Studieregeling Voorbeeldclausules

Studieregeling a. Werkgever kan, onder bepaalde voorwaarden, studiefaciliteiten verlenen. Slechts de na de goedgekeurde aanvraag gemaakte studiekosten komen ingevolge dit lid sub c eerste punt voor een tegemoetkoming in aanmerking. Deze voorwaarden zijn: • het volgen van de studie moet belangrijk zijn voor de werkgever. De basis voor het verlenen van studiefaciliteiten is de verwachting dat de aldus verworven kennisvermeerdering aan de eventuele toekomstige functie uitoefening binnen het bedrijf ten goede zal komen; • de studie ligt buiten het terrein, dat door of door tussenkomst van werkgever georganiseerde cursussen wordt bestreken; • de studie betreft in het algemeen niet bepaalde basisstudies, universitaire studies of aca- demische opleidingen. Hieronder wordt in dit verband verstaan: de opleiding voor een einddiploma VMBO, HAVO, enzovoorts, kortom studies welke gelijk staan met opleidingen aan onderwijsinstellingen welke normaal gesproken aansluiten op de basisschool; • het voor de studie gekozen opleidingsinstituut moet voldoen aan redelijk te stellen eisen van soliditeit en te goeder naam en faam bekend staan; • de werknemer dient in zijn studie de vereiste vorderingen te maken, de voor de studie geldende studietijd niet te overschrijden, examen te doen en in dienst te blijven van werk- gever, bij gebreke waarvan het sub g en h gestelde van toepassing is.
Studieregeling. 1. Horticoop zal het opleidingsinstrument van functie en niet functiegerichte opleidingen inzetten om daarmee de employability van de werknemers te verbeteren.
Studieregeling. Studiekosten worden vergoed volgens Bijlage 15 onder de aldaar genoemde voorwaarden.
Studieregeling. Leren binnen VGZ is gebaseerd op de 70-20-10 methodiek. Die gaat er van uit dat 70 procent van het leren ontstaat door te werken, 20 procent ontstaat via coaching en feedback en 10 procent van het leren bestaat uit het volgen van trainingen en cursussen. VGZ-programma’s koopt HR centraal in of ze worden ontwikkeld voor VGZ. VGZ-pro- gramma’s dragen bij aan de strategische doelstellingen. Word je hiervoor uitgeno- digd, dan ben je verplicht eraan deel te nemen. Op VGZnet vind je meer informatie. Voor rekening van VGZ. De kosten komen niet ten laste van het persoonlijke opleidingsbudget. VGZ-programma’s vinden waar mogelijk in werktijd plaats. Nee Functieverplichte opleidingen stelt VGZ verplicht of ze zijn wettelijk voorgeschre- ven om je functie te kunnen uitoefenen. Je volgt ze als je in dienst komt, als je doorstroomt naar een andere functie en om je verplichte kennis up to date te houden. Functieverplichte opleidingen staan in je functieprofiel en zijn daardoor van toepassing op alle medewerkers die deze functie uitoefenen. Functieverplichte opleidingen zijn afgestemd met de OR. Functieverplichte opleidingen kunnen zowel individueel als collectief zijn.Meer informatie vind je op VGZnet. Voor rekening van VGZ. De kosten komen niet ten laste van het persoonlijke opleidingsbudget. VGZ compenseert maximaal vijf dagen studieverlof voor contact- tijd, zelfstudie, de voorbereiding van en het afleggen van het examen. Stellen je leidinggevende en jij vast dat het maximum niet toereikend is, dan geldt de contacttijd als werktijd. Op voorwaarde dat het een werkdag is tot 17.00 uur. Ja, voor studies waarvan de kosten gelijk of hoger dan € 2500 (ex btw). Er is geen terugbetalings- verplichting als je dienstverband eindigt. Je arbeids­ overeenkomst Je inzetbaarheid Je vitaliteit Je prestaties Je beloning Je pensioen Jouw keuze Algemene Bijlagen
Studieregeling. Artikel 33
Studieregeling. 1. Indien werkgever voor werknemer studiekosten betaalt, dient werknemer bij beëindiging van het dienstverband deze kosten terug te betalen met onderstaande regeling: ► 100% bij beëindiging van het dienstverband binnen 1 jaar nadat de kosten door werkgever zijn betaald. ► 75% bij beëindiging van het dienstverband binnen 2 jaar nadat de kosten door werkgever zijn betaald. ► 50 % bij beëindiging van het dienstverband binnen 3 jaar nadat de kosten door werkgever zijn betaald.
Studieregeling a. Werkgever kan, onder bepaalde voorwaarden, studiefaciliteiten verlenen. Slechts de na de goedgekeurde aanvraag gemaakte studiekosten komen ingevolge lid b voor een tegemoetkoming in aanmerking. Deze voor- waarden zijn:
Studieregeling. In het huidige systeem van functioneringsgesprekken komen opleiding en scholing van werkne- mers nadrukkelijk aan de orde. Werknemer en/of werkgever kunnen daarbij aangeven welke be- hoefte zij hebben aan scholing. Univar staat open voor opleidingsbehoeften die niet direct functie gerelateerd zijn, maar in algemene zin wel bedrijfsgericht. Er is een studieregeling die geraadpleegd kan worden voor nadere regels. Hierin is onder andere bepaald dat de kosten van studies die in het belang van het bedrijf zijn, volledig worden vergoed. Werknemers kunnen onder de volgende algemene voorwaarden recht hebben op een van onder- staande vergoedingen:
Studieregeling. UWV wil medewerkers stimuleren om kennis en kunde actueel te houden en zich te blijven ontwikkelen. Het volgen van opleidingen/studies kan daar een bijdrage aan leveren. De voorwaarden zijn vastgelegd in deze studieregeling. Van deze studieregeling is ingaande 1 augustus 2022 uitgezonderd de scholing die, ingevolge artikel 7:611a BW, UWV verplicht is te verstrekken aan medewerkers om het werk waarvoor zij zijn aangenomen, uit te voeren. Voor deze verplichte scholing geldt de wettelijke regeling als gevolg waarvan deze scholing onder meer kosteloos wordt aangeboden, wordt beschouwd als arbeidstijd, en, indien mogelijk, plaatsvindt tijdens de tijdstippen waarop arbeid moet worden verricht.

