van het betreffende vakantiejaar de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereiktbereikt of heeft bereikt van 40, 45, 50, 55, resp. 60 jaar, heeft hij recht op een aantal dagen 1, 2, 3, 4, resp. 5 x 8 extra uren vakantie met behoud van salaris volgens het periodeinkomen. d. De part-time werknemer die in opdracht van de hierna volgende tabel: 40 tleiding meer uren werkt dan het voor hem vooraf opgestelde rooster, verwerft over deze meeruren vakantierechten. Deze rechten worden gee¨ffec- tueerd indien en voorzover 4 uren per jaar worden overschreden. e. Xxxxx verkregen vakantierechten op basis van dienstverband, leeftijd en/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur)of functieniveau blijven gehandhaafd, doch werken niet cumulatief met de sub c genoemde rechten. c. f. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van het bepaalde in lid 23. d. g. De werknemer verwerft geen vakantierechten over totale aanspraken op vakantie – de tijd gedurende welke hij wegens het extra dag voor ploegen- werkers niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak meergerekend – zullen op in geld vastgesteld salaris heeftjaarbasis maximaal 30 diensten of 240 uren belopen. 17.2. h. Voor werknemers, die partieel leerplichtig zijn, zullen de berekening in het voorgaande geregelde vakantie-aanspraken naar evenredigheid worden verminderd, met inachtneming van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor dagen dat zij minder dan normaal plegen te werken. 3. Berekening aantal vakantie-uren. Indien de dienstbetrekking nog geen jaar of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand wederom geen jaar heeft geduurd, dan heeft de werknemer een zuiver proportioneel tenminste aanspraak op het aantal vakantiediensten resp. -uren in verhouding tot het verstreken deel van het vakantiejaar. 4. Bij vorige werkgevers verworven vakantierechten. De werknemer dient bij de aanvang van de dienstbetrekking de werkgever mede te delen hoeveel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de hij bij zijn vorige werkgever(s) verworven, doch niet in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenstnatura genoten heeft, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van opdat de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag weet op hoeveel vakantie, zonder behoud van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig isperiode- inkomen, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaansprakenaanspraak kan maken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. De werknemer verwerft per 1. Het vakantiejaar recht op loopt van 1 januari tot en met 31 december. 2. Het aantal uren vakantie met behoud van salaris loon bedraagt met ingang van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)1 juli 2010 9,96% van het aantal overeengekomen arbeidsuren per jaar en het gemiddelde aantal meeruren bij deeltijddienstverbanden conform artikel 11 lid 3 sub c. Bij een voltijd dienst- verband betekent dit 26 vakantiedagen per jaar. Een volle week vakantie omvat het gemiddelde aantal uren per werkweek. b. Afhankelijk van 3. De werknemer die de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar van 18 jaren nog niet heeft bereikt, heeft hij volgens de in lid 2 omschreven systematiek met ingang van 1 juli 2010 recht op 11,49% van het aantal overeengekomen arbeidsuren per jaar. Bij een aantal dagen voltijd dienstverband betekent dit 30 vakantiedagen per jaar. 4. De werknemer die bij aanvang van het vakantiejaar de hieronder vermelde leeftijd heeft bereikt, heeft recht op extra vakantie met behoud van salaris volgens vakantiedagen en wel naar de hierna volgende tabelmaatstaf: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 - 57 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 7,6 uur - 60 jaar en ouder 5 dagen (38 15,2 uur - 61 jaar 22,8 uur - 62 jaar 30,4 uur - 63 jaar 38,0 uur - 64 jaar 45,6 uur) c. 5. De werknemer met een langdurig dienstverband bij een werkgever heeft, te rekenen vanaf 22-jarige leeftijd, met behoud van salaris recht op extra vakantiedagen naar de volgende maatstaf: - bij 10 jaar 7,6 uur - bij 20 jaar 15,2 uur - bij 30 jaar 22,8 uur De hier genoemde uren en de uren genoemd in lid 4 van dit artikel bedragen samen maximaal 45,6 uren. 6. Vakantieaanspraken van een werknemer, die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de een werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel ) worden naar evenredigheid toegekend. 7. De werkgever stelt de tijdvakken van de vakantie tijdig en in dit lid genoemde vakantieoverleg met de werknemer zodanig vast, met inachtneming dat het bedrijfsbelang niet wordt geschaad en dat redelijkerwijze wordt tegemoetgekomen aan de wensen van lid 2de werknemer. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten8. De werknemer van wie de vakantieaanspraken daartoe toereikend zijn, kan de overblijvende vakantiedagen een vakan- tie opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5drie weken. De werknemer die op 1 mei kan, in overleg met de werkgever, eenmaal per twee jaar een aaneengesloten vakantie opnemen van ten hoogste zeven weken, mits de vakantieaanspraken daartoe toereikend zijn en de werknemer ten minste 12 maanden voor het kalenderjaar tijdstip van ingang van de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan gewenste vakantie het volgen van lessen waartoe verzoek hiertoe schriftelijk bij de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellenheeft ingediend. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met vakantiemet behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de materieel werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.22. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.33. De werknemer dient bij de aanvang van de arbeidsovereenkomst de werkgever mede te delen hoeveel recht op vakantie hij bij zijn vorige werkgever(s) verworven doch niet in nature genoten heeft, opdat de werkgever weet op hoeveel vakantiedagen zonder behoud van salaris de werknemer aanspraak kan maken. a. Van de in lid 1 sub a. a genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. . b. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan . c. Indien de overblijvende aaneengesloten vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenstsamenvallen met een aangewezen dag als bedoeld in lid 5 van dit artikel of met een feestdag als bedoeld in artikel 13, zal de aaneengesloten vakantie dienovereenkomstig worden verlengd, tenzij de eisen van materieel werkgever er de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzettenvoorkeur aan geeft een overeenkomend aantal vakantiedagen te doen opnemen. 17.4. a. De materieel werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5b. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de materieel werkgever verzetten. a. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 1. Het onder a. bepaalde is niet van toepassing indien de werknemer zijn werkzaamheden niet heeft verricht wegens: a. ziekte of ongeval tenzij veroorzaakt door opzet van de werknemer; b. het naleven van een wettelijke verplichting of verbintenis ten aanzien van de landsverdediging of openbare orde, niet zijnde opkomstplicht voor eerste oefening; c. het genieten van xxxxxx gebaseerd op in een vorige arbeidsovereenkomst verworven doch niet opgenomen verlof; d. het met toestemming van de materieel werkgever deelnemen aan een door de vakvereniging van de werknemer georganiseerde bijeenkomst; e. onvrijwillige werkloosheid bij handhaving van het dienstverband; x. zwangerschap of bevalling In deze gevallen worden nog vakantierechten verworven over de wettelijk vastgestelde periode waarin geen arbeid wordt verricht, met dien verstande dat de tijdvakken samengeteld worden als zij elkaar met onderbreking van minder dan een maand opvolgen. 2. Indien een onderbreking der werkzaamheden als bedoeld onder 1 van dit sub-lid in meer dan één vakantiejaar valt, wordt het in een vorig jaar vallend deel der onderbreking bij de berekening van de periode van afwezigheid mee in aanmerking genomen. 3. Ten aanzien van het tijdstip van de aanvang en het einde van de hier bedoelde onderbreking is het in lid 2 van dit artikel bepaalde van overeenkomstige toepassing. c. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, ,verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de materieel werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De a. Dagen of gedeelten van dagen waarop de werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal geen arbeid heeft verricht om een der redenen, genoemd in lid 6 sub b onder 1 en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de lid 6 sub c gelden niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaarals vakantiedagen. 17.7. Gedurende b. Indien het geval bedoeld in lid 6 sub b onder 1a zich voordoet tijdens een vastgestelde vakantie, zullen de ziekteperiode bouwt dagen waarop die verhindering zich voordoet, niet als vakantiedagen worden geteld indien de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers op grond van een wettelijk voorgeschreven ziekte- of ongevallenverzekering een uitkering over die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaansprakendagen heeft ontvangen. 17.8. c. Indien ingevolge het sub b bepaalde aanvankelijk vastgestelde vakantiedagen niet als zodanig worden gerekend, zal de materieel werkgever overeenkomstig de wensen van de werknemer nieuwe data vaststellen waarop die dagen alsnog kunnen worden genoten. a. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid worden gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, nemen met dien verstande verstande, dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. b. Teveel genoten vakantiedagen worden vakantie wordt met het salaris verrekend. 17.10c. De materieel werkgever reikt de werknemer bij het einde van de arbeidsovereenkomst een verklaring uit waaruit blijkt de duur van de vakantie zonder behoud van salaris welk de werknemer op dat tijdstip nog toekomt. 8. De materieel werkgever stelt een werknemer in staat twee dagen per jaar op te nemen ter viering van een godsdienstige niet-christelijke feestdag, waarbij de materieel werkgever zich niet kan beroepen op zwaarwichtige redenen. 9. Vakantierechten welke niet zijn opgenomen voor het tijdstip liggend 5 jaar na de datum waarop deze zijn verworven, vervallen 10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 8 sub a bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. 11.1. Het vakantiejaar loopt van 1 januari t/m 31 december. De werkgever draagt er zorg voor dat bij opname van vakantie-uren altijd de uren van het saldo worden afgeschreven die als eerste komen te vervallen of te verjaren. a. De werknemer verwerft heeft per vakantiejaar recht op wettelijke vakantie met behoud van salaris maandinkomen van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 160 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die Daarnaast heeft de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur)uur bovenwettelijke vakantie. c. De werknemer die slechts een deel voor de aanvang van het vakantiejaar de 45-, 50-, 55-, 60-, 61-, of 62-jarige leeftijd heeft bereikt, heeft in dienst plaats van de werkgever is (geweest)hiervoor onder b. genoemde bovenwettelijke vakantie, heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde 48, 56, 64, 72, 80 respectievelijk 88 uur bovenwettelijke vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over die voor de tijd gedurende welke hij wegens aanvang van het niet verrichten vakantiejaar jonger is dan 18 jaar, heeft in plaats van zijn werkzaamheden geen aanspraak de hiervoor onder b. genoemde bovenwettelijke vakantie, recht op in geld vastgesteld salaris heeft56 uur bovenwettelijke vakantie. 17.211.2.2. Voor De werkgever kan in overleg met de berekening ondernemingsraad een bedrijfsvakantie van het aantal vakantiedagen 3 aaneengesloten weken vaststellen, die door de werknemers collectief wordt genoten. De werkgever zal een werknemer die voor of op de 15e individueel aaneengesloten vakantie van enige maand in dienst treedt c.q3 weken toestaan, indien er geen collectieve bedrijfsvakantie is vastgesteld. de dienst verlaat, geacht op de eerste De werkgever zal daarnaast een individuele vakantie van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zalmaximaal 3 weken toestaan, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, tegoed aan vakantie-uren van betrokkenen voldoende is om de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgencollectieve stopperiode te overbruggen en het werk dit toelaat. 17.3a. De werkgever kan ten hoogste 24 vakantie-uren als verplichte snipperuren aanwijzen. Van Het vaststellen van deze uren geschiedt in overleg met de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen onderne- mingsraad en als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip bij de aanvang van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. het vakantiejaar. b. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen overige vakantie-uren opnemen op het tijdstip wanneer dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie gewichtige redenen zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzettenverzetten en zij het dat in deze uren begrepen moeten worden bijzondere vrije dagen zoals plaatselijke en andere feestdagen, voor zover van overheidswege geen afwijkende regeling voor het bedrijfsleven is getroffen. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1. De werkgever stelt het vakantiejaar voor zijn onderneming vast en geeft nadere regelen voor het opnemen van de vakantie; met name kunnen hierbij regelen worden gesteld ter voorkoming van het bij- eentellen van vakantiedagen, verkregen in opeenvolgende vakantie- jaren, alsmede ten aanzien van het doen samenvallen van de aaneen- gesloten vakantie met eventueel verplichte sluitingsperioden. Bij een en ander zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het ver- langen van de werknemer. Indien geen vakantiejaar door de werkge- ver is vastgesteld loopt het vakantiejaar van 1 juli t/m 30 juni. 2. De werknemer verwerft per vakantiejaar heeft bij een normale arbeidsduur recht op 24 werk- dagen of 192 uur vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van loon per vakantiejaar. Voor de leeftijd werknemer, die minder dan de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die normale arbeidsduur of slechts een deel van het een vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest)is, heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2gelden deze rechten naar evenredigheid. d. 3. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur zoveel mogelijk in een periode plaatsvinden waarin de vakantie maanden mei tot en met echtgenote/partner en huisgenoten kan september worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen heeft hierbij in een vakantiejaar recht op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen een aaneengesloten vakantie van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzettentenminste 3 weken. 17.44. De Een werkgever mag van de kan vakantiedagen er 4 aanwijzen toekennen als voorschot op nog in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5het lopende vakantiejaar te verwerven vakantierechten. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding Verreke- ning van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald voorschot dient aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiejaar te geschieden of bij eerder vertrek. a. Voor aanspraak op extra vakantiedagen op grond van diensttijd of leeftijd van de werknemer is zijn situatie bij de aanvang van het vakantiejaar bepalend. b. De diensttijdvakantie bedraagt bij: 25 tot 40 dienstjaren: 3 extra vakantiedagen per vakantiejaar; 40 of meer dienstjaren: 5 extra vakantiedagen per vakantiejaar. c. De leeftijdsvakantie bedraagt bij een leeftijd van: 50 tot 55 jaar: 1 extra vakantiedag per vakantiejaar; 55 tot 60 jaar: 2 extra vakantiedagen per vakantiejaar; 60 jaar of meer: 4 extra vakantiedagen per vakantiejaar. d. De in b en c genoemde vakantiedagen worden niet bij elkaar opgeteld, het hoogste aantal geldt. 6. Een dag, waarop de werknemer arbeidsongeschikt is, geldt niet als vakantiedag wanneer de werkgever het loon doorbetaald zou hebben indien een werknemer geen vakantiedag zou hebben opgenomen. 7. Bij volledige arbeidsongeschiktheid die langer duurt dan zes maan- den ontstaat er alleen recht op vakantiedagen gedurende de laatste zes maanden van arbeidsongeschiktheid. Bij arbeidsongeschiktheid die haar oorzaak vindt in zwangerschap of bevalling, geldt het voor- gaande in dit lid niet. 8. Vervanging van vakantiedagen door uitbetaling van een geldbedrag is slechts geoorloofd bij of in verband met het salaris verrekendeinde van de dienst- betrekking. Uitbetaling in geld is echter in dit laatste geval verplicht, indien de werknemer dit wenst. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. De 1. Het vakantiejaar loopt van januari van enig kalenderjaar tot januari van het daarop volgende kalenderjaar. 2. Onder werkdagen worden verstaan de dagen, waarop de werknemers volgens dienstrooster moeten werken. 3. Iedere werknemer verwerft heeft per vakantiejaar recht op vakantie 25 dagen vakantie, met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)maandinkomen. Hiervan mogen 3 weken aaneengesloten worden opgenomen. b. Afhankelijk 4. Uitgaande van de leeftijd een fulltime dienstverband wordt bij het bepalen van het recht op vakantie per vakantiejaar, 1 werkdag gelijkgesteld aan 7,2 uur, bij parttimers wordt gerekend naar rato. 5. De werkgever kan maximaal 3 vakantiedagen als verplichte snipperdag aanwijzen. 6. Een werknemer, die de werknemer na 1 januari van het lopende kalenderjaar in dienst is getreden of die vóór 31 december van het lopende jaar uit dienst is getreden, heeft in afwijking van het in lid 3 bepaalde voor elke maand dienstverband in het desbetreffende lopende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel aantal vakantiedagen. 7. Bij indiensttreding van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor vóór of op de 15e van enige maand een maand, evenals bij beëindiging van het dienstverband na de 15e van een maand, wordt deze voor toepassing van het in dienst treedt c.q. de dienst verlaatlid 4 bepaalde, geacht op de eerste van die maand een volle kalendermaand in dienst te zijn getreden c.qgeweest. 8. Bij indiensttreding van de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht maand, evenals beëindiging van het dienstverband vóór of op de eerste 15e van de navolgende maand een maand, wordt deze voor toepassing van het in lid 4 bepaalde, geacht een volle kalendermaand niet in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlatengeweest. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.39. Van Werknemers hebben de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten mogelijkheid vakantiedagen op te sparen om dit op een later tijdstip te gebruiken voor langdurig verlof. Er kunnen maximaal 5 dagen op jaarbasis gespaard worden verleend(voor parttimers naar rato). Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genotenVerlofrechten aan deze regeling toegekend, verjaren niet. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei Uitbetaling van het kalenderjaar gespaarde verlof vindt slechts plaats bij uitdiensttreding en bij overlijden. Aan de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede omvang van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaarverlofspaartegoed wordt geen maximum gesteld. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie heeft jaarlijks, met behoud van salaris salaris, recht op: a. Per kalenderjaar bedraagt de vakantie 182,4 uren ( 24 werkdagen bij een fulltime dienstverband van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur38 uur per week, pro rato bij parttime).; b. Afhankelijk bij het bereiken van de leeftijd van 30 jaar 7,6 uren ( 1 werkdag) ; bij het bereiken van de leeftijd van 40 jaar 15,2 uren ( 2 werkdagen); bij het bereiken van de leeftijd van 45 jaar 22,8 uren (3 werkdagen); bij het bereiken van de leeftijd van 50 jaar 30,4 uren (4 werkdagen) ; bij het bereiken van de leeftijd van 55 jaar 38 uren (5 werkdagen); bij het bereiken van de leeftijd van 60 jaar 45,6 uren (6 werkdagen). De leeftijd genoemd in bovenstaande tabel is de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar betrokken kalenderjaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur). c. De 2. Een werknemer die slechts een deel in de loop van het vakantiejaar kalenderjaar in dienst van de werkgever is (geweest), getreden heeft voor dat jaar recht op een evenredig deel van de in dit lid het hierboven genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2aantal vakantiedagen. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.23. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer Een werknemer, die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei loop van het kalenderjaar de leeftijd van 18 uit dienst treedt, heeft voor dat jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede recht op een evenredig deel van het volgende kalenderjaarvoor hem geldende aantal vakantiedagen, waarbij een tegoed van minder dan een halve dag wordt afgerond op een halve dag en van meer dan een halve dag op een hele dag. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer Een eventueel tegoed aan dagen bij de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde beëindiging van het dienstverbanddienstver- band kan in geld worden uitbetaald. Teveel Eventueel teveel genoten vakantiedagen worden vakantie wordt met het salaris verrekend. 17.104. Rechten De in enig kalenderjaar niet opgenomen vakantiedagen dienen in het volgende kalenderjaar binnen zes maanden te worden opgenomen. De wettelijke vakantiedagen (4 maal de weekomvang) verjaren na een half jaar volgend op het genieten kalenderjaar waarin de rechten zijn ontstaan. De bovenwettelijke vakantiedagen verjaren na verloop van vijf jaar volgend op het kalenderjaar waarin ze zijn ontstaan. 5. Het vakantietijdvak, vakantiedagen en eventuele tijd-voor- tijduren dienen door de werknemer tijdig in overleg met en onder goedkeuring van de werkgever te worden bepaald. De werknemer heeft recht, voor zover de aanspraak daartoe toereikend is, op twee weken aaneengesloten vakantie. 6. Voor zover een werknemer zijn vastgestelde vakantie wegens arbeidsongeschiktheid niet kan opnemen, behoudt hij zijn vakantie-aanspraken. In dat geval wordt de vakantie na herstel van de werknemer in overleg tussen hem en de werkgever (opnieuw) vastgesteld. Indien de arbeidsongeschiktheid optreedt tijdens de reeds ingegane vakantie, wordt het niet-genoten deel van de vakantie van de werknemer eveneens opgeschort, onder de voorwaarde, dat de arbeidsongeschiktheid zo spoedig mogelijk bij de werkgever wordt gemeld en dat ten bewijze van de arbeidsongeschiktheid een verklaring van een geneeskundige wordt overlegd. 7. Bij langdurige arbeidsongeschiktheid vindt de opbouw van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval plaats uitsluitend over de laatste 6 maanden van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geldde arbeidsongeschiktheid.

Vakantie. a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld. 17.11. Van werkgever en werknemer wordt verwacht dat zij afspraken maken over de wijze en het moment waarop vakantie of verlof wordt opgenomen’.

Vakantie. a. De werknemer verwerft per 1. Het vakantiejaar recht op loopt van 1 januari tot en met 31 december. 2. Het aantal uren vakantie met behoud van salaris loon bedraagt 9,96% (per 1 juli 2015 wordt dit 9,77% van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk het aantal overeengekomen arbeidsuren per jaar. Ook over meeruren conform artikel 11 lid 3 sub c wordt dit percentage berekend. Bij een voltijd dienstverband is dit 26 vakantiedagen per jaar. Per 1 juli 2015 wordt dit bij een voltijds dienstverband 25,5 vakantiedagen per jaar. Een volle week vakantie is gelijk aan het gemiddelde aantal uren per werkweek. Vakantieaanspraken van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), worden naar evenredigheid toegekend. 3. De werknemer jonger dan 18 jaar heeft volgens de berekeningswijze van lid 2 recht op vakantie van 11,49% van het aantal overeengekomen arbeidsuren per jaar. Bij een evenredig deel van voltijd dienstverband is dit 30 vakantiedagen per jaar. Voor de werknemer die na 30 juni 2015 in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van dienst treedt en jonger is dan 18 jaar geldt het bepaalde in lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei juli 2015 de hieronder vermelde leeftijd heeft bereikt, behoudt het recht op extra vakantieuren met behoud van salaris: – 57 t/m 59 jaar 7,6 uur – 60 jaar 15,2 uur – 61 jaar 22,8 uur – 62 jaar 30,4 uur – 63 jaar 38,0 uur – 64 jaar 45,6 uur b. De werknemer die op 1 juli 2015 een lang dienstverband heeft bij 1 werkgever, te rekenen van de 21 jarige leeftijd, behoudt het kalenderjaar de leeftijd recht op extra vakantieuren met behoud van 18 salaris als hieronder vermeld: – bij 10 jaar nog niet heeft bereikt 7,6 uur – bij 20 jaar 15,2 uur – bij 30 jaar 22,8 uur c. De uren uit lid 3a en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen 3b van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellendit artikel zijn samen maximaal 45,6 uren en gelden bij een voltijds dienstverband. 17.6d. Er ontstaan na 1 juli 2015 geen nieuwe aanspraken uit leden 3a en 3b. 4. De werkgever stelt de tijdvakken van de vakanties op tijd en in overleg met de werknemer zo vast, dat het bedrijfsbelang niet wordt geschaad. De werkgever komt hierbij zoveel mogelijk tegemoet aan de wensen van de werknemer. De werknemer met voldoende vakantieuren kan een vakantie opnemen van drie weken. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar in overleg met de werkgever eenmaal per twee jaar een aaneengesloten vakantie opnemen van ten hoogste zeven weken, als hij daarvoor voldoende vakantieuren heeft. De werknemer dient hiervoor ten minste 12 maanden voor het eerste kwartaal en tweede begin van de gewenste vakantie schriftelijk een verzoek in. 5. Bij beëindiging van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde dienstverband krijgt de werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden gelegenheid zijn vakantieuren op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.te

Vakantie. a. 1. Het vakantiejaar loopt van 1 januari t/m 31 december. 2. Het basisrecht van de werknemer met een diensttijd van 40 uur per week is per kalenderjaar 24 dagen cq 192 uur. Daarnaast hebben medewerkers m.i.v. 1 januari 2006 die op de peildatum (1 januari van het betreffende vakantiejaar): - 10-15 jaar in dienst zijn, recht op 25 dagen, cq 200 uur, - 16-20 jaar in dienst zijn, recht op 26 dagen, cq 208 uur, - 21-25 jaar in dienst zijn, recht op 27 dagen, c.q. 216 uur, - 26 jaar of meer in dienst zijn, recht op 28 dagen, c.q. 224 uur. - Voor medewerkers die voor 1 april 1988 bij Selektvracht in dienst zijn getreden, geldt de aanspraak op extra vakantiedagen conform bijlage 5 waarin de oude rechten van 31 maart 1988 beschreven staan. Op deze medewerkers is dus slechts de in de bijlage beschreven regeling van toepassing. 3. De werkgever kan aan het begin van het kalenderjaar in overleg met de Ondernemingsraad maximaal 3 dagen als verplichte snipperdag aanmerken. 4. Indien het dienstverband met de werknemer verwerft per vakantiejaar slechts een gedeelte van het kalenderjaar heeft geduurd, bestaat recht op vakantie met behoud naar rato van salaris van 24 dagen het aantal maanden dat het dienstverband duurt (naar boven afgerond op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uurhalve dagen). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten5. De werknemer kan de overblijvende zal, wanneer hij van zijn recht op vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenstgebruik wenst te maken, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van tijdig (bij voorkeur 14 dagen voor opname) bij de werkgever verzetten. 17.4een schriftelijk verzoek indienen. De werkgever mag zal dit verzoek inwilligen, tenzij het belang van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in onderneming zich daartegen verzet. Een door de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 werkgever ingewilligd verzoek kan, na overleg met de werknemer, op grond van gewichtige redenen geheel of gedeeltelijk worden herzien. De herziening dient uiterlijk zeven dagen zijnvoor de aangevraagde verlofdag(en) schriftelijk aan de werknemer te worden meegedeeld. De werkgever vergoedt de financiële schade, die voor de werknemer rechtstreeks uit de herziening ontstaat. 17.56. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar Indien de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal aanspraken dit mogelijk maken en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken de periode tussen werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt nader overeengekomen is, heeft de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende recht om aaneengesloten 3 weken vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.97. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan De werknemer heeft het einde van recht de in het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekendbetreffende kalenderjaar opgebouwde vakantie-aanspraken in datzelfde vakantiejaar op te nemen. 17.108. Rechten Werknemers kunnen vakantiedagen reserveren voor het (de) volgende vakantieja(a)r(en). De verjaringstermijn is wettelijk vastgesteld op 5 jaar. Hiermee wordt het genieten mogelijk om in overleg met de werkgever een langere periode verlof op te nemen. 9. Aan de deeltijdwerknemer en de a-werknemer wier dienstbetrekking een geheel kalenderjaar heeft geduurd, wordt in evenredigheid met hun normale diensttijd het recht van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geldtoegekend.

Vakantie. a. 1. De werknemer verwerft heeft recht op: a. 16,67 uur vakantie per vakantiejaar recht op vakantie met behoud maand dienstverband, indien hij de leeftijd van salaris 18 jaar heeft bereikt tot het bereiken van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)de 60-jarige leeftijd. b. Afhankelijk van 18 uur vakantie per maand dienstverband, indien hij de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. Van de tijd, die de werknemer in beneden de leeftijd van 18 jaar besteedt aan het desbetreffende vakantiejaar bereiktdeelnemen aan een kamp (een zgn. werkweek) dat georganiseerd wordt binnen het cursusprogramma van een vormingsinstituut, heeft mag ten hoogste 24 uren als vakantie worden aangemerkt. c. 18 uur vakantie per maand dienstverband, indien hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud de leeftijd van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur)heeft bereikt. c. 2. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van verplicht tijdig overleg te plegen met de in dit lid genoemde vakantie, personeelsvertegenwoordiging over het vakantieschema en de eventuele algemene snipperdagen met inachtneming van lid 2het bepaalde in artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden voor zover van toepassing. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.23. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen de vakantie wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige die maand in dienst treedt c.q. dan wel de dienst verlaat, geacht op de eerste dag van die de maand in dienst te zijn getreden c.q. dan wel de dienst te hebben verlaten en wordt verlaten. Wanneer een werknemer die na de 15e van enige een maand in dienst treedt c.q. dan wel de dienst verlaat verlaat, wordt hij geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. dan wel de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, zal indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, geduurd de werknemer een zuiver proportioneel evenredig recht op vakantie krijgen. 17.34. Indien de werknemer in het lopende contractjaar arbeid verricht in een rooster, dat gepaard gaat met ten minste 44 nachtdiensten per jaar, waarbij tussen 23.00 uur en 04.00 uur wordt gewerkt, heeft hij onverminderd het bepaalde in lid 3 recht op 24 uren extra vakantie per jaar. 5. De werkgever is verplicht ten behoeve van iedere werknemer een vakantieregistratie bij te houden, waaruit het tegoed aan vakantierecht blijkt, waarop de werknemer lopende het vakantiejaar aanspraak heeft. Hierin dient te worden aangetekend de vakantie, die door de werknemer is genoten, met dien verstande, dat de oudste aanspraak geacht wordt het eerste te worden gerealiseerd. Het vakantiejaar loopt van 1 april tot en met 31 maart van het daaropvolgende jaar. 6. Over de vakantie-uren wordt aan de werknemer het tijdloon doorbetaald. 7. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 dient een tijdvak van tenminste twee weken dan wel indien de werknemer xxxxx verzoekt, drie weken aaneengesloten te worden verleendgenoten tussen 15 mei en 15 september, resp. Het - indien het bedrijfsbelang zulks vereist, in overleg met de personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 24 van de Wet op de Ondernemingsraden, voor zover van toepassing - tussen 30 april en 1 oktober. De tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie stelt de werkgever vast in overleg met de werknemer, waarbij de werknemer tijdig, vóór 1 december van enig jaar, duur en tijdstip van de door hem gewenste aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur dient op te geven en de werkgever hem vóór 1 januari daaraanvolgend dient mede te delen in een periode plaatsvinden waarin hoeverre aan zijn wensen met betrekking tot de aaneengesloten vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4voldaan. De werkgever mag is bevoegd ten hoogste drie dagen aan te wijzen als algemene snipperdagen. 8. De bij beëindiging van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in dienstbetrekking nog aan de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 toekomende vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaarworden verrekend. Bij overschrijding van dit maximum, spreken Deze uren mogen - tenzij anders tussen werkgever en werknemer wordt overeengekomen - niet in de opzegtermijn worden gegeven. 9. Vakantie-uren dienen in beginsel opgenomen te worden in het vakantiejaar waarin zij zijn opgebouwd. Bij niet-opneming daarvan vóór 1 oktober van het nieuwe vakantiejaar is de werkgever gerechtigd data vast te stellen, waarop de werknemer deze uren zal genieten. 10. Ten aanzien van de vakantie van werknemers uit niet-EU-landen dient de werkgever met inachtneming van de Wet op de Ondernemingsraden, voor zover van toepassing, een voor zijn onderneming geldende regeling te treffen, waarin mede een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn twee vrije dagen voor Islamitische werknemers ter vervulling van 1 juli van dat jaarhun godsdienstplichten kan worden opgenomen. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1. De normale vakantie bedraagt 26 dagen per jaar voor een full-time medewerker (gemiddeld 37 uur per week van 5 werkdagen). Indien een werknemer verwerft een werkweek heeft van meer of minder dan 37 uur, bouwt hij vakantiedagen op aan de hand van de volgende formule: 192,4 uur vakantie x aantal uren per vakantiejaar recht op week = ... Aantal uren vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)per jaar Voorbeeld: Werkweek 20 uur = 104 uren vakantie; Werkweek 32 uur = 166,4 uren vakantie; Werkweek 37 uur = 192,4 uren vakantie; Werkweek 40 uur = 192,4 uren vakantie + ADV. b. Afhankelijk 2. De opbouw van vakantiedagen tijdens arbeidsongeschiktheid is te- ruggebracht tot hetgeen in het BW is bepaald: alleen over de laatste 26 weken van arbeidsongeschiktheid. Vakantietoeslag wordt verwor- ven gedurende de eerste 52 weken van een aaneengesloten arbeids- ongeschiktheid. 3. Voor een periode van drie weken wordt de vakantie aaneengesloten opgenomen door de werknemer. De overige vakantiedagen kunnen verspreid over het gehele jaar worden opgenomen in overleg en overeenstemming met de werkgever. 4. Werkgevers zijn gerechtigd om per kalenderjaar maximaal drie vrije dagen als verplichte snipperdagen aan te wijzen. 5. De vakantie wordt door de werkgever in overleg met de werknemer vastgesteld terwijl 15 dagen zoveel mogelijk wordt genoten in de periode van 1 mei tot 1 september. De vakantie mag niet behoudens het bepaalde in lid 7, door betaling van extra loon worden vervan- gen. 6. Indien de werknemer tijdens de vakantie ziek wordt, kan hij aan- spraak maken op het later alsnog genieten van deze vakantiedag(en), indien hij bij ziek worden tijdens de vakantie de desbetreffende meldings- en controlevoorschriften in acht heeft genomen en hij aan- nemelijk kan maken, dat hij zodanig in zijn bewegingsvrijheid be- perkt was, dat de bedoeling van de leeftijd die vakantie niet tot haar recht is gekomen. 7. Indien de arbeidsverhouding eindigt wordt door de werkgever voor elke maand gedurende welke een werknemer in dienst is geweest en waarvoor hij nog geen vakantie heeft genoten 2 1/6 dag loon als vakantievergoeding uitbetaald, welke zal worden uitbetaald bij op- zegging van de arbeidsverhouding. Voor zover de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft meer vakantie mocht hebben genoten dan waarop hij recht op had, zullen deze vakantiedagen nader worden verrekend. 8. Bij een aantal dagen dienstverband van meer dan 5 jaren wordt bepaald dat ter aanvulling van het gestelde in lid 1 aan een vaste werknemer vanaf de 50 jarige leeftijd 3 werkdagen extra vakantie, respectievelijk vanaf de 60 jarige leeftijd 5 werkdagen extra vakantie met behoud van salaris volgens loon wordt toegestaan. 9. Gedurende de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur)vakantiedagen mag een werknemer geen beroeps- arbeid van welke aard dan ook voor derden verrichten noch mag een werkgever door een werknemer arbeid doen verrichten, gedurende de dagen, waarop hij ingevolge zijn arbeidsverhouding bij een an- dere werkgever vakantie geniet. c. De werknemer die slechts 10. Aan de vaste werknemers zal door de werkgevers worden gegeven een deel vakantietoeslag van totaal 8% van het vakantiejaar in dienst van gedurende de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar voorafgaande jaar tot 1 mei van het lopende jaar geno- ten inkomen (exclusief overuren). 11. Indien de leeftijd van 18 jaar nog werknemer de hem toekomende vakantiedagen niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig isopgenomen voor 1 april van enig jaar direct volgend op het vakantie- jaar waarin de rechten zijn opgebouwd, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe is de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt gerechtigd na overleg met de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, data vast te stellen waarop de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat werk- nemer deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9zal genieten. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten Het vorderingsrecht tot toekenning van vakantiedagen kunnen behoudens in vervalt uiterlijk 5 jaar na het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geldverworven vakantie recht.

Vakantie. a. De 1. Het vakantiejaar loopt van 1 mei tot en met 30 april. 2. In het lopende kalenderjaar verwerft de werknemer verwerft per vakantiejaar recht op 25/12 dag vakantie met behoud van loon of salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft voor iedere maand welke hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar sedert 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel mei van het vakantiejaar daaraan voorafgaande kalenderjaar onafgebroken in dienst van de werkgever is (geweest)geweest en waarvoor hij nog geen vakantie of vakantievergoeding heeft genoten. De werkgever is bevoegd hiervan ten hoogste vier snipperdagen aan te wijzen, heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens zodanig dat deze voor het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2gehele bedrijf gelden. Deze dagen zullen zo vroeg mogelijk worden bekendgemaakt. Voor de berekening van resterende dagen, eventueel vermeerderd met de niet door de werkgever aangewezen snipperdagen, dienen in de regel bij voorkeur één maand voor het aantal vakantiedagen wordt een opnemen daarvan door de werknemer die voor of op de 15e van enige maand te worden aangevraagd. 3. Onverminderd het bepaalde in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van het voorgaande lid genieten de navolgende maand werknemers 3 dagen extra vakantie per jaar: a. werknemers, die op grond van hun functie geen vergoeding genieten, zoals bedoeld in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter artikel 6 en jonger dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen60 jaar zijn; b. handelsvertegenwoordigers jonger dan 60 jaar; c. werknemers met 25 of meer dienstjaren. 17.34. Onverminderd het bepaalde in lid 2 van dit artikel, genieten de navolgende werknemers 5 dagen extra vakantie per jaar: a. werknemers die vallen onder een CAO-functiegroep en die 60 jaar of ouder zijn; b. werknemers die op grond van hun functie geen vergoeding genieten zoals bedoeld in artikel 6 met 25 of meer dienstjaren en die jonger dan 60 jaar zijn: c. handelsvertegenwoordigers met 25 of meer dienstjaren en die jonger dan 60 jaar zijn. 5. Onverminderd het bepaalde in lid 2 van dit artikel genieten de navolgende werknemers 7 dagen extra vakantie per jaar: a. werknemers, die op grond van hun functie geen vergoeding genieten, zoals bedoeld in artikel 6 en 60 jaar of ouder zijn; b. handelsvertegenwoordigers, die 60 jaar of ouder zijn. 6. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 de voorgaande leden bedoelde vakantiedagen dienen tenminste 2 weken aaneengesloten te worden verleend. Het tijdstip opgenomen en wel zoveel mogelijk in de maanden mei tot en met september, met dien verstande, dat indien werknemers prijs stellen op vakantie gedurende de wintermaanden, dit niet mag worden geweigerd, tenzij het belang van de aaneengesloten onderneming zich hiertegen verzet. 7. De vakantie zal wordt voor iedere werknemer door de werkgever na overleg met deze werknemer vastgesteld. Indien enigszins mogelijk dienen de vakantierechten binnen 15 maanden na verwerving genoten te worden. a. de werknemer, die bij voorkeur de aanvang van de voor hem vastgestelde vakantie ten gevolge van ziekte of ongeval arbeidsongeschikt is en uitkering ontvangt ingevolge de Ziektewet/Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering dan wel een loondoorbetaling ontvangt van de werkgever, behoudt zijn aanspraak op reeds verworven vakantierechten; b. de werknemer, die tijdens zijn vakantie ten gevolge van ziekte of ongeval arbeidsongeschikt wordt, behoudt zijn aanspraak op reeds verworven vakantierechten, ten aanzien van de dagen waarover hij uitkering ontvangt ingevolge de Ziektewet – eventuele wachtdagen daartoe gerekend –, dan wel de dagen waarover hij een loondoorbetaling ontvangt van de werkgever, mits de werknemer terstond bij de aanvang van de arbeidsongeschiktheid hiervan kennis geeft aan de werkgever; c. de werknemer verwerft vakantierechten gedurende de tijd dat hij ten gevolge van ziekte of ongeval arbeidsongeschikt is en ingevolge de Ziektewet/Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering uitkering ontvangt, doch ten hoogste over een tijdvak van de laatste 6 maanden voorafgaande aan de gehele of gedeeltelijke werkhervatting; d. wanneer de werknemer blijvend of tijdelijk per dag minder dan de normale werktijd als bedoeld in een periode plaatsvinden artikel 5 van deze CAO werkzaam is, worden voor de bepaling van zijn vakantierechten zijn werkdagen als volle dagen beschouwd, waarbij de als vakantie- of snipperdagen op te nemen werkdagen als volle vakantie- of snipperdagen worden aangemerkt. 9. Voor de handelsvertegenwoordigers wordt de hun tijdens de vakantie toekomende beloning berekend op grondslag van het inkomen over de laatste 12 maanden – of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd – onmiddellijk voorafgaande aan de maand, waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden wordt genoten. 10. De werknemer kan Indien de overblijvende vakantiedagen opnemen handelsvertegenwoordiger tijdens de vakantie op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen grond van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van tussen hem en zijn werkgever gesloten overeenkomst aanspraak verwerft op provisie, blijft de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding lid 9 van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, artikel bedoelde beloning achterwege met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in dat: a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 van dit artikel bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd; b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou hebben bedragen, door de werkgever bovendien het verschil worden vervangen door een vergoeding in geldbijbetaald.

Vakantie. a. 1. Het vakantiejaar loopt van 1 juni tot en met 31 mei. 2. De fulltimer heeft over elk heel vakantiejaar aanspraak op 24 vakantiedagen. Vakantiedagen worden in vakantie-uren omgerekend. De werkgever is ver- plicht een zodanige registratie van vakantie-uren te voeren, dat daaruit te allen tijde blijkt over welk saldo aan vakantie-uren de werknemer verwerft per vakantiejaar beschikt. 3. Indien een werknemer tenminste 25 jaar, dan wel 40 jaar bij dezelfde onderneming werkzaam is geweest, heeft hij recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)twee, onderscheidenlijk vier extra vakantiedagen per vakantiejaar. b. Afhankelijk van 4. Indien een werknemer de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar van 50, 55, dan wel 60 jaar heeft bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen één, twee, onderscheidenlijk drie extra vakantie met behoud vakantiedagen per vakantiejaar. 5. Xxxxxxx van salaris volgens samenloop van aanspraken krachtens het derde en vierde lid, heeft de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur)werknemer uitsluitend aanspraak op extra vakantiedagen krachtens het lid dat hem het meest verstrekkende recht toekent. c. 6. De aanspraak op vakantiedagen van de parttimer wordt naar evenredigheid van de omvang van het dienstverband verminderd. 7. De aanspraak op vakantiedagen van de werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar vakantie- jaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2wordt naar evenredigheid verminderd. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.28. Voor Indien de berekening van het aantal vakantiedagen resulteert in een gedeelte van een va- kantiedag, wordt dit gedeelte voor zover het: a. tenminste een werknemer die voor of kwart doch minder dan driekwart dag bedraagt, afgerond op een halve dag; b. tenminste driekwart dag bedraagt, afgerond op een hele dag; c. minder dan een kwart bedraagt, verwaarloosd. 9. De werkgever stelt de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste tijdvakken van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. vakantie tijdig en zoveel mogelijk rekening houdende met de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, wensen van de werknemer een zuiver proportioneel recht vast, doch in ieder geval zodanig dat: a. de werknemer, wiens aanspraken daartoe toereikend zijn, gedurende twee opeenvolgende weken geen arbeid behoeft te verrichten; b. deze aaneengesloten vakantie ligt in de periode van 30 april tot 1 oktober en, zolang de betrokken werknemer nog partieel leerplichtig is, bovendien samenvalt met diens schoolvakantie, één en ander tenzij de werkgever op vakantie krijgenverzoek van de werknemer anders bepaalt. 17.310. Van Indien voor een onderneming een vakantiesluitingsregeling geldt, kan de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van werkgever de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur geheel of gedeeltelijk met de in een deze regeling vastgestelde periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genotenlaten samenvallen. 11. De werkgever kan maximaal 3 vakantiedagen als verplichte snipperdag aanwijzen. 12. Een vakantiedag waarop de werknemer kan arbeidsongeschikt is, geldt niet als een vakantiedag. 13. In geval van arbeidsongeschiktheid heeft de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenstwerknemer, tenzij de eisen arbeidsongeschiktheid door zijn opzet is veroorzaakt, aanspraak op vakantie over het tijdvak van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel laatste 6 maanden van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemenarbeidsongeschiktheid, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig perioden van arbeidsongeschiktheid worden samengeteld als zij elkaar met een onderbreking van minder dan een maand opvolgen, onverminderd het overige in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde artikel 7:635 van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekendBurgerlijk Wetboek bepaalde. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. 1. De normale vakantie per jaar bedraagt: a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur).dagen; b. Afhankelijk in afwijking van het gestelde onder sub a, bedraagt de vakantie per jaar bij een onafgebroken dienstverband van ten minste 5 volle jaren binnen de reisbranche bij het bereiken in het lopende vakantiejaar van de leeftijd die van: 45 jaar: 25 dagen 50 jaar: 26 dagen; 55 jaar: 27 dagen. 2. Zowel ingeval het dienstverband nog geen vol jaar heeft geduurd als ingeval in het jaar sprake is van een dienstverband voor minder dan de normale arbeidsduur als bedoeld in artikel 9, wordt de vakantie aan de werknemer naar evenredigheid berekend. Een deeltijdwerker bouwt ook vakantierechten op gedurende de uren dat betrokkene meer werkt dan de overeengekomen arbeidstijd, tenzij er sprake is van overwerk. 3. Het vakantiejaar is gelijk aan een kalenderjaar, tenzij in overleg met de OR of het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op personeel een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. andere periode wordt vastgesteld. De werknemer die slechts een deel van werkgever geeft nadere regelingen voor het vakantiejaar in dienst opnemen van de vakantie. De werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel stelt de tijdstippen van aanvang en einde van de in dit lid genoemde vakantie, vakantie vast na overleg met inachtneming van lid 2de werk- nemer. De door de werkgever vastgestelde aaneengesloten vakantieperiode dient zo veel mogelijk aan te vangen tussen 30 april en 1 oktober. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.24. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand Per vakantiejaar heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel het recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel om ten minste 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen. De werkgever heeft het recht om te bepalen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepeneen werknemer ten minste 2 weken aaneengesloten vakantie per vakantiejaar opneemt. 17.95. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan De werknemer dient in principe vakantie op te nemen in het einde van vakantiejaar waarin het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekendrecht ontstaat. 17.106. Rechten De werkgever heeft het recht om 1 vakantiedag per jaar als verplichte vakantiedag aan te wijzen. 7. De werkgever zal zoveel mogelijk tegemoetkomen aan verzoeken van individuele werknemers om op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geldvoor hen bijzondere feestdag (een religieuze feestdag) een snipperdag te mogen opnemen.

Vakantie. a. 1. Het vakantiejaar loopt van 1 juni tot en met 31 mei. 2. De fulltimer heeft over elk heel vakantiejaar aanspraak op 24 vakantiedagen. Vakantiedagen worden in vakantie-uren omgerekend. De werkgever is ver- plicht een zodanige registratie van vakantie-uren te voeren, dat daaruit te allen tijde blijkt over welk saldo aan vakantie-uren de werknemer verwerft per vakantiejaar beschikt. 3. Indien een werknemer tenminste 25 jaar, dan wel 40 jaar bij dezelfde onder- neming werkzaam is geweest, heeft hij recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)twee, onderscheidenlijk vier extra vakantiedagen per vakantiejaar. b. Afhankelijk van 4. Indien een werknemer de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar van 50, 55, dan wel 60 jaar heeft bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen één, twee, onderscheidenlijk drie extra vakantie met behoud vakantiedagen per vakantiejaar. 5. Xxxxxxx van salaris volgens samenloop van aanspraken krachtens het derde en vierde lid, heeft de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur)werknemer uitsluitend aanspraak op extra vakantiedagen krachtens het lid dat hem het meest verstrekkende recht toekent. c. 6. De aanspraak op vakantiedagen van de parttimer wordt naar evenredigheid van de omvang van het dienstverband verminderd. 7. De aanspraak op vakantiedagen van de werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2wordt naar evenredigheid verminderd. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.28. Voor Indien de berekening van het aantal vakantiedagen resulteert in een gedeelte van een vakantiedag, wordt dit gedeelte voor zover het: a. tenminste een werknemer die voor of kwart doch minder dan driekwart dag bedraagt, afgerond op een halve dag; b. tenminste driekwart dag bedraagt, afgerond op een hele dag; c. minder dan een kwart bedraagt, verwaarloosd. 9. De werkgever stelt de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste tijdvakken van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. vakantie tijdig en zoveel mogelijk rekening houdende met de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, wensen van de werknemer een zuiver proportioneel recht vast, doch in ieder geval zodanig dat: a. de werknemer, wiens aanspraken daartoe toereikend zijn, gedurende twee opeenvolgende weken geen arbeid behoeft te verrichten; b. deze aaneengesloten vakantie ligt in de periode van 30 april tot 1 oktober en, zolang de betrokken werknemer nog partieel leerplichtig is, bovendien samenvalt met diens schoolvakantie, één en ander tenzij de werkgever op vakantie krijgenverzoek van de werknemer anders bepaalt. 17.310. Van Indien voor een onderneming een vakantiesluitingsregeling geldt, kan de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van werk- gever de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur geheel of gedeeltelijk met de in een deze regeling vastgestelde periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genotenlaten samenvallen. 11. De werkgever kan maximaal 3 vakantiedagen als verplichte snipperdag aanwijzen. 12. Een vakantiedag waarop de werknemer kan arbeidsongeschikt is, geldt niet als een vakantiedag. 13. In geval van arbeidsongeschiktheid heeft de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenstwerknemer, tenzij de eisen arbeidsonge- schiktheid door zijn opzet is veroorzaakt, aanspraak op vakantie over het tijd- vak van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel laatste 6 maanden van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemenarbeidsongeschiktheid, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig perioden van arbeidsongeschiktheid worden samengeteld als zij elkaar met een onderbreking van minder dan een maand opvolgen, onverminderd het overige in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde artikel 7:635 van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekendBurgerlijk Wetboek bepaalde. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1. Het vakantiejaar valt samen met het kalenderjaar. 2. De fulltime werknemer verwerft heeft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud van salaris loon zoals bedoeld in artikel 7:610 BW jo 7:639 BW gedurende 24 werkdagen of gedurende 182,4 uur per jaar (1 dag heeft bij een normale arbeidstijd voor een fulltime werknemer van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 38 uur per week een waarde van 7,6 uur). b. Afhankelijk 3. Indien de fulltime werknemer bij de aanvang van het vakantiejaar de 50, de 55 of de 60-jarige leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar heeft bereikt, heeft hij in afwijking van het gestelde in artikel 6.1.2 recht op een aantal dagen extra 25, 26 respectie- velijk 27 werkdagen vakantie. 4. Indien de fulltime werknemer bij de aanvang van het vakantiejaar ten minste 25 jaar respectievelijk 40 jaar in dienst is geweest bij werkgever, heeft hij in afwijking van het gestelde in artikel 6.1.2 recht op 26 respectievelijk 28 werkdagen vakantie. 5. Indien zowel artikel 6.1.3 en 6.1.4 van toepassing is, geldt alleen het gestelde in dat artikel dat het hoogste recht op vakantiedagen toekent. 6. Het tijdstip van de vakantie en het verlof wordt door de werkgever vastgesteld na overleg met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur)werknemer. c. 7. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest)is, heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid artikel 6.1.2, 6.1.3 dan wel 6.1.4 genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. 8. De werknemer verwerft geen vakantierechten vakantie over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden (bijvoorbeeld bij onbetaald verlof) geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris loon heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten9. In afwijking hiervan zal, indien van het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, bepaalde in artikel 6.1.8 verwerft de werknemer een zuiver proportioneel recht echter wel aanspraak op vakantie krijgen.indien hij zijn werkzaamheden niet heeft verricht wegens: 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip zwangerschaps- en bevallingsverlof; b. het opnemen van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur xxxxxx gebaseerd op in een periode plaatsvinden waarin de vakantie vorige arbeidsovereenkomst verworven, doch niet genoten vakantie; c. het met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel toestemming van de werkgever verzettendeelnemen aan een door de werknemersvereniging van de werknemer georganiseerde bijeenkomst; d. het tegen zijn wil – anders dan ten gevolge van arbeidsongeschiktheid – niet in staat zijn arbeid te verrichten (werktijdvermindering); e. het genieten van verlof als bedoeld in artikel 7:643 BW. 17.4. De f. (aanvullend) geboorteverlof; g. kortdurend zorgverlof, de werkgever mag zal het wettelijk percentage (70%) loon tijdens het kortdurend zorgverlof van de maximaal 2 maal arbeidsduur per week, aanvullen tot 100%; h. langdurend zorgverlof; i. ouderschapsverlof, maar alleen betreffende aanspraak op wettelijke vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat over het betaalde deel (maximaal 3 dagen zijn9 weken) ouderschapsverlof. 17.510. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten vakantie over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen onderricht, waartoe de werkgever hem wettelijk krachtens de wet in de gelegenheid moet stellen. 17.611. Van de in artikel 6.1.2, 6.1.3 en 6.1.4 genoemde vakantie zullen ten minste 2 weken aaneengesloten worden verleend. 12. De werknemer werkgever kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn onderneming ten hoogste 3 dagen als verplichte collectieve vakantieda- gen aanwijzen. Het vaststellen van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in geschiedt na overleg met de opzeggingstermijn mogen worden begrepenpersoneelsvertegen- woordiging en voor 31 januari van een jaar. Afwijkingen per vestiging zijn mogelijk. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie heeft jaarlijks, met behoud van salaris van 24 dagen salaris, recht op: a. Per kalenderjaar bedraagt de vakantie 182,4 uren (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uurbij een fulltime dienstverband).; b. Afhankelijk bij het bereiken van de leeftijd van 30 jaar 7,6 uren; bij het bereiken van de leeftijd van 40 jaar 15,2 uren; bij het bereiken van de leeftijd van 45 jaar 22,8 uren; bij het bereiken van de leeftijd van 50 jaar 30,4 uren ; bij het bereiken van de leeftijd van 55 jaar 38 uren ; bij het bereiken van de leeftijd van 60 jaar 45,6 uren. De leeftijd genoemd in bovenstaande tabel is de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar betrokken kalenderjaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur). c. De 2. Een werknemer die slechts een deel in de loop van het vakantiejaar kalenderjaar in dienst van de werkgever is (geweest), getreden heeft voor dat jaar recht op een evenredig deel van de in dit lid het hierboven genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2aantal vakantiedagen. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.23. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer Een werknemer, die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei loop van het kalenderjaar de leeftijd van 18 uit dienst treedt, heeft voor dat jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede recht op een evenredig deel van het volgende kalenderjaarvoor hem geldende aantal vakantiedagen, waarbij een tegoed van minder dan een halve dag wordt afgerond op een halve dag en van meer dan een halve dag op een hele dag. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer Een eventueel tegoed aan dagen bij de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde beëindiging van het dienstverbanddienstver- band kan in geld worden uitbetaald. Teveel Eventueel teveel genoten vakantiedagen worden vakantie wordt met het salaris verrekend. 17.104. Rechten op De in enig kalenderjaar niet opgenomen vakantiedagen worden in een volgend kalenderjaar genoten, met dien verstande dat de werknemer per kalenderjaar nimmer meer dagen kan opnemen dan anderhalf maal het genieten hem volgens lid 1 toekomende aantal. 5. Het vakantietijdvak, de roostervrije zondagen, de vakantiedagen en eventuele tijd-voor-tijduren dienen door de werknemer tijdig in overleg met en onder goedkeuring van de werkgever te worden bepaald. De werknemer heeft recht op, voor zover de aanspraak daartoe toereikend is, twee weken aaneengesloten vakantie. 6. Voor zover een werknemer zijn vastgestelde vakantie wegens arbeidsongeschiktheid niet kan opnemen, behoudt hij zijn vakantie-aanspraken. In dat geval wordt de vakantie na herstel van de werknemer in overleg tussen hem en de werkgever (opnieuw) vastgesteld. Indien de arbeidsongeschiktheid optreedt tijdens de reeds ingegane vakantie, wordt het niet-genoten deel van de vakantie van de werknemer eveneens opgeschort, onder de voorwaarde, dat de arbeidsongeschiktheid zo spoedig mogelijk bij de werkgever wordt gemeld en dat ten bewijze van de arbeidsongeschiktheid een verklaring van een geneeskundige wordt overlegd. 7. Bij langdurige arbeidsongeschiktheid vindt de opbouw van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval plaats uitsluitend over de laatste 6 maanden van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geldde arbeidsongeschiktheid.

Vakantie. a. De werknemer verwerft per 1 Het vakantiejaar recht op vakantie loopt van 1 mei tot en met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)30 april. b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De Iedere werknemer die op 1 mei van enig jaar gedurende tenminste twaalf maanden bij dezelfde werkgever in dienst is geweest, heeft in dat jaar recht op een vakantie van 172,8 uren met behoud van salaris. Hiervan moet jaarlijks tenminste 108 uren worden opgenomen waarvan tenminste 72 uur aaneengesloten in de periode mei tot en met september. De vakantieperiode wordt in onderling overleg vastgesteld. Vakantieuren dienen in principe te worden opgenomen in het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellenwaarin zij zijn opgebouwd. 17.63 De werkgever informeert de werknemer per 1 november van ieder kalenderjaar of het aantal van 108 vakantieuren in het betreffende kalenderjaar is opgenomen dan wel ingepland door de werknemer. De Indien dit niet het geval is wordt de werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede tot 1 december van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst betreffende kalenderjaar in de gelegenheid gesteld worden om hierin te voorzien. Indien de hem werknemer dit nalaat kan de werkgever na 1 december van het kalenderjaar het aantal vakantieuren tot en met het in lid 2 bedoelde aantal van 108 vakantieuren inplannen. Dit dient in overleg met de werknemer gebeuren. 4 Aan het begin van ieder jaar wordt in onderling overleg tussen werkgever en werknemers of hun vertegenwoordigers vastgesteld, welke van de vakantieuren een vaste bestemming zullen krijgen 5 Iedere werknemer, die op de eerste werkdag van het lopende vakantiejaar nog toekomende geen 12 maanden in dienst is van de werkgever, heeft in dat vakantiejaar recht op 1/12 deel van de in lid 2 en 7 van dit artikel genoemde vakantie op te nemenvoor iedere volle kalendermaand, welke sedert de aanvang van de dienstbetrekking is verstreken, met dien verstande dat deze een dienstverband van 15 dagen of langer wordt gerekend voor een volle kalendermaand. Bij de berekening van het aantal dagen zal minder dan een halve dag worden verwaarloosd, terwijl bij meer dan een halve dag een volle dag zal gelden. 6 Werknemers, die op 1 mei van enig jaar, onafgebroken in dienst van dezelfde werkgever zijn geweest hebben (niet eenzijdig cumulatief) recht op een extra vakantie van: - 7,2 uren bij 5 jaren dienstverband; - 14,4 uren bij 10 jaren dienstverband of op 50-jarige leeftijd bij 5 jaren dienstverband; - 21,6 uren bij 15 jaren dienstverband of op 55-jarige leeftijd bij 5 jaren dienstverband; - 28,8 uren bij 20 jaren dienstverband of op 60-jarige leeftijd; - 36 uren bij 25 jaren dienstverband of op 60-jarige leeftijd bij 10 jaren dienstverband. Deze vakantie dient te worden opgenomen - in onderling overleg tussen werkgever en werknemer te regelen - in de opzeggingstermijn mogen worden begrepenmaanden januari t/m mei, tenzij anders wordt overeengekomen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan 7 Bij een werknemer die vanwege leerplicht één of meer dagen per week geen werkzaamheden kan verrichten, wordt het einde aantal vakantieuren vastgesteld naar evenredigheid, op basis van het dienstverbandaantal uren per week waarop de werknemer wel werkzaamheden verricht voor de werkgever. Teveel genoten vakantiedagen Gedurende de periode dat het opleidingsinstituut dat de werknemer bezoekt wegens vakantie e.d. gesloten is, kan de werknemer niet verplicht worden met het salaris verrekendom gedurende de hierdoor ontstane vrije tijd 10 werkzaamheden te verrichten bij zijn werkgever. 17.108 De werknemer, die bij de aanvang van een door hem vastgestelde aaneengesloten vakantie arbeidsongeschikt is, behoudt zijn aanspraak op reeds verworven vakantierecht. Rechten op De werknemer, die tijdens zijn vakantie arbeidsongeschikt wordt, behoudt zijn aanspraak over de dagen, waarover hij uitkering ontvangt krachtens de ziektewet - eventuele wachtdagen daartoe gerekend - mits hij terstond bij de aanvang van de arbeidsongeschiktheid kennis geeft aan de werkgever. De werknemer verwerft vakantierechten gedurende de tijd dat hij arbeidsongeschikt is, doch ten hoogste over de laatste 6 maanden van zijn arbeidsongeschiktheid. 9 Een werknemer, die de dienst van een werkgever verlaat, heeft voorzover hij nog geen vakantie genoten heeft, voor elke maand dat het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens dienstverband in het lopende jaar heeft geduurd, recht op 1/12 deel van de in lid 9 2 en lid 7 genoemde vakantie, voorzover deze bepalingen op hem van toepassing zijn. Voor het geval nog vakantie over het vorige vakantiejaar moet worden genomen, dan dient deze alsnog te worden gerealiseerd. Tenzij de werknemer anders verzoekt zal deze vakantie in geld worden uitbetaald. Bij betaling is de werkgever verplicht aan de werknemer een verklaring uit te reiken, waaruit blijkt xxxxxxx vakantieuren in geld zijn uitbetaald. De werknemer heeft dan bij de volgende werkgever recht op een overeenkomstig aantal uren verlof zonder behoud van salaris, boven de hem alsdan toekomende vakantie. De verklaring dient door de werknemer bij indiensttreding te worden getoond. 10 Wanneer de werknemer blijvend of tijdelijk per werkdag wegens arbeidsongeschiktheid op therapeutische basis minder dan zijn normale arbeidstijd werkzaam is, worden voor de opbouw van zijn vakantierechten deze werkdagen als volle dagen beschouwd, terwijl voor het opnemen van vakantie- of snipperuren op deze werkdagen de volledige normale arbeidstijd van die werkdag als vakantie- of snipperuren worden aangemerkt. 11 De aanspraak op een vakantieuur vervalt na verloop van vijf jaren na het ontstaan van deze aanspraak. In afwijking van het hiervoor bepaalde, behouden werknemers die langer dan één jaar volledig arbeidsongeschikt zijn geweest, hun aanspraak op niet opgenomen vakantieuren, verworven gedurende het jaar voorafgaande aan bedoelde geval en periode van arbeidsongeschiktheid, alsmede op niet opgenomen vakantieuren verworven gedurende de laatste zes maanden van de arbeidsongeschiktheid. 12 Het aantal bovenwettelijke vakantieuren per kalenderjaar mag de werknemer inbrengen in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen een levensloopregeling of laten uitbetalen door de werkgever. Voor een vergoeding in geldvoltijdwerker zijn dit 28,8 uren.

Vakantie. 1. De normale vakantie per jaar bedraagt: a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur).dagen; b. Afhankelijk in afwijking van het gestelde onder sub a, bedraagt de vakantie per jaar bij een onafgebroken dienstverband van ten minste 5 volle jaren binnen de reisbranche bij het bereiken in het lopende vakantiejaar van de leeftijd die van: 45 jaar: 25 dagen 50 jaar: 26 dagen; 55 jaar: 27 dagen. 2. Zowel ingeval het dienstverband nog geen vol jaar heeft geduurd als in geval in het jaar sprake is van een dienstverband voor minder dan de normale arbeidsduur als bedoeld in artikel 9, wordt de vakantie aan de werknemer naar evenredigheid berekend. Een deeltijdwerker bouwt ook vakantierechten op gedurende de uren dat betrokkene meer werkt dan de overeengekomen arbeidstijd, tenzij er sprake is van overwerk. 3. Het vakantiejaar is gelijk aan een kalenderjaar, tenzij in overleg met de OR of het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op personeel een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. andere periode wordt vastgesteld. De werknemer die slechts een deel van werkgever geeft nadere regelingen voor het vakantiejaar in dienst opnemen van de vakantie. De werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel stelt de tijdstippen van aanvang en einde van de in dit lid genoemde vakantie, vakantie vast na overleg met inachtneming van lid 2de werknemer. De door de werkgever vastgestelde aaneengesloten vakantieperiode dient zo veel mogelijk aan te vangen tussen 30 april en 1 oktober. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.24. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand Per vakantiejaar heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel het recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel om ten minste 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen. De werkgever heeft het recht om te bepalen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepeneen werknemer ten minste 2 weken aaneengesloten vakantie per vakantiejaar opneemt. 17.95. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan De werknemer dient in principe vakantie op te nemen in het einde van vakantiejaar waarin het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekendrecht ontstaat. 17.106. Rechten De werkgever heeft het recht om 1 vakantiedag per jaar als verplichte vakantie- dag aan te wijzen. 7. De werkgever zal zoveel mogelijk tegemoetkomen aan verzoeken van individuele werknemers om op een voor hen bijzondere feestdag (een religieuze feestdag) een snipperdag te mogen opnemen. 8. De werknemer heeft het genieten recht om de per kalenderjaar toegekende bovenwet- telijke vakantiedagen te benutten conform artikel 8c van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in gelddeze CAO.

Vakantie. a. De werknemer verwerft per 1 Het vakantiejaar recht op vakantie loopt van 1 mei tot en met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)30 april. b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De Iedere werknemer die op 1 mei van enig jaar gedurende tenminste twaalf maanden bij dezelfde werkgever in dienst is geweest, heeft in dat jaar recht op een vakantie van 172,8 uren met behoud van salaris. Hiervan moet jaarlijks tenminste 108 uren worden opgenomen waarvan tenminste 72 uur aaneengesloten in de periode mei tot en met september. De vakantieperiode wordt in onderling overleg vastgesteld. Vakantieuren dienen in principe te worden opgenomen in het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellenwaarin zij zijn opgebouwd. 17.63 De werkgever informeert de werknemer per 1 november van ieder kalenderjaar of het aantal van 108 vakantieuren in het betreffende kalenderjaar is opgenomen dan wel ingepland door de werknemer. De Indien dit niet het geval is wordt de werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede tot 1 december van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst betreffende kalenderjaar in de gelegenheid gesteld worden om hierin te voorzien. Indien de hem werknemer dit nalaat kan de werkgever na 1 december van het kalenderjaar het aantal vakantieuren tot en met het in lid 2 bedoelde aantal van 108 vakantieuren inplannen. Dit dient in overleg met de werknemer gebeuren. 4 Aan het begin van ieder jaar wordt in onderling overleg tussen werkgever en werknemers of hun vertegenwoordigers vastgesteld, welke van de vakantieuren een vaste bestemming zullen krijgen 5 Iedere werknemer, die op de eerste werkdag van het lopende vakantiejaar nog toekomende geen 12 maanden in dienst is van de werkgever, heeft in dat vakantiejaar recht op 1/12 deel van de in lid 2 en 7 van dit artikel genoemde vakantie op te nemenvoor iedere volle kalendermaand, welke sedert de aanvang van de dienstbetrekking is verstreken, met dien verstande dat deze een dienstverband van 15 dagen of langer wordt gerekend voor een volle kalendermaand. Bij de berekening van het aantal dagen zal minder dan een halve dag worden verwaarloosd, terwijl bij meer dan een halve dag een volle dag zal gelden. 6 Werknemers, die op 1 mei van enig jaar, onafgebroken in dienst van dezelfde werkgever zijn geweest hebben (niet eenzijdig cumulatief) recht op een extra vakantie van: - 7,2 uren bij 5 jaren dienstverband; - 14,4 uren bij 10 jaren dienstverband of op 50-jarige leeftijd bij 5 jaren dienstverband; - 21,6 uren bij 15 jaren dienstverband of op 55-jarige leeftijd bij 5 jaren dienstverband; - 28,8 uren bij 20 jaren dienstverband of op 60-jarige leeftijd; - 36 uren bij 25 jaren dienstverband of op 60-jarige leeftijd bij 10 jaren dienstverband. Deze vakantie dient te worden opgenomen - in onderling overleg tussen werkgever en werknemer te regelen - in de opzeggingstermijn mogen worden begrepenmaanden januari t/m mei, tenzij anders wordt overeengekomen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan 7 Bij een werknemer die vanwege leerplicht één of meer dagen per week geen werkzaamheden kan verrichten, wordt het einde aantal vakantieuren vastgesteld naar evenredigheid, op basis van het dienstverbandaantal uren per week waarop de werknemer wel werkzaamheden verricht voor de werkgever. Teveel genoten vakantiedagen Gedurende de periode dat het opleidingsinstituut dat de werknemer bezoekt wegens vakantie e.d. gesloten is, kan de werknemer niet verplicht worden met het salaris verrekendom gedurende de hierdoor ontstane vrije tijd werkzaamheden te verrichten bij zijn werkgever. 17.108 De werknemer, die bij de aanvang van een door hem vastgestelde aaneengesloten vakantie arbeidsongeschikt is, behoudt zijn aanspraak op reeds verworven vakantierecht. Rechten op De werknemer, die tijdens zijn vakantie arbeidsongeschikt wordt, behoudt zijn aanspraak over de dagen, waarover hij uitkering ontvangt krachtens de ziektewet - eventuele wachtdagen daartoe gerekend - mits hij terstond bij de aanvang van de arbeidsongeschiktheid kennis geeft aan de werkgever. De werknemer verwerft vakantierechten gedurende de tijd dat hij arbeidsongeschikt is, doch ten hoogste over de laatste 6 maanden van zijn arbeidsongeschiktheid. 9 Een werknemer, die de dienst van een werkgever verlaat, heeft voorzover hij nog geen vakantie genoten heeft, voor elke maand dat het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens dienstverband in het lopende jaar heeft geduurd, recht op 1/12 deel van de in lid 9 2 en lid 7 genoemde vakantie, voorzover deze bepalingen op hem van toepassing zijn. Voor het geval nog vakantie over het vorige vakantiejaar moet worden genomen, dan dient deze alsnog te worden gerealiseerd. Tenzij de werknemer anders verzoekt zal deze vakantie in geld worden uitbetaald. Bij betaling is de werkgever verplicht aan de werknemer een verklaring uit te reiken, waaruit blijkt xxxxxxx vakantieuren in geld zijn uitbetaald. De werknemer heeft dan bij de volgende werkgever recht op een overeenkomstig aantal uren verlof zonder behoud van salaris, boven de hem alsdan toekomende vakantie. De verklaring dient door de werknemer bij indiensttreding te worden getoond. 10 Wanneer de werknemer blijvend of tijdelijk per werkdag wegens arbeidsongeschiktheid op therapeutische basis minder dan zijn normale arbeidstijd werkzaam is, worden voor de opbouw van zijn vakantierechten deze werkdagen als volle dagen beschouwd, terwijl voor het opnemen van vakantie- of snipperuren op deze werkdagen de volledige normale arbeidstijd van die werkdag als vakantie- of snipperuren worden aangemerkt. 11 De aanspraak op een vakantieuur vervalt na verloop van vijf jaren na het ontstaan van deze aanspraak. In afwijking van het hiervoor bepaalde, behouden werknemers die langer dan één jaar volledig arbeidsongeschikt zijn geweest, hun aanspraak op niet opgenomen vakantieuren, verworven gedurende het jaar voorafgaande aan bedoelde geval en periode van arbeidsongeschiktheid, alsmede op niet opgenomen vakantieuren verworven gedurende de laatste zes maanden van de arbeidsongeschiktheid. 12 Het aantal bovenwettelijke vakantieuren per kalenderjaar mag de werknemer inbrengen in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen een levensloopregeling of laten uitbetalen door de werkgever. Voor een vergoeding in geldvoltijdwerker zijn dit 28,8 uren.

Vakantie. 1. Het vakantiejaar loopt van januari t/m 31 december. a. De Iedere werknemer verwerft heeft per vakantiejaar recht op vakantie 25 dagen of diensten vakantie. De navolgende werknemers ontvangen met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk ingang van de maand waarin zij de desbetreffende leeftijd die bereiken de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal de onderstaande tabel aangegeven extra vakantie: werknemers van 16 en 17 jaar: 3 dagen extra vakantie met behoud of diensten werknemers van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar jaar: 1 dag (7,6 uur) of dienst werknemers van 45 t/m 49 jaar jaar: 2 dagen (15,2 uur) of diensten werknemers van 50 t/m 54 jaar jaar: 3 dagen (22,8 uur) of diensten werknemers van 55 t/m 59 jaar jaar: 4 dagen (30,4 uur) of diensten werknemers van 60 jaar en ouder t/m 64 jaar: 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar of diensten Voor partieel leerplichtigen geldt hetgeen in dienst van de werkgever bijlage III is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2bepaald. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. b. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste 1e van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat verlaat, geacht op de eerste 1e van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één een maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3a. Als regel zal per jaar 3 weken aaneengesloten vakantie worden vastgesteld. Van Op verzoek van de werknemer kan in lid 1 sub a. genoemde overleg met de werkgever een vakantie zullen als regel van langer dan 3 weken aaneengesloten worden verleendvastgesteld. Het tijdstip van de De aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin wordt door de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen werkgever vastgesteld op het tijdstip dat door hem wordt gewenstde werknemer gewenste tijdstip, tenzij voor zover de eisen van de organisatie het bedrijf zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever hiertegen niet verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen Als een werknemer in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op een kalenderjaar niet minimaal drie weken vakantie heeft opgenomen, dan moeten deze uiterlijk voor 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede april van het volgende kalenderjaarkalenderjaar door de werknemer worden opgenomen. Bij overschrijding Als dat niet gebeurt dan kunnen deze vakantiedagen in overleg met de werknemer door de werkgever worden vastgesteld. b. In afwijking van het bepaalde onder a. kan de werkgever voor alle of een deel van de werknemers in overleg met de ondernemingsraad een collectieve vakantie vaststellen. c. Als een werknemer bij de werkgever nog niet een zodanig aantal vakantiedagen heeft verworven, dat deze tezamen met de eventuele verlofdagen zonder behoud van salaris als bedoeld in lid 7 van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten artikel voldoende zijn voor de wettelijke vervaltermijn in sub b bedoelde aaneengesloten vakantie, kan de werkgever bepalen dat betrokken werknemer: 1. in een andere afdeling van 1 juli de onderneming dan waartoe hij behoort werkzaamheden moet verrichten en/of 2. zoveel snipperdagen reserveert als nodig zijn voor de aaneengesloten vakantie als bedoeld in sub c en/of 3. xxxxxx xxxxxxx vakantiedagen inhaalt en wel tot uiterlijk 31 december van dat jaarhet lopende kalenderjaar, in welk geval de inhaaluren niet worden beloond. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij d. Bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de aaneengesloten vakantie door een werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze 5- ploegendienst wordt het aantal opgenomen dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepenvolgens het geldende rooster afgeboekt. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. 2. De werknemer verwerft per vakantiejaar in een kalenderjaar het recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)27 werkdagen basisvakantie. b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer 3. Boven het in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij voorgaande lid genoemde recht op een aantal wordt de basisvakantie volgens onderstaande tabel verhoogd: 18 jaar en jonger 3 dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 19 jaar 2 dagen 20 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 30 tot en met 39 jaar 1 dag 40 tot en met 44 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 45 tot en met 49 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 50 tot en met 54 jaar 4 dagen (30,4 uur) 55 tot en met 59 jaar 5 dagen 60 jaar en ouder 5 6 dagen (38 uur)Voor de vaststelling van de leeftijd geldt de leeftijd, welke in het betreffende kalenderjaar wordt bereikt. c. De 4. Indien een werknemer die slechts een deel in de loop van het vakantiejaar kalenderjaar in dienst van de werkgever is (geweest)treedt, heeft hij voor dat jaar, naar rato van het aantal maanden dat hij in dienst is, recht op een evenredig deel van het totaal aantal vakantiedagen, zoals vermeld in de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming leden 2 en 3. Daarbij wordt een aanspraak van lid 2minder dan een halve dag afgerond op een halve dag en van meer dan een halve dag op een hele dag. d. De 5. Indien een werknemer verwerft geen vakantierechten over in de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening loop van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. kalenderjaar de dienst verlaat, geacht op de eerste heeft hij voor dat jaar, naar rato van die maand het aantal maanden dat hij in dienst te zijn getreden c.qwas, recht op een evenredig deel van het voor hem geldend totaal aantal vakantiedagen, zoals vermeld in de leden 2 en 3. de dienst te hebben verlaten en Daarbij wordt een werknemer die na aanspraak van minder dan een halve dag afgerond op een halve dag en van meer dan een halve dag op een hele dag. 6. Gedurende de 15e van enige maand schoolvakantieperiode in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht zomermaanden, op de eerste basis van de navolgende maand in dienst landelijk geldende vakantieregeling, moeten werknemers: a. minimaal 10 werkdagen aaneengesloten vakantie opnemen; b. die hun ADV-dagen wensen te zijn getreden c.qbehouden (conform artikel 6, lid 1) minimaal 15 werkdagen aaneengesloten vakantie opnemen; c. Bij een aaneengesloten arbeidsongeschiktheidsduur van langer dan vier maanden, wordt geen ADV meer opgebouwd. 7. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand Iedere werknemer heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van vakantie tijdens de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzettenschoolvakantieperiode. 17.48. De werkgever mag heeft de bevoegdheid om in overleg met de ondernemingsraad ten hoogste 2 vakantiedagen per jaar aan het begin van de het kalenderjaar als collectieve vakantiedagen er 4 aanwijzen aan te wijzen. Indien hij hiervan gebruik maakt, doet hij hiervan mededeling in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijneerste maand van het jaar. 17.59. De werknemer die op Vakantiedagen dienen bij voorkeur voor 1 mei van het jaar volgend op het kalenderjaar te zijn opgenomen, onverminderd het hieromtrent bepaalde in het BW. Na de leeftijd genoemde datum van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe 1 mei behoudt de werkgever hem wettelijk zich het recht voor om, in overleg met de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede werknemer, de opnameperiode van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij in het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/verwervingsjaar genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekendte bepalen. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. 1. Het vakantiejaar loopt van 1 juni t/m 31 mei. a. De Iedere werknemer verwerft heeft per vakantiejaar recht op vakantie 25 dagen of diensten vakantie. De navolgende werknemers ontvangen met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk ingang van de maand waarin zij de desbetreffende leeftijd die bereiken de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal de onderstaande tabel aangegeven extra vakantie: werknemers van 16 en 17 jaar: 3 dagen extra vakantie met behoud of diensten werknemers van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar jaar: 1 dag (7,6 uur) of dienst werknemers van 45 t/m 49 jaar jaar: 2 dagen (15,2 uur) of diensten werknemers van 50 t/m 54 jaar jaar: 3 dagen (22,8 uur) of diensten werknemers van 55 t/m 59 jaar jaar: 4 dagen (30,4 uur) of diensten werknemers van 60 jaar en ouder t/m 64 jaar: 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar of diensten Voor partieel leerplichtigen geldt hetgeen in dienst van de werkgever bijlage III is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2bepaald. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. b. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste 1e van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat verlaat, geacht op de eerste 1e van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één een maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3a. Als regel zal per jaar 3 weken aaneengesloten vakantie worden vastgesteld. Van Op verzoek van de werknemer kan in lid 1 sub a. genoemde overleg met de werkgever een vakantie zullen als regel van langer dan 3 weken aaneengesloten worden verleendvastgesteld. Het tijdstip van de De aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin wordt door de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen werkgever vastgesteld op het tijdstip dat door hem wordt gewenstde werknemer gewenste tijdstip, tenzij voor zover de eisen van de organisatie het bedrijf zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever hiertegen niet verzetten. Als een werknemer in een kalenderjaar niet minimaal drie weken vakantie heeft opgenomen, dan moeten deze uiterlijk voor 1 april van het volgende kalenderjaar door de werknemer worden opgenomen. Als dat niet gebeurt dan kunnen deze vakantiedagen in overleg met de werknemer door de werkgever worden vastgesteld. 17.4b. In afwijking van het bepaalde onder a. kan de werkgever voor alle of een deel van de werknemers in overleg met de ondernemingsraad een collectieve vakantie vaststellen. c. Als een werknemer bij de werkgever nog niet een zodanig aantal vakantiedagen heeft verworven, dat deze tezamen met de eventuele verlofdagen zonder behoud van salaris als bedoeld in lid 7 van dit artikel voldoende zijn voor de in sub b bedoelde aaneengesloten vakantie, kan de werkgever bepalen dat betrokken werknemer: 1. in een andere afdeling van de onderneming dan waartoe hij behoort werkzaamheden moet verrichten en/of 2. zoveel snipperdagen reserveert als nodig zijn voor de aaneengesloten vakantie als bedoeld in sub c en/of 3. xxxxxx xxxxxxx vakantiedagen inhaalt en wel tot uiterlijk 31 december van het lopende kalenderjaar, in welk geval de inhaaluren niet worden beloond. d. Bij het opnemen van de aaneengesloten vakantie door een werknemer in de 5-ploegendienst wordt het aantal opgenomen dagen volgens het geldende rooster afgeboekt. a. De vakantiedagen die overblijven na aftrek van de aaneengesloten vakantie als bedoeld in lid 3, gelden als snipperdagen. Het moment waarop de snipperdagen worden opgenomen wordt door de werkgever vastgesteld op het door de werknemer gewenste tijdstip, voor zover de eisen van het bedrijf zich naar het oordeel van de werkgever hiertegen niet verzetten en met dien verstande dat de snipperdagen redelijk over het vakantiejaar moeten worden gespreid. b. De werkgever mag kan van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal snipperdagen ten hoogste 3 dagen zijnals vaste snipperdagen aanwijzen, welke aanwijzing als regel bij de aanvang van het vakantiejaar na overleg met de ondernemingsraad geschiedt. 17.5c. Indien de aaneengesloten vakantie als bedoeld in lid 3 samenvalt met een vaste snipperdag als bedoeld in lid 4 sub b of met een feestdag als bedoeld in artikel 12, zal de aaneengesloten vakantie dienovereenkomstig worden verlengd, tenzij de werkgever (of bij toepassing van lid 3 sub b de ondernemingsraad) er de voorkeur aan geeft de vaste snipperdag aan te merken als snipperdag als bedoeld in lid 4 sub a. 5. Het niet verwerven van vakantierechten gedurende onderbreking der werkzaamheden a. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij besteedt aan wegens het volgen niet verrichten van lessen waartoe zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. b. Het onder a bepaalde is niet van toepassing indien de werknemer zijn werkzaamheden niet heeft verricht wegens: - ziekte of ongeval tenzij veroorzaakt door opzet van de werknemer - het naleven van een oproep als dienstplichtige ter vervulling van zijn militaire dienst of vervangende dienst, anders dan voor oefening en opleiding - het genieten van verlof gebaseerd op in een vorige dienstbetrekking verworven doch niet opgenomen verlof - het met toestemming van de werkgever hem wettelijk in deelnemen aan een door de gelegenheid moet stellen. 17.6. De vakvereniging van de werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede georganiseerde bijeenkomst - onvrijwillige werkloosheid bij handhaving van het volgende kalenderjaardienstverband. Bij overschrijding In geval van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer volledige arbeidsongeschiktheid worden nog vakantierechten verworven over de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk laatste twaalf maanden waarin geen arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen tijdvakken samengeteld worden begrepen. 17.9indien zij elkaar met onderbreking van minder dan een maand opvolgen. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen Bij gedeeltelijke werkhervatting worden uitbetaald aan het einde vakantierechten opgebouwd naar rato van het dienstverbandgedeelte waarvoor de werkzaamheden zijn hervat. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10Vanaf 1 januari 2012 geldt hierbovenstaande alinea niet meer. Rechten op het genieten Vanaf dat moment geldt voor opbouw en opname van vakantiedagen kunnen behoudens in tijdens ziekte het in lid 9 bedoelde geval en in geval van dan geldende wettelijk regime met dien verstande dat de werkenemer tijdens ziekte, zoals aangegeven bij het eerste gedachtenstreepje onder sub b, eveneens de bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geldopbouwt.

Vakantie. 1. De werknemer, niet werkzaam in de volcontinu 5 ploegendienst, heeft recht op: a. De werknemer verwerft 144 wettelijke vakantie-uren en 56 bovenwettelijke vakantie-uren per vakantiejaar recht op vakantie met behoud jaar, indien hij de leeftijd van salaris 18 jaar heeft bereikt tot het bereiken van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)de 60-jarige leeftijd. b. Afhankelijk van 144 wettelijke vakantie-uren en 72 bovenwettelijke vakantie-uren per jaar, indien hij de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. Van de tijd, die de werknemer in beneden de leeftijd van 18 jaar besteedt aan het desbetreffende vakantiejaar bereiktdeelnemen aan een kamp (een zgn. werkweek) dat georganiseerd wordt binnen het cursusprogramma van een vormingsinstituut, heeft mag ten hoogste 24 uren als vakantie worden aangemerkt. c. 144 wettelijke vakantie-uren en 72 bovenwettelijke vakantie-uren, indien hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud de leeftijd van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder heeft bereikt. Voor werknemers in volcontinu 5 dagen (38 uur)ploegendienst geldt het bepaalde in artikel 16 lid 6. c. 2. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van verplicht tijdig overleg te plegen met de in dit lid genoemde vakantie, personeelsvertegenwoordiging over het vakantieschema en de eventuele algemene snipperdagen met inachtneming van lid 2het bepaalde in artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden voor zover van toepassing. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.23. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen de vakantie wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige de maand in dienst treedt c.q. dan wel de dienst verlaat, geacht op de eerste dag van die de maand in dienst te zijn getreden c.q. dan wel de dienst te hebben verlaten en wordt verlaten. Wanneer een werknemer die na de 15e van enige een maand in dienst treedt c.q. dan wel de dienst verlaat verlaat, wordt hij geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. dan wel de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, zal indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, geduurd de werknemer een zuiver proportioneel evenredig recht op vakantie krijgen. 17.34. Van Indien de werknemer die in het lopende contractjaar arbeid verricht in een rooster, dat gepaard gaat met tenminste 44 diensten per jaar, waarbij tussen 23.00 uur en 06.00 uur ten minste 3 uur wordt gewerkt, heeft recht op extra vakantie. Deze werknemer heeft naast het bepaalde in lid 1 sub a. genoemde recht op 24 uren extra vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleendper jaar. Het tijdstip bepaalde in dit lid is niet van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur toepassing voor werknemers, werkzaam in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzettenvolcontinu 5 ploegendienst als bedoeld in artikel 16. 17.45. De werkgever mag is verplicht ten behoeve van iedere werknemer een vakantieregistratie bij te houden, waaruit het tegoed aan wettelijk en bovenwettelijk vakantierecht blijkt, waarop de vakantiedagen er 4 aanwijzen in werknemer gedurende het vakantiejaar aanspraak heeft. Hierin dient te worden aangetekend de jaren vakantie-uren, die door de werknemer zijn genoten, met dien verstande, dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar die het eerste kwartaal en tweede van vervallen of verjaren het volgende kalenderjaareerst moeten worden opgenomen. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn Het vakantiejaar loopt van 1 juli januari tot en met 31 december van dat jaar. 17.76. Gedurende Over de ziekteperiode bouwt vakantie-uren wordt aan de werknemer volledig vakantiedagen ophet tijdloon doorbetaald. 7. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werkenVan de vakantie dient een tijdvak van tenminste twee weken dan wel indien de werknemer xxxxx verzoekt, zullen bij drie weken aaneengesloten te worden genoten tussen 15 mei en 15 september, resp. – indien het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verrichtbedrijfsbelang zulks vereist, in mindering gebracht worden overleg met de personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 27 van de Wet op de vakantieaansprakenOndernemingsraden, voor zover van toepassing – tussen 30 april en 1 oktober. De tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie stelt de werkgever vast in overleg met de werknemer, waarbij de werknemer tijdig, vóór 1 december van enig jaar, duur en tijdstip van de door hem gewenste aaneengesloten vakantie dient op te geven en de werkgever hem vóór 1 januari daaraanvolgend dient mee te delen in hoeverre aan zijn wensen met betrekking tot de aaneen gesloten vakantie kan worden voldaan. De werkgever is bevoegd ten hoogste drie dagen aan te wijzen als algemene snipperdagen. 17.88. De bij beëindiging van de dienstbetrekking nog aan de werknemer toekomende vakantie- uren worden verrekend. Deze uren mogen – tenzij anders tussen werkgever en werknemer wordt overeengekomen – niet in de opzegtermijn worden gegeven. 9. Vakantie-uren dienen in beginsel opgenomen te worden in het vakantiejaar waarin zij zijn opgebouwd. De werkgever zal uiterlijk op 1 juli van het nieuwe vakantiejaar een overzicht verstrekken van de nog niet genoten vakantie-uren, opgebouwd in het voorafgaande vakantiejaar. Bij het eindigen niet-opneming van deze vakantie-uren op 1 juli van dat jaar is de arbeidsovereenkomst zal werkgever gerechtigd data vast te stellen, waarop de werknemer desgewenst deze uren zal genieten. Indien op 1 oktober van dat jaar blijkt dat niet alle uren zijn opgenomen, vervallen de wettelijke vakantie-uren, tenzij de medewerker redelijkerwijs niet in staat is geweest de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie vakantie-uren op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.910. Niet Ten aanzien van de vakantie van werknemers uit niet-EU-landen dient de werkgever met inachtneming van de Wet op de Ondernemingsraden, voor zover van toepassing, een voor zijn onderneming geldende regeling te treffen, waarin mede een regeling voor twee vrije dagen voor Islamitische werknemers ter vervulling van hun godsdienstplichten kan worden opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. 1. De werknemer, niet werkzaam in de volcontinu 5 ploegendienst, heeft recht op: a. De werknemer verwerft 16,67 uur vakantie per vakantiejaar recht op vakantie met behoud maand dienstverband, indien hij de leeftijd van salaris 18 jaar heeft bereikt tot het bereiken van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)de 60-jarige leeftijd. b. Afhankelijk van 18 uur vakantie per maand dienstverband, indien hij de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. Van de tijd, die de werknemer in beneden de leeftijd van 18 jaar besteedt aan het desbetreffende vakantiejaar bereiktdeelnemen aan een kamp (een zgn.werkweek) dat georganiseerd wordt binnen het cursusprogramma van een vormingsinstituut, heeft mag ten hoogste 24 uren als vakantie worden aangemerkt. c. 18 uur vakantie per maand dienstverband, indien hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud de leeftijd van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar heeft bereikt. Voor werknemers in volcontinu 5 ploegendienst geldt het bepaalde in artikel 16 lid 6. 2. De werkgever is verplicht tijdig overleg te plegen met de personeelsvertegenwoor- diging over het vakantieschema en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel de eventuele algemene snipperdagen met in- achtneming van het vakantiejaar bepaalde in dienst artikel 27 van de werkgever is (geweest), heeft recht Wet op een evenredig deel de Ondernemingsraden voorzover van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2toepassing. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.23. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen de vakantie wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige de maand in dienst treedt c.q. dan wel de dienst verlaat, geacht op de eerste dag van die de maand in dienst te zijn getreden c.q. dan wel de dienst te hebben verlaten en wordt verlaten. Wanneer een werknemer die na de 15e van enige een maand in dienst treedt c.q. dan wel de dienst verlaat verlaat, wordt hij geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. dan wel de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, zal indien het dienstverband dienstver- band korter dan één maand heeft geduurd, geduurd de werknemer een zuiver proportioneel evenredig recht op vakantie krijgen. 17.34. Indien de werknemer in het lopende contractjaar arbeid verricht in een rooster, dat gepaard gaat met tenminste 44 nachtdiensten per jaar, waarbij tussen 23.00 uur en 04.00 uur wordt gewerkt, heeft hij onverminderd het bepaalde in lid 3 recht op 24 uren extra vakantie per jaar. Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing voor werk- nemers, werkzaam in een volcontinu 5 ploegendienst als bedoeld in artikel 16. 5. De werkgever is verplicht ten behoeve van iedere werknemer een vakantieregistra- tie bij te houden, waaruit het tegoed aan vakantierecht blijkt, waarop de werknemer lopende het vakantiejaar aanspraak heeft. Hierin dient te worden aangetekend de vakantie, welke door de werknemer is genoten, met dien verstande, dat de oudste aanspraak geacht wordt het eerste te worden gerealiseerd. Het vakantiejaar loopt van 1 april tot en met 31 maart van het daaropvolgende jaar. 6. Over de vakantieuren wordt aan de werknemer het tijdloon doorbetaald. 7. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 dient een tijdvak van tenminste twee weken dan wel indien de werknemer xxxxx verzoekt, drie weken aaneengesloten te worden verleendgenoten tussen 15 mei en 15 september, resp. Het – indien het bedrijfsbelang zulks vereist, in overleg met de personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in arti- kel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden, voorzover van toepassing – tussen 30 april en 1 oktober. De tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie stelt de werkgever vast in overleg met de werknemer, waarbij de werknemer tijdig, vóór 1 december van enig jaar, duur en tijdstip van de door hem gewenste aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner dient op te geven en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4hem vóór 1 januari daaraanvolgend dient mee te delen in hoeverre aan zijn wensen met betrekking tot de aaneengesloten vakantie kan wor- den voldaan. De werkgever mag is bevoegd ten hoogste drie dagen aan te wijzen als algemene snipperdagen. 8. De bij beëindiging van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in dienstbetrekking nog aan de jaren dat werknemer toekomende va- kantieuren worden verrekend. Deze uren mogen – tenzij anders tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer wordt overeengekomen – niet in de opzegtermijn worden gegeven. 9. Vakantieuren dienen in beginsel opgenomen te worden in het vakantiejaar waarin zij zijn opgebouwd. Bij niet-opneming daarvan vóór 1 oktober van het nieuwe va- kantiejaar is de werkgever gerechtigd data vast te stellen, waarop de werknemer deze uren zal genieten. 10. Ten aanzien van de vakantie van werknemers uit niet-EU-landen dient de werkge- ver met inachtneming van de Wet op de Ondernemingsraden, voorzover van toe- passing, een voor zijn onderneming geldende regeling te treffen, waarin mede een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn twee vrije dagen voor Islamitische werknemers ter vervulling van 1 juli van dat jaarhun godsdienstplichten kan worden opgenomen. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. 1. De werknemer, niet werkzaam in de volcontinu 5 ploegendienst, heeft recht op: a. De werknemer verwerft 16,67 uur vakantie per vakantiejaar recht op vakantie met behoud maand dienstverband, indien hij de leeftijd van salaris 18 jaar heeft bereikt tot het bereiken van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)de 60-jarige leeftijd. b. Afhankelijk van 18 uur vakantie per maand dienstverband, indien hij de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. Van de tijd, die de werknemer in beneden de leeftijd van 18 jaar besteedt aan het desbetreffende vakantiejaar bereiktdeelnemen aan een kamp (een zgn.werkweek) dat georganiseerd wordt binnen het cursusprogramma van een vormingsinstituut, heeft mag ten hoogste 24 uren als vakantie worden aangemerkt. c. 18 uur vakantie per maand dienstverband, indien hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud de leeftijd van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder heeft bereikt. Voor werknemers in volcontinu 5 dagen (38 uur)ploegendienst geldt het bepaalde in artikel 16 lid 6. c. 2. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van verplicht tijdig overleg te plegen met de in dit lid genoemde vakantie, personeelsvertegen- woordiging over het vakantieschema en de eventuele algemene snipperdagen met inachtneming van lid 2het bepaalde in artikel 27 van de Wet op de Onder- nemingsraden voorzover van toepassing. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.23. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen de vakantie wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige de maand in dienst treedt c.q. dan wel de dienst verlaat, geacht op de eerste dag van die de maand in dienst te zijn getreden c.q. dan wel de dienst te hebben verlaten en wordt verlaten. Wanneer een werknemer die na de 15e van enige een maand in dienst treedt c.q. dan wel de dienst verlaat verlaat, wordt hij geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. dan wel de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, zal indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, geduurd de werknemer een zuiver proportioneel evenredig recht op vakantie krijgen. 17.34. Indien de werknemer in het lopende contractjaar arbeid verricht in een rooster, dat gepaard gaat met tenminste 44 nachtdiensten per jaar, waarbij tussen 23.00 uur en 04.00 uur wordt gewerkt, heeft hij onverminderd het bepaalde in lid 3 recht op 24 uren extra vakantie per jaar. Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing voor werknemers, werkzaam in een volcontinu 5 ploegendienst als bedoeld in artikel 16. 5. De werkgever is verplicht ten behoeve van iedere werknemer een vakantie- registratie bij te houden, waaruit het tegoed aan vakantierecht blijkt, waarop de werknemer lopende het vakantiejaar aanspraak heeft. Hierin dient te worden aangetekend de vakantie, welke door de werknemer is genoten, met dien verstande, dat de oudste aanspraak geacht wordt het eerste te worden gerealiseerd. Het vakantiejaar loopt van 1 april tot en met 31 maart van het daaropvolgende jaar. 6. Over de vakantieuren wordt aan de werknemer het tijdloon doorbetaald. 7. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 dient een tijdvak van tenminste twee weken dan wel indien de werknemer xxxxx verzoekt, drie weken aaneengesloten te worden verleendgenoten tussen 15 mei en 15 september, resp. Het – indien het bedrijfsbelang zulks vereist, in overleg met de personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden, voorzover van toepassing – tussen 30 april en 1 oktober. De tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie stelt de werkgever vast in overleg met de werknemer, waarbij de werknemer tijdig, vóór 1 december van enig jaar, duur en tijdstip van de door hem gewenste aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur dient op te geven en de werkgever hem vóór 1 januari daaraanvolgend dient mee te delen in een periode plaatsvinden waarin hoeverre aan zijn wensen met betrekking tot de aaneen- gesloten vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4voldaan. De werkgever mag is bevoegd ten hoogste drie dagen aan te wijzen als algemene snipperdagen. 8. De bij beëindiging van de vakantiedagen er 4 aanwijzen dienstbetrekking nog aan de werknemer toekomende vakantieuren worden verrekend. Deze uren mogen – tenzij anders tussen werk- gever en werknemer wordt overeengekomen – niet in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijnopzegtermijn worden gegeven. 17.59. De werknemer die op Vakantieuren dienen in beginsel opgenomen te worden in het vakantiejaar waarin zij zijn opgebouwd. Bij niet-opneming daarvan vóór 1 mei oktober van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe nieuwe vakantiejaar is de werkgever hem wettelijk in gerechtigd data vast te stellen, waarop de gelegenheid moet stellenwerknemer deze uren zal genieten. 17.610. De werknemer kan maximaal 38 vakantieTen aanzien van de vakantie van werknemers uit niet-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede EU-landen dient de werk- gever met inachtneming van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding de Wet op de Ondernemingsraden, voorzover van dit maximumtoepassing, spreken werkgever en werknemer een voor zijn onderneming geldende regeling te treffen, waarin mede een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn twee vrije dagen voor Islamitische werknemers ter vervulling van 1 juli van dat jaarhun godsdienstplichten kan worden opgenomen. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op 1. Ten aanzien van de vakantie gelden - met inachtneming van de leden 2 tot en met 8 van dit artikel - de bepalingen, zoals deze zijn neergelegd in de wet van 14 juli 1966 tot wettelijke regeling van vakantie met behoud van salaris loon. 2. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. 3. De normale vakantie per jaar bedraagt: a. voor werknemers van 16 jaar en jonger 28 dagen voor werknemers van 17 en 18 jaar 26 dagen voor werknemers van 19 t/m 39 jaar 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk voor werknemers van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 24 dagen voor werknemers van 45 t/m 49 jaar 2 25 dagen (15,2 uur) voor werknemers van 50 t/m 54 jaar 3 26 dagen (22,8 uur) voor werknemers van 55 t/m 59 jaar 4 27 dagen (30,4 uur) voor werknemers van 60 jaar en ouder 5 28 dagen b. In afwijking van het gestelde onder a bedraagt de vakantie per jaar: voor werknemers met 10 dienstjaren 25 dagen (38 uur)voor werknemers met 15 dienstjaren 26 dagen voor werknemers met 20 dienstjaren 27 dagen voor werknemers met 25 dienstjaren 28 dagen voor werknemers met 30 dienstjaren 29 dagen c. De werknemer die slechts een deel Het toekennen van vakantiedagen vindt plaats of op grond van dienstverband of op grond van leeftijd. Te allen tijde prevaleert het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2hoogste aantal dagen. d. De werknemer verwerft heeft recht op het onder a. respectievelijk b. van lid 3 genoemde aantal vakantiedagen, indien hij op 1 juli de daarbij genoemde leeftijd al heeft bereikt, respectievelijk het daarbij genoemde aantal dienstjaren in de onderneming heeft vervuld. 4. De werknemer heeft geen vakantierechten aanspraak op vakantie over de tijd tijd, gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden de bedongen arbeid geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris loon heeft. 17.2. Voor de berekening a. Overeenkomstig artikel 7: 634 van het aantal vakantiedagen wordt een Burgerlijk Wetboek heeft de werknemer die voor of tenminste aanspraak op de 15e vakantie in verhouding tot het verstreken deel van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zalhet jaar, indien het dienstverband korter dan één maand de dienstbetrekking op enig tijdstip nog geen jaar of niet wederom een jaar heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht . b. De totale aanspraak op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal wordt bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met vakantiejaar of bij het salaris verrekendeinde van de dienstbetrekking naar boven afgerond op halve dagen indien het dienstverband van de werknemer tenminste 2 maanden onafgebroken heeft geduurd. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1. Het vakantiejaar loopt gelijk op met het seizoen, namelijk van 1 september van ieder kalenderjaar tot en met 31 augustus in het volgende jaar. 2. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht over ieder jaar waarin hij werkzaam is, aanspraak op doorbetaalde vakantie met behoud van salaris 180 uur bij een voltijds dienstverband. Dat is 25 dagen van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 gemiddeld 7,2 uur). b. Afhankelijk . De werknemer die vanaf het bereiken van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, van 25 jaar een totaal arbeidsverleden heeft hij van tenminste 20 jaar heeft daarnaast recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabelmeer vakantiedagen, te weten: 40 20 t/m 44 jaar 24 dienstjaren: 1 dag (7,6 uur) 45 dag; 25 t/m 49 jaar 29 dienstjaren: 2 dagen (15,2 uur) 50 dagen; 30 t/m 54 jaar 34 dienstjaren: 3 dagen; 35 dienstjaren en meer: 4 dagen. Het recht op deze dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur)ontstaat in het vakantiejaar, waarin de werknemer het betreffende aantal dienstjaren bereikt. c. 3. De werknemer die slechts verwerft over het saldo van gewerkte meeruren per seizoen een deel vakantieaanspraak van 0,096 uur per gewerkt meeruur. 4. De werknemer verwerft (conform artikel 635 BW) vakantieaanspraken over het vakantiejaar tijdvak, gedurende hetwelk hij geen recht op in geld vastgesteld loon heeft omdat: • Hij, anders dan voor oefening en opleiding, als dienstplichtige is opgeroepen ter vervulling van zijn militaire dienst of vervangende dienst; • Hij vakantie geniet op grond van aanspraken bij de oude werkgever; • Hij met toestemming van de werkgever werkgever, deelneemt aan een bijeenkomst die wordt georganiseerd door een vakvereniging waarvan hij lid is; • Hij anders dan ten gevolge van zwangerschap, bevalling, adoptie of het opnemen van een pleegkind, tegen zijn wil niet in staat is (geweest)om de overeengekomen arbeid te verrichten; • Hij politiek verlof geniet. • Hij langdurend zorgverlof geniet als bedoeld in de Wet arbeid en zorg, heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantiehoofdstuk 5, met inachtneming van lid afdeling 2. d. 5. De vrouwelijke werknemer verwerft vakantieaanspraken over het tijdvak waarop zij wegens zwangerschap of bevalling recht heeft op een uitkering als bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 2, van de Wet arbeid en zorg. 6. Bij ziekte verwerft de werknemer vakantieaanspraken over het volledige tijdvak van de ziekte. 7. De werknemer verwerft geen vakantierechten aanspraak op vakantie over de tijd gedurende welke tijd, waarover hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden de bedongen arbeid geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. 15.1 Het vakantiejaar loopt van 1 mei tot en met 30 april, tenzij een ander vakantiejaar geldt. a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie 23 vakantiedagen met behoud van salaris salaris. Voor partieel leerplichtigen geldt hetgeen bepaald is in Bijlage IV. Voor werknemers in gedeeltelijke dienst geldt dat vakantierechten worden opgebouwd over alle feitelijk gewerkte uren in het afgelopen jaar met inachtne- ming van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)het gestelde in artikel 12 lid 1 sub c. Vakantiedagen kunnen worden opgenomen in het vakantiejaar waarin het recht daarop wordt verworven. b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op Een vakantiedag is gelijk aan 7,2 uur bij een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur)volledig dienstverband. c. De werknemer die slechts een deel bij de aanvang van het vakantiejaar in dienst de leeftijd van de werkgever is (geweest)18 jaar nog niet heeft bereikt, heeft per vakantiejaar recht op een evenredig deel 1 extra vakantiedag met behoud van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2salaris. d. De werknemer, die de 50-, 55-, respectievelijk de 60-jarige leeftijd heeft bereikt, verwerft per vakantiejaar recht op 1, 2, respectievelijk 3 extra vakantiedagen met behoud van salaris. e. De werknemer ingedeeld in één van de functieniveaugroepen VI tot en met IX verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens per vakantiejaar recht op 4 extra vakantiedagen met behoud van salaris ter compensatie van het niet verrichten ontvangen van zijn werkzaamheden overwerkvergoeding, met dien ver- stande dat een werknemer ingedeeld in functieniveaugroep VI, dan wel inge- deeld in de groep VII of VIII voorzover in deze laatstgenoemde groepen, bere- kend op fulltime-basis, nog geen hoger salaris is bereikt dan het maximum van groep VI, bij aanvang van het vakantiejaar de keuze heeft in aanmerking te komen voor overwerkvergoeding, zoals bedoeld in artikel 12, in welk geval geen aanspraak bestaat op in geld vastgesteld salaris heeftde genoemde vier extra vakantiedagen. 17.2. 15.3 Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor vóór of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de uit dienst verlaattreedt, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de uit dienst te hebben verlaten en zijn getreden wordt een werknemer de werk- nemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de uit dienst verlaat treedt, geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden getreden, c.q. de uit dienst te hebben verlatenzijn getreden. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband de arbeidsovereenkomst korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgenkrij- gen. 17.3. 15.4 De werknemer dient bij de aanvang van de arbeidsovereenkomst de werkgever mede te delen hoeveel recht op vakantie hij bij zijn vorige werkgever(s) verworven doch niet genoten heeft, opdat de werkgever weet op hoeveel verlofdagen zonder behoud van salaris de werknemer aanspraak kan maken. a. Van de in lid 1 2 sub a. a genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten tenminste tien achter- eenvolgende vakantiedagen worden verleend. Het tijdstip opgenomen. b. De werknemer heeft het recht om van de aaneengesloten in lid 2 sub a genoemde vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende 15 achtereenvolgende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. De werknemer verwerft per 1. Het vakantiejaar recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)is gelijk aan het lopende kalenderjaar. b. Afhankelijk 2. Xxxx der vakantie 25 dagen of diensten, indien hij 18 jaar of ouder is; 26 dagen of diensten, na 15 jaar ononderbroken dienstjaren of indien de werknemer nog geen 18 jaar en niet leerplichtig is; 27 dagen of diensten, na 20 ononderbroken dienstjaren of het bereiken van de 55-jarige leeftijd; 28 dagen of diensten, na 40 ononderbroken dienstjaren; 29 dagen of diensten, bij het bereiken van de 61-jarige leeftijd; 29 dagen of diensten, bij het bereiken van de 62-jarige leeftijd; 29 dagen of diensten, bij het bereiken van de 63-jarige leeftijd; 30 dagen of diensten, bij het bereiken van de 64-jarige leeftijd; Cumulatie van vakantierechten uit hoofde van dienstjaren en leeftijd die vindt niet plaats. Voor leerplichtige werknemers geldt het bepaalde in Bijlage V. De peildatum voor de werknemer hier bedoelde leeftijden is steeds de eerste dag van het lopende vakantiejaar. a) Deze vakantie wordt ten dele aaneengesloten en voor het overige in het desbetreffende vakantiejaar bereiktde vorm van snipperdagen genoten. Het aaneengesloten gedeelte omvat een periode van tenminste 2 weken, heeft hij recht terwijl als regel een vakantie van 3 weken aaneengesloten mogelijk is. b) Het is de medewerker toegestaan om snipperdagen in uren op te nemen met een aantal dagen extra vakantie met behoud minimum van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 één uur. c) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel volgens rooster op zaterdag, zondag of maandag moet werken, kan zijn vakantie op niet meer dan 3 zaterdagen c.q. 3 zaterdagen en 3 zondagen opnemen. De werknemer die volgens rooster in de nacht van het vakantiejaar zondag op maandag moet werken, kan zijn vakantie niet meer dan 3 maal in de nacht van zondag op maandag opnemen. De werknemer die na 1 januari in dienst van de werkgever is (geweest), getreden heeft recht op een evenredig deel gedeelte van de vakantie voor elke maand dienstverband in het vakantiejaar. De berekening van een maand dienstverband geschiedt volgens het bepaalde in lid 3 van dit lid genoemde vakantieartikel. d) Indien een werknemer met een niet-Nederlandse nationaliteit zulks verzoekt, met inachtneming het oogmerk van lid 2bezoek aan zijn gezin in zijn geboorteland, zal aan hem een maand aaneengesloten verlof worden toegestaan ofwel éénmaal in de twee jaren een langere vakantie van maximaal 6 weken. Voor zover de voor hem geldende regeling niet toereikend is, zal het resterende worden toegekend door middel van verlof zonder behoud van inkomen. Indien er zwaarwegende redenen zijn voor een langere vakantie kunnen deze op individuele basis bij de Afdeling Personeelszaken worden besproken. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.23. Voor de berekening van het Berekening aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. De Een werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie heeft met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij per kalenderjaar recht op een vakantie van tenminste het aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens uren dat in de hierna volgende tabeltabel wordt vermeld. Voor de berekening van het aantal uren vakantieverlof is uitgegaan van de gemiddelde werkdag (en dus ook vakantiedag), die 38 : 5 = 7,6 uur bedraagt. Het corresponderende gemiddelde aantal vakantiedagen is tussen haakjes toegevoegd. • t/m 18 jaar - 197,6 uur (26 dagen) • 19 jaar - 190,0 uur (25 “ ) • van 20 t/m 39 jaar - 182,4 uur (24 “ ) • van 40 t/m 44 jaar 1 dag - 190,0 uur (7,6 uur25 “ ) • van 45 t/m 49 jaar 2 dagen - 197,6 uur (15,2 uur26 “ ) • van 50 t/m 54 jaar 3 dagen - 205,2 uur (22,8 uur27 “ ) • van 55 t/m 59 jaar 4 dagen - 212,8 uur (30,4 uur28 “ ) • van 60 jaar en ouder 5 dagen - 220,4 uur (38 uur29 “ ) b. De werknemers die zijn ingedeeld in functiegroep 8 en hoger hebben in verband met het bepaalde in Artikel 8 lid 2a van deze CAO recht op 7,6 vakantie-uur extra. c. De werknemer Voor de bepaling van de leeftijd geldt de leeftijd die slechts een deel in de loop van het vakantiejaar desbetreffende jaar wordt bereikt. 2. Indien een werknemer in de loop van het kalenderjaar in dienst van de werkgever is (geweest)treedt, heeft hij voor dat jaar recht op een evenredig deel van het in het eerste lid genoemde aantal vakantie- en snipperdagen, waarbij gedeelten van een dag voor een gehele dag worden geteld. 3. Indien een werknemer in de loop van het kalenderjaar de dienst verlaat, heeft hij voor dat jaar recht op een evenredig deel van het voor hem geldende aantal vakantie- en snipperdagen, waarbij een tegoed van minder dan een halve dag wordt afgerond op een halve dag en van meer dan een halve dag op een hele dag. De werknemer kan verlangen dat het tegoed aan vakantiedagen in geld wordt uitbetaald. Eventueel dient te veel genoten vakantie te worden verrekend. 4. Van het totaal aantal vakantiedagen zullen in de regel tenminste 3 weken aaneengesloten worden opgenomen; de overige dagen kunnen ook als snipperdagen worden opgenomen, eventueel in halve dagen. a. Werknemers die in deeltijddienstverband werken hebben recht op vakantie volgens het bepaalde in lid 1 naar evenredigheid van het aantal vakantiedagen voor werknemers in voltijddienstverband. De berekening van de vakantierechten als vorenbedoeld geschiedt maandelijks, waarbij zo nodig voor toekomstige maanden wordt uitgegaan van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming de berekeningsmaand geldende omvang van lid 2het dienstverband. d. b. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en gedeeltelijk werken worden de vakantierechten verworven naar rato van werken. 6. Xxxxxxx van arbeidsongeschiktheid tijdens vakantie ontstaan behoudt de werknemer aanspraak op de dientengevolge gemiste vakantiedagen, mits hij zijn werkgever terstond van zijn arbeidsongeschiktheid in kennis heeft gesteld en zich aan de voorschriften terzake heeft gehouden. Daartoe behoort de raadpleging van een arts en de overlegging van een medische verklaring omtrent de aard en duur van de ziekte. Mocht in uitzonderingsgevallen een dergelijke medische verklaring niet kunnen worden verkregen, dan zullen aard en duur van de ziekte bijvoorbeeld kunnen blijken uit de nota´s wegens geneeskundige behandeling. Over de wijze van opnemen van vervangende vakantiedagen beslist de werkgever na overleg met de werknemer. a. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.21. Voor Het onder a. bepaalde is niet van toepassing indien de werknemer zijn werkzaamheden niet heeft verricht wegens: - ziekte of ongeval tenzij veroorzaakt door opzet van de werknemer; - het naleven van een wettelijke verplichting of verbintenis ten aanzien van de landsverdediging of openbare orde; - het genieten van verlof gebaseerd op in een vorige dienstbetrekking verworven doch niet opgenomen verlof; - het met toestemming van de werkgever deelnemen aan een door de vakvereniging van de werknemer georganiseerde bijeenkomst; onvrijwillige werkloosheid bij handhaving van het dienstverband; - zwangerschap of bevalling. In deze gevallen worden vakantierechten verworven over de in art. 635 B.W. bedoelde periode van 6 maanden waarin geen arbeid wordt verricht, waarbij de duur der onderbreking uit de respectieve oorzaken tezamen geteld wordt. 2. Indien een onderbreking der werkzaamheden als bedoeld onder 1 van dit sub-lid in meer dan één vakantiejaar valt, wordt het in een vorig jaar vallend deel der onderbreking bij de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e periode van enige maand afwezigheid mee in dienst treedt c.qaanmerking genomen. 3. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste Ten aanzien van de navolgende maand berekening van de duur van de hier bedoelde onderbreking is het in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgenlid 3 van dit artikel bepaalde van overeenkomstige toepassing. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. c. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen onderricht waartoe de werkgever hem wettelijk krachtens de wet in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie met een basis werkweek heeft, met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereiktzijn individuele salaris, heeft hij per kalenderjaar recht op een het aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris vakantie-uren volgens de hierna volgende onderstaande tabel. Leeftijd werknemer op 1 januari Indeling in schaal 3, 4 en 4a (zie 3.A.1). Voor Collections: 40 indeling in niveau 1 (T1, B1, S1) Indeling in schaal 5 en hoger (zie 3.A.1). Voor Collections: indeling in niveau 2 of hoger t/m 34 jaar 200 224 35 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 208 232 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 216 240 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 224 248 2. Het recht van de werknemer op een gedeelte van een vakantie-uur wordt afgerond. Een gedeelte van maximaal een 1/2 vakantie-uur wordt naar boven afgerond op een 1/2 vakantie-uur en een gedeelte van meer dan een 1/2 vakantie-uur wordt naar boven afgerond op 1 vakantie-uur). c. 3. De werknemer die slechts met een deel kortere individuele werkweek dan een basis werkweek heeft recht op het onder lid 1 genoemd aantal vakantie-uren op basis van evenredigheid. 4. De werknemer van wie de begindatum en/of einddatum van zijn dienstverband gedurende het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest)kalenderjaar gelegen is, heeft recht op een evenredig deel het onder lid 1 genoemd aantal vakantie-uren op basis van evenredigheid. 5. De werknemer is verplicht zijn saldo vakantie-uren vóór de einddatum van zijn dienstverband volledig op te nemen. Hiervan kan worden afgeweken indien: a. de direct leidinggevende van oordeel is dat het opnemen om organisatorische redenen niet of slechts gedeeltelijk mogelijk is òf b. de werknemer en zijn direct leidinggevende andere afspraken overeenkomen. In die gevallen wordt het op de einddatum van het dienstverband resterende saldo vakantie-uren van de in dit lid genoemde werknemer door de werkgever samen met de laatste salarisbetaling verrekend tegen het op dat moment geldende individuele uurloon van de werknemer. 6. De op datum einde dienstverband door de werknemer te veel opgenomen vakantie-uren worden door de werkgever met de laatste salarisbetaling aan de werknemer verrekend. Verrekening geschiedt voor elk vakantie-uur tegen het op dat moment geldende individuele uurloon van de werknemer. 7. De werknemer heeft het recht om eenmaal per kalenderjaar een vakantie met een duur van minimaal 21 aaneengesloten kalenderdagen op te nemen, mits zijn saldo vakantie-uren hiervoor toereikend is. 8. De werknemer is verplicht om, gedurende elk kalenderjaar zijn vakantie-uren zodanig op te nemen dat zijn saldo vakantie-uren op 31 december maximaal 2 x het aantal uren van zijn individuele werkweek bedraagt. 9. De werkgever heeft het recht uiterlijk 1 februari van elk kalenderjaar - na vooraf verkregen instemming van de Ondernemingsraad - maximaal 2 werkdagen van dat kalenderjaar als collectieve vakantiedagen aan te wijzen. Een collectieve vakantiedag wordt met het individuele saldo vakantie-uren van elke werknemer verrekend volgens het individuele werkrooster van de werknemer voor die werkdag. 10. Indien de werknemer ziek wordt gedurende zijn afwezigheid wegens vakantie, kan hij zijn vakantierechten gedurende de duur van de ziekteperiode (de ‘vervangende vakantierechten’) behouden, mits hij: a. de werkgever onmiddellijk van zijn arbeidsongeschiktheid in kennis heeft gesteld èn b. zich aan de voorschriften van de werkgever ter zake heeft gehouden, waaronder het raadplegen van een arts en het overleggen van een medische verklaring over de aard en duur van de ziekte òf bewijsstukken aan de werkgever kan overleggen waaruit blijkt dat bijbehorende geneeskundige behandeling heeft plaatsgevonden, in de uitzonderlijke situatie dat een medische verklaring niet door de werknemer kon worden verkregen. Over de wijze van het opnemen van de vervangende vakantierechten beslist de direct leidinggevende na goed overleg met inachtneming van lid 2de werknemer. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten11. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei januari van het kalenderjaar de leeftijd van 18 betreffende jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 een zodanig saldo vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximumhebben, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de dat hij redelijkerwijs niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar.in staat is: 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij a. via het opnemen van vakantie, -uren èn/òf b. het uitruilen van vakantie-uren zoals genoemd in Artikel 4.9 èn c. rekening houdend met de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur uitoefening van zijn functie benodigde aanwezigheid op 31 december van het betreffende jaar aan de onder lid 8 genoemde verplichting te voldoen. In dat geval zijn de werknemer en niet alleen voor zijn direct leidinggevende verplicht om in goed overleg - uiterlijk per 31 december van het betreffende jaar - zodanige schriftelijke afspraken over de afbouw van het saldo vakantie- uren van de werknemer te maken, dat er daadwerkelijk arbeid zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 31 december van het daaropvolgende jaar alsnog aan het genoemde in lid 8 wordt verricht, voldaan. Een en ander laat onverminderd de wettelijke bepalingen in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8dit verband. Bij het eindigen De gemaakte schriftelijke afspraken maken deel uit van de arbeidsovereenkomst zal van de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld en worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepentoegevoegd aan zijn personeelsdossier. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. De Een werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie met een arbeidsduur van 1.976 uur of meer, heeft met behoud van salaris van 24 dagen (salaris, zoals bedoeld in artikel 7:610 en 7:639 BW, per kalenderjaar recht op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)200 uur vakantie. b. Afhankelijk Voor werknemers die in dienst waren op 1 januari 2010 bij een werkgever die onder de cao voor het verzekeringsbedrijf (binnendienst en/of buitendienst) valt, is artikel 3.6.1.a niet van toepassing. Voor deze werknemers geldt de leeftijd die de overgangsregeling uit bijlage V. 2. Indien een werknemer in de loop van het desbetreffende vakantiejaar bereiktkalenderjaar in dienst treedt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 voor dat jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de het in dit het eerste lid genoemde aantal vakantie-uren, met inachtneming waarbij een aanspraak van lid 2minder dan een half uur wordt afgerond op een half uur en van meer dan een half uur op een heel uur. d. De a. Indien een werknemer verwerft geen vakantierechten over in de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening loop van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. kalenderjaar de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel hij voor dat jaar recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip een evenredig deel van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in het voor hem geldende aantal vakantie-uren, waarbij een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner tegoed van minder dan een half uur wordt afgerond op een half uur en huisgenoten kan worden genotenvan meer dan een half uur op een heel uur. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op verlangen dat het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt tegoed aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaarin geld wordt uitbetaald. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen Eventueel te veel genoten vakantie-uren dienen met het salaris te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaarworden verrekend. 17.7b. Werkgever en werknemer kunnen overeenkomen om bovenwettelijke vakantieuren uit te betalen in geld. 4. Gedurende Van het totaal aantal vakantie-uren kan ten minste drie kalenderweken aaneengesloten vakantie worden opgenomen. 5. Bij bevalling van de ziekteperiode bouwt partner, heeft de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende recht vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.96. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan De werkgever heeft jaarlijks het einde recht uiterlijk 1 februari van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden desbetreffende jaar na instemming van de ondernemingsraad één dag als collectieve vakantiedag aan te wijzen, hetgeen met het salaris verrekendde werknemer volgens zijn individuele rooster voor die dag wordt verrekend met zijn vakantie-uren. 17.107. Rechten Werknemers die in deeltijddienstverband werken hebben recht op vakantie volgens het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het bepaalde in lid 9 bedoelde geval 1 naar evenredigheid van het aantal vakantie-uren voor werknemers met een arbeidsduur van 1.976 uur. 8. Xxxxxxx van arbeidsongeschiktheid tijdens de vakantie ontstaan, behoudt de werknemer aanspraak op de dientengevolge gemiste vakantierechten, mits hij zijn werkgever terstond van zijn arbeidson- geschiktheid in kennis heeft gesteld en zich aan de voorschriften ter zake heeft gehouden. Daartoe behoort de raadpleging van een arts en de overlegging van een medische verklaring omtrent aard en duur van de ziekte. Mocht in geval uitzonderingsgevallen een dergelijke medisc+-he verklaring niet kunnen worden verkregen, dan zullen aard en duur van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geldde ziekte bijvoorbeeld kunnen blijken uit de nota’s wegens geneeskundige behandeling. Over de wijze van opnemen van vervangende vakantierechten beslist de werkgever na overleg met de werknemer.

