Voortzetting pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid. 1. Tijdens een tijdvak van gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid welke volgt op beëindiging van het dienstverband van betrokkene, wordt in de Module Basispensioen en de Module Beleggingspensioen de pensioenopbouw geacht voort te duren vanaf het tijdstip waarop het dienstverband wordt beëindigd tot het moment dat betrokkene is hersteld, doch uiterlijk tot de pensioendatum of eerdere AOW-leeftijd. De voortzetting van de pensioenopbouw vindt plaats op basis van het pensioengevend salaris zoals dit van toepassing is op de laatste dag van het dienstverband. De (voortzetting van de) pensioenopbouw zal hierna worden aangepast op basis van het in de CAO overeengekomen percentage van de loonontwikkeling overeenkomstig artikel 9 lid 2. Tijdens het tijdvak van gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid blijven de in de premietabel van artikel 10 opgenomen premiepercentages naargelang de leeftijd van de arbeidsongeschikte deelnemer van toepassing.
2. Tijdens een tijdvak van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid waarin betrokkene geen dienstverband heeft, wordt de pensioenopbouw gedeeltelijk voortgezet op basis van de percentages opgenomen in de tabel als bedoeld in artikel 8 lid 4. Bij wijziging van het feitelijke uitkeringspercentage zijn de bepalingen van artikel 8 leden 5 en 6 van overeenkomstige toepassing.
3. Tijdens een tijdvak van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid waarin het dienstverband van betrokkene wordt voortgezet, wordt de pensioenopbouw geacht voort te duren tot de pensioendatum. De voortzetting van de pensioenopbouw vindt plaats op basis van de hoogste van de volgende pensioengevende salarissen:
a. Het pensioengevend salaris zoals deze van toepassing is op de dag waarop betrokkene een jaar een (gedeeltelijke) WAO respectievelijk WIA-uitkering ontvangen heeft. Het pensioengevend salaris zal worden aangepast op basis van de van toepassing zijnde arbeidsvoorwaardenregelingen.
b. Het pensioengevend salaris behorend bij het dienstverband van de deelnemer.
4. Zolang betrokkene (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is, is deze vrijgesteld van de in artikel 26 bedoelde deelnemersbijdragen voor het deel dat overeenkomt met de voortgezette pensioenopbouw krachtens dit artikel.
5. Geen recht op voortzetting van pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid bestaat indien de deelnemer bij aanvang van het deelnemerschap (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is, tenzij lid 7 van toepassing is. Wel recht op voortzetting van pensioenopbouw bestaat in geval het arbeidsonge...
Voortzetting pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid. Tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid wordt het deelnemerschap overeenkomstig artikel 11 van dit reglement voortgezet.
Voortzetting pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid. 1. Recht op voortzetting van de pensioenopbouw heeft de (gewezen) deelnemer van wie de eerste ziektedag is gelegen tijdens de duur van zijn Dienstbetrekking bij de Werkgever en vervolgens (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is geworden volgens de WIA.
2. Het recht op voortzetting als bedoeld in lid 1 vangt niet eerder aan dan 104 weken na de eerste ziektedag en eindigt uiterlijk als de arbeidsongeschiktheid eindigt. Geen recht op voortzetting van de pensioenopbouw is er als de Gewezen deelnemer voor aanvang van het recht gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot waardeoverdracht naar een andere pensioenuitvoerder.
3. De voortzetting van de pensioenopbouw wordt – indien van toepassing met inachtneming van Artikel 16 - vastgesteld als een percentage van de Pensioengrondslag zoals deze gold voorafgaand aan de eerste ziektedag volgens onderstaande tabel: Mate van arbeidsongeschiktheid volgens het UWV Voortzettingspercentage 80 – 100% 100% 65 – 80% 72,5% 55 – 65% 60% 45 – 55% 50% 35 – 45% 40% Minder dan 35% 0% Indien de (gewezen) deelnemer gedurende de arbeidsongeschiktheid (gedeeltelijk) doorwerkt, bedraagt het voortzettingspercentage maximaal: 100% -/- (het huidige Deeltijdpercentage gedeeld door het Deeltijdpercentage voorafgaand aan de eerste ziektedag). Het voortzettingspercentage is minimaal gelijk aan 0%.
4. De voortzetting van de pensioenopbouw wordt aangepast conform de tabel in het derde lid als de mate van arbeidsongeschiktheid volgens het UWV wijzigt. De voortzetting van de pensioenopbouw wordt evenwel niet aangepast bij een toename van de mate van arbeidsongeschiktheid nadat de Dienstbetrekking bij de Werkgever is geëindigd. In dat geval bedraagt het voortzettingspercentage maximaal het voortzettingspercentage dat geldt direct voorgaand aan de beëindiging van de Dienstbetrekking bij de Werkgever.
