Generatieregeling. Voor medewerkers die voorafgaand aan hun pensioen minder willen gaan werken om gezond en productief inzetbaar te blijven tot de AOW-gerechtigde leeftijd is tijdelijk de generatieregeling ingevoerd. De generatieregeling is in september 2018 gestart. Vanaf 1 januari 2020 is de regeling aangepast en geldt vanaf deze datum de onderstaande regeling. Xxx je voor 1 januari 2020 al gestart met de generatieregeling, dan heeft dat alleen gevolgen voor de opbouw van het bovenwettelijk verlof op grond van deze cao. Deze regeling geldt als minimumregeling. In overleg met de ondernemingsraad kan de werkgever op bedrijfsniveau andere afspraken maken ten gunste van de werknemer, waarbij ten minste de verhouding Salaris= (Arbeidsduur + Pensioen) :2 wordt gerespecteerd.
Generatieregeling. 1. De werknemer die maximaal 7 jaar verwijderd is van diens wettelijke geldende AOW-leeftijd, die ten minste 5 jaar in dienst is van de werkgever en die de eigen inzetbaarheid wenst te verlagen tot niet minder dan 50% van de oorspronkelijke arbeidsduur, kan ervoor kiezen de pensioenopbouw te blijven voortzetten op basis van de oorspronkelijke arbeidsduur zoals bepaald in lid 2 en 3 van dit artikel. Deze regeling geldt onder voorbehoud van de medewerking hieraan van de van toepassing zijnde pensioenvoorziening.
2. De pensioenopbouw blijft gebaseerd op de oorspronkelijke arbeidsduur. De bijbehorende premie wordt betaald door werkgever en werknemer volgens de in de cao overeengekomen verdeling. Wanneer de werknemer minimaal 0,2 fte minder gaat werken, wordt het salaris horend bij de nieuwe arbeidsduur verhoogd met 0,1 fte. Wanneer de werknemer minder dan 0,2 fte minder gaat werken, wordt het nieuwe salaris verhoogd met 0,05 fte.
3. De nieuwe arbeidsduur is bepalend voor alle overige arbeidsvoorwaarden, zoals de opbouw van vakantierechten en de berekening van vergoedingen. De uren die een werknemer minder gaat werken worden in goed overleg tussen werkgever en werknemer toegekend in hele dan wel in halve dagen. Werknemers die onregelmatig werken, hebben geen recht op een vaste vrije dag. Deze werknemers krijgen de extra vrije dagen zo geleidelijk mogelijk verdeeld over de roosterperiode toegekend.
Generatieregeling. Aanvraagtermijn en invoeringsdatum
Generatieregeling. Doelgroep 1. De werknemer kan vanaf de leeftijd van 60 jaar gebruik maken van de generatieregeling als dit bedrijfsmatig op dat moment ook mogelijk is. Je kan vanaf 1 juli 2022 een aanvraag bij je werkgever indienen. Tussen aanvraag en deelname zit minimaal drie maanden.
Generatieregeling. A De generatieregeling heeft tot doel om oudere medewerkers de mogelijkheid te bieden om minder te gaan werken. Enerzijds om deze werknemers tot het einde van hun loopbaan duurzaam aan de slag te houden en anderzijds om de werkgever de ruimte te geven om nieuwe (jongere) werknemers te laten instromen.
B 1 Het besluit om een generatieregeling in te stellen is aan de werkgever en is vrijwillig.
Generatieregeling. Nieuwe instroom is met ingang van 1 januari 2022 niet meer mogelijk. Apollo Tyres wil de duurzame inzetbaarheid van oudere medewerkers bevorderen door middel van een generatieregeling. Door de verhoging van de AOW-leeftijd wordt het voor medewerkers steeds belangrijker om ook op hogere leeftijd in goede gezondheid en gemotiveerd te kunnen blijven werken. De regeling maakt het voor oudere medewerkers mogelijk om op vrijwillige basis, onder voorwaarden, minder te gaan werken met behoud van een groot deel van het loon en volledige pensioenopbouw. Om dit te kunnen doen ontvangen zij van de werkgever een financiële compensatie en zetten medewerkers zelf een aantal arbeidsvoorwaarden in. Bij de generatieregeling zijn onderstaande uitgangspunten van toepassing. De regeling is van toepassing op medewerkers waarvoor geldt dat zij: - meer dan 5 dienstjaren hebben; - maximaal 10 jaar voorafgaande aan de AOW leeftijd starten met de deelname aan de regeling.