Vakantie. 1. Ten aanzien van de vakantie gelden – met inachtneming van de leden 2 tot en met 8 van dit artikel – de wettelijke bepalingen, geregeld in artikel 7:634 BW en verder. 2. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. 3. De normale vakantie per jaar bedraagt: a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud voor werknemers van salaris 16 jaar en jonger 28 dagen voor werknemers van 17 en 18 jaar 26 dagen voor werknemers van 19 t/m 39 jaar 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk voor werknemers van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 24 dagen voor werknemers van 45 t/m 49 jaar 2 25 dagen (15,2 uur) voor werknemers van 50 t/m 54 jaar 3 26 dagen (22,8 uur) voor werknemers van 55 t/m 59 jaar 4 27 dagen (30,4 uur) voor werknemers van 60 jaar en ouder 5 28 dagen b. In afwijking van het gestelde onder a. bedraagt de vakantie per jaar: voor werknemers met 10 dienstjaren 25 dagen (38 uur)voor werknemers met 15 dienstjaren 26 dagen voor werknemers met 20 dienstjaren 27 dagen voor werknemers met 25 dienstjaren 28 dagen voor werknemers met 30 dienstjaren 29 dagen c. De werknemer die slechts een deel Het toekennen van vakantiedagen vindt plaats of op grond van de lengte van het vakantiejaar in dienst dienstver- band danwel op grond van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2leeftijd; het hoogste aantal dagen prevaleert. d. De werknemer verwerft heeft recht op het onder a. respectievelijk b. van lid 3 genoemde aantal vakantiedagen, indien hij op 1 juli de daarbij genoemde leeftijd heeft bereikt, respectievelijk het daarbij genoemde aantal dienstjaren zonder onderbreking in de onderneming heeft vervuld. Als onderbreking wordt niet beschouwd enige vorm van verlof of afwezigheid met instandhou- ding van de arbeidsovereenkomst. 4. De werknemer heeft geen vakantierechten aanspraak op vakantie over de tijd tijd, gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden de bedongen arbeid geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris loon heeft, tenzij uit artikel 7:635 BW anders voortvloeit. 17.25. Voor de berekening De totale aanspraak op vakantie wordt bij het einde van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor vakantiejaar, of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste bij het einde van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, dienstbetrekking naar boven afgerond op halve dagen indien het dienstverband korter dan één maand van de werknemer tenminste 2 maanden onafgebroken heeft geduurd. a. De werkgever bevordert, dat de werknemer zijn vakantiedagen in het lopende vakantiejaar opneemt. Daartoe zal de werkgever tijdig in overleg met de werknemers jaarlijks een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgengoede vakantieplanning maken. 17.3. Van b. Desgewenst geniet de werknemer – voorzover de aanspraak in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 het betreffende vakantiejaar toereikend zal zijn – drie weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip vakantie. c. De werknemer ouder dan 50 jaar geniet desgewenst – voorzover de aanspraak in het betref- fende vakantiejaar toereikend zal zijn – 4 weken aaneengesloten vakantie in een door werkge- ver na overleg met de werknemer te bepalen periode. d. De werkgever stelt de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vast na overleg met de werknemer, waarbij de aanvang van de aaneengesloten vakantie zoveel mogelijk zal bij voorkeur zijn gelegen in een de periode plaatsvinden waarin de vakantie van 1 mei tot en met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten30 september. 17.4. e. De werkgever mag niet bepalen, dat oponthoud tijdens een meerdaagse buitenlandse rit als vakantie zal worden aangemerkt, tenzij met de werknemer op diens verzoek anders is overeengekomen. f. De werkgever heeft de bevoegdheid jaarlijks drie verplichte snipperdagen aan te wijzen. Deze snipperdagen moeten direct voorafgaan aan of volgen op een der in artikel 32 genoemde feestdagen. Indien de werkgever van deze mogelijkheid gebruik maakt dient dat tenminste twee maanden van tevoren schriftelijk bekend gemaakt te worden. 7. Voor elke vakantiedag waarop de werknemer, bij beëindiging van het dienstverband aanspraak heeft en die niet alsnog wordt genoten, wordt het functieloon van één dag uitbetaald. a. De werkgever is verplicht aantekening te houden van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in door de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijnwerknemer opgenomen, respectievelijk aan hem uitbetaalde vakantiedagen/-uren. 17.5. De werknemer die op 1 mei b. Mutaties ten aanzien van het kalenderjaar (resterend) aantal vakantiedagen/-uren dienen op de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellensalarisspeci- ficatie te worden vermeld. 17.6. c. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen verstrekt bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van de dienstbetrekking aan de werknemer een verklaring waaruit het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekendaantal bij de beëindiging uitbetaalde vakantiedagen/-uren blijkt. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. De 1. Het vakantiejaar loopt van 1 mei tot en met 30 april. 2. In het lopende kalenderjaar verwerft de werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie 25/12 dag vakan- tie met behoud van loon of salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft voor iedere maand welke hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar sedert 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel mei van het vakantiejaar daaraan voorafgaande kalenderjaar onafgebro- ken in dienst van de werkgever is (geweest)geweest en waarvoor hij nog geen vakantie of vakantievergoeding heeft genoten. De werkgever is bevoegd hiervan ten hoogste vier snipperdagen aan te wijzen, heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens zodanig dat deze voor het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2gehele bedrijf gelden. Deze dagen zullen zo vroeg mogelijk worden bekendgemaakt. Voor de berekening res- terende dagen, eventueel vermeerderd met de niet door de werkge- ver aangewezen snipperdagen, dienen in de regel bij voorkeur één maand voor het opnemen daarvan door de werknemer te worden aan- gevraagd. 3. Onverminderd het bepaalde in het voorgaande lid genieten de navol- gende werknemers 3 dagen extra vakantie per jaar: a. werknemers, die op grond van hun functie geen vergoeding genieten, zoals bedoeld in artikel 6 en jonger dan 60 jaar zijn; b. handelsvertegenwoordigers jonger dan 60 jaar; c. werknemers met 25 of meer dienstjaren. 4. Onverminderd het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e bepaalde in lid 2 van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaatdit artikel, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van genieten de navolgende maand werknemers 5 dagen extra vakantie per jaar: a. werknemers die vallen onder een CAO-functiegroep en die 60 jaar of ouder zijn; b. werknemers die op grond van hun functie geen vergoeding genie- ten zoals bedoeld in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter artikel 6 met 25 of meer dienstjaren en die jonger dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen60 jaar zijn: c. handelsvertegenwoordigers met 25 of meer dienstjaren en die jonger dan 60 jaar zijn. 17.35. Onverminderd het bepaalde in lid 2 van dit artikel genieten de navol- gende werknemers 7 dagen extra vakantie per jaar: a. werknemers, die op grond van hun functie geen vergoeding genieten, zoals bedoeld in artikel 6 en 60 jaar of ouder zijn; b. handelsvertegenwoordigers, die 60 jaar of ouder zijn. 6. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 de voorgaande leden bedoelde vakantiedagen dienen ten- minste 2 weken aaneengesloten te worden verleend. Het tijdstip opgenomen en wel zoveel mogelijk in de maanden mei tot en met september, met dien ver- stande, dat indien werknemers prijs stellen op vakantie gedurende de wintermaanden, dit niet mag worden geweigerd, tenzij het belang van de aaneengesloten onderneming zich hiertegen verzet. 7. De vakantie zal wordt voor iedere werknemer door de werkgever na overleg met deze werknemer vastgesteld. Indien enigszins mogelijk dienen de vakantierechten binnen 15 maan- den na verwerving genoten te worden. a. de werknemer, die bij voorkeur de aanvang van de voor hem vastgestelde vakantie ten gevolge van ziekte of ongeval arbeidsongeschikt is en uitkering ontvangt ingevolge de Ziektewet/Wet Arbeidsonge- schiktheidsverzekering dan wel een loondoorbetaling ontvangt van de werkgever, behoudt zijn aanspraak op reeds verworven vakantierechten; b. de werknemer, die tijdens zijn vakantie ten gevolge van ziekte of ongeval arbeidsongeschikt wordt, behoudt zijn aanspraak op reeds verworven vakantierechten, ten aanzien van de dagen waarover hij uitkering ontvangt ingevolge de Ziektewet – eventuele wacht- dagen daartoe gerekend –, dan wel de dagen waarover hij een loondoorbetaling ontvangt van de werkgever, mits de werknemer terstond bij de aanvang van de arbeidsongeschiktheid hiervan kennis geeft aan de werkgever; c. de werknemer verwerft vakantierechten gedurende de tijd dat hij ten gevolge van ziekte of ongeval arbeidsongeschikt is en inge- volge de Ziektewet/Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering uit- kering ontvangt, doch ten hoogste over een tijdvak van de laatste 6 maanden voorafgaande aan de gehele of gedeeltelijke werk- hervatting; d. wanneer de werknemer blijvend of tijdelijk per dag minder dan de normale werktijd als bedoeld in een periode plaatsvinden artikel 5 van deze CAO werk- zaam is, worden voor de bepaling van zijn vakantierechten zijn werkdagen als volle dagen beschouwd, waarbij de als vakantie- of snipperdagen op te nemen werkdagen als volle vakantie- of snipperdagen worden aangemerkt. 9. Voor de handelsvertegenwoordigers wordt de hun tijdens de vakan- tie toekomende beloning berekend op grondslag van het inkomen over de laatste 12 maanden – of zoveel korter als de dienstbetrek- king heeft geduurd – onmiddellijk voorafgaande aan de maand, waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden wordt genoten. 10. De werknemer kan Indien de overblijvende vakantiedagen opnemen handelsvertegenwoordiger tijdens de vakantie op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen grond van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van tussen hem en zijn werkgever gesloten overeenkomst aan- spraak verwerft op provisie, blijft de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding lid 9 van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, artikel bedoelde beloning achterwege met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in dat: a. indien het provisiebedrag even groot of groter is dan de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 van dit artikel bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer aanvulling zou hebben bedragen, dit volle provisiebedrag wordt uitgekeerd; b. indien het provisiebedrag kleiner is dan de aanvulling zou heb- ben bedragen, door de werkgever bovendien het verschil worden vervangen door een vergoeding in geldbijbetaald.

Vakantie. 1. Het vakantiejaar loopt van 1 januari t/m 31 december. a. De Iedere werknemer verwerft heeft per vakantiejaar recht op vakantie 25 dagen of diensten vakantie. De navolgende werknemers ontvangen met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk ingang van de maand waarin zij de desbetreffende leeftijd die bereiken de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal de onderstaande tabel aangegeven extra vakantie: werknemers van 16 en 17 jaar: 3 dagen extra vakantie met behoud of diensten werknemers van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar jaar: 1 dag (7,6 uur) of dienst werknemers van 45 t/m 49 jaar jaar: 2 dagen (15,2 uur) of diensten werknemers van 50 t/m 54 jaar jaar: 3 dagen (22,8 uur) of diensten werknemers van 55 t/m 59 jaar jaar: 4 dagen (30,4 uur) of diensten werknemers vanaf 60 jaar en ouder jaar: 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar of diensten Voor bbl-leerlingen geldt hetgeen in dienst van de werkgever bijlage III is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2bepaald. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. b. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste 1e van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat verlaat, geacht op de eerste 1e van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één een maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3a. Als regel zal per jaar 3 weken aaneengesloten vakantie worden vastgesteld. Van Op verzoek van de werknemer kan in lid 1 sub a. genoemde overleg met de werkgever een vakantie zullen als regel van langer dan 3 weken aaneengesloten worden verleendvastgesteld. Het tijdstip van de De aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin wordt door de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen werkgever vastgesteld op het tijdstip dat door hem wordt gewenstde werknemer gewenste tijdstip, tenzij voor zover de eisen van de organisatie het bedrijf zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever hiertegen niet verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen Als een werknemer in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op een kalenderjaar niet minimaal drie weken vakantie heeft opgenomen, dan moeten deze uiterlijk voor 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede april van het volgende kalenderjaarkalenderjaar door de werknemer worden opgenomen. Bij overschrijding Als dat niet gebeurt dan kunnen deze vakantiedagen in overleg met de werknemer door de werkgever worden vastgesteld. b. In afwijking van het bepaalde onder a. kan de werkgever voor alle of een deel van de werknemers in overleg met de ondernemingsraad een collectieve vakantie vaststellen. c. Als een werknemer bij de werkgever nog niet een zodanig aantal vakantiedagen heeft verworven, dat deze tezamen met de eventuele verlofdagen zonder behoud van salaris als bedoeld in lid 7 van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten artikel voldoende zijn voor de wettelijke vervaltermijn in sub b bedoelde aaneengesloten vakantie, kan de werkgever bepalen dat betrokken werknemer: 1. in een andere afdeling van 1 juli de onderneming dan waartoe hij behoort werkzaamheden moet verrichten en/of 2. zoveel snipperdagen reserveert als nodig zijn voor de aaneengesloten vakantie als bedoeld in sub c en/of 3. xxxxxx xxxxxxx vakantiedagen inhaalt en wel tot uiterlijk 31 december van dat jaarhet lopende kalenderjaar, in welk geval de inhaaluren niet worden beloond. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij d. Bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de aaneengesloten vakantie door een werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze 5- ploegendienst wordt het aantal opgenomen dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepenvolgens het geldende rooster afgeboekt. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1 Het vakantiejaar loopt gelijk met het kalenderjaar. 2 De vakantie-aanspraken voor de werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (die de normale arbeidsduur werkt, belopen op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)25 dagen. Voor de werknemer die minder dan de normale arbeidsduur werkzaam is, gelden de vakantie- aanspraken naar evenredigheid van de contractuele arbeidsduur. b. Afhankelijk 3 Van de in lid 2 genoemde vakantie-aanspraken worden 15 dagen aaneengesloten gegeven. De resterende tien vakantiedagen kunnen als individuele snipperdagen worden opgenomen. Een verzoek hiertoe dient ten minste drie weken van tevoren aan de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur)werkgever of diens daartoe aangewezen vertegenwoordiger te worden gedaan. c. a De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar 25 jaar of langer onafgebroken in dienst van de werkgever is, ontvangt twee extra vakantiedagen. De werknemer die 40 jaar of langer onafgebroken in dienst van de werkgever is, ontvangt drie extra vakantiedagen. De tijd gedurende welke de werknemer de dienstplicht heeft vervuld, wordt betrokken in de berekening van het aantal dienstjaren, mits de betrokken werknemer is (teruggekeerd bij dezelfde werkgever na vervulling van de dienstplicht. b Werknemers krijgen bij het bereiken van: - de 55-jarige leeftijd vier dagen extra vakantie; - de 56-jarige leeftijd één dag extra vakantie; - de 57-jarige leeftijd één dag extra vakantie; - de 60-jarige leeftijd één dag extra vakantie. c Als peildatum voor de dagen onder a geldt 1 januari van het betreffende vakantiejaar. De extra dagen onder b worden verworven in het jaar waarin de betreffende leeftijd wordt bereikt. 5 Voor zover een werknemer de hem toekomende vakantie- en snipperdagen door omstandigheden buiten zijn schuld niet kan opnemen, heeft hij het recht dit alsnog te doen binnen een tijdvak van vijf jaar volgend op het tijdstip, waarop de aanspraak op vakantie- en snipperdagen is ontstaan. 6 De werknemer, die op 1 januari minder dan een jaar bij dezelfde werkgever in dienst is geweest), heeft recht op een evenredig deel gedeelte van de in lid 2 van dit lid artikel genoemde vakantie, vakantiedagen met inachtneming behoud van lid 2inkomen. d. 7 De werknemer verwerft geen vakantierechten over werkgever is, wanneer hij de tijd gedurende welke hij wegens werkzaamheden in het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op bedrijf in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van verband met de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur tijdelijk stilzet, niet verplicht aan een werknemer, die op grond van de duur van zijn dienstverband geen recht heeft op een volle vakantie, het loon door te betalen over de dagen, waarop deze in een periode plaatsvinden waarin verband met de vakantie duur van zijn dienstverband geen aanspraak kan maken. Zoveel mogelijk zullen echter deze dagen worden gecompenseerd met echtgenote/partner de snipperdagen, waarop de betrokkene aanspraak heeft of in de toekomst krijgt. 8 Onder de snipperdagen zijn begrepen alle bijzondere vrije dagen met uitzondering van de in de artikelen 15 en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer 19 genoemde algemeen erkende christelijke feestdagen en bijzondere verzuimdagen. 9 In geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij werknemer maximaal over de eisen laatste zes maanden van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5arbeidsongeschiktheid vakantierechten verwerven. De werknemer die op 1 mei hierdoor in de periode van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan begin der arbeidsongeschiktheid tot het einde van het dienstverband. Teveel genoten lopende vakantiejaar geen 15 vakantiedagen worden met het salaris verrekendin dat jaar opbouwt, zal van de werkgever extra vakantiedagen ontvangen teneinde een doorbetaalde aaneengesloten vakantieperiode van drie weken mogelijk te maken. 17.1010 Bij beëindiging van de arbeidsverhouding heeft de werknemer aanspraak op uitbetaling van de vakantiedagen over het lopende vakantiejaar, voor zover nog niet genoten in de vorm van vakantie- en snipperdagen, zulks onverminderd zijn nog eventuele resterende vakantiedagen op grond van dienstverband gedurende het voorafgaande vakantiejaar. Rechten De opzegtermijn mag niet als vakantie gelden. Na één jaar WIA of bij tussentijdse plaatsing op medisch advies in een ander bedrijf zullen de vakantierechten aan de werknemer worden uitbetaald. 11 Indien de werknemer tijdens de aaneengesloten vakantie arbeidsongeschikt wordt zodat hij van zijn aaneengesloten vakantie gedeeltelijk geen gebruik heeft kunnen maken, zal hij het genieten resterende gedeelte van vakantiedagen zijn aaneengesloten vakantie op een ander tijdstip kunnen behoudens opnemen, mits de werknemer zich arbeidsongeschikt heeft gemeld bij de werkgever. Buitenlandse werknemers kunnen in overleg met de werkgever twee weken onbetaald verlof, aansluitend aan de opgenomen vakantieperiode, opnemen, mits echtgenoot en kinderen van de werknemer woonachtig zijn in het betreffende land. Werkgever en werknemer mogen niet schriftelijk afwijken van de bepalingen rond de opbouw van vakantie zoals bepaald in art. 7:635 lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld6 BW.

