Berekeningsgrondslagen Voorbeeldclausules

Berekeningsgrondslagen. De berekeningsgrondslagen zijn de grondslagen op basis waarvan de kosten van medische en tandheelkundige hulp worden berekend. Deze grondslagen kunnen van land tot land verschillen.
Berekeningsgrondslagen. 1. Voor de hoogte van het ouderdomspensioen, het nabestaandenpensioen, het wezenpensioen en het invaliditeitspensioen zijn de diensttijd en de pensioengrondslag bepalend. 2. Als diensttijd komt in aanmerking de tijd na de dag waarop dit reglement in werking treedt doorgebracht: a. als werknemer zoals bedoeld in artikel 1 lid 2; b. als dienstplichtige in werkelijke diensttijd anders dan onder langdurig of kort verband vrijwillig nadienend en met uitzondering van de tijd door een lid van het reservepersoneel van de krijgsmacht niet in werkelijke dienst doorgebracht. Voor de bepaling van de diensttijd wordt een periode van minder dan een maand beschouwd als een gehele maand. 3. Tijd als bedoeld in lid 2 sub b geldt slechts als diensttijd indien: a. de belanghebbende dit schriftelijk aan het bestuur van het pensioenfonds heeft verzocht; b. deze tijd aansluitend dan wel met een onderbreking van niet langer dan een jaar wordt gevolgd door tijd doorgebracht als werknemer als bedoeld in artikel 2 sub a; en c. deze tijd niet eindigt na tijd doorgebracht als werknemer als bedoeld in artikel 2 sub a. Tijd als bedoeld in lid 2 sub b wordt voor de toepassing van dit lid als een geheel beschouwd tenzij in die tijd een onderbreking van langer dan een jaar is opgetreden. Indien het in dit lid bedoelde verzoek is gedaan nadat het pensioen is toegekend kan de in dit lid bedoelde tijd slechts als diensttijd gelden met ingang van een tijdstip niet vroeger dan een jaar voor de eerste dag van de maand waarin het verzoek is ingediend. a. De tijd door de wachtgelder doorgebracht telt voor de helft mee als diensttijd van een werknemer. b. Tijd die tegelijkertijd als wachtgelder en als werknemer in een andere zin dan van wachtgelder is doorgebracht telt voor de berekening van het pensioen slechts eenmaal mee. Indien door toepassing van het parttimepercentage de diensttijd minder bedraagt dan 50% van de diensttijd die berekend zou zijn voor een deelnemer die fulltime werkzaam zou zijn, worden de tijd als wachtgelder en de tijd als werknemer voor de helft in aanmerking genomen als diensttijd. c. Tijd gedurende welke het wachtgeld op grond van de toepasselijke rechtspositieregeling is verminderd of ingetrokken, telt slechts mee voor een zodanig deel als resterende deel van het wachtgeld zich verhoudt tot het gehele wachtgeld. 5. Voor de pensioenberekening telt niet mee de diensttijd: a. gedurende welke de werknemer xxxxxx dan twaalf maanden zonder een onderbreking van langer dan twee ...
Berekeningsgrondslagen. Deelnemersjaren 1. Deelnemersjaren zijn de jaren die liggen tussen de datum van de aanvang van de deelname en de datum van het einde van de deelname. Deze jaren worden verhoogd met de extra deelnemersjaren die uit een eventuele inkomende waardeoverdracht worden verkregen. 2. Bij het bepalen van het aantal deelnemersjaren dat voor de pensioenberekening in aanmerking komt, wordt gerekend in 360 kalenderdagen, zijnde 30 dagen per maand.
Berekeningsgrondslagen. 38.1 De in de bij deze algemene voorwaarden behorende tarieventabellen opgenomen tarieven zijn exclusief BTW. 38.2 Bij de berekening van de tarieven wordt, wanneer een schip zich voor een deel in de haven bevindt het volledige tarief in rekening gebracht. 38.3 Bij de berekening van de tarieven wordt een gedeelte van een eenheid van inhoud, van massa, van oppervlakte of van lengte voor een volle eenheid gerekend;
Berekeningsgrondslagen. De berekeningsgrondslagen zijn vastgelegd in de Berekening Energiebesparingsprestatie (Bijlage E).
Berekeningsgrondslagen. 1. Bij de berekening van de grootte van de te verzekeren pensioenen wordt uitgegaan van: a) de pensioenjaren van de Deelnemer, en b) de pensioengrondslag eindloon (PGEL) en (indien van toepassing) de pensioengrondslagen beschikbare premie (PGBP en PGBP-NP) van de Deelnemer. Het aantal pensioenjaren en de hoogte van de PGEL, de PGBP en de PGBP-NP worden vastgesteld aan de hand van de volgende bepalingen. 2. De pensioenjaren zijn de jaren gelegen tussen de datum van opneming als Deelnemer en de ingangsdatum van het ouderdomspensioen. De fictieve pensioenjaren zijn de jaren gelegen tussen de fictieve datum in dienst en de datum van opneming als Deelnemer. 3. Het voor de pensioenberekening in aanmerking te nemen aantal pensioenjaren omvat zowel de pensioenjaren als de fictieve pensioenjaren. Dit aantal wordt afgerond op jaren en volle maanden, waarbij een overblijvend deel van een maand wordt verwaarloosd. Het aantal volbrachte pensioenjaren wordt bepaald als het verschil tussen het aantal pensioenjaren inclusief de fictieve pensioenjaren en het aantal (fictieve) pensioenjaren dat zou gelden bij opneming als Deelnemer op de datum per welke het aantal volbrachte pensioenjaren moet worden vastgesteld. Bij deelnemers die eerst per 1 januari 1993 Deelnemer zijn geworden omdat dit reglement voor die datum afwijkende toetredingsbepalingen bevatte, wordt het aantal (volbrachte) pensioenjaren vastgesteld alsof de na die datum geldende reglementtekst reeds vanaf 17 mei 1990 gold. 4. Gedurende de tijd dat de Deelnemer Werknemer is wordt per het tijdstip van toetreding en vervolgens jaarlijks per 1 januari de PGEL, de PGBP en de PGBP-NP vastgesteld. Op het tijdstip van toetreding als Deelnemer op grond van het Pensioenreglement wordt de PGEL gelijk gesteld aan de jaargrondslag. Per de eerstvolgende 1 januari is de PGEL gelijk aan het gemiddelde van de dan geldende jaargrondslag en de jaargrondslag welke bij toetreding gold. Per elke daarop volgende 1 januari is de PGEL gelijk aan het gemiddelde van drie jaargrondslagen, te weten de dan geldende en de laatste twee daaraan voorafgaande jaargrondslagen. De PGBP is gelijk aan het variabele inkomen, vastgesteld volgens het hierna bepaalde. Voor de vaststelling van de PGBP komt uitsluitend niet terugvorderbaar variabel inkomen in aanmerking. Bij de vaststelling van het variabele inkomen wordt gelet op de uitbetaalde bedragen van de bonusuitkeringen gedurende de laatste 36 maanden van het dienstverband of zoveel korter als het ...
Berekeningsgrondslagen. Aansprakelijkheid van de opdrachtnemer Resultaten te behalen in de lokalen Thermisch comfort – binnenklimaat
Berekeningsgrondslagen