5. De Pensioengrondslag op basis waarvan de pensioenopbouw wordt voortgezet, wordt verhoogd met de Loonindex. De verhoging kan alleen plaatsvinden indien en voor zover deze verhoging van de Pensioengrondslag de jaarlijkse opbouw op basis van het met de Loonindex verhoogde Jaarsalaris, verminderd met de actuele Franchise, niet wordt overschreden.
6. Recht op voortzetting van de pensioenopbouw is er eveneens voor de deelnemer die op het moment dat zijn Dienstbetrekking aanving gedeeltelijk arbeidsongeschikt was, maar van wie de Arbeidsongeschiktheid tijdens de Dienstbetrekking zodanig toeneemt dat er sprake is van een hogere klasse van arbeidsongeschiktheid...
Voortzetting pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid. Voortzetting deelnemerschap en vaststellingsmoment hoogte pensioengrondslag
1. Tijdens een tijdvak van arbeidsongeschiktheid worden het deelnemerschap en de pensioenopbouw conform de overige bepalingen van dit reglement geheel of gedeeltelijk voortgezet op basis van het pensioengevend loon dat gold aan het einde van het tweede ziektejaar. Het vorenstaande geldt met dien verstande dat vanaf 1 januari 2016 de deelnemersbijdragecompensatie onderdeel vormt van het pensioengevend loon, indien en voor zover de ziekte is aangevangen op of na 1 januari 2016. Voor de vaststelling van het pensioengevend loon is het bepaalde in artikel 1 met betrekking tot de maximering van het pensioengevend loon onverkort van kracht.
2. Er bestaat geen recht op voortzetting van het deelnemerschap tijdens arbeidsongeschiktheid, indien deze arbeidsongeschiktheid is ontstaan door opzet of grove roekeloosheid van de deelnemer.
3. Gedurende de periode van voortzetting van het deelnemerschap tijdens arbeidsongeschiktheid wordt het op grond van lid 1 van toepassing zijnde pensioengevend loon jaarlijks per 1 januari aangepast aan de algemene loonronde.
Voortzetting pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid. Tijdens een tijdvak van arbeidsongeschiktheid worden het deelnemerschap en de pensioenopbouw, afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid, voortgezet.
Voortzetting pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid. Voortzetting pensioenopbouw tijdens werkloosheid (vervallen)
Voortzetting pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid. In lid 1 (voortzetting deelnemerschap en pensioengrondslag) is vastgelegd dat de arbeidsvoorwaardelijke bijdrage buiten beschouwing blijft. Versienummer Tekst per: Vastgesteld in Bestuursvergadering d.d. Wijzigingen ten opzicht van vorige versie : 3.0 : 1 januari 2022 : n.v.t. : Jaarovergang 2021-2022 Alle wettelijke bedragen, tabellen etc. in dit reglement zijn geactualiseerd naar de situatie per 1 januari 2022. Versienummer : 4.0 Tekst per: : 30 juni 2022 Vastgesteld in Bestuursvergadering d.d. : 30 juni 2022 Wijzigingen ten opzicht van vorige versie : Invoering gedeeltelijke afkoop (bedrag ineens), aanpassing flexibiliseringsfactoren en herstel van enige onvolkomenheden • Belangrijkste wijziging betreft het nieuwe artikel 19B waarin de gedeeltelijke afkoop op de (deeltijd)pensioendatum wordt geregeld. • De structuur van het reglement is aangepast. - De regels voor de variatie in de hoogte van het ouderdomspensioen (oud artikel 17 lid 5) zijn overgeheveld naar het nieuwe artikel 19A. - De kop van hoofdstuk 7 (Omzetting van nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen) is vervallen. - In verband met de mogelijkheid van de gedeeltelijke afkoop op de deeltijdpensioendatum, is in het artikel over deeltijdpensioen (artikel 18) in het nieuwe lid 4 van artikel 18 een verwijzing opgenomen naar het nieuwe artikel 19B. Aldus zijn keuzemogelijkheden van de deelnemer in één hoofdstuk (hoofdstuk 6) opgenomen en logischer gerangschikt: pensioeningang artikel 17, deeltijdpensioeningang artikel 18, uitruil OP in NP of omgekeerd artikel 19, variatie hoogte OP artikel 19A óf gedeeltelijke afkoop OP artikel 19B. • Het uitbetalingsartikel (artikel 27) is aangevuld in verband met de uitbetaling van een eenmalige afkoopsom zowel afkoop klein pensioen als de 10% afkoop op de pensioendatum. • De factoren voor gedeeltelijke afkoop op de pensioendatum per 01-01-2023 zijn toegevoegd aan Bijlage 2. • Alle per 01-01-2023 toepasselijke flexibiliserings- en afkoopfactoren zijn toegevoegd aan de Bijlagen 1 en 2. • In de omschrijving van het begrip ‘Kind’ in artikel 1 dient de passage ‘mits het kind de hoedanigheid van kind in de zin van dit reglement tijdens het deelnemerschap heeft verkregen’ op een nieuwe regel te beginnen. De betreffende passage moet namelijk betrekking hebben op alle onderdelen a, b en c van het kindbegrip. • In artikel 26 lid 1 is abusievelijk vermeld dat de vaste premie 25,5% van de pensioengrondslag bedraagt. Dit moet - overeenkomstig de uitvoeringsovereenkomst - d...
Voortzetting pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid. Lid 1 Reglementering aftopping.
Voortzetting pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid. 1. Tijdens een tijdvak van arbeidsongeschiktheid waarin betrokkene een arbeidsongeschiktheidspensioen krachtens dit Pensioenreglement 2006 ontvangt, wordt het deelnemerschap en de opbouw van pensioenen voortgezet overeenkomstig de bepalingen van dit Pensioenreglement 2006 op basis van de jaargrondslag plus ploegentoeslag, de franchise en het drempelbedrag zoals die golden bij ingang van het arbeidsongeschiktheidspensioen.
2. Tijdens een tijdvak van arbeidsongeschiktheid worden de pensioenaanspraken aangepast met de tijdens deze periode volgens artikel 25 doorgevoerde indexering van de pensioen- aanspraken. Deze aanpassing betreft zowel de tot het betreffende tijdvak opgebouwde aanspraken, de tijdens het tijdvak opgebouwde aanspraken alsmede de nog op te bouwen aanspraken tot de pensioendatum.
3. Xxxxxx betrokkene een arbeidsongeschiktheidspensioen krachtens dit Pensioenreglement 2006 ontvangt, is deze vrijgesteld van de in artikel 26, lid 2 genoemde deelnemersbijdragen.
4. Ingeval van beëindiging van het arbeidsongeschiktheidspensioen vóór de pensioendatum op grond van artikel 7, eerste lid, eindigt het deelnemerschap en is het bepaalde in artikel 15 van overeenkomstige toepassing. In geval van herleving van het arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in artikel 7, tweede lid, herleeft het deelnemerschap.
5. Aanspraken op levenslang ouderdomspensioen van deelnemers van wie de voortzetting van pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid uit hoofde van dit artikel op 31 december 2017 niet is geeindigd, worden niet per 1 januari 2018 omgezet naar aanspraken overeenkomstig Pensioenreglement 2013, als bedoeld in artikel 39 lid 5 van dit Pensioenreglement 2006 en artikel 37 van Pensioenreglement 2013. De voortgezette pensioenopbouw van deze deelnemers blijft plaatsvinden uit hoofde van dit Pensioenreglement 2006.
Voortzetting pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid. 1. Tijdens een tijdvak van gehele arbeidsongeschiktheid, wordt het deelnemerschap en de opbouw van pensioenen geacht voort te duren tot de normpensioendatum op basis van de bruto pensioengrondslag en de volgens opgave van KLM laatst uitbetaalde ploegendienstbetaling die golden aan het einde van het eerste ziektejaar.
2. Tijdens een tijdvak van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt de pensioenopbouw voortgezet conform het percentage uit onderstaande tabel. Bij wijziging van het feitelijke uitkeringspercentage volgens de WIA zijn de bepalingen van artikel 7 van dit reglement van overeenkomstige toepassing. Voor degene die niet arbeidsongeschikt is in de zin van dit reglement, maar voor 40 wie volgens een keuring door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) of een daaraan gelijk te stellen keuring is vastgesteld dat sprake is van arbeidsongeschiktheid van minder dan 35%, vindt voortgezette pensioenopbouw plaats conform het bepaalde in dit artikel, rekening houdend met een door de KLM door te geven arbeidsongeschiktheidspercentage. Deze voortzetting van de pensioenopbouw vangt aan vanaf de dag waarop de loondoorbetaling bij ziekte als bedoeld in artikel 7: 629 van het Burgerlijk Wetboek is geëindigd en eindigt bij uitdiensttreding, behoudens eerder overlijden of eerdere revalidatie.