Vakantie. a. De werknemer verwerft per 1 Het vakantiejaar recht op vakantie loopt van 1 mei tot en met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)30 april. b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De Iedere werknemer die op 1 mei van enig jaar gedurende tenminste twaalf maanden bij dezelfde werkgever in dienst is geweest, heeft in dat jaar recht op een vakantie van 172,8 uren met behoud van salaris. Hiervan moet jaarlijks tenminste 108 uren worden opgenomen waarvan tenminste 72 uur aaneengesloten in de periode mei tot en met september. De vakantieperiode wordt in onderling overleg vastgesteld. Vakantieuren dienen in principe te worden opgenomen in het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellenwaarin zij zijn opgebouwd. 17.63 De werkgever informeert de werknemer per 1 november van ieder kalenderjaar of het aantal van 108 vakantieuren in het betreffende kalenderjaar is opgenomen dan wel ingepland door de werknemer. De Indien dit niet het geval is wordt de werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede tot 1 december van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst betreffende kalenderjaar in de gelegenheid gesteld worden om hierin te voorzien. Indien de hem werknemer dit nalaat kan de werkgever na 1 december van het kalenderjaar het aantal vakantieuren tot en met het in lid 2 bedoelde aantal van 108 vakantieuren inplannen. Dit dient in overleg met de werknemer gebeuren. 4 Aan het begin van ieder jaar wordt in onderling overleg tussen werkgever en werknemers of hun vertegenwoordigers vastgesteld, welke van de vakantieuren een vaste bestemming zullen krijgen 5 Iedere werknemer, die op de eerste werkdag van het lopende vakantiejaar nog toekomende geen 12 maanden in dienst is van de werkgever, heeft in dat vakantiejaar recht op 1/12 deel van de in lid 2 en 7 van dit artikel genoemde vakantie op te nemenvoor iedere volle kalendermaand, welke sedert de aanvang van de dienstbetrekking is verstreken, met dien verstande dat deze een dienstverband van 15 dagen niet eenzijdig of langer wordt gerekend voor een volle kalendermaand. Bij de berekening van het aantal dagen zal minder dan een halve dag worden verwaarloosd, terwijl bij meer dan een halve dag een volle dag zal gelden. 6 Werknemers, die op 1 mei van enig jaar, onafgebroken in dienst van dezelfde werkgever zijn geweest hebben recht op een extra vakantie van: - 7,2 uren bij 5 jaren dienstverband; - 14,4 uren bij 10 jaren dienstverband of op 50-jarige leeftijd bij 5 jaren dienstverband; - 21,6 uren bij 15 jaren dienstverband of op 55-jarige leeftijd bij 5 jaren dienstverband; - 28,8 uren bij 20 jaren dienstverband of op 60-jarige leeftijd; - 36 uren bij 25 jaren dienstverband of op 60-jarige leeftijd bij 10 jaren dienstverband. Deze vakantie dient te worden opgenomen - in onderling overleg tussen werkgever en werknemer te regelen - in de opzeggingstermijn mogen worden begrepenmaanden januari t/m mei, tenzij anders wordt overeengekomen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan 7 Bij een werknemer die vanwege leerplicht één of meer dagen per week geen werkzaamheden kan verrichten, wordt het einde aantal vakantieuren vastgesteld naar evenredigheid, op basis van het dienstverbandaantal uren per week waarop de werknemer wel werkzaamheden verricht voor de werkgever. Teveel genoten vakantiedagen Gedurende de periode dat het opleidingsinstituut dat de werknemer bezoekt wegens vakantie e.d. gesloten is, kan de werknemer niet verplicht worden met het salaris verrekendom gedurende de hierdoor ontstane vrije tijd werkzaamheden te verrichten bij zijn werkgever. 17.108 De werknemer, die bij de aanvang van een door hem vastgestelde aaneengesloten vakantie arbeidsongeschikt is, behoudt zijn aanspraak op reeds verworven vakantierecht. Rechten op De werknemer, die tijdens zijn vakantie arbeidsongeschikt wordt, behoudt zijn aanspraak over de dagen, waarover hij uitkering ontvangt krachtens de ziektewet - eventuele wachtdagen daartoe gerekend - mits hij terstond bij de aanvang van de arbeidsongeschiktheid kennis geeft aan de werkgever. De werknemer verwerft vakantierechten gedurende de tijd dat hij arbeidsongeschikt is, doch ten hoogste over de laatste 6 maanden van zijn arbeidsongeschiktheid. 9 Een werknemer, die de dienst van een werkgever verlaat, heeft voorzover hij nog geen vakantie genoten heeft, voor elke maand dat het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens dienstverband in het lopende jaar heeft geduurd, recht op 1/12 deel van de in lid 9 2 en lid 7 genoemde vakantie, voorzover deze bepalingen op hem van toepassing zijn. Voor het geval nog vakantie over het vorige vakantiejaar moet worden genomen, dan dient deze alsnog te worden gerealiseerd. Tenzij de werknemer anders verzoekt zal deze vakantie in geld worden uitbetaald. Bij betaling is de werkgever verplicht aan de werknemer een verklaring uit te reiken, waaruit blijkt xxxxxxx vakantieuren in geld zijn uitbetaald. De werknemer heeft dan bij de volgende werkgever recht op een overeenkomstig aantal uren verlof zonder behoud xxx xxxxxxx, boven de hem alsdan toekomende vakantie. De verklaring dient door de werknemer bij indiensttreding te worden getoond. 10 Wanneer de werknemer blijvend of tijdelijk per werkdag wegens arbeidsongeschiktheid op therapeutische basis minder dan zijn normale arbeidstijd werkzaam is, worden voor de opbouw van zijn vakantierechten deze werkdagen als volle dagen beschouwd, terwijl voor het opnemen van vakantie- of snipperuren op deze werkdagen de volledige normale arbeidstijd van die werkdag als vakantie- of snipperuren worden aangemerkt. 11 De aanspraak op een vakantieuur vervalt na verloop van vijf jaren na het ontstaan van deze aanspraak. In afwijking van het hiervoor bepaalde, behouden werknemers die langer dan één jaar volledig arbeidsongeschikt zijn geweest, hun aanspraak op niet opgenomen vakantieuren, verworven gedurende het jaar voorafgaande aan bedoelde geval en periode van arbeidsongeschiktheid, alsmede op niet opgenomen vakantieuren verworven gedurende de laatste twaalf maanden van de arbeidsongeschiktheid. 12 Het aantal bovenwettelijke vakantieuren per kalenderjaar mag de werknemer inbrengen in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen een levensloopregeling of laten uitbetalen door de werkgever. Voor een vergoeding in geldvoltijdwerker zijn dit 28,8 uren.

Vakantie. a. 1. De werkgever heeft een vakantieregeling waarmee de medezeggenschap heeft ingestemd. 2. De full time werknemer verwerft heeft per vakantiejaar kalenderjaar recht op vakantie 182,4 vakantie-uren (24 vakantiedagen), met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)salaris, waarvan 152 uur wettelijke vakantie. b. Afhankelijk 3. Op grond van de zijn leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens kalenderjaar ontvangt de hierna werknemer de volgende tabelbovenwettelijke vakantiedagen: 40 24 t/m 44 20 jaar voor de Aow-gerechtigde leeftijd 7,6 uur 1 dag (7,6 uur) 45 19 t/m 49 15 jaar voor de Aow-gerechtigde leeftijd 15,2 uur 2 dagen (15,2 uur) 50 14 t/m 54 10 jaar voor de Aow-gerechtigde leeftijd 22,8 uur 3 dagen (22,8 uur) 55 9 t/m 59 5 jaar voor de Aow-gerechtigde leeftijd 30,4 uur 4 dagen (30,4 uur) 60 5 jaar en ouder of minder voor de Aow-gerechtigde leeftijd 38 uur 5 dagen (38 uur)dagen c. De 4. Wanneer de werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar kalenderjaar in dienst van de werkgever is (geweest)) of in het kalenderjaar of een deel daarvan in deeltijd heeft gewerkt, dan heeft hij naar evenredigheid recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. 2 en 3 genoemde vakantie zullen vakantie. 5. Als vakantie-uren worden opgenomen op een dag waarop volgens het individuele arbeidspatroon een bepaald aantal uren zou worden gewerkt, dan wordt deze uren geregistreerd als regel 3 weken aaneengesloten worden verleendvakantie. 6. Het tijdstip De werkgever stelt de werknemer in staat twee dagen per jaar op te nemen om een godsdienstige niet-christelijke feestdag te vieren, waarbij de werkgever zich niet kan beroepen op zwaarwichtige redenen. 7. De werkgever stelt het begin en einde van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin vast conform de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan wensen van de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenstwerknemer, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzettengewichtige redenen heeft om dit niet te doen. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.68. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede kwartaal van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt Als de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.het

Vakantie. a. 1. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie heeft jaarlijks, met behoud van salaris salaris, recht op: a. Per kalenderjaar bedraagt de vakantie 182,4 uren ( 24 werkdagen bij een ful ltime dienstverband van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur38 uur per week, pro rato bij parttime).; b. Afhankelijk bij het bereiken van de leeftijd van 30 jaar 7,6 uren ( 1 werkdag) ; bij het bereiken van de leeftijd van 40 jaar 15,2 uren ( 2 werkdagen); bij het bereiken van de leeftijd van 45 jaar 22,8 uren (3 werkdagen); bij het bereiken van de leeftijd van 50 jaar 30,4 uren (4 werkdagen) ; bij het bereiken van de leeftijd van 55 jaar 38 uren (5 werkdagen); bij het bereiken van de leeftijd van 60 jaar 45,6 uren (6 werkdagen). De leeftijd genoemd in bovenstaande tabel is de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar betrokken kalenderjaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur). c. De 2. Een werknemer die slechts een deel in de loop van het vakantiejaar kalenderjaar in dienst van de werkgever is (geweest), getreden heeft voor dat jaar recht op een evenredig deel van de in dit lid het hierboven genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2aantal vakantiedagen. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.23. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer Een werknemer, die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei loop van het kalenderjaar de leeftijd van 18 uit dienst treedt, heeft voor dat jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede recht op een evenredig deel van het volgende kalenderjaarvoor hem geldende aantal vakantiedagen, waarbij een tegoed van minder dan een halve dag wordt afgerond op een halve dag en van meer dan een halve dag op een hele dag. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer Een eventueel tegoed aan dagen bij de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde beëindiging van het dienstverbanddienstverband kan in geld worden uitbetaald. Teveel Eventueel teveel genoten vakantiedagen worden vakantie wordt met het salaris verrekend. 17.104. Rechten De in enig kalenderjaar niet opgenomen vakantiedagen dienen in het volgende kalenderjaar binnen zes maanden te worden opgenomen. 5. Het vakantietijdvak, vakantiedagen en eventuele tijd-voor- tijduren dienen door de werknemer tijdig in overleg met en onder goedkeuring van de werkgever te worden bepaald. De werknemer heeft recht, voor zover de aanspraak daartoe toereikend is, op twee weken aaneengesloten vakantie. 6. Voorzover een werknemer zijn vastgestelde vakantie wegens arbeidsongeschiktheid niet kan opnemen, behoudt hij zijn vakantie-aanspraken. In dat geval wordt de vakantie na herstel van de werknemer in overleg tussen hem en de werkgever (opnieuw) vastgesteld. Indien de arbeidsongeschiktheid optreedt tijdens de reeds ingegane vakantie, wordt het genieten niet -genoten deel van de vakantie van de werknemer eveneens opgeschort, onder de voorwaarde, dat de arbeidsongeschiktheid zo spoedig mogelijk bij de werkgever wordt gemeld en dat ten bewijze van de arbeidsongeschiktheid een verklaring van een geneeskundige wordt ov erlegd. 7. Bij langdurige arbeidsongeschiktheid vindt de opbouw van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval plaats uitsluitend over de laatste 6 maanden van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geldde arbeidsongeschiktheid.

Vakantie. a. 1. De normale vakantie bedraagt 25 dagen per jaar. Deze vakantie wordt als volgt opgebouwd: de werknemer verwerft per vakantiejaar heeft recht op 2 en 1⁄12e (twee eentwaalfde) werkdagen vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereiktvoor elke maand, heeft welke hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar of zij sinds 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel mei van het vakantiejaar voorafgaande jaar onafgebroken in dienst van de werkgever is (geweest)geweest en waarvoor hij of zij nog geen vakantievergoeding heeft genoten. 2. Aan de hieronder vermelde categorieën werknemers wordt boven de vakantie als gevolg van het in de vorige leden bepaalde, heeft recht op een evenredig deel van extra vakantie toegekend en wel het daarbij vermelde aantal werkdagen per jaar: a. werknemers die zijn ingedeeld in de in artikel 26 genoemde functiegroepen V en VI en handelsvertegenwoordigers: 3 werkdagen; b. werknemers van 50 jaar of ouder, doch niet ouder dan 54 jaar: 1 werkdag; c. werknemers van 55 jaar of ouder, doch niet ouder dan 59 jaar: 3 werkdagen (dit lid is inclusief de dagen van sub b); d. werknemers van 60 jaar of ouder: 5 werkdagen (dit is inclusief de dagen van sub b en c); De in onderdelen b, c of d genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2werkdagen worden bij het in onderdeel a genoemde aantal opgeteld indien de in onderdeel a genoemde werknemers 50 jaar of ouder zijn. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.33. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 de voorgaande leden bedoelde vakantiedagen dienen tenminste drie weken aaneengesloten te kunnen worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner opgenomen en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzettenwel zoveel mogelijk tussen 30 april en 1 oktober. 17.44. De werkgever mag van Een werknemer heeft na een bevallings- of kraamverlof de vakantiedagen er 4 aanwijzen mogelijkheid om aansluitend in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende ieder geval drie weken vakantie op te nemen, mits dit uiterlijk drie maanden voor aanvang van het bevallings- of kraamverlof bij de werkgever wordt aangemeld en er geen sprake is van zwaarwegende bedrijfseconomische bezwaren. De in de vorige zin genoemde vakantie laat onverlet het wettelijk recht van de werknemer op ouderschapsverlof. 5. Voor handelsvertegenwoordigers wordt de hun tijdens de vakantie toekomende beloning berekend op grondslag van het inkomen over de laatste 12 maan- den – of zoveel korter als de dienstbetrekking heeft geduurd – onmiddellijk voorafgaande aan de maand, waarin de vakantie wordt genoten. 6. Verwerft de handelsvertegenwoordiger tijdens de vakantie, op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst, aanspraak op een provisiebedrag dat kleiner is dan de in het voorgaande lid bedoelde beloning dan wordt deze beloning met dien verstande dat het provisiebedrag verminderd. Is echter het provisiebedrag even groot of groter dan de in het vorige lid bedoelde beloning dan blijft deze beloning achterwege en wordt alleen het volle provisiebedrag uitgekeerd. a. De werkgever, die voor inwerkingtreding van deze CAO al in de periode juli en augustus een jaarlijkse periode kende waarop de gehele onder- neming of een gedeelte daarvan was gesloten, kan met instemming van de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of de betrokken medewerkers in de periode juli en augustus maximaal 21 achtereen- volgende kalenderdagen aanwijzen als vrije dagen, waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan zal zijn gesloten. De aanwijzing van deze dagen niet eenzijdig zal tijdig en in ieder geval vóór 1 januari van het jaar waarin deze vrije dag(en) zal (zullen) vallen, aan de werknemers worden bekendgemaakt. De werkgever die van deze sluiting gebruik wil maken, is verplicht dit te melden aan de Vaste Commissie zoals bedoeld in artikel 55 CAO. b. De werkgever kan met instemming van de ondernemingsraad, de perso- neelsvertegenwoordiging of de betrokken medewerkers in de opzeggingstermijn mogen periode juli en augustus maximaal 21 achtereenvolgende kalenderdagen aanwijzen als vrije dagen, waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan zal zijn gesloten. De aanwijzing van deze dagen zal tijdig en in ieder geval vóór 1 januari van het jaar waarin deze vrije dag(en) zal (zullen) vallen, aan de werknemers worden begrepenbekendgemaakt. De werkgever die van deze sluiting gebruik wil maken, is verplicht de Vaste Commissie zoals bedoeld in artikel 55 CAO om voorafgaande goedkeuring te vragen. 17.9. Niet opgenomen/genoten a. De verjaringstermijn voor de wettelijke vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde bedraagt vijf jaar na de laatste dag van het dienstverbandkalenderjaar waarin de aanspraak is verworven. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekendHiermee wordt afgeweken van de wettelijke verjaringstermijn zoals genoemd in artikel 7:640a BW. 17.10. Rechten op het genieten b. De verjaringstermijn van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van de bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geldbedraagt vijf jaar.

Vakantie. a. 1 De werknemer verwerft medewerker heeft per vakantiejaar kalenderjaar recht op vakantie vakantie-uren met behoud van salaris salaris. Het aantal uren is gelijk aan 11% van 24 dagen de overeengekomen gemiddelde individuele arbeidsduur per week (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)inclusief eventuele meer- of minder uren Achmea Select) maal 52. b. Afhankelijk van de leeftijd 2 De medewerker die de werknemer gedurende het kalenderjaar in het desbetreffende vakantiejaar bereiktdienst treedt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 in dat jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar volgens lid 1. 3 De medewerker heeft het eerste kwartaal en tweede recht ten minste drie kalenderweken aaneengesloten vakantie op te nemen per kalenderjaar. 4 De leidinggevende stelt overeenkomstig de voorkeur van de medewerker de aaneengesloten vakantieperiode vast nadat de vakantieplanning met alle medewerkers van de afdeling is afgestemd. Indien de leidinggevende niet binnen twee weken nadat de medewerker zijn voorkeur schriftelijk kenbaar heeft gemaakt, schriftelijk aan de medewerker gewichtige redenen heeft aangevoerd om van het volgende kalenderjaarverzoek af te wijken, is de aaneengesloten vakantieperiode vastgesteld overeenkomstig de voorkeur van de medewerker. 5 De medewerker heeft het recht maximaal de bovenwettelijke vakantie-uren als bron in te brengen in Achmea Select. Daarnaast heeft de medewerker het recht via Achmea Select extra vakantie-uren te kopen. Het bepaalde in hoofdstuk 12 is hierbij van toepassing. 6 De opname van vakantie-uren geschiedt in beginsel gedurende het jaar van verwerving daarvan. 7 Bij overschrijding het beëindigen van dit maximum, spreken werkgever en werknemer de arbeidsovereenkomst vindt een regeling af teneinde werknemer verrekening plaats van de te veel of niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaaruren. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij 8 De medewerker met een andere dan een christelijke geloofsovertuiging heeft het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende recht vakantie op te nemennemen op niet-christelijke feestdagen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in mits de opzeggingstermijn mogen worden begrepenmede- werker dit een maand vóór de desbetreffende feestdag bij zijn leidinggevende aanvraagt. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1. De werknemer verwerft heeft recht op: a. 152 wettelijke vakantie-uren en 48 bovenwettelijke vakantie-uren per vakantiejaar recht op vakantie met behoud jaar, indien hij de leeftijd van salaris 60 jaar nog niet heeft bereikt; b. 144 wettelijke vakantie-uren en 72 bovenwettelijke vakantie-uren peer jaar, indien hij de leeftijd van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)60 jaar heeft bereikt. b. Afhankelijk 2. De werkgever is verplicht tijdig overleg te plegen met de personeelsvertegenwoordiging over het vakantieschema en de eventuele algemene snipperdagen met in achtneming van het bepaalde in artikel 27 van de leeftijd die Wet op de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud Ondernemingsraden voor zover van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2toepassing. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.23. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen de vakantie wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige de maand in dienst treedt c.q. dan wel de dienst verlaat, geacht op de eerste dag van die maand in dienst te zijn getreden c.q. dan wel de dienst te hebben verlaten en wordt verlaten. Wanneer een werknemer die na de 15e van enige een maand in dienst treedt c.q. dan wel de dienst verlaat verlaat, wordt hij geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. dan wel de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één een maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel evenredig recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.44. De werkgever mag is verplicht ten behoeve van iedere werknemer een vakantieregistratie bij te houden, waaruit het tegoed aan wettelijk en bovenwettelijk vakantierecht blijkt, waarop de vakantiedagen er 4 aanwijzen in werknemer gedurende het vakantiejaar aanspraak heeft. Hierin dient te worden aangetekend de jaren vakantie-uren, die door de werknemer zijn genoten, met dien verstande, dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar die het eerste kwartaal en tweede van vervallen of verjaren het volgende kalenderjaareerst moeten worden opgenomen. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn Het vakantiejaar loopt van 1 juli januari tot en met 31 december van dat jaar. 17.75. Gedurende Over de ziekteperiode bouwt vakantie-uren wordt aan de werknemer volledig vakantiedagen ophet salaris doorbetaald. 6. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werkenVan de vakantie dient een tijdvak van ten minste twee weken dan wel indien de werknemer xxxxx verzoekt, zullen bij drie weken aaneengesloten te worden genoten tussen 15 mei en 15 september, resp. - indien het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verrichtbedrijfsbelang zulks vereist, in mindering gebracht worden overleg met de personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 27 van de Wet op de vakantieaansprakenOndernemingsraden, voor zover van toepassing - tussen 30 april en 1 oktober. De tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie stelt de werkgever vast in overleg met de werknemer, waarbij de werknemer tijdig, voor 1 december van enig jaar, duur en tijdstip van de door hem gewenste aaneengesloten vakantie dient op te geven en de werkgever hem voor 1 januari daaraanvolgend dient mede te delen in hoeverre aan zijn wensen met betrekking tot de aaneengesloten vakantie kan worden voldaan. De werkgever is bevoegd ten hoogste drie dagen aan te wijzen als algemene snipperdagen. 17.87. De bij de beëindiging van de dienstbetrekking nog aan de werknemer toekomende vakantie-uren mogen - tenzij anders tussen werkgever en werknemer wordt overeengekomen - niet in de opzegtermijn worden gegeven. 8. Vakantie-uren dienen in beginsel opgenomen te worden in het vakantiejaar waarin zij zijn opgebouwd. De werkgever zal uiterlijk op 1 juli van het nieuwe vakantiejaar een overzicht verstrekken van de nog niet genoten vakantie-uren, opgebouwd in het voorafgaande vakantiejaar. Bij het eindigen niet-opneming van deze vakantie-uren op 1 juli van dat jaar is de arbeidsovereenkomst zal werkgever gerechtigd data vast te stellen, waarop de werknemer desgewenst deze uren zal genieten. Indien op 1 oktober van dat jaar blijkt dat niet alle uren zijn opgenomen, vervallen de wettelijke vakantie-uren, tenzij de medewerker redelijkerwijs niet in staat is geweest de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie vakantie-uren op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.99. Niet Ten aanzien van de vakantie van werknemers uit niet-EU-landen dient de werkgever met inachtneming van de Wet op de Ondernemingsraden voor zover van toepassing, een voor zijn onderneming geldende regeling te treffen, waarin mede een regeling voor twee vrije dagen voor Islamitische werknemers ter vervulling van hun godsdienstplichten kan worden opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1. De werkgever is verplicht om de werknemer ieder jaar in de gele- genheid te stellen om vakantie op te nemen waarop de werknemer op grond van lid 2 van dit artikel recht heeft. De werkgever stelt de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vast overeenkom- stig de wensen van de werknemer, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Indien de werkgever niet binnen 2 weken nadat de werknemer zijn wensen schriftelijk heeft kenbaar gemaakt, schrif- telijk aan de werknemer gewichtige redenen heeft aangevoerd, is de vakantie vastgesteld overeenkomstig de wensen van de werknemer. Voor de werkgever is het echter ongeacht het bovenstaande toege- staan nadere regelen te stellen voor het opnemen van de vakantie; met name kunnen hierbij regelen worden gesteld ter voorkoming van het bijeentellen van vakantiedagen, verkregen in opeenvolgende vakantiejaren, alsmede ten aanzien van het doen samenvallen van de aaneengesloten vakantie met eventueel verplichte sluitingsperioden. Indien geen vakantiejaar door de werkgever is vastgesteld loopt het vakantiejaar van 1 juli t/m 30 juni. 2. De werknemer verwerft per vakantiejaar heeft bij een normale arbeidsduur recht op 24 werk- dagen of 192 uur vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van loon per vakantiejaar. Voor de leeftijd werknemer, die minder dan de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die normale arbeidsduur of slechts een deel van het een vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest)is, heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2gelden deze rechten naar evenredigheid. d. 3. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur zoveel mogelijk in een periode plaatsvinden waarin de vakantie maanden mei 22 tot en met echtgenote/partner en huisgenoten kan september worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen heeft hierbij in een vakantiejaar recht op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen een aaneengesloten vakantie van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzettentenminste 3 weken. 17.44. De Een werkgever mag van de kan vakantiedagen er 4 aanwijzen toekennen als voorschot op nog in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5het lopende vakantiejaar te verwerven vakantierechten. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding Verreke- ning van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald voorschot dient aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiejaar te geschieden of bij eerder vertrek. a. Voor aanspraak op extra vakantiedagen op grond van diensttijd of leeftijd van de werknemer is zijn situatie bij de aanvang van het vakantiejaar bepalend. b. De diensttijdvakantie bedraagt bij: 25 tot 40 dienstjaren: 3 extra vakantiedagen per vakantiejaar; 40 of meer dienstjaren: 5 extra vakantiedagen per vakantiejaar. c. De leeftijdsvakantie bedraagt bij een leeftijd van: 50 tot 55 jaar: 1 extra vakantiedag per vakantiejaar; 55 tot 60 jaar: 2 extra vakantiedagen per vakantiejaar; 60 jaar of meer: 4 extra vakantiedagen per vakantiejaar. d. De in b en c genoemde vakantiedagen worden niet bij elkaar opgeteld, het hoogste aantal geldt. 6. Een dag, waarop de werknemer arbeidsongeschikt is, geldt niet als vakantiedag wanneer de werkgever het loon doorbetaald zou hebben indien een werknemer geen vakantiedag zou hebben opgenomen. 7. Bij volledige arbeidsongeschiktheid die langer duurt dan zes maan- den ontstaat er alleen recht op vakantiedagen gedurende de laatste zes maanden van arbeidsongeschiktheid. Bij arbeidsongeschiktheid die haar oorzaak vindt in zwangerschap of bevalling, geldt het voor- gaande in dit lid niet. 8. Vervanging van vakantiedagen door uitbetaling van een geldbedrag is slechts geoorloofd bij of in verband met het salaris verrekendeinde van de dienst- verband. Uitbetaling in geld is echter in dit laatste geval verplicht, indien de werknemer dit wenst. De werkgever is verplicht de werk- nemer de resterende aanspraak op vakantie in dagen of uren te ver- lenen, tenzij gewichtige redenen zich hiertegen verzetten. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. Vakantiejaar 15.1 Het vakantiejaar loopt van 1 mei tot en met 30 april, tenzij een ander vakantiejaar geldt. a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie 23 vakantiedagen met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur).salaris. Voor partieel leerplichtigen geldt hetgeen bepaald is in Bijlage IV. Voor werknemers in b. Afhankelijk Een vakantiedag is gelijk aan 7,2 uur bij een volledig dienstverband, mits de arbeidstijd gelijk is verdeeld over vijf dagen per week. In andere situaties bedraagt de waarde van de leeftijd een vakantiedag het aantal uren dat die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris dag zonder deze vakantieopname volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur)rooster zou zijn gewerkt. c. De werknemer die slechts een deel bij de aanvang van het vakantiejaar in dienst de leeftijd van de werkgever is (geweest)18 jaar nog niet heeft bereikt, heeft per vakantiejaar recht op een evenredig deel 1 extra vakantiedag met behoud van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2salaris. d. De werknemer, die de 50-, 55-, respectievelijk de 60-jarige leeftijd heeft bereikt, verwerft per vakantiejaar recht op 1, 2, respectievelijk 3 extra vakantiedagen met behoud van salaris. e. De werknemer ingedeeld in één van de functieniveaugroepen VI tot en met IX verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens per vakantiejaar recht op 4 extra vakantiedagen met behoud van salaris ter compensatie van het niet verrichten ontvangen van zijn werkzaamheden overwerkvergoeding, met dien verstande dat een werknemer ingedeeld in functieniveaugroep VI, dan wel ingedeeld in de groep VII of VIII voorzover in deze laatstgenoemde groepen, berekend op fulltime-basis, nog geen hoger salaris is bereikt dan het maximum van groep VI, bij aanvang van het vakantiejaar de keuze heeft in aanmerking te komen voor overwerkvergoeding, zoals bedoeld in artikel 12, in welk geval geen aanspraak bestaat op in geld vastgesteld salaris heeft.de genoemde vier extra vakantiedagen. Toelichting 17.2. 15.3 Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor vóór of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de uit dienst verlaattreedt, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de uit dienst te hebben verlaten en zijn getreden wordt een de werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de uit dienst verlaat treedt, geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden getreden, c.q. de uit dienst te hebben verlatenzijn getreden. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband de arbeidsovereenkomst korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. 15.4 De werknemer kan dient bij de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen aanvang van de arbeidsovereenkomst zal de werkgever mede te delen hoeveel recht op vakantie hij bij zijn vorige werkgever(s) verworven doch niet genoten heeft, opdat de werkgever weet op hoeveel verlofdagen zonder behoud van salaris de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepenaanspraak kan maken. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1. Het vakantiejaar loopt gelijk op met het seizoen, namelijk van 1 september van ieder kalenderjaar tot en met 31 augustus in het volgende jaar. 2. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht over ieder jaar waarin hij werkzaam is, aanspraak op doorbetaalde vakantie met behoud van salaris 180 uur bij een voltijds dienstverband. Dat is 25 dagen van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 gemiddeld 7,2 uur). b. Afhankelijk . De werknemer die vanaf het bereiken van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, van 25 jaar een totaal arbeidsverleden heeft hij van tenminste 20 jaar heeft daarnaast recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabelmeer vakantiedagen, te weten: 40 20 t/m 44 jaar 24 dienstjaren: 1 dag (7,6 uur) 45 dag; 25 t/m 49 jaar 29 dienstjaren: 2 dagen (15,2 uur) 50 dagen; 30 t/m 54 jaar 34 dienstjaren: 3 dagen; 35 dienstjaren en meer: 4 dagen. Het recht op deze dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur)ontstaat in het vakantiejaar, waarin de werknemer het betreffende aantal dienstjaren bereikt. c. 3. De werknemer verwerft over het saldo van gewerkte meeruren per seizoen een vakantieaanspraak van 0,096 uur per gewerkt meeruur. 4. De werknemer verwerft (conform artikel 635 BW) vakantieaanspraken over het tijdvak, gedurende hetwelk hij geen recht op in geld vastgesteld loon heeft omdat: • Hij, anders dan voor oefening en opleiding, als dienstplichtige is opgeroepen ter vervulling van zijn militaire dienst of vervangende dienst; • Hij vakantie geniet op grond van aanspraken bij de oude werkgever; • Hij met toestemming van de werkgever, deelneemt aan een bijeenkomst die slechts wordt georganiseerd door een deel vakvereniging waarvan hij lid is; • Hij anders dan ten gevolge van arbeidsongeschiktheid, tegen zijn wil niet in staat is om de overeengekomen arbeid te verrichten; • Hij politiek verlof geniet. 5. De vrouwelijke werknemer verwerft vakantieaanspraken over het tijdvak waarop zij recht heeft op ziekengeld in verband met haar bevalling. 6. Bij ziekte verwerft de werknemer vakantieaanspraken over het tijdvak van de laatste 6 maanden waarin de werknemer arbeidsongeschikt is wegens ziekte, ongeacht of hij aanspraak heeft op loon. Voor het bepalen van die periode van 6 maanden mogen tijdvakken van niet werken wegens arbeidsongeschiktheid worden samengeteld als die tijdvakken elkaar met onderbrekingen van minder dan een maand opvolgen. 7. De werknemer verwerft bij arbeidsongeschiktheid geen aanspraken op vakantierechten als: • de arbeidsongeschiktheid is ontstaan door de opzet van de werknemer; • gedurende de tijd dat de werknemer door zijn toedoen zijn genezing belemmert, dan wel vertraagt; • gedurende de tijd dat de werknemer daartoe in staat is, zonder deugdelijke grond passende arbeid voor de werkgever of voor een door de werkgever met toestemming van het vakantiejaar in dienst van LISV aangewezen derde, waartoe de werkgever is (geweest)hem in de gelegenheid stelt, heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2niet verricht. d. 8. De werknemer verwerft geen vakantierechten aanspraak op vakantie over de tijd gedurende welke tijd, waarover hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden de bedongen arbeid geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. 2. De werknemer verwerft met een voltijds dienstverband heeft per vakantiejaar jaar recht op vakantie 25 vakantiedagen of een equivalent daarvan op basis van dit dienstverband. De werknemer met een deeltijd dienstverband heeft recht op een aantal vakantiedagen of een evenredigheid daarvan naar rato van de omvang van zijn dienstverband en over het gemiddelde aantal gewerkte meeruren. 3. De werknemer die bij aanvang van het vakantiejaar de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, heeft in dat desbetreffende jaar recht op 28 vakantiedagen. 4. De werknemer in de leeftijd van 57 t/m 64 jaar heeft recht op extra vakantie-uren en wel naar de volgende maatstaf: 5. De werknemer met een langdurig dienstverband bij een werkgever heeft, te rekenen vanaf 22-jarige leeftijd, met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op extra vakantie-uren naar de volgende maatstaf: 6. Vakantie-aanspraken van een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer werknemer, die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de een werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel ) worden naar evenredigheid toegekend. 7. De werkgever stelt de tijdvakken van de in dit lid genoemde vakantievakantie tijdig en na overleg met de werknemer zodanig vast, met inachtneming dat het bedrijfsbelang niet wordt geschaad en dat redelijkerwijze wordt tegemoetgekomen aan de wensen van lid 2de werknemer. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten8. De werknemer van wie de vakantie-aanspraken daartoe toereikend zijn, kan de overblijvende vakantiedagen een vakantie opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5drie weken. De werknemer die op 1 mei kan, in overleg met de werkgever, eenmaal per twee jaar een aaneengesloten vakantie opnemen van ten hoogste zeven weken, mits de vakantie-aanspraken daartoe toereikend zijn, en de werknemer ten minste twaalf maanden voor het kalenderjaar tijdstip van ingang van de leeftijd van 18 jaar nog niet gewenste vakantie het verzoek hiertoe schriftelijk bij de werkgever heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft ingediend. 9. Bij arbeidsongeschiktheid worden slechts vakantierechten opgebouwd over de tijd welke hij besteedt aan het volgen laatste zes maanden van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk arbeidsongeschiktheid. De duur der onderbrekingen wordt tezamen geteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan 31 dagen opvolgen. 10. Bij beëindiging van de dienstbetrekking zal de werknemer in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. De dienstbetrekking dient minimaal een maand te hebben geduurd. 17.911. Niet opgenomen/De aanspraak op vakantie ontstaat jaarlijks op 1 juli en verjaart na verloop van vijf jaar. Indien de werknemer bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst meer dan wel minder vakantierechten heeft genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan dan hem overeenkomstig deze cao toekomt, wordt het verschil met de werknemer verrekend. 12. De werknemer heeft aanspraak op een vakantietoeslag ten bedrage van 8,25% van het ten laste van de werkgever komende loon inclusief het loon over meeruren conform artikel 12 lid 3, alsmede van de uitkeringen waarop hij tijdens de dienstbetrekking krachtens de Ziektewet hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg en de Werkloosheidswet aanspraak op een uitkering heeft. 13. Voor gelegenheidswerkers geldt dat over het rechtens geldende loon 20% toeslag wordt betaald bij het einde van het dienstverband. Teveel genoten de arbeidsovereenkomst ter compensatie van de opgebouwde vakantiedagen worden met het salaris verrekenden vakantietoeslag. 17.1014. Rechten Werknemers met een dienstverband die niet het gehele vakantiejaar en/of de standaardjaarurennorm hebben gewerkt, hebben naar evenredigheid recht op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geldde normale vakantierechten.

Vakantie. 1. De werknemer, niet werkzaam in de volcontinu 5 ploegendienst, heeft recht op: a. De werknemer verwerft 144 wettelijke vakantie-uren en 56 bovenwettelijke vakantie-uren per vakantiejaar recht op vakantie met behoud jaar, indien hij de leeftijd van salaris 18 jaar heeft bereikt tot het bereiken van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)de 60-jarige leeftijd. b. Afhankelijk van 144 wettelijke vakantie-uren en 72 bovenwettelijke vakantie-uren per jaar, indien hij de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. Van de tijd, die de werknemer in beneden de leeftijd van 18 jaar besteedt aan het desbetreffende vakantiejaar bereiktdeelnemen aan een kamp (een zgn. werkweek) dat georganiseerd wordt binnen het cursusprogramma van een vormingsinstituut, heeft mag ten hoogste 24 uren als vakantie worden aangemerkt. c. 144 wettelijke vakantie-uren en 72 bovenwettelijke vakantie-uren per jaar, indien hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud de leeftijd van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder heeft bereikt. Voor werknemers in volcontinu 5 dagen (38 uur)ploegendienst geldt het bepaalde in artikel 16 lid 6. c. 2. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van verplicht tijdig overleg te plegen met de in dit lid genoemde vakantie, personeelsvertegenwoordiging over het vakantieschema en de eventuele algemene snipperdagen met inachtneming van lid 2het bepaalde in artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden voor zover van toepassing. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.23. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen de vakantie wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige de maand in dienst treedt c.q. dan wel de dienst verlaat, geacht op de eerste dag van die de maand in dienst te zijn getreden c.q. dan wel de dienst te hebben verlaten en wordt verlaten. Wanneer een werknemer die na de 15e van enige een maand in dienst treedt c.q. dan wel de dienst verlaat verlaat, wordt hij geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. dan wel de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, zal indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, geduurd de werknemer een zuiver proportioneel evenredig recht op vakantie krijgen. 17.34. Van Indien de werknemer die in het lopende contractjaar arbeid verricht in een rooster, dat gepaard gaat met tenminste 44 diensten per jaar, waarbij tussen 23.00 uur en 06.00 uur ten minste 3 uur wordt gewerkt, heeft recht op extra vakantie. Deze werknemer heeft naast het bepaalde in lid 1 sub a. genoemde recht op 24 uren extra vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleendper jaar. Het tijdstip bepaalde in dit lid is niet van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur toepassing voor werknemers, werkzaam in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzettenvolcontinu 5 ploegendienst als bedoeld in artikel 16. 17.45. De werkgever mag is verplicht ten behoeve van iedere werknemer een vakantieregistratie bij te houden, waaruit het tegoed aan wettelijk en bovenwettelijk vakantierecht blijkt, waarop de vakantiedagen er 4 aanwijzen in werknemer gedurende het vakantiejaar aanspraak heeft. Hierin dient te worden aangetekend de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren, die door de werknemer zijn genoten, met dien verstande, dat de vakantie- uren (5 dagen) meenemen naar die het eerste kwartaal en tweede van vervallen of verjaren het volgende kalenderjaareerst moeten worden opgenomen. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn Het vakantiejaar loopt van 1 juli januari tot en met 31 december van dat jaar. 17.76. Gedurende Over de ziekteperiode bouwt vakantie-uren wordt aan de werknemer volledig vakantiedagen ophet tijdloon doorbetaald. 7. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werkenVan de vakantie dient een tijdvak van tenminste twee weken dan wel indien de werknemer xxxxx verzoekt, zullen bij drie weken aaneengesloten te worden genoten tussen 15 mei en 15 september, resp. – indien het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verrichtbedrijfsbelang zulks vereist, in mindering gebracht worden overleg met de personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 27 van de Wet op de vakantieaansprakenOndernemingsraden, voor zover van toepassing – tussen 30 april en 1 oktober. De tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie stelt de werkgever vast in overleg met de werknemer, waarbij de werknemer tijdig, vóór 1 december van enig jaar, duur en tijdstip van 8. De bij beëindiging van de dienstbetrekking nog aan de werknemer toekomende vakantie-uren worden verrekend. Deze uren mogen – tenzij anders tussen werkgever en werknemer wordt overeengekomen – niet in de opzegtermijn worden gegeven. 17.89. Vakantie-uren dienen in beginsel opgenomen te worden in het vakantiejaar waarin zij zijn opgebouwd. De werkgever zal uiterlijk op 1 juli van het nieuwe vakantiejaar een overzicht verstrekken van de nog niet genoten vakantie-uren, opgebouwd in het voorafgaande vakantiejaar. Bij het eindigen niet-opneming van deze vakantie-uren op 1 juli van dat jaar is de arbeidsovereenkomst zal werkgever gerechtigd data vast te stellen, waarop de werknemer desgewenst deze uren zal genieten. Indien op 1 oktober van dat jaar blijkt dat niet alle uren zijn opgenomen, vervallen de wettelijke vakantie-uren, tenzij de medewerker redelijkerwijs niet in staat is geweest de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie vakantie-uren op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.910. Niet Ten aanzien van de vakantie van werknemers uit niet-EU-landen dient de werkgever met inachtneming van de Wet op de Ondernemingsraden, voor zover van toepassing, een voor zijn onderneming geldende regeling te treffen, waarin mede een regeling voor twee vrije dagen voor Islamitische werknemers ter vervulling van hun godsdienstplichten kan worden opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. 1. Ten aanzien van de vakantie gelden -met inachtneming van de leden 2 tot en met 8 van dit artikel- de wettelijke bepalingen, geregeld in artikel 7:634 BW en verder. 2. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. 3. De normale vakantie per jaar bedraagt: a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud voor werknemers van salaris 16 jaar en jonger 28 dagen voor werknemers van 17 en 18 jaar 26 dagen voor werknemers van 19 t/m 39 jaar 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk voor werknemers van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 24 dagen voor werknemers van 45 t/m 49 jaar 2 25 dagen (15,2 uur) voor werknemers van 50 t/m 54 jaar 3 26 dagen (22,8 uur) voor werknemers van 55 t/m 59 jaar 4 27 dagen (30,4 uur) voor werknemers van 60 jaar en ouder 5 28 dagen b. In afwijking van het gestelde onder a. bedraagt de vakantie per jaar: voor werknemers met 10 dienstjaren 25 dagen (38 uur)voor werknemers met 15 dienstjaren 26 dagen voor werknemers met 20 dienstjaren 27 dagen voor werknemers met 25 dienstjaren 28 dagen voor werknemers met 30 dienstjaren 29 dagen c. De werknemer die slechts een deel Het toekennen van vakantiedagen vindt plaats of op grond van de lengte van het vakantiejaar in dienst dienstverband danwel op grond van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2leeftijd; het hoogste aantal dagen prevaleert. d. De werknemer verwerft heeft recht op het onder a. respectievelijk b. van lid 3 genoemde aantal vakantiedagen, indien hij op 1 juli de daarbij genoemde leeftijd heeft bereikt, respectievelijk het daarbij genoemde aantal dienstjaren zonder onderbreking in de onderneming heeft vervuld. Als onderbreking wordt niet beschouwd enige vorm van verlof of afwezigheid met instandhouding van de arbeidsovereenkomst. 4. De werknemer heeft geen vakantierechten aanspraak op vakantie over de tijd tijd, gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden de bedongen arbeid geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris loon heeft, tenzij uit artikel 7:635 BW anders voortvloeit. 17.25. Voor de berekening De totale aanspraak op vakantie wordt bij het einde van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor vakantiejaar, of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste bij het einde van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, dienstbetrekking naar boven afgerond op halve dagen indien het dienstverband korter dan één maand van de werknemer tenminste 2 maanden onafgebroken heeft geduurd. 6.a. De werkgever bevordert, dat de werknemer zijn vakantiedagen in het lopende vakantiejaar opneemt. Daartoe zal de werkgever tijdig in overleg met de werknemers jaarlijks een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgengoede vakantieplanning maken. 17.36.b. Van Desgewenst geniet de werknemer -voorzover de aanspraak in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 het betreffende vakantiejaar toereikend zal zijn- drie weken aaneengesloten worden verleendvakantie. 6.c. Het tijdstip De werknemer ouder dan 50 jaar geniet desgewenst - voorzover de aanspraak in het betreffende vakantiejaar toereikend zal zijn - 4 weken aaneengesloten vakantie in een door werkgever na overleg met de werknemer te bepalen periode. 6.d. De werkgever stelt de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vast na overleg met de werknemer, waarbij de aanvang van de aaneengesloten vakantie zoveel mogelijk zal bij voorkeur zijn gelegen in een de periode plaatsvinden waarin de vakantie van 1 mei tot en met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten30 september. 17.46.e. De werkgever mag van niet bepalen, dat oponthoud tijdens een meerdaagse buitenlandse rit als vakantie zal worden aangemerkt, tenzij met de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijnwerknemer op diens verzoek anders is overeengekomen. 17.56.f. De werknemer die werkgever heeft de bevoegdheid jaarlijks drie verplichte snipperdagen aan te wijzen. Deze snipperdagen moeten direct voorafgaan aan of volgen op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe een der in artikel 32 genoemde feestdagen. Indien de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellenvan deze mogelijkheid gebruik maakt dient dat tenminste twee maanden van tevoren schriftelijk bekend gemaakt te worden. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie heeft jaarlijks, met behoud van salaris salaris, recht op: a. Per kalenderjaar bedraagt de vakantie 182,4 uren ( 24 werkdagen bij een fulltime dienstbetrekking van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur38 uur per week, pro rato bij deeltijd).; b. Afhankelijk bij het bereiken van de leeftijd van 30 jaar 7,6 uren ( 1 werkdag) ; bij het bereiken van de leeftijd van 40 jaar 15,2 uren ( 2 werkdagen); bij het bereiken van de leeftijd van 45 jaar 22,8 uren (3 werkdagen); bij het bereiken van de leeftijd van 50 jaar 30,4 uren (4 werkdagen) ; bij het bereiken van de leeftijd van 55 jaar 38 uren (5 werkdagen); bij het bereiken van de leeftijd van 60 jaar 45,6 uren (6 werkdagen). De leeftijd genoemd in bovenstaande tabel is de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereiktbetreffende kalenderjaar bereikt bij indiensttreding na 1 januari, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud naar rato van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur)resterende arbeidsduur dat jaar. c. De 2. Een werknemer die slechts een deel in de loop van het vakantiejaar kalenderjaar in dienst van de werkgever is (geweest), getreden heeft voor dat jaar recht op een evenredig deel van de in dit lid het hierboven genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2aantal vakantiedagen. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.23. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer Een werknemer, die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei loop van het kalenderjaar de leeftijd van 18 uit dienst treedt, heeft voor dat jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede recht op een evenredig deel van het volgende kalenderjaarvoor hem geldende aantal vakantiedagen, waarbij een tegoed van minder dan een halve dag wordt afgerond op een halve dag en van meer dan een halve dag op een hele dag. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer Een eventueel tegoed aan dagen bij de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen beëindiging van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst dienstbetrekking kan in de gelegenheid gesteld geld worden de hem nog toekomende uitbetaald. Eventueel teveel genoten vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden wordt met het salaris verrekend. 17.104. Rechten De in enig kalenderjaar niet opgenomen vakantiedagen dienen in het volgende kalenderjaar binnen zes maanden te worden opgenomen. De wettelijke vakantiedagen (4 maal de weekomvang) verjaren na een half jaar volgend op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van kalenderjaar waarin de rechten zijn ontstaan. De bovenwettelijke vakantiedagen nimmer verjaren na verloop van vijf jaar volgend op het kalenderjaar waarin ze zijn ontstaan. 5. Het vakantietijdvak, vakantiedagen en eventuele tijd-voor- tijduren dienen door de werknemer tijdig in overleg met en onder goedkeuring van de werkgever te worden vervangen door bepaald. De werknemer heeft recht, voor zover de aanspraak daartoe toereikend is, op drie weken aaneengesloten vakantie. 6. Voor zover een vergoeding werknemer zijn vastgestelde vakantie wegens arbeidsongeschiktheid niet kan opnemen, behoudt hij zijn wettelijke vakantiedagen over het tijdvak van de laatste zes maanden waarin wegen arbeidsongeschiktheid geen arbeid werd verricht (Art. 7: 634 BW). Voor de bovenwettelijke vakantiedagen na herstel van de werknemer kan in geldoverleg met de werkgever een andere afspraken worden vastgesteld. Indien de arbeidsongeschiktheid optreedt tijdens de reeds ingegane vakantie, wordt het niet-genoten deel van de vakantie van de werknemer eveneens opgeschort, onder de voorwaarde, dat de arbeidsongeschiktheid zo spoedig mogelijk bij de werkgever wordt gemeld en dat ten bewijze van de arbeidsongeschiktheid een verklaring van een geneeskundige wordt overlegd (Art 7: 637 lid 2 BW).

Vakantie. a. De Een werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie heeft met behoud van salaris per kalenderjaar (met ingang van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij 1 januari 2005) recht op een vakantie van tenminste het aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens uren dat in de hierna volgende tabeltabel wordt vermeld. Voor de berekening van het aantal uren vakantieverlof is uitgegaan van de gemiddelde werkdag (en dus ook vakantiedag), die 38 : 40 5 = 7,6 uur bedraagt. Het corresponderende gemiddelde aantal vakantiedagen is tussen haakjes toegevoegd. • t/m 44 jaar 1 dag - 190,0 uur (7,6 uur25 dagen) • van 45 t/m 49 jaar 2 dagen - 197,6 uur (15,2 uur26 ,, ) • van 50 t/m 54 jaar 3 dagen - 205,2 uur (22,8 uur27 ,, ) • van 55 t/m 59 jaar 4 dagen - 212,8 uur (30,4 uur28 ,, ) • van 60 jaar en ouder 5 dagen - 220,4 uur (38 uur29 ,, ) b. De werknemers die zijn ingedeeld in functiegroep 8 en hoger hebben in verband met het bepaalde in artikel 8 lid 2a van deze CAO recht op 7,6 vakantie-uur extra. c. De werknemer Voor de bepaling van de leeftijd geldt de leeftijd die slechts een deel in de loop van het vakantiejaar desbetreffende jaar wordt bereikt. 2. Indien een werknemer in de loop van het kalenderjaar in dienst van de werkgever is (geweest)treedt, heeft hij voor dat jaar recht op een evenredig deel van het in het eerste lid genoemde aantal vakantie- en snipperdagen, waarbij gedeelten van een dag voor een gehele dag worden geteld. 3. Indien een werknemer in de loop van het kalenderjaar de dienst verlaat, heeft hij voor dat jaar recht op een evenredig deel van het voor hem geldende aantal vakantie- en snipperdagen, waarbij een tegoed van minder dan een halve dag wordt afgerond op een halve dag en van meer dan een halve dag op een hele dag. De werknemer kan verlangen dat het tegoed aan vakantiedagen in geld wordt uitbetaald. Eventueel dient te veel genoten vakantie te worden verrekend. 4. Van het totaal aantal vakantiedagen zullen in de regel tenminste 3 weken aaneengesloten worden opgenomen; de overige dagen kunnen ook als snipperdagen worden opgenomen, eventueel in halve dagen. a. Werknemers die in deeltijddienstverband werken hebben recht op vakantie volgens het bepaalde in lid 1 naar evenredigheid van het aantal vakantiedagen voor werknemers in voltijddienstverband. De berekening van de vakantierechten als vorenbedoeld geschiedt maandelijks, waarbij zonodig voor toekomstige maanden wordt uitgegaan van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming de berekeningsmaand geldende omvang van lid 2het dienstverband. d. b. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en gedeeltelijk werken worden de vakantierechten verworven naar rato van werken. 6. Xxxxxxx van arbeidsongeschiktheid tijdens vakantie ontstaan behoudt de werknemer aanspraak op de dientengevolge gemiste vakantiedagen, mits hij zijn werkgever terstond van zijn arbeidsongeschiktheid in kennis heeft gesteld en zich aan de voorschriften terzake heeft gehouden. Daartoe behoort de raadpleging van een arts en de overlegging van een medische verklaring omtrent de aard en duur van de ziekte. Mocht in uitzonderingsgevallen een dergelijke medische verklaring niet kunnen worden verkregen, dan zullen aard en duur van de ziekte bijvoorbeeld kunnen blijken uit de nota´s wegens geneeskundige behandeling. Over de wijze van opnemen van vervangende vakantiedagen beslist de werkgever na overleg met de werknemer. a. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.21. Voor Het onder a. bepaalde is niet van toepassing indien de werknemer zijn werkzaamheden niet heeft verricht wegens: - ziekte of ongeval tenzij veroorzaakt door opzet van de werknemer; - het naleven van een wettelijke verplichting of verbintenis ten aanzien van de landsverdediging of openbare orde; - het genieten van verlof gebaseerd op in een vorige dienstbetrekking verworven doch niet opgenomen verlof; - het met toestemming van de werkgever deelnemen aan een door de vakvereniging van de werknemer georganiseerde bijeenkomst; - onvrijwillige werkloosheid bij handhaving van het dienstverband - zwangerschap of bevalling In deze gevallen worden vakantierechten verworven over de in art. 635 B.W. bedoelde periode van 6 maanden waarin geen arbeid wordt verricht, waarbij de duur der onderbreking uit de respectievelijke oorzaken tezamen geteld wordt. 2. Indien een onderbreking der werkzaamheden als bedoeld onder 1 van dit sub-lid in meer dan een vakantiejaar valt, wordt het in een vorig jaar vallend deel der onderbreking bij de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e periode van enige maand afwezigheid mee in dienst treedt c.qaanmerking genomen. 3. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste Ten aanzien van de navolgende maand berekening van de duur van de hier bedoelde onderbreking is het in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgenlid 3 van dit artikel bepaalde van overeenkomstige van toepassing. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. c. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen onderricht waartoe de werkgever hem wettelijk krachtens de wet in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. De werknemer verwerft 1. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. 2. Het aantal vakantie-uren, inclusief snipperuren, bedraagt in elk kalenderjaar, uitgaande van een volledig dienstverband 192 uren (24 dagen) 3. Voor werknemers die op grond van hun arbeidsovereenkomst minder dan het normale aantal uren per vakantiejaar week arbeid verrichten, wordt het recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)naar rato vastgesteld. b. Afhankelijk 4. Oudere werknemers hebben recht op extra vakantie-uren in verband met afname van belastbaarheid van oudere werknemers. Het aantal vakantie-uren wordt, afhankelijk van de leeftijd die van de werknemer in op de eerste dag van het desbetreffende vakantiejaar bereiktvakantiejaar, heeft hij recht op een verhoogd met het volgende aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabeluren bij het bereiken van: 40 t/m 44 jaar * 47-jarige; 1 dag (7,6 8 uur), dus 25 dagen (200 uur) 45 t/m 49 jaar * 52-jarige; 2 dagen (15,2 16 uur), dus 26 dagen (208 uur) 50 t/m 54 jaar * 57-jarige; 3 dagen (22,8 24 uur), dus 27 dagen (216 uur) 55 t/m 59 jaar * 62-jarige; 4 dagen (30,4 32 uur), dus 28 dagen (224 uur) 60 jaar en ouder * 64-jarige; 5 dagen (38 40 uur), dus 29 dagen (232 uur) c. 5. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid 2 en 4 genoemde vakantievakantie- uren, met inachtneming van het bepaalde in lid 23. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.26. Voor de berekening van de vakantierechten wordt bij indiensttreding of uitdiensttreding gedurende een maand het aantal recht op vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.qproportioneel bepaald. 7. De beslissing omtrent de dienst te hebben verlaten tijdstippen waarop vakantie wordt verleend, berust bij de werkgever en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, overeenstemming met de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3vastgesteld. Van Indien de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel werknemer meer dan 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip vakantie wenst op te nemen is dit onderworpen aan uitdrukkelijke toestemming van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzettenwerkgever. 17.48. De werkgever mag van Werkgever heeft de vakantiedagen er 4 aanwijzen mogelijkheid om in overleg met de ondernemingsraad voor productie en montage 3 weken aangesloten verlof aan te wijzen als voorkeursweken bedrijfsvakantie in de jaren dat zomerperiode. Daarnaast kent het bedrijf een collectieve bedrijfssluiting tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; en bestaat de mogelijkheid, in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijnoverleg met de ondernemingsraad, 2 vastgestelde verlofdagen per jaar aan te wijzen. De verlofuren worden in mindering gebracht van de vakantie-uren. 9. 17.5a. Niet-opgenomen wettelijke vakantiedagen (20 dagen per jaar) komen een half jaar na de opbouw te vervallen. De werknemer die Dat betekent dat in 2022 opgebouwde wettelijke vakantiedagen op 1 mei juli 2023 vervallen. b. Indien bovenwettelijke vakantiedagen van het kalenderjaar de leeftijd van 18 voorgaande jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig iszijn meegenomen, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken dan zullen werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van in onderling overleg uiterlijk 1 juli van dat jaarovereenkomen wanneer deze uren worden opgenomen of uitbetaald. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1. De werknemer verwerft heeft recht op: a. 16,67 uur vakantie per vakantiejaar recht op maand dienstverband, indien hij de leeftijd van 60 jaar nog niet heeft bereikt; b. 18 uur vakantie met behoud per maand dienstverband, indien hij de leeftijd van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)60 jaar heeft bereikt. b. Afhankelijk 2. De werkgever is verplicht tijdig overleg te plegen met de personeelsvertegenwoordiging over het vakantieschema en de eventuele algemene snipperdagen met in achtneming van het bepaalde in artikel 27 van de leeftijd die Wet op de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud Ondernemingsraden voor zover van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2toepassing. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.23. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen de vakantie wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige de maand in dienst treedt c.q. dan wel de dienst verlaat, geacht op de eerste dag van die maand in dienst te zijn getreden c.q. dan wel de dienst te hebben verlaten en wordt verlaten. Wanneer een werknemer die na de 15e van enige een maand in dienst treedt c.q. dan wel de dienst verlaat verlaat, wordt hij geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. dan wel de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één een maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel evenredig recht op vakantie krijgen. 17.34. De werkgever is verplicht ten behoeve van iedere werknemer een vakantieregistratie bij te houden, waaruit het tegoed aan vakantierecht blijkt, waarop de werknemer lopende het vakantiejaar aanspraak heeft. Hierin dient te worden aangetekend de vakantie, welke door de werknemer is genoten, met dien verstande, dat de oudste aanspraak geacht wordt het eerste te worden gerealiseerd. Het vakantiejaar loopt van 1 april tot en met 31 maart van het daaropvolgende jaar. 5. Over de vakantie-uren wordt aan de werknemer het salaris doorbetaald. 6. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 dient een tijdvak van ten minste twee weken dan wel indien de werknemer xxxxx verzoekt, drie weken aaneengesloten te worden verleendgenoten tussen 15 mei en 15 september, resp. Het - indien het bedrijfsbelang zulks vereist, in overleg met de personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden, voor zover van toepassing - tussen 30 april en 1 oktober. De tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie stelt de werkgever vast in overleg met de werknemer, waarbij de werknemer tijdig, voor 1 december van enig jaar, duur en tijdstip van de door hem gewenste aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur dient op te geven en de werkgever hem voor 1 januari daaraanvolgend dient mede te delen in een periode plaatsvinden waarin hoeverre aan zijn wensen met betrekking tot de aaneengesloten vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4voldaan. De werkgever mag is bevoegd ten hoogste drie dagen aan te wijzen als algemene snipperdagen. 7. De bij de beëindiging van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in dienstbetrekking nog aan de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 toekomende vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken mogen - tenzij anders tussen werkgever en werknemer wordt overeengekomen - niet in de opzegtermijn worden gegeven. 8. Vakantie-uren dienen in beginsel opgenomen te worden in het vakantiejaar waarin zij zijn opgebouwd. Bij niet-opneming daarvan voor 1 oktober van het nieuwe vakantiejaar is de werkgever gerechtigd data vast te stellen, waarop de werknemer deze uren zal genieten. 9. Ten aanzien van de vakantie van werknemers uit niet-EU-landen dient de werkgever met inachtneming van de Wet op de Ondernemingsraden voor zover van toepassing, een voor zijn onderneming geldende regeling te treffen, waarin mede een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn twee vrije dagen voor Islamitische werknemers ter vervulling van 1 juli van dat jaarhun godsdienstplichten kan worden opgenomen. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. 15.1 Het vakantiejaar loopt van 1 mei tot en met 30 april, tenzij een ander vakantiejaar geldt. a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie 23 vakantiedagen met behoud van salaris salaris. Voor partieel leerplichtigen geldt hetgeen bepaald is in Bijlage IV. Voor werknemers in gedeeltelijke dienst geldt dat vakantierechten worden opgebouwd over alle feitelijk gewerkte uren in het afgelopen jaar met inachtne- ming van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)het gestelde in artikel 12 lid 1 sub d. Vakantiedagen kunnen worden opgenomen in het vakantiejaar waarin het recht daarop wordt verworven. b. Afhankelijk Een vakantiedag is gelijk aan 7,2 uur bij een volledig dienstverband, mits de arbeidstijd gelijk is verdeeld over vijf dagen per week. In andere situaties bedraagt de waarde van de leeftijd een vakantiedag het aantal uren dat die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris dag zonder deze vakantieopname volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur)rooster zou zijn gewerkt. c. De werknemer die slechts een deel bij de aanvang van het vakantiejaar in dienst de leeftijd van de werkgever is (geweest)18 jaar nog niet heeft bereikt, heeft per vakantiejaar recht op een evenredig deel 1 extra vakantiedag met behoud van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2salaris. d. De werknemer, die de 50-, 55-, respectievelijk de 60-jarige leeftijd heeft bereikt, verwerft per vakantiejaar recht op 1, 2, respectievelijk 3 extra vakantiedagen met behoud van salaris. e. De werknemer ingedeeld in één van de functieniveaugroepen VI tot en met IX verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens per vakantiejaar recht op 4 extra vakantiedagen met behoud van salaris ter compensatie van het niet verrichten ontvangen van zijn werkzaamheden overwerkvergoeding, met dien ver- stande dat een werknemer ingedeeld in functieniveaugroep VI, dan wel inge- deeld in de groep VII of VIII voorzover in deze laatstgenoemde groepen, bere- kend op fulltime-basis, nog geen hoger salaris is bereikt dan het maximum van groep VI, bij aanvang van het vakantiejaar de keuze heeft in aanmerking te komen voor overwerkvergoeding, zoals bedoeld in artikel 12, in welk geval geen aanspraak bestaat op in geld vastgesteld salaris heeft.de genoemde vier extra vakantiedagen. Toelichting 17.2. 15.3 Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor vóór of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de uit dienst verlaattreedt, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de uit dienst te hebben verlaten en zijn getreden wordt een werknemer de werk- nemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de uit dienst verlaat treedt, geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden getreden, c.q. de uit dienst te hebben verlatenzijn getreden. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband de arbeidsovereenkomst korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgenkrij- gen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1. Het vakantiejaar loopt van 1 mei tot en met 30 april. 2. Iedere werknemer, die op 1 mei van enig jaar gedurende tenminste 12 maanden bij diezelfde werkgever in dienst is, heeft in dat jaar recht op een vakantie van 24 werkdagen met behoud van salaris. 3. Tenzij de werknemer anders verzoekt, zullen tenminste 10 werkda- gen aaneengesloten worden opgenomen in de maanden mei tot en met september. De vakantie wordt in onderling overleg tussen werk- gever en werknemer verwerft per vastgesteld. 4. Aan het begin van ieder jaar wordt in onderling overleg tussen werk- gever en werknemers of hun vertegenwoordigers vastgesteld, welke van de zgn. ,,snipperdagen’’ een vaste bestemming zullen krijgen (plaatselijke feestdagen, R.K. feestdagen, enz.). 5. Onder de snipperdagen zijn begrepen alle bijzondere vrije dagen met uitzondering van de algemene erkende feestdagen en de in artikel 15 en 16 bijzondere verzuimdagen. 6. Iedere werknemer, die op de eerste werkdag van het lopende vakantie- jaar nog geen 12 maanden in dienst is van de werkgever, heeft in dat vakantiejaar recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig 1⁄12 deel van de in lid 2 en 7 van dit lid artikel genoemde vakantievakantie voor iedere volle kalendermaand, welke sedert de aanvang van de dienstbetrekking is verstreken, met inachtneming dien verstande dat een dienstverband van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.215 dagen of langer wordt gerekend voor een volle kalendermaand. Voor Bij de berekening van het aantal vakantiedagen wordt dagen zal minder dan een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaathalve dag worden verwaarloosd, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt terwijl bij meer dan een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer halve dag een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgenvolle dag zal gelden. 17.37. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenstWerknemers, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van enig jaar, onafgebroken in dienst van dezelfde werkgever zijn geweest hebben recht op een extra vakantie van: – 1 dag bij 5 jaren dienstverband; – 2 dagen bij 10 jaren dienstverband of op 50-jarige leeftijd bij 5 jaren dienstverband; – 3 dagen bij 15 jaren dienstverband of op 55-jarige leeftijd bij 5 jaren dienstverband; – 4 dagen bij 20 jaren dienstverband of op 60-jarige leeftijd; – 5 dagen bij 25 jaren dienstverband of op 60-jarige leeftijd bij 10 jaren dienstverband. Deze vakantie dient te worden opgenomen – in onderling overleg tussen werkgever en werknemer te regelen – in de maanden januari t/m mei, tenzij anders wordt overeengekomen. 8. Voor de werknemer, die ter vervulling van zijn leerplicht op één of meer dagen per week een school, vormingsinstituut of cursus moet bezoeken, wordt het kalenderjaar aantal vakantiedagen waarop hij krachtens de leeftijd voorgaande leden recht heeft, vastgesteld naar evenredigheid van 18 jaar nog het aantal dagen, waarop de werknemer per week in de onderneming werkzaam is. Op de dagen waarop deze werknemer een school, vormingsinstituut of cursus zou hebben moeten bezoeken, indien de onderwijsinstelling niet heeft bereikt en wegens vakantie gesloten zou zijn, kan hij niet meer leerplichtig worden verplicht in de onderneming werkzaam te zijn. 9. De werknemer, die bij de aanvang van een door hem vastgestelde aaneengesloten vakantie arbeidsongeschikt is, verwerft vakantierechten behoudt zijn aanspraak op reeds verworven vakantierecht. De werknemer, die tijdens zijn vakantie arbeidsongeschikt wordt, behoudt zijn aanspraak over de tijd welke dagen, waarover hij besteedt uitkering ontvangt krachtens de ziektewet – eventuele wachtdagen daartoe gerekend – mits hij terstond bij de aanvang van de arbeidsongeschiktheid kennis geeft aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6werkge- ver. De werknemer kan maximaal 38 verwerft vakantierechten gedurende de tijd dat hij arbeidsongeschikt is, doch ten hoogste over de laatste 6 maanden van zijn arbeidsongeschiktheid. 10. Een werknemer, die de dienst van een werkgever verlaat, heeft voor- zover hij nog geen vakantie genoten heeft, voor elke maand dat het dienstverband in het lopende jaar heeft geduurd, recht op 1⁄12 deel van de in lid 2 en lid 7 genoemde vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar , voorzover deze bepalin- gen op hem van toepassing zijn. Voor het eerste kwartaal en tweede geval nog vakantie over het vorige vakantiejaar moet worden genomen, dan dient deze als- nog te worden gerealiseerd. Tenzij de werknemer anders verzoekt zal deze vakantie in geld worden uitbetaald. Bij betaling is de werkge- ver verplicht aan de werknemer een verklaring uit te reiken, waaruit blijkt xxxxxxx vakantiedagen in geld zijn uitbetaald. De werknemer heeft dan bij de volgende werkgever recht op een overeenkomstig aantal dagen verlof zonder behoud van salaris, boven de hem alsdan toekomende vakantie. De verklaring dient door de werknemer bij indiensttreding te worden getoond. 11. Wanneer de werknemer blijvend of tijdelijk per dag minder dan de normale arbeidstijd als bedoeld in artikel 8 van deze C.A.O. werk- zaam is, worden voor de bepaling van zijn vakantierechten zijn werkdagen als volle dagen beschouwd, waarbij de als vakantie- of snipperdagen op te nemen werkdagen als volle vakantie- of snipper- dagen worden aangemerkt. 12. De aanspraak op een vakantiedag vervalt na verloop van twee jaren na het ontstaan van deze aanspraak. In afwijking van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximumhiervoor bepaalde, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de behouden werknemers die langer dan één jaar volledig arbeidsongeschikt zijn geweest, hun aanspraak op niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor vakantiedagen, verworven gedurende het jaar voorafgaande aan be- doelde periode van arbeidsongeschiktheid, alsmede op niet opgeno- men vakantiedagen verworven gedurende de wettelijke vervaltermijn laatste twaalf maanden van 1 juli van dat jaarde arbeidsongeschiktheid. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op13. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen het uitdrukken van de in dit artikel bedoelde vakantie c.q. snip- perdagen in uren geldt 1. bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de een vijfdaagse werkweek: a. indien volgens rooster 40 uur per week wordt gewerkt: 8 uren dat er daadwerkelijk arbeid per vakantie- c.q. snipperdag; b. indien volgens rooster 38 uur per week wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaansprakengewerkt: 7,6 uren per vakantie- c.q. snipperdag; c. indien volgens xxxxxxx 36 uur per week wordt gewerkt: 7,2 uren per vakantie- c.q. snipperdag. 17.82. Bij bij een werkweek van vier dagen van 9 uur: het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepentotale aantal vakantie- c.q. snipperdagen maal 7,2 uur gedeeld door 9 uur. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

Vakantie. a. 1. De vakantie wordt door de werkgever vastgesteld na overleg met de werknemer verwerft per vakantiejaar en wordt in een schriftelijk vakantierooster vastgelegd. Werknemers in het kappersbedrijf hebben recht op 25 arbeidsdagen vakantie met behoud van salaris inkomen. De werknemer heeft recht op een aaneengesloten vakantie van 24 3 weken. Het inleveren en opbouwen van vakantiedagen bij ziekmeldingen is geregeld in artikel 12.7. Indien een dag van de aaneengesloten vakantie samenvalt met een feestdag, als bedoeld in artikel 13 en artikel 15.4 sub m. zal de werk- nemer hiervoor een vervangende vrije dag worden gegeven voor het einde van het vakantiejaar. De werkgever kan daarnaast, na overleg, een vakantieperiode van maximaal 5 hele dagen (aanwijzen buiten de periode vanaf de maand mei tot en met september, danwel een evenredig aantal bij parttimers en partieel leerplichtigen. Indien de aaneengesloten vakantie van drie weken in de periode van oktober tot en met april wordt opgenomen, kan de werkgever gedurende het gehele kalenderjaar een vakantie- periode van maximaal 5 hele dagen aanwijzen, danwel een evenre- dig aantal bij part-timers en partieel leerplichtigen. In overleg met de werknemer kunnen de in dit artikel genoemde 5 hele dagen ook in uren worden opgenomen tot een maximum van 21⁄2 dag of 19 uur. 2. De werkgever zal met de werknemer via een schriftelijk vakantie- rooster, de aaneengesloten vakantie regelen uiterlijk voor 1 maart van het vakantiejaar. De werknemer dient de aaneengesloten vakantie- periode schriftelijk aan te vragen, voor 15 februari van het vakantie- jaar, zodat tijdig het hiervoor bedoelde vakantierooster kan worden opgemaakt. Deze vakantieregeling zal zodanig zijn dat niet alle werknemers tegelijk op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur)vakantie gaan tenzij er onderlinge overeen- stemming bestaat over een bedrijfssluiting gedurende de vakantie. Het vakantiejaar loopt van 1 januari van elk kalenderjaar tot 1 januari van het daarop volgende kalenderjaar. Werkgever en werknemer tekenen op het vakantierooster voor ak- koord. a. Onder arbeidsdagen worden verstaan dagen waarop arbeid moet worden verricht. b. Afhankelijk van De werknemer die aan de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereiktdit lid vermelde voorwaarden vol- doet, heeft hij per kalenderjaar recht op een aantal dagen extra de navolgende vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabelloon: 40 t/m 44 jaar – 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 extra na een ononderbroken dienstverband bij dezelfde werkgever van 5 jaar of vanaf de leeftijd van 30 jaar tot 40 jaar, maar dan ongeacht de duur van het dienstver- band; – 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 extra na een ononderbroken dienstverband bij dezelfde werkgever van 10 jaar of vanaf de leeftijd van 40 jaar tot 45 jaar, maar dan ongeacht de duur van het dienstver- band; – 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 extra na een ononderbroken dienstverband bij dezelfde werkgever van 15 jaar of vanaf de leeftijd van 45 jaar, maar dan ongeacht de duur van het dienstverband; – 4 dagen (30,4 uur) 60 extra vanaf de leeftijd van 50 jaar; – 1 dag extra na een ononderbroken dienstverband bij dezelfde werkgever van 5 jaar en ouder of vanaf de leeftijd van 30 jaar tot 40 jaar, maar dan ongeacht de duur van het dienstver- band; – 5 dagen (38 uur)extra vanaf de leeftijd van 55 jaar; – 10 dagen extra vanaf de leeftijd van 60 jaar. Rechtens geldende gunstiger arbeidsvoorwaarden dan in dit arti- kel vastgesteld blijven onverkort gehandhaafd. c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor Bij indiensttreding vóór of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, een kalendermaand wordt het dienstverband geacht te zijn aangegaan op de eerste van die maand dezelfde kalendermaand. d. Bij indiensttreding na de 15e van een kalendermaand wordt de werknemer geacht in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst daaropvolgende kalendermaand. e. Indien de 15e van een kalendermaand valt op een zondag of maandag, wordt het dienstverband geacht te zijn getreden c.q. aangegaan op de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen1e van dezelfde kalendermaand. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen een snipperdag opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie het bedrijfsbelang zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4hier uit- drukkelijk tegen verzet. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis Een werknemer heeft per kalenderjaar minimaal recht om op twee vrijdagen en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer twee zaterdagen een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie snipperdag op te nemen, met dien verstande dat deze . Een aanvraag voor een snipperdag moet minstens vier dagen van tevoren schriftelijk zijn ingediend en binnen één dag na aanvraag zal de werkgever voor akkoord tekenen. Indien de werkgever niet eenzijdig in binnen 24 uur voor akkoord heeft getekend en/of niet heeft gereageerd op het verzoek van de opzeggingstermijn mogen worden begrepenwerknemer dan kan de werk- nemer schriftelijk aangevraagde snipperdag opnemen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.b. Geen snipperdagen zijn:

Vakantie. a. 1. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie met een basis werkweek heeft, met behoud van salaris van 24 dagen zijn individuele salaris, per kalenderjaar recht op het navolgende aantal vakantie-uren: Voor werknemers ingedeeld in schaal 3, 4 en 4a (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 AC: niveau 1 = X0, X0 en S1) geldt: 152 wettelijke uren + 48 bovenwettelijke uren (totaal 200 uur). Voor werknemers ingedeeld in schaal 5 en hoger (AC: niveau 2 of hoger) geldt: 152 wettelijke uren + 72 bovenwettelijke uren (totaal 224 uur). Voor werknemers in dienst vóór 1 januari 2018 is, in afwijking van het in lid 1 hiervoor bepaalde, een overgangsregeling overeengekomen. Deze overgangsregeling is opgenomen onder bijlage IV. b. Afhankelijk 2. Het recht van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, op een gedeelte van een vakantie-uur wordt afgerond. Een gedeelte van maximaal een 1/2 vakantie-uur wordt naar boven afgerond op een 1/2 vakantie-uur en een gedeelte van meer dan een 1/2 vakantie-uur wordt naar boven afgerond op 1 vakantie-uur. 3. De werknemer met een kortere individuele werkweek dan een basis werkweek heeft hij recht op een het onder lid 1 genoemd aantal dagen extra vakantie met behoud vakantie-uren op basis van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur)evenredigheid. c. 4. De werknemer die slechts een deel van wie de begindatum en/of einddatum van zijn dienstverband gedurende het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest)kalenderjaar gelegen is, heeft recht op een evenredig deel het onder lid 1 genoemd aantal vakantie-uren op basis van evenredigheid. 5. Een gedeelte van de bovenwettelijke vakantie-uren kan als bron dienen voor uitruil tegen andere arbeidsvoorwaarden (zie artikel 4.9). 6. De werknemer is verplicht zijn saldo vakantie-uren vóór de einddatum van zijn dienstverband volledig op te nemen. Hiervan kan worden afgeweken indien: a. de direct leidinggevende van oordeel is dat het opnemen om organisatorische redenen niet of slechts gedeeltelijk mogelijk is òf b. de werknemer en zijn direct leidinggevende andere afspraken overeenkomen. In die gevallen wordt het op de einddatum van het dienstverband resterende saldo vakantie-uren van de werknemer door de werkgever samen met de laatste salarisbetaling verrekend tegen het op dat moment geldende individuele uurloon van de werknemer. 7. De op datum einde dienstverband door de werknemer te veel opgenomen vakantie-uren worden door de werkgever met de laatste salarisbetaling aan de werknemer verrekend. Verrekening geschiedt voor elk vakantie-uur tegen het op dat moment geldende individuele uurloon van de werknemer. 8. De werknemer heeft het recht om eenmaal per kalenderjaar een vakantie met een duur van minimaal 21 aaneengesloten kalenderdagen op te nemen, mits zijn saldo vakantie-uren hiervoor toereikend is. 9. De werknemer is verplicht om, gedurende elk kalenderjaar zijn vakantie-uren zodanig op te nemen dat zijn saldo vakantie-uren op 31 december maximaal 2 x het aantal uren van zijn individuele werkweek bedraagt. 10. Indien het saldo vakantie-uren van de werknemer op 31 december (meetpunt 1 oktober en rekening houdend met ingeplande en goedgekeurde vakantie uren in dit lid genoemde oktober, november en december) minder bedraagt dan 2 x het aantal uren van zijn individuele werkweek, heeft de werknemer de mogelijkheid om bovenwettelijke vakantie-uren terug te boeken (zie artikel 4.9) of in te kopen voor het dan geldende individuele uurloon (zie artikel 6.7). Als voorwaarde geldt dat het saldo aan vakantie-uren op 31 december niet meer bedraagt dan 2 x het aantal uren van de individuele werkweek. 11. De werkgever heeft het recht uiterlijk 1 februari van elk kalenderjaar - na vooraf verkregen instemming van de Ondernemingsraad - maximaal 2 werkdagen van dat kalenderjaar als collectieve vakantiedagen aan te wijzen. Een collectieve vakantiedag wordt met het individuele saldo vakantie-uren van elke werknemer verrekend volgens het individuele werkrooster van de werknemer voor die werkdag. 12. Indien de werknemer ziek wordt gedurende zijn afwezigheid wegens vakantie, kan hij zijn vakantierechten gedurende de duur van de ziekteperiode (de ‘vervangende vakantierechten’) behouden, mits hij: a. de werkgever onmiddellijk van zijn arbeidsongeschiktheid in kennis heeft gesteld èn b. zich aan de voorschriften van de werkgever ter zake heeft gehouden, waaronder het raadplegen van een arts en het overleggen van een medische verklaring over de aard en duur van de ziekte òf bewijsstukken aan de werkgever kan overleggen waaruit blijkt dat bijbehorende geneeskundige behandeling heeft plaatsgevonden, in de uitzonderlijke situatie dat een medische verklaring niet door de werknemer kon worden verkregen. Over de wijze van het opnemen van de vervangende vakantierechten beslist de direct leidinggevende na goed overleg met inachtneming van lid 2de werknemer. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten13. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei januari van het kalenderjaar de leeftijd van 18 betreffende jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 een zodanig saldo vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximumhebben, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de dat hij redelijkerwijs niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar.in staat is: 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij a. tot het opnemen van vakantie, -uren en/of b. tot het uitruilen van vakantie-uren zoals genoemd in artikel 4.9 en/of c. om rekening houdend met de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur uitoefening van zijn functie benodigde aanwezigheid op 31 december van het betreffende jaar aan de onder lid 9 genoemde verplichting te voldoen. In dat geval zijn de werknemer en niet alleen voor zijn direct leidinggevende verplicht om in goed overleg - uiterlijk per 31 december van het betreffende jaar - zodanige schriftelijke afspraken over de afbouw van het saldo vakantie-uren van de werknemer te maken, dat er daadwerkelijk arbeid zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 31 december van het daaropvolgende jaar alsnog aan het genoemde in lid 9 wordt verricht, voldaan. Een en ander laat onverminderd de wettelijke bepalingen in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8dit verband. Bij het eindigen De gemaakte schriftelijke afspraken maken deel uit van de arbeidsovereenkomst zal van de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld en worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepentoegevoegd aan zijn personeelsdossier. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.