Generatieregeling. Voor oudere werknemers is het soms zwaar om fit en gezond door te kunnen blijven werken tot de AOW-gerechtigde leeftijd, terwijl hun inzet en deskundigheid gewenst blijft. Minder werken is om financiële redenen niet altijd mogelijk. Door in een organisatie een generatieregeling aan te bieden conform de in dit artikel genoemde kaders wordt minder werken voor oudere werknemers die hieraan behoefte hebben wel financieel haalbaar. Tegelijkertijd kan bij een vergrijsde organisatie hierdoor formatieruimte ontstaan voor instroom van jongere werknemers.
A Deelname aan een generatieregeling loopt door tot het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd en is mogelijk voor een werknemer, die • binnen 5 jaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt én • minimaal de helft van de oorspronkelijke arbeidsduur blijft werken én • in het afgelopen jaar geen uitbreiding heeft gehad van de omvang van de arbeidsovereenkomst én • in dienst is van een werkgever die een dergelijke regeling aanbiedt.
B De werkgever die een generatieregeling aan wil bieden, stelt in overleg met de OR of PVT, indien in de organisatie een OR of PVT is ingesteld, een organisatieregeling op met inachtneming van de in dit artikel genoemde kaders. Een generatieregeling kan overeengekomen worden met de vakbonden op lokaal niveau als onderdeel van een sociaal plan of als de organisatie een salarisregeling heeft zoals genoemd in art. 6.1. A. In de organisatieregeling kunnen bepalingen worden opgenomen over: • of en welke ondergrens in uren wordt gesteld; • of deelname wordt beperkt tot bepaalde functiegroepen; • wat er gebeurt bij arbeidsongeschiktheid; • de wijze waarop het minder te aantal werken uren administratief wordt verwerkt (D); • of en de voorwaarden waaronder deelname aan de regeling kan worden gewijzigd of beëindigd zonder dat sprake is van uitdiensttreding of het bereiken van de AOW- gerechtigde leeftijd.
C De werknemer dient, voordat de deelname aan de generatieregeling start, het opgebouwde en aangekochte verlof op te nemen dat meer is dan het in de voorgaande 12 maanden opgebouwde en aangekochte verlof, tenzij werkgever en werknemer andere afspraken maken.
D Deelname aan de generatieregeling is vrijwillig. De werknemer kan eenmalig aangeven hoeveel uur hij minder wil gaan werken. Het aantal uren dat de werknemer feitelijk blijft werken mag niet minder zijn dan de helft van de oorspronkelijke arbeidsduur. Het minder te werken aantal uren kan op 3 manieren worden verwerkt:
1 de werknemer wordt vrijges...
Generatieregeling a. De werknemer kan in overleg met de werkgever een generatieregeling overeenkomen. Om het gesprek tussen werkgever en werknemer te faciliteren is een Afwegingskader opgesteld welke dient te worden gebruikt (zie bijlage 13). De werknemer overlegt met de werkgever aan de hand van dit afwegingskader welke aanpassing nodig is om het werk goed te kunnen blijven uitvoeren. De generatieregeling is één van die mogelijkheden.
b. Deelname aan de generatieregeling is alleen mogelijk als de werknemer voldoet aan de volgende voorwaarden: - De werknemer bereikt binnen vijf jaar de AOW gerechtigde leeftijd. - In overleg tussen werknemer en werkgever wordt de minimale omvang van de arbeidsduur bepaald. - Voorafgaand aan het gebruik van de regeling heeft de werknemer al zijn bovenwettelijke vakantie uren en al zijn vitaliteitsuren ingezet. - De werknemer moet direct voorafgaand aan deelname minimaal 5 jaar in de Jeugdzorg hebben gewerkt.
c. De generatieregeling houdt in dat de werknemer 80% van zijn contracturen mag gaan werken. Hiervoor ontvangt hij 90% salaris. Hierbij bouwt hij 100% pensioen op.
d. De werknemer mag er ook voor kiezen om 90% pensioen op te bouwen. Dit leidt tot een hoger inkomen omdat er minder pensioenpremie hoeft te worden afgedragen.
Generatieregeling. Cao-partijen spreken af dat werkgevers binnen de sector GEO een generatieregeling invoeren om de duurzame inzetbaarheid van medewerkers te faciliteren. Deze regeling geldt als minimumregeling. In overleg met de ondernemingsraad kan de werkgever op bedrijfsniveau andere afspraken maken ten gunste van de werknemer.
Generatieregeling. De looptijd van de generatieregeling wordt ten minste verlengd tot en met 31 december 2026. Op dat moment is er duidelijkheid over de nieuwe pensioenregeling bij ABP en worden al dan niet vervolgafspraken gemaakt over de generatieregeling. Tevens zal er extra voorlichting komen over de mogelijkheden van de generatieregeling.