Related to Studieregeling

  • Klachtenregeling 1. De ondernemer beschikt over een voldoende bekend gemaakte klachtenprocedure en behandelt de klacht overeenkomstig deze klachtenprocedure.

  • Bemiddelingsregeling 1. De zorgaanbieder hanteert een op de wet Kwaliteit Klachten en Geschillen Zorg (WKKGZ) gebaseerde en voldoende bekend gemaakte regeling voor de opvang, en afhandeling van klachten en behandelt de klacht overeenkomstig deze klachtenprocedure.

  • Levensloopregeling De werknemer overlegt met zijn leidinggevende voordat hij het gespaarde verlof uit de levensloopregeling opneemt. De werkgever kan zich verzetten tegen het moment van het opnemen op grond van zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. Uitzondering hierop vormt ouderschapsverlof, zoals opgenomen in de Wet Arbeid en Zorg. De werkgever geeft de werknemer schriftelijk uitsluitsel binnen één maand, nadat hij het verzoek van de werknemer heeft ontvangen.

  • Nieuwwaarderegeling (niet geldend voor accessoires) Bij schade aan het motorrijtuig geldt in aansluiting op en voor zover nodig in afwijking van artikel 13 een speciale nieuwwaarderegeling.

  • Schaderegeling ARTIKEL 25.1

  • Preventieve maatregelen Van overheidswege en/of door verzekerden en/of derden getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme en/of kwaadwillige besmetting af te wenden of - indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt - de gevolgen daarvan te beperken.

  • Geschillenregeling A.15.1 Op de Overeenkomst, alsmede op de hieruit voortvloeiende of hiermee samenhangende overeenkomsten en overige rechtshandelingen, is uitsluitend het Nederlandse recht van toepassing.

  • Garantieregeling Er is een garantieregeling van kracht voor werknemers waarvoor per 1 januari 2003 een nieuw functiewaarderingssysteem is overeengekomen. De regeling luidt als volgt: • De werknemer die op 31 december 2002 ingeschaald is als vakarbeider en na invoering van het nieuwe functiewaarderingssysteem ingedeeld wordt naar functiegroep III, behoudt het recht op een maximale uitloop van € 1877,- per maand (niveau 31-12-2002), dit bedrag wordt verhoogd met de reguliere loonaanpassingen. Dit betekent een maximale uitloop per 1 januari 2018 van € 2393,89. De maandelijkse maximale uitloop wordt met ingang van: 1 januari 2018 € 2.393,89 1 juli 2018 € 2.423,81 1 januari 2019 € 2.454,11 1 juli 2019 € 2.492,15 1 januari 2020 € 2.530,78 1 november 2020 € 2.556,09 • De werknemer die op 31 december 2002 ingeschaald is als vakarbeider A en na invoering van het nieuwe functiewaarderingssysteem ingedeeld wordt naar functiegroep IV, behoudt het recht op een maximale uitloop van € 1981,- per maand (niveau 31-12-2002), dit bedrag wordt verhoogd met de reguliere loonaanpassingen. Dit betekent een maximale uitloop per 1 januari 2018 van € 2.541,64. De maandelijkse maximale uitloop wordt met ingang van: 1 januari 2018 € 2.541,64 1 juli 2018 € 2.573,41 1 januari 2019 € 2.605,58 1 juli 2019 € 2.645,96 1 januari 2020 € 2.686,98 1 november 2020 € 2.713,85 • Overige werknemers die door de invoering van het nieuwe functiewaarderingssysteem worden ingedeeld op het maximum van een nieuwe loonschaal, ontvangen, indien dat maximum lager is dan het functiejaren-loon conform de cao op 31-12-2002, een bruto garantietoeslag ter hoogte van het verschil tussen het oude functiejaren-loon en het nieuwe schaalmaximum. Voor deze categorie werknemers wordt het feitelijk loon (cao-loon plus garantietoeslag) aangepast met de helft van de in deze cao overeengekomen loonaanpassingen. Omdat het cao-loon stijgt conform de in deze cao opgenomen loonschalen, neemt de garantietoeslag (het verschil tussen het feitelijke loon en de betreffende cao-loonschaal) af. Het toekennen van verlaagde loonaanpassingen wordt gestaakt zodra de bruto garantietoeslag geheel is afgebouwd. Werkgever en werknemer kunnen in goed overleg aanvullende en/of afwijkende afspraken maken. Het functiehandboek is niet gewijzigd ten opzichte van het handboek dat bij het ministerie SZW is ingediend bij de cao voor het Hoveniersbedrijf voor de periode 1 januari 2014 tot en met 29 februari 2016. Dit handboek vormt integraal onderdeel van deze cao (Artikel 4). U kunt het handboek opvragen via Branchevereniging VHG, Